9 Raad Algemene Zaken

Aan de orde is het VAO Raad Algemene Zaken (AO d.d. 21/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Raad Algemene Zaken. Ik heet de minister van Buitenlandse Zaken van harte welkom en geef mevrouw Maeijer namens de PVV het woord.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Volgende week wordt er een besluit genomen over het openen van de toetredingsonderhandelingen met Albanië en Macedonië. Daar stem je mee in of daar stem je niet mee in. De tijd van vaagheden is dus echt voorbij. Toch hoorde ik zojuist tijdens het debat bij het kabinet en bij sommige partijen dat er hier nog ruimte lijkt te zitten, ruimte dat er misschien onder bepaalde voorwaarden wel groen licht wordt gegeven voor het openen van de onderhandelingen met Albanië dan wel Macedonië. En dat is iets wat we, als het aan de PVV ligt, absoluut niet moeten doen. Daarom de volgende twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt het kabinet niet in te stemmen, ook niet onder voorwaarden, met het openen van de toetredingsonderhandelingen met Albanië,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Maeijer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1885 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt het kabinet niet in te stemmen, ook niet onder voorwaarden, met het openen van de toetredingsonderhandelingen met Macedonië,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Maeijer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1886 (21501-02).

Dank u wel. De heer Van Rooijen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, ik heb geen motie maar wel twee vragen aan de minister. Ik kon er vanmiddag vanwege het belastingdienstdebat helaas niet tot het einde toe bij zijn, maar ik heb wel vragen gesteld.

Mijn eerste punt is de landen die in groepjes worden ingedeeld. Bij de West-Balkan is dat driemaal twee. We hebben in het verleden Roemenië en Bulgarije gehad. Wil de minister nog eens op die koppelverkoop reageren? In dit geval gaat het om Albanië en Macedonië, en dat zijn toch twee verschillende landen. SP en 50PLUS hebben een tijdje geleden ook moties ingediend, zowel over het stoppen van de onderhandelingen met Servië en Montenegro als over het niet beginnen met Albanië en Macedonië.

Mijn tweede punt is dat het toch wel opvallend is dat de Commissie de landen in de West-Balkan, de zes en de driemaal twee, geopolitiek van belang vindt. Ik begrijp dat niet helemaal. Ik leg de minister daarom de vraag voor waarom dat argument bij Turkije, nota bene een NATO-lid, dan niet wordt genoemd. Daar zouden geopolitieke aspecten geen rol spelen, maar bij de West-Balkan zou het een reden moeten zijn om ze toe te laten. Dat is ons eigenlijk helemaal niet duidelijk.

Ten slotte vraag ik de minister om ons op een later moment te laten weten wat de preaccessiegelden zijn die deze zes West-Balkanlanden tot dusver hebben ontvangen. Hoeveel is dat per land?

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Helvert namens het CDA.

De heer Van Helvert (CDA):

Dank u wel, voorzitter. In het debat heb ik namens het CDA aan de regering gevraagd om niet in te stemmen met het starten van de onderhandelingen met Albanië over toetreding tot de EU. Het CDA vindt dat Albanië nog niet klaar is voor toetreding tot de EU. Daar hebben we, met alle respect, wel goed over gediscussieerd. Er zijn ook partijen, GroenLinks en D66, die zeiden dat het juist goed zou zijn om Albanië erbij te betrekken en om dus toch te beginnen met de onderhandelingen.

Het CDA is van mening dat de onderhandelingen over toetreding tot de EU in eerste instantie in het belang moeten zijn van de lidstaten van de EU. Als een te snelle toetreding van Albanië de EU verzwakt, dan is dat ook ten nadele van Albanië. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Albanië op basis van dit voortgangsrapport duidelijk niet voldoet aan de vijf gestelde voorwaarden, bijvoorbeeld omdat er geen trackrecord is bij de juridische hervorming, bij de aanpak van corruptie en bij de aanpak van criminaliteit;

stelt vast dat er op basis van deze voortgangsrapportage geen onderhandelingen over toetreding geopend kunnen worden;

verzoekt de Nederlandse regering niet in te stemmen met het Commissievoorstel om te starten met onderhandelingen over toetreding tot de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Helvert, Omtzigt, Anne Mulder, Van der Graaf en Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 1887 (21501-02).

Er is nog een vraag van de heer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

De heer Van Helvert zei dat bijvoorbeeld de fractie van GroenLinks daar anders over denkt. Dat kan uiteraard. Je kunt er verschillend over denken. Nu zo'n brede coalitie van regeringspartijen deze motie indient, vraag ik de heer Van Helvert of de coalitiepartijen hiermee niet de handen van de minister binden. De minister kan zichzelf overigens straks prima verdedigen. Tijdens het AO heeft hij uitgelegd dat hij straks met 26 of 27 andere landen tot overeenstemming moet komen en daarvoor wat bewegingsvrijheid wil hebben. Die krijgt hij nu niet.

De heer Van Helvert (CDA):

Dat klopt inderdaad. Wij binden de handen van de minister enigszins omdat wij echt vinden dat de positie waarin Albanië nu verkeert niet kan leiden tot het openen van de onderhandelingen. In het debat hebben wij daar met de minister over gesproken. Wij vonden inderdaad dat de minister daar niet scherp genoeg in zat, laat ik het maar zo zeggen. De minister vroeg ook eigenlijk: als u dat zo scherp wilt, meneer Van Helvert, dan moet u maar een motie indienen. Die uitnodiging heb ik van harte aangenomen.

De voorzitter:

Dat is inderdaad het geval. Dank u wel, meneer Van Helvert.

De heer Van Helvert (CDA):

En overigens, mevrouw de voorzitter, moet ik nog even iets rechtzetten. Er wordt gezegd dat de partijen van de coalitie de motie ondersteunen. Ik hecht er waarde aan dat ook partijen uit de oppositie de motie steunen.

De voorzitter:

Ik zal eens kijken. Ja, ook de heer Jasper van Dijk staat eronder. Dank u wel. Dan ga ik naar mevrouw Van der Graaf namens de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Volgende week wordt er gesproken over het openen van de toetredingsonderhandelingen met Macedonië en Albanië. De ChristenUnie is daar terughoudend in. De landen zullen eerst moeten voldoen aan de toetredingscriteria. Afspraak is afspraak, noemde de minister dat vandaag. Helaas stapt de Europese Commissie te snel heen over de staat van de rechtsstaat in de Balkanlanden op dit moment en hebben geopolitieke argumenten de overhand. De ChristenUnie is er duidelijk over dat de landen op de westelijke Balkan een Europees perspectief zouden moeten houden. Daarom vraag ik de minister hoe Nederland de goede krachten in de zes landen op de westelijke Balkan kan ondersteunen die echt willen werken aan het versterken van de democratie en de rechtsstaat.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de minister van Buitenlandse Zaken, die ik trouwens ook van harte welkom heet.

Minister Blok:

Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Maeijer heeft twee moties ingediend. In de eerste verzoekt zij het kabinet om niet in te stemmen, ook niet onder voorwaarden, met het openen van de toetredingsonderhandelingen met Albanië. Ik heb tijdens het debat aangegeven dat de regering vindt dat Albanië op een aantal terreinen voortgang heeft laten zien, maar dat het er op zeer belangrijke terreinen zeker nog niet is. Tegelijkertijd heb ik aangegeven dat ik van "afspraak is afspraak" ben. Als een land niet aan de voorwaarden voldoet, dan dient het niet in de EU te komen, maar als een land daar wel aan voldoet, dan dienen we gewekte verwachtingen ook waar te maken. Dat is bij Albanië nog niet aan de orde, maar ik hecht wel aan helderheid daarover. Er is nog een andere motie over Albanië waarvan ik vind dat die in lijn is. Ik zal daar zo meteen meer over zeggen. Maar deze motie is van het type "nu niet en nooit niet". Zo heeft mevrouw Maeijer dat ook toegelicht. Dat vind ik in strijd met de gemaakte afspraken. Deze motie moet ik om die reden ontraden.

Hetzelfde geldt voor de motie over Macedonië. Ook Macedonië moet op een aantal punten verbeteringen laten zien. Ik gaf aan dat ik vind dat Macedonië op een aantal punten relatief verder is dan Albanië, maar nog steeds niet daar waar het moet zijn. Ook deze motie luidt: nu niet en nooit niet. Ook de motie op stuk nr. 1886 moet ik daarom ontraden.

De heer Van Rooijen herhaalde een aantal vragen die ik tijdens het overleg wel heb beantwoord, maar hij was daar niet bij. Dat was de vraag wat ik vind van het indelen in groepjes van toetredingskandidaten. Daarvan heb ik in het overleg gezegd dat ik dat onlogisch vind. Landen moeten zelf beoordeeld worden en ook zelf de prestaties leveren die daarbij horen.

Over het geopolitieke argument heb ik gezegd dat ik dat natuurlijk erken, maar dat dat niet mag leiden tot het soepeler of anders toepassen van de criteria.

En er was een nieuwe vraag, over de precieze bedragen per land. Daar kom ik schriftelijk op terug, want de heer Van Rooijen moet mij vergeven dat ik dat niet onmiddellijk uit het hoofd weet. Dat wordt dan nageleverd.

De heer Van Helvert heeft samen met een aantal anderen een motie ingediend op stuk nr. 1887. Die gaat ook over Albanië. Hij gaf ook in zijn toelichting aan dat hij vindt dat er nog geen sprake is van het voldoen aan de criteria en hij verzoekt de Nederlandse regering niet in te stemmen met het Commissievoorstel om te starten met onderhandelingen over de toetreding tot de EU. In een toelichting zei hij: niet het terugkomen van de ooit gedane toezegging, maar áls u aan de criteria voldoet, dan zou dat moeten kunnen. Tegen de achtergrond van die toelichting laat ik deze motie aan het oordeel van de Kamer.

De voorzitter:

Voordat u verdergaat heeft de heer Van Ojik een vraag over de laatste motie.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ja voorzitter, want ik moet straks mijn fractie ook adviseren over de stemmingen. Ik hoorde de heer Van Helvert net zeggen: we vonden dat de minister daar niet scherp genoeg in zat. Nou, dat vindt de minister dan kennelijk nu zelf ook. Waar het om gaat is dat de minister vanmiddag omstandig heeft uitgelegd dat hij het liefst wil dat die onderhandelingen nog niet beginnen — en ik kon dat wel begrijpen — maar dat als straks zou blijken dat een grote meerderheid het wel wil, hij misschien ook zou kunnen leven met wel beginnen, mits hij comfort zou krijgen op een aantal punten. Nu is er een motie die hem straks dwingt om niet in te stemmen. En dan zegt de minister "oordeel Kamer". Ik begrijp het echt niet meer!

Minister Blok:

Heel wezenlijk was de toelichting die de heer Van Helvert gaf, mede namens de andere indieners. Die toelichting hield namelijk niet in: nu niet en nooit niet. De toelichting hield in: op dit moment is er onvoldoende voortgang. Dat heb ik ook gezegd tijden het algemeen overleg. Ik realiseer mij dat de heer Van Helvert en de zijnen dat met deze motie verder insnoeren door te zeggen: ja, dat betekent ook dat de regering nu wat de Kamer betreft niet kan instemmen. Maar tegelijkertijd laat de heer Van Helvert er ruimte voor open dat als er wel voortgang is, zo'n situatie wél kan ontstaan. Daarin verschilt deze motie ook van die van mevrouw Maeijer.

De voorzitter:

Ja. De vragen van mevrouw Van der Graaf.

Minister Blok:

Dan kom ik op de vragen van mevrouw Van der Graaf. Ook zij ging in op het geopolitieke argument. Ik erken, in lijn met wat de heer Van Rooijen aangaf, dat die argumenten er zijn, maar ik vind niet dat die af moeten doen aan een zuivere weging van het voldoen aan de criteria die gesteld worden voor EU-lidmaatschap en het daaraan voorafgaand onderhandelen.

Dan vroeg zij: hoe ondersteunen we de zes landen? Dat doen we enerzijds door vast te houden aan die strikte criteria, want ook voor die landen is dat een stimulans om intern zaken te verbeteren die verbeterd moeten worden. Daarnaast is er financiële steun in de vorm van preaccessiegelden. Ik beloofde de heer Van Rooijen net dat ik het financiële overzicht daarover zal verstrekken.

Voorzitter, hiermee hoop ik de vragen en moties van een reactie voorzien te hebben.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We zullen over ruim tien minuten stemmen over de zojuist ingediende moties en de moties die eerder al zijn ingediend.

De vergadering wordt van 19.58 uur tot 20.10 uur geschorst.

Naar boven