10 Handelsmaatregelen Verenigde Staten

Aan de orde is het VAO Handelsmaatregelen Verenigde Staten (AO d.d. 06/06).

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het VAO Handelsmaatregelen Verenigde Staten. Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van harte welkom. Ik geef het woord aan de heer Alkaya namens de SP. De spreektijden zijn precies twee minuten.

De heer Alkaya (SP):

Dank, voorzitter. De neoliberale orde die in de jaren tachtig is ontstaan en die zich na de val van de Sovjet-Unie in rap tempo heeft ontwikkeld, staat op omvallen. De strijd die socialisten al jaren voeren tegen vrijhandel wordt nu ook omarmd door rechtse politici, waaronder president Trump. En terecht. Neoliberalisme en vrijhandel hebben niet alleen bijgedragen aan klimaatverandering, maar ook aan het verlies van goede banen. De industrie is vrijwel geheel naar Azië verplaatst, waar mensen worden uitgebuit zodat wij onze goedkope spullen kunnen blijven kopen. Dit kan en moet anders.

Maar de reflex van het kabinet is om landen die zich uitspreken tegen de gevestigde orde, tegen oneerlijke handelsverdragen en tegen de Europese Commissie economisch te straffen. Dit is niet in het belang van Nederland. Het overgrote deel van de opvattingen van president Trump deel ik niet, maar dat hij opkomt voor zijn industrie en voor zijn werknemers kan ik hem zeker niet kwalijk nemen. Sterker nog, dat zouden wij ook moeten doen. Vandaar de volgende twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Amerikaanse bedrijven uitzonderingen kunnen aanvragen op de importheffingen voor producten die zij zelf niet produceren;

constaterende dat deze producten met een importheffing alsnog verhandeld zullen worden, weliswaar tegen een hogere prijs, waardoor zowel de Amerikaanse consument als de Nederlandse metaalindustrie nadeel dreigen te ondervinden;

constaterende dat aanvragen moeizaam verlopen omdat deze specifiek per productsoort en per bedrijf ingediend moeten worden, waarbij tevens concurrentiegevoelige informatie van Nederlandse bedrijven wordt gevraagd;

verzoekt de regering in overleg met de metaalindustrie de knelpunten in het aanvraagproces te inventariseren en de Amerikaanse autoriteiten te verzoeken deze te verhelpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Alkaya en Becker. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1879 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie tegenmaatregelen neemt als reactie op de Amerikaanse heffingen op staal en aluminium, die als escalerend worden ervaren;

van mening dat de ontstane situatie juist mogelijkheden biedt om het oneerlijke en niet-duurzame vrijhandelsbeleid te herzien;

verzoekt de regering verdere escalatie van het economisch conflict met de Verenigde Staten te voorkomen en alternatieven te ontwikkelen voor het huidige vrijhandelsbeleid, waarin onder andere de zorgen over verplaatsing van werkgelegenheid, lokale arbeidsomstandigheden en duurzaamheid worden geadresseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Alkaya. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1880 (21501-02).

De heer Alkaya (SP):

Die twee seconden vergeeft u mij hopelijk, voorzitter.

De voorzitter:

Ja, dat is goed, hoor. De heer Amhaouch heeft nog een vraag aan u.

De heer Amhaouch (CDA):

Staat de heer Alkaya ook voor de Nederlandse belangen, de Nederlandse banen en de Nederlandse bedrijven?

De heer Alkaya (SP):

Dat is een vrij brede maar daarmee ook specifieke vraag. Ja, zeker! Vandaar ook mijn eerste motie, waarin ik pleit voor productuitzonderingen voor producten die Nederlandse bedrijven produceren. Denk aan staalproducten die ze in de Verenigde Staten niet kunnen produceren, zoals bijvoorbeeld batterijen in de auto-industrie. Daarvoor zouden we uitzonderingen moeten krijgen, zodat de Nederlandse industrie maar ook de consument in de Verenigde Staten daar profijt van heeft.

De heer Amhaouch (CDA):

Maar hoe rijmt u dat dan met uw uitspraak dat u trots bent op Trump om wat hij doet aan protectionisme, door muren op te trekken en zich achter de dijken te verschuilen? Stel dat Nederland dat ook zou doen, zou dat dan in het belang zijn van de werknemers en de bedrijven waar u voor opkomt? Denkt u dat dat een goeie richting is, waar we naartoe moeten gaan? Is dat dé manier? Is dat het beleid dat de minister moet gaan uitvoeren om de werkgelegenheid in Nederland te waarborgen?

De heer Alkaya (SP):

Jazeker, als je dat op een verstandige manier doet. Wij hebben bijvoorbeeld toegestaan dat de Amerikanen onze chipmaker NXP, waarmee wij in onze toekomst zouden kunnen investeren en hoogwaardige werkgelegenheid in Nederland zouden kunnen behouden, overnamen. Dat is heel naïef geweest. Het is een voorbeeld van een geval waarin we zouden moeten opkomen voor onze industrie, maar wij hebben er toch voor gekozen om onze industrie te verkopen. De Amerikanen hebben in precies eenzelfde situatie juist de verkoop van hun chipmaker aan een Singaporees bedrijf tegengehouden. Dus waar wij naïef zijn en onze industrie in de verkoop doen, zijn de Amerikanen juist bezig om hun industrie te beschermen. Dat zouden wij ook moeten doen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Alkaya. Nee, meneer Amhaouch, niet nog een keer. Dit is een VAO. Het debat is al geweest.

Mevrouw Becker namens de VVD.

Mevrouw Becker (VVD):

Dank u wel, voorzitter. We hebben partijen gezien die de onverstandige beslissing van president Trump om een staalheffing op te leggen aangrijpen om vrijhandel of zelfs de hele EU in twijfel te trekken. Daar is de VVD het niet mee eens. We kunnen niet zonder vrijhandel, we kunnen niet zonder de EU als we opkomen voor handel, voor banen en voor Nederland. We moeten er alles aan doen om gezamenlijk de VS op andere gedachten te brengen en om onze EU-markt te beschermen tegen dumping. We danken de minister voor de toezegging om zich daarvoor te blijven inzetten en ook op te komen voor het bedrijfsleven in het benutten van die uitzonderingen die de VS geeft voor specifieke producten. Dat is ook de reden dat ik de motie van de heer Alkaya mede heb ingediend. Het is niet de bedoeling om als Nederland eigenstandig nog extra uitzonderingen te gaan bedingen, maar ons bedrijfsleven moet wel kunnen profiteren.

Zoals ik in het algemeen overleg heb betoogd, moeten we ons uiteindelijk ook niet laten afleiden van het echte probleem. Daarom wil ik de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie de Amerikaanse importheffingen op staal- en aluminiumproducten uit de Europese Unie heeft beantwoord met respectievelijk tegenmaatregelen en een procedure bij de WTO;

overwegende dat deze maatregelen, met het oog op het handhaven van eerlijke en vrije handel, onvermijdelijk waren;

constaterende dat oneerlijke handelspraktijken door China, in de vorm van dumping en ondermijning van de WTO, een gezamenlijke uitdaging vormen voor zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten;

van mening dat de onvermijdelijke reactie in de richting van de Verenigde Staten niet mag afleiden van de grootste gezamenlijke uitdagingen op handelsgebied;

verzoekt de regering samen met zowel Europese als niet-Europese bondgenoten te blijven werken aan het adresseren en bestrijden van oneerlijke handelspraktijken van Chinese zijde;

verzoekt de regering tevens de problematiek en mogelijke antwoorden mee te nemen in de aangekondigde China-strategie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Becker en Amhaouch. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1882 (21501-02).

Dank u wel. Mevrouw Ouwehand namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De VVD-woordvoerder zei zojuist: we moeten kijken naar het echte probleem. Het lijkt erop dat de VVD weinig heeft geleerd van de bankencrisis, waarbij we ook als een malle de status quo probeerden te herstellen en de onderliggende systeemfouten niet hebben aangepakt. De Partij voor de Dieren doet graag een voorstel om die fout niet nog een keer te maken.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat lokale bevolkingen, boeren, het klimaat, lokale democratieën, dieren, natuur en milieu (ernstig) geschaad worden door de doorgeslagen internationale vrijhandel;

constaterende dat de EU in de huidige "handelsoorlog" uit alle macht de status quo probeert te herstellen, terwijl die status quo juist doorbroken moet worden en de onderliggende systeemcrisis moet worden aangepakt;

spreekt uit dat een fundamentele herbezinning op internationale vrijhandel noodzakelijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1883 (21501-02).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Als je dan toch tegenmaatregelen instelt, dan ligt het niet zo voor de hand om weg te kijken van alle andere doelen die we met elkaar proberen te realiseren. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de EU tegenmaatregelen gaat nemen op de importheffingen die door de VS zijn ingesteld en daarvoor een aantal producten heeft geselecteerd zonder te toetsen aan bijvoorbeeld klimaatdoelen;

van mening dat wanneer je tóch importheffingen gaat instellen voor producten uit een land dat zich terug heeft getrokken uit het Klimaatakkoord, het niet meer dan logisch is om dan producten te selecteren die de meeste klimaatschade opleveren;

constaterende dat de EU in 2017 ruim 23.000 ton rundvlees invoerde uit de VS, terwijl de productie en het transport daarvan zeer schadelijk zijn voor het klimaat en Amerikaanse boeren aan minder milieueisen hoeven te voldoen dan boeren in Europa;

verzoekt het kabinet er stevig op aan te dringen dat er importheffingen op Amerikaans rundvlees worden ingesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1884 (21501-02).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ten overvloede: het is niet zo dat we in Europa een gebrek hebben aan de productie van vlees.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Amhaouch namens het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Het is een zegen dat we de Europese Unie hebben. Anders zouden we geen kans maken tegen de handelsbelemmeringen van de VS of invloeden vanuit China. De samenwerking in Europa biedt zichtbaar bescherming tegen de uitwassen van de globalisering. We zouden anders een gemakkelijke prooi zijn.

Helaas heeft de G7-top afgelopen weekend niet het resultaat gehad waar we op hoopten. Meer dan ooit was zichtbaar dat de VS op dit moment de rug naar de wereld keren. Trump onderschreef de gemeenschappelijke valse verklaring niet en vertrok voortijdig. Hij heeft daardoor niet meegesproken over de aanpak van het mondiale plasticprobleem. Dat is zeer teleurstellend. Juist nu het bewustzijn over het klimaat toeneemt, verwijderen de VS zich ook op dat thema. Ook na afgelopen weekend blijft het lastig deze nieuwe situatie te interpreteren. Gaat het hier om de grillen van een president of veranderen de verhoudingen definitief?

Het CDA hecht aan de lange trans-Atlantische vriendschap tussen Europa en de VS. Uitgangspunt van ons beleid moet behoud van deze goede relatie zijn. Wij hebben immers elkaar nodig op veiligheidsgebied en ook om klimaatdoelstellingen te bereiken.

Het bevestigt dat we als Europa moeten samenwerken om een blok te vormen tegen China of de VS. In het AO stelde ik al: zijn we lam of leeuw? Zijn we alleen reactief of ook proactief? We moeten deze uitdagingen ombuigen in kansen. Het is een kans om Europa te plaatsen op het mondiale handelstoneel, Nederlandse sectorale belangen te versterken en bilaterale handelsrelaties te verdiepen. Een proactief Nederlands handelsbeleid dus.

Hoewel Europa's tegenmaatregelen ad hoc klaarliggen, moeten we vooral de gevolgen voor de Nederlandse economie in de gaten houden. Hoe kijkt de minister aan tegen het ondersteunen van onze kwetsbare sectoren en het eventueel opstellen van flankerend beleid? Ik roep de minister op om dit mee te nemen in haar handelsbrief, die we voor het zomerreces verwachten. In deze handelsbrief moet een proactief Nederlands en Europees handelsbeleid staan waarbij rekening wordt gehouden met de zorgelijke ontwikkelingen in de VS, maar ook de marktverstorende werking vanuit China. We moeten de Nederlandse op export gerichte economie weerbaar maken tegen de grillen van deze economische grootmachten.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb een korte vraag aan de woordvoerder van het CDA: lam of leeuw? Ik begrijp dat het CDA graag leeuw ziet. Voelt het CDA dan ook voor mijn motie om, als je dan toch terug gaat vechten en importheffingen gaat invoeren, de producten te kiezen waar we best wel last van hebben zoals Amerikaans rundvlees?

De heer Amhaouch (CDA):

In die zin sluiten wij handelsverdragen met meerdere landen waarin wij, of het nou om vlees, kaas of andere spullen gaat, duidelijke afspraken maken over quoteringen, maar voornamelijk over de kwaliteitseisen. Ik ga er niet in mee om dat specifieke punt eruit te halen. Ik verwacht dat er vanuit de Europese Unie nog meer tegenmaatregelen komen, als de Amerikanen nog verder gaan. Er zijn nu al tegenmaatregelen op de importheffingen genomen, dus ik ben zeer benieuwd wat de volgende zullen zijn.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, maar dit is er eentje waarvan je de voordelen kan aanwijzen. Het beschermt Nederland. Het zijn Europese boeren. Het helpt ook om de klimaatdoelen te halen. Trump heeft zich daaruit teruggetrokken. Dus waarom steunt het CDA dat niet voluit, wat ik zou verwachten eigenlijk?

De heer Amhaouch (CDA):

Volgens mij begon ik met zeggen dat het een zegen is dat we een Europese Unie hebben. Volgens mij is het juist de kunst om samen met de Europese Unie op te trekken en te kijken op welke gebieden we tegenmaatregelen gaan nemen, en om niet, zoals mevrouw Ouwehand wil, één puntje eruit te halen. Als iedereen het daarmee eens is, dan kunnen we een bepaalde richting ingaan. Maar laten we samen optrekken in de Europese Unie.

De heer Alkaya (SP):

Ik hoor het CDA twee dingen zeggen. Enerzijds dat de trans-Atlantische relatie heel belangrijk is en blijft en anderzijds dat de tegenmaatregelen die de Europese Commissie heeft aangekondigd, vrij ad hoc en niet goed doordacht lijken te zijn. Is het CDA het met mij eens dat verdere escalatie onwenselijk zou zijn?

De heer Amhaouch (CDA):

Daar zijn we het mee eens. Verdere escalatie zou onnodig moeten zijn. De basis moet zijn dat je de handelscontacten, maar ook de contacten op het gebied van veiligheid, in de NAVO, die we hebben met de Amerikanen niet door dit incident zomaar van tafel schuift. Daar moeten we in blijven investeren. Maar dat wil niet zeggen dat Europa met meer dan 500 miljoen inwoners en een behoorlijk sterke economie reactief moet gaan reageren op wat de Chinezen en de Amerikanen doen. Dat is de opdracht aan de minister. Wij vragen haar mee te denken, om vanuit Europa proactief mee te denken en af en toe onze tanden te laten zien.

De heer Alkaya (SP):

Kunnen wij dan samen de minister hier vragen, verzoeken eigenlijk, om in Brussel afstand te nemen van verder escalerende maatregelen en zich juist in te zetten voor de-escalatie van dit economisch conflict?

De heer Amhaouch (CDA):

In China gebruikt men meer de charme en iemand anders, in de Verenigde Staten, wat meer machogedrag. Het gaat om de impact die die twee landen hebben op Europa. We laten het aan de minister en aan de Europese Unie over wanneer ze welke body language laten zien om onze doelen te bereiken.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Bouali namens D66.

De heer Bouali (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter, en nog een goedemiddag. Toen president Trump werd gekozen, zeiden onze minister-president en de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken dat we hem moesten beoordelen op zijn daden. Welnu, dat gaan we dus ook doen. Wij kijken naar de daden van de president van de Verenigde Staten, die importheffingen op staal en aluminium oplegt, die zich terugtrekt uit het klimaatakkoord van Parijs, die onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden stopzet en die de Irandeal over de nucleaire ontwapening opblaast, die financiering, overigens ook van organisaties die zich inzetten voor vrouwenrechten, stopzet, en die, dat zagen we vorige week, zijn handtekening onder het G7-akkoord intrekt en tegelijkertijd ook een bevriend staatshoofd flink beledigt.

Voorzitter. Mijn fractie vindt het zeer spijtig te moeten constateren dat de huidige president van de Verenigde Staten het internationale systeem continu ondergraaft. Dat is schadelijk voor Nederland, dat is schadelijk voor de Europese Unie en dat is schadelijk voor de hele wereld. Door de risicovolle acties die de Verenigde Staten nu nemen, dreigt een handelsoorlog te ontstaan. De EU moet gezamenlijk optrekken om die te keren. Eenheid in de Europese Unie geeft ons kracht en bescherming.

Voorzitter. Mijn fractie is vooral benieuwd wat de consequenties zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven. De minister heeft toegezegd hier nader naar te zullen kijken. Mijn concrete vraag is of de minister al met het Nederlandse bedrijfsleven om tafel is gegaan. Zo niet, gaat ze dat dan spoedig doen?

Mevrouw de voorzitter. Ik vind dat wij als Kamer ook een eigen verantwoordelijkheid hebben. Daarom zal ik morgen bij onze procedurevergadering voorstellen om bedrijven spoedig uit te nodigen in de Kamer, zodat zij hun verhaal kunnen doen en ons kunnen vertellen wat zij verwachten van deze problematiek die nu ontstaan is.

Dat was het voor nu, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Bouali. Dan kijk ik of de minister behoefte heeft aan een korte schorsing. Zij kan direct antwoorden. Dat is fijn. Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Kaag:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Dank ook aan de Kamerleden voor de interessante suggesties en de moties uiteraard. Ik zal ze een voor een kort afhandelen.

De motie-Alkaya/Becker op stuk nr. 1879. Dit is staand beleid. Mijn oordeel is overnemen.

De voorzitter:

Ik kijk even de Kamerleden aan of er bezwaar is tegen het overnemen van de motie van de leden Alkaya en Becker. Nee?

De motie-Alkaya/Becker (21501-02, nr. 1879) is overgenomen.

Minister Kaag:

De motie-Alkaya op stuk nr. 1880. Ik denk dat er veel in de tekst staat wat een mogelijke contradictie is. Het wijkt ook ver af van wat eigenlijk ons beleid is. Duurzaamheid staat namelijk al in de EU-onderhandelingsmandaten. Wij denken dat dit een belangrijk onderhandelingspunt, aandachtspunt en beleidspunt is in de aanpak van het kabinet wat betreft het internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij zijn niet voor het ontwikkelen van alternatieven, zoals nu wordt gesteld in de motie. Dus mijn oordeel is ontraden.

Bij de motie-Becker/Amhaouch op stuk nr. 1882 wil ik de aantekening maken dat uiteraard niemand oneerlijke handelspraktijken wil van geen enkel land. Het gaat natuurlijk in het bijzonder om China vanwege het volume en de staatsgeleide economische interventies. Uiteraard is collega Blok verantwoordelijk voor de gehele Chinastrategie. Maar ik kan toezeggen dat een belangrijk aandeel zal zijn: China, handel, consequenties en maatregelen die eventueel overwogen kunnen worden door de EU op aansturing van Nederland. Dus mijn voorstel is om deze motie over te nemen.

De voorzitter:

Heeft iemand bezwaar tegen het overnemen van de motie op stuk nr. 1882 van de leden Becker en Amhaouch? Nee?

De motie-Becker/Amhaouch (21501-02, nr. 1882) is overgenomen.

Minister Kaag:

Dan kom ik bij de motie-Ouwehand/Thieme op stuk nr. 1883. Er wordt gevraagd om een fundamentele herziening in deze motie. Ik ben sowieso bereid tot een discussie over de inhoud, de consequenties van globalisering en het samenwerken en handelen in een internationale en globale economie. Vorige kabinetten keken, maar zeker dit kabinet kijkt echter al geruime tijd naar de duurzaamheidsagenda en de verduurzaming. Daarin is er ook aandacht voor het klimaat, in alles wat we doen. Ik wil niet vooruitlopen op de nieuwe Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerkingsnota, maar daar komen we bij deze Kamer op terug op 28 juni. Het hele thema wordt daarin goed neergezet. Dat werk willen we voortzetten. Dat zullen we dus ook doen, maar een fundamentele herziening is wat mij betreft niet aan de orde, ook niet zoals het gesteld is in de motie. Dus ik ontraad deze motie.

Dan kom ik op de laatste motie, de motie-Ouwehand op stuk nr. 1884. Het is een sympathieke gedachte van mevrouw Ouwehand. Ik ben daar ook niet verbaasd over natuurlijk. Het is een wederkerend thema, maar de Europese Unie heeft gekozen voor producten die maximaal effect zullen sorteren in deze fase als het gaat om de rebalancerende maatregelen die in een eerste voorportaal zijn van een reactie. Het is geen actie van de EU; het is een reactie op een Amerikaans unilateraal besluit tegen de regelgeving van de Wereldhandelsorganisatie in. Die lijst is al aangegeven, overeengestemd, geaccordeerd en genotificeerd bij de WTO. En die zal snel worden vastgesteld. Ik ontraad op basis hiervan deze motie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb een korte vraag. Erkent de minister dan dat er bij het bekijken van wat het meest effectief is, alleen naar de handelskant is gekeken? Want op zichzelf hebben we natuurlijk ook nog wel een appeltje te schillen met Trump vanwege het terugtrekken uit het klimaatakkoord. Erkent de minister dat dat geen onderdeel is geweest van de afwegingen en dat dat misschien wel als een gemiste kans kan worden gezien, in elk geval door mijn partij?

Minister Kaag:

Een erkenning zou een schuldbekentenis zijn. Het gaat om de EU. Die is vastgesteld op technische waarden. Ik denk dat het belangrijk is dat er naar rebalancerende maatregelen wordt gekeken in het kader van afspraken in de Wereldhandelsorganisatie. Ik denk ook niet dat het verstandig is om onze teleurstelling over terugtrekking uit het klimaatakkoord te vermengen met een nieuw actie, waarmee je in feite het hele internationale wereldhandelsysteem op z'n kop gooit. Dat zijn twee andere oorzaken. De duurzaamheidsagenda wordt niet opgelost door nu opeens naar vlees te gaan kijken. In de rebalancering moet je dus zuiver blijven. Er wordt een actie ondernomen door de VS. Wij willen gericht, specifiek, een tegenactie conform WTO-regelgeving. Het vlees, dat bij uw agenda hoort voor wat betreft overproductie, klimaatactie et cetera, is een ander verhaal in de context van het besluit van de regering-Trump.

De voorzitter:

Tot slot, laatste opmerking, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Maar eigenlijk erkent de minister het dus wel: het is sec, in het kader van de WTO-agenda, bekeken. Dat de Verenigde Staten zich hebben teruggetrokken uit het klimaatakkoord, heeft op geen enkele manier meegewogen bij het beoordelen van welke producten we dan zullen selecteren.

Minister Kaag:

Erkenning betekent iets anders. Ik stel nog een keer helder: er wordt gekeken naar wat de afspraken zijn binnen de Wereldhandelsorganisatie. Wij houden ons aan het internationale speelveld, aan de internationale regels. De regels worden toegepast. Erkenning is een irrelevant nomen in deze context.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we hiermee aan het eind gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.

De vergadering wordt van 16.57 uur tot 17.03 uur geschorst.

Naar boven