Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | nr. 89, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | nr. 89, item 3 |
Vragen van het lid Gijs van Dijk aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over verkeerde inschaling bij supermarkten.
De voorzitter:
Dan gaan we nu naar de heer Gijs van Dijk namens de PvdA voor zijn vraag aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over verkeerde inschaling bij supermarkten. Ik heet de staatssecretaris van harte welkom. Het woord is aan de heer Gijs van Dijk.
De heer Gijs van Dijk (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. 260.000 mensen werken bij de supermarkten. Zij zorgen ervoor dat de vakken gevuld zijn, dat wij onze boodschappen goed kunnen doen, dat we worden geholpen en dat we bij de kassa netjes worden geholpen. Driekwart van de medewerkers bij supermarkten is jonger dan 23 jaar. De supermarkt is eigenlijk een soort opleidingsplek voor heel veel jonge mensen die voor het eerst een stap zetten op de arbeidsmarkt. Dat is een mooi ding. Maar ook velen van deze jonge mensen, bijna allemaal, hebben een flexibel contract, een tijdelijk contract. Dus als zij iets merken op de werkvloer dat niet deugt of niet klopt, durven zij niet hun vinger op te steken, want dan verliezen ze waarschijnlijk hun baan.
Zo niet Jesse. Want Jesse werkt bij de supermarkt — het is niet Jesse Klaver, voorzitter — en constateerde dat hij onderbetaald wordt. Hij heeft een opleiding gehad tot kassamedewerker, maar hij krijgt een salarisschaal lager betaald. Met Jesse, zo blijkt, zijn er vele jonge mensen die niet betaald krijgen voor het werk dat ze doen. Jesse heeft het programma #BOOS gemaild. #BOOS is ook samen met Jesse hier vorige week in de Kamer geweest. De vraag van Jesse was terecht, want de werkgever gaf niet thuis. De werkgevers in de supermarkten betalen vele jonge mensen lager dan wat ze eigenlijk zouden moeten krijgen, dus hij kwam terecht naar ons, naar de Tweede Kamer, om ons te vragen wat wij kunnen doen voor de positie van al die jonge mensen die graag normaal betaald willen krijgen. Want het scheelt zo'n euro per uur. Dan zou je zeggen: een euro per uur? Nou, dat is voor heel veel jonge mensen flink geld.
Mijn vraag aan de staatssecretaris is wat zij vindt van het gedrag van supermarkten, die structureel jonge mensen onderbetalen. Vraag twee: is zij bereid om met de supermarkten zo snel mogelijk om tafel te gaan en dit probleem aan te kaarten om het op te lossen voor al die jonge mensen?
De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Ark:
Voorzitter, dank u wel. Ik dank de heer Gijs van Dijk voor zijn vraag, want hij snijdt een terechte zorg aan die bij heel veel jongeren leeft. Die leeft niet alleen bij jongeren die hun loopbaan starten in de supermarkt, maar ook bij al die jongeren die nu aan het begin van de zomer op zoek zijn naar een vakantiebaan en zich afvragen wat hun rechten zijn. Dit is een heel belangrijk onderwerp. Ik snap dus heel goed dat dit de gemoederen heel nadrukkelijk bezighoudt. Er zijn gelukkig heel veel werkgevers die hun medewerkers heel goed betalen, maar er zijn er zeker ook bij die er met de pet naar gooien. Daarom is het ook van belang dat je weet wat je rechten zijn en waar je aan de bel kan trekken.
De inschaling van werk gebeurt op basis van cao's en individuele arbeidsovereenkomsten. De overheid heeft bij deze twee zaken geen rol. Daarvoor zijn werkgevers en werknemers met elkaar om tafel. Dat betekent ook dat als je een geschil hebt, je naar een van beide partijen moet gaan. Als de heer Van Dijk dus aan mij vraagt wat ik ervan vind, wil ik nadrukkelijk stellen dat ik het ongelofelijk belangrijk vind dat een werkgever goed de afspraken nakomt die in de wet, in de cao of in de breder getrokken cao staan en dat je dus daar aan de bel trekt waar je aan de bel moet trekken. Dat kan inderdaad zijn bij de werkgever, bij de ondernemingsraad of bij de vakbond, zoals ook veel jongeren hebben gedaan. Ik ga er dan ook van uit dat als er zo'n 1.000 meldingen zijn bij FNV Jong, dit voor partners rondom de cao reden is om met elkaar om tafel te gaan zitten.
De heer Gijs van Dijk (PvdA):
Zo'n antwoord had ik natuurlijk verwacht. Want natuurlijk is het aan werkgevers en werknemers. Die maken afspraken: de cao. Je verwacht van zo'n cao dat werkgevers zich netjes gedragen en gewoon al die mensen betalen wat ze zouden moeten verdienen. In dit geval gebeurt dit bij de supermarkten — dat weten we — structureel niet. Ik vind dat dus echt te gemakkelijk, ook voor een kabinet dat zegt: "Wij staan voor de toekomst van jonge mensen. Wij staan voor zeker werk. Wij staan voor vast werk. Wij staan voor een goed inkomen." Ik verwacht van deze staatssecretaris, die gaat over de arbeidsomstandigheden en over de inspectie, dat zij zegt: "Ja, natuurlijk, werkgevers en werknemers moeten om tafel. Maar ik ben ook bereid om een actieve staatssecretaris te zijn, die met de supermarkten gaat spreken en precies wil weten wat er aan de hand is." En als het echt fout zit, als die medewerkers niet thuis kunnen komen bij hun werkgever, is de staatssecretaris dan bereid om alsnog wel dat gesprek aan te gaan en om vervolgens, als blijkt dat het echt zo is, de inspectie in te zetten voor een onafhankelijk onderzoek? Want die middelen hebben we hier in Den Haag wel. Als we zien dat de cao wordt overtreden, dan kan de inspectie een onafhankelijk onderzoek doen. Gezien de situatie en de toekomst van al die jonge mensen lijkt me dat echt gerechtvaardigd.
Staatssecretaris Van Ark:
Ik hou ook heel erg van een actieve houding. Die heb ik dan ook graag. Ik heb ook zeker een aantal suggesties voor wat er gedaan kan worden, zowel door de inspectie als door de partners om wie het hier gaat. Volgens de afspraken die we met elkaar hebben gemaakt, zijn de sociale partners de eerst aangewezen partners om om tafel te gaan. Ik neem aan dat zij elkaar op basis van deze signalen ook gaan opzoeken. Dan zouden zij met elkaar kunnen afspreken dat ze gaan kijken bij branches die een eigen nalevingsinstantie hebben. Dat is op sommige plekken namelijk het geval, bijvoorbeeld in de uitzendbranche en in de bouw. De Inspectie SZW kan bij ge-avv'de cao's inderdaad ook inspecteren. Als er bij die 1.000 meldingen ook uitspraken of meldingen zitten over de ge-avv'de cao van de supermarkt, dan ga ik ervan uit dat die meldingen ook zullen komen. Dan is de inspectie inderdaad in de positie om aan de slag te gaan. Op het moment dat ik deze vraag ging voorbereiden, hadden we daarvan nog geen melding ontvangen. Maar het is misschien ook nog wel belangrijk om te onderstrepen wat jongeren zelf kunnen doen. Ik heb in aanloop naar deze vraag gegoogeld op "vakantiebaan" en "weten wat je rechten zijn". Er zijn gelukkig heel veel websites, variërend van FNV Jong tot allerlei tienertijdschriften, die jongeren op die rechten wijzen. Ik denk dat het ook heel erg belangrijk is dat je weet waar je staat als je bij die werkgever aanklopt voor een baan.
De heer Gijs van Dijk (PvdA):
Ik ben blij met jonge mensen zoals Jesse. Nu blijkt uit de meldingen die nu binnenkomen via #BOOS en FNV Jong dat er veel meer jonge mensen zijn die ondanks hun onzekere situatie durven op te staan en te zeggen: ik strijd voor mijn recht; ik heb een cao en ik heb rechten, en ik ga ervoor staan. Ik verwacht dat ook van het kabinet, dat zich, net als de Partij van de Arbeid en vele andere partijen hier, zorgen maakt over de toekomst van jonge mensen, omdat zij vaak in onzekere situaties zitten. Ik zou er dus mee willen eindigen dat ik de strijd die Jesse en zijn collega's voeren wil onderstrepen, en dat het wat ons betreft hiermee nog niet klaar is.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel.
Mevrouw Van Brenk (50PLUS):
Ik vind dit onderwerp ook belangrijk, omdat ik recent heb meegelopen bij een inspecteur van SZW, die het ook had over fraude en dergelijke. We zien hier toch dat een aantal grootgrutters heel veel geld in hun zak houden ten koste van een jongere groep. Dat zouden we niet moeten willen, want je moet gelijk loon krijgen voor gelijk werk. De vraag is dus toch: kan de staatssecretaris nog een tandje extra bijzetten als zij te horen krijgt over welke grootgrutter het gaat?
Staatssecretaris Van Ark:
Ik kan in algemene zin wel aangeven dat je, als je af wilt wijken van een branche-cao, dat alleen maar kunt doen met dispensatie van de sociale partners. Dan zou ik dus wat meer in de casus moeten duiken. We hebben hier veel discussies gehad over gezond en veilig werk, eerlijk werk — daar valt het verhaal van vandaag onder — maar zeker ook bijvoorbeeld psychosociale arbeidsomstandigheden. Ik vind het ook van belang dat we de tijd nemen bij het bespreken van dat bredere kader van de inzet van de inspectie. Dat gaan we in het derde kwartaal van dit jaar doen. We gaan daar een integrale afweging op maken, want deze prioriteiten strijden met elkaar om voorrang — terecht, denk ik als we ook dit verhaal weer horen. Maar het is ook goed om te kijken welke verantwoordelijkheid verschillende partners daarin kunnen dragen.
De voorzitter:
Dank u wel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20172018-89-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.