9 VSO Informele Energieraad d.d. 19 april 2018

Aan de orde is het VSO Informele Energieraad d.d. 19 april 2018.

De voorzitter:

Goedenavond. Aan de orde is het VSO Informele Energieraad. Er hebben zich twee sprekers aangemeld. Iedereen heeft twee minuten spreektijd. Ik geef allereerst het woord aan de heer Van der Lee. Ik wil natuurlijk ook de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom heten. Gaat uw gang, meneer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst weer een compliment aan de minister. Vorige keer dat we over dit onderwerp spraken, is er een motie aangenomen waarin het kabinet werd verzocht om zich niet langer te verzetten tegen de doelen die Europees worden afgesproken voor energiebesparing en het aandeel hernieuwbare energie. Daar heeft hij een brief over geschreven. Daar ben ik heel content over. Hij wil nog wat onderzoek doen. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat onderzoek zal uitwijzen dat het geen probleem zal zijn voor het bereiken van de CO2-reductie die we allemaal beogen. Ik ben blij met de lijn, dus: complimenten daarvoor.

Ik heb op één ander punt een motie. Die ga ik even voorlezen. Die spreekt eigenlijk voor zich.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat energiecoöperaties van groot belang zijn voor het slagen van de energietransitie, mede omdat zij het draagvlak voor die transitie versterken;

overwegende dat er tussen de lidstaten verschillen bestaan in zowel de mate waarin energiecoöperaties gedijen als de mate waarin zij geholpen worden om juridische of praktische obstakels te overwinnen;

overwegende dat het bij het verder internationaliseren van netwerken ook dienstig is een gelijk speelveld voor energiecoöperaties te bevorderen;

verzoekt de regering zich niet te verzetten tegen het aangenomen harmonisatievoorstel van het Europees Parlement om elke lidstaat een analyse te laten verrichten naar de barrières die bestaan voor energiecoöperaties en een "enabling framework" te laten opstellen om energiecoöperaties te stimuleren en te faciliteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee, Agnes Mulder en Jetten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 695 (21501-33).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

En vergeef mij het gebruik van de Engelse term in de motie, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. Het probleem is nu dat ik min of meer dezelfde motie heb als de heer Van der Lee. Ik zal haar voorlezen. Misschien kunnen we daarna even kijken of we ze kunnen samenvoegen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat we zo snel mogelijk van het gas af willen en moeten;

overwegende dat het, gezien de noodzaak van de energietransitie, van belang is dat meer energie lokaal en in coöperatieverband wordt opgewekt;

verzoekt de regering er ook in Europees verband voor te pleiten mensen die eigen duurzame energie opwekken meer rechten te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 696 (21501-33).

Mevrouw Beckerman (SP):

Mijn tweede motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Energie-unie zich steeds meer lijkt bezig te houden met specifieke uitwerking van energiebeleid;

van mening dat energiebeleid bij uitstek de bevoegdheid van nationale overheden is;

verzoekt de regering om een gedetailleerde uitwerking van energiebeleid, zoals bemetering en facturering, niet binnen Europese kaders te regelen maar uitsluitend een bevoegdheid van lidstaten te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 697 (21501-33).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel. Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wacht ik heel even totdat de moties allemaal terecht zijn gekomen bij de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik zie dat de minister klaar is om een reactie te geven op de ingediende moties.

Minister Wiebes:

Voorzitter. De motie-Van der Lee c.s. op stuk nr. 695 verzoekt de regering zich niet te verzetten tegen het voorstel van het EP. Ik wil deze motie aan het oordeel van de Kamer overlaten. Ik ben zojuist begonnen met mij daar niet langer tegen te verzetten en ik ben overgegaan tot de orde van de dag.

Dan de motie-Beckerman op stuk nr. 696 die de regering verzoekt om er ook in Europees verband voor te pleiten om mensen die eigen duurzame energie opwekken, meer rechten te geven. Ik ga het even preciezer zeggen. Meer rechten dan nu: ja. Meer rechten dan anderen: nee. Meer rechten dan in de Raadspositie al was opgenomen: ook nee. Maar als ik mag zeggen "meer dan nu", dan geef ik ook deze motie oordeel Kamer.

In de motie-Beckerman op stuk nr. 697 wordt de regering verzocht, gedetailleerde uitwerking van energiebeleid niet binnen Europese kaders te regelen, maar uitsluitend een bevoegdheid van lidstaten te laten zijn. Hier zit ik een beetje op de wip. Ik ben het eigenlijk met mevrouw Beckerman eens dat we kritisch moeten blijven bekijken wat nationaal kan en wat Europees moet. Maar ten principale, en dat is wel de keerzijde: energiebeleid heeft gewoon een Europese dimensie. Daar hebben wij baat bij. Daar hebben wij heel veel baat bij. Juist in Europa moeten wij de winst halen. Dat wordt alleen maar meer waar het gaat om de verduurzaming. Dat is niet specifiek metering en facturering, maar er staat weer "bijvoorbeeld". Ik moet even ten principale zeggen, omdat wij ons echt inspannen voor de Energie-unie, dat ik deze motie ontraad. Daarbij kies ik er dus voor om niet naar de letter te lezen, want metering en facturering is niet het belangrijkste en een gedetailleerde uitwerking zouden we ook niet van Europa verlangen. Maar omdat ik toch meer hang naar de Europese insteek van de Energie-unie ontraad ik deze motie. Daarbij begin en eindig ik overigens met de oproep dat subsidiariteit belangrijk is. Dat ben ik met mevrouw Beckerman geheel eens.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is nog een interruptie van mevrouw Mulder.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Die is eigenlijk niet aan het adres van de minister gericht. Ik wil graag duidelijkheid krijgen van de SP-fractie. Wat gaat mevrouw Beckerman met haar eerste motie doen en interpreteert zij die op dezelfde wijze als de minister dat doet?

De voorzitter:

Misschien kan mevrouw Beckerman daar nog even op reageren?

Mevrouw Beckerman (SP):

Ja, ik heb dezelfde interpretatie als de minister.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Yeşilgöz ook nog iets wil vragen. Ga uw gang.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Het luistert nogal nauw. Dan zou ik een aangepaste motie wel heel erg waarderen. Dan weten we ook precies waar we voor of tegen stemmen.

De voorzitter:

Dat is strikt niet nodig als de minister een interpretatie geeft. Maar het is aan mevrouw Beckerman om de motie eventueel aan te passen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat wil ik zeker wel overwegen. Ik denk eigenlijk ook na over de vraag of ik de motie eventueel kan aanhouden. Ik moet daar echter even over nadenken. De motie lijkt heel erg op de motie-Van der Lee c.s. op stuk nr. 695. Ik ga er dus nog heel even over nadenken, maar ik ben zeker bereid om de motie aan te passen.

De voorzitter:

Prima, dat mag. Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties wordt volgende week dinsdag gestemd. Ik wil de minister en deze Kamerleden bedanken en schors de vergadering voor een enkel moment. We beginnen straks met een dertigledendebat en ik wacht even tot de andere Kamerleden binnen zijn.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven