7 Omgevingsrecht

Aan de orde is het VAO Omgevingsrecht (AO d.d. 28/03).

De voorzitter:

Aan de orde is een VAO Omgevingsrecht. Ik zou graag het woord willen geven aan de heer Ronnes van het CDA.

De heer Ronnes (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb in navolging van waarover we hebben gedebatteerd in het AO Omgevingsrecht twee moties. De inhoud spreekt voor zich; vandaar dat ik meteen de moties voorlees.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) niet effectief ruimte biedt om de bestaande kassengebieden op projectmatige wijze te herstructureren en te herverkavelen;

constaterende dat de herverkaveling van glastuinbouwgebieden effectiever en sneller gerealiseerd kan worden indien een wijziging daartoe van de Wilg onderdeel zou zijn van de Crisis- en herstelwet;

verzoekt de regering te onderzoeken of de Wilg spoedig geplaatst kan worden onder de Crisis- en herstelwet, waarbij het toepassingsbereik wordt uitgebreid met glastuinbouwgebieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ronnes en Laan-Geselschap. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 104 (33118).

De heer Ronnes (CDA):

Dan een motie die gaat over de procesgang om te komen tot een volledige Omgevingswet en alles wat daarbij hoort.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het wenselijk is dat de Kamer tijdig alle wetgevingsproducten ten aanzien van de Omgevingswet op hun effectiviteit kan beoordelen;

verzoekt de regering de invoeringswet voor de Omgevingswet als sluitstuk van het wetgevingstraject aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ronnes en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 105 (33118).

Meneer Ronnes, u was daarmee aan het einde gekomen van uw inbreng?

De heer Ronnes (CDA):

Ja. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Dan gaan wij nu naar de heer Nijboer.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Ik heb niet deelgenomen aan het AO. Ik was dus ook niet van plan om moties in te dienen, maar ik ben om een collegiale boodschap gestuurd door mevrouw Van Tongeren. Ik sta natuurlijk volledig achter de motie die ik mede namens haar ga indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat mijnbouw een grote impact kan hebben in een groot gebied en over een lange periode;

verzoekt de regering om inzicht te geven in de processtappen en ervoor te zorgen dat provincies, gemeenten, waterschappen en omwonenden voldoende geïnformeerd en betrokken zijn bij het vergunnen van geplande mijnbouwactiviteiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 106 (33118).

De heer Nijboer (PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Nijboer.

Kan de minister direct overgaan tot de beantwoording? Nee. Dan schors ik voor een aantal minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Ollongren:

Dank u wel, voorzitter. Ik moest even goed kijken, want het gaat wel over precieze nuances in de moties. Ik wil ze goed beoordelen.

De eerste motie van de heer Ronnes gaat over een onderwerp dat ook in het AO door hem aan de orde is gesteld. Ook naar aanleiding van het AO heb ik contact opgenomen met mijn collega van LNV. Er is tussen de departementen overleg gestart, juist rond deze problematiek. Het is een motie waarin de heer Ronnes cum suis de regering vraagt om iets te onderzoeken rondom deze wet. Eigenlijk blijkt uit de gesprekken al dat die bereidheid er is. Om die reden laat ik het oordeel over de motie graag aan de Kamer.

Dan de tweede motie, ook van de heer Ronnes, samen met mevrouw Van Tongeren. Die is wel ingewikkeld. Waar de indieners naar op zoek zijn, is denk ik een soort "go/no go"-moment. Ik zou de heer Ronnes kunnen suggereren om de motie even aan te houden om mij op zoek te laten gaan naar precies dat: het moment waarop de Kamer inderdaad kan zeggen of we doorgaan of niet. Het is de bedoeling om voor de zomer de zogenaamde invoeringswet bij uw Kamer te hebben. Ik zou die vergezeld kunnen laten gaan van een uitleg hierover. In dat geval zou deze omkering niet nodig zijn. Dus mijn eerste suggestie zou zijn om de motie aan te houden. Dan kom ik met een nadere uitleg waarin ik probeer tegemoet te komen aan wat ik denk dat de heer Ronnes wil in dit traject.

De heer Ronnes (CDA):

Ik wil graag tegemoetkomen aan het verzoek van de minister. Ik zal de motie aanhouden. Het is voor mij, voor ons als CDA vooral de bedoeling dat de invoeringswet echt een sluitstuk is van het proces van de Omgevingswet, zodat we zelfs in de wet nog dingen kunnen bijstellen. Dat is de doelstelling van deze motie. Ik ben dus graag bereid om die uitleg van de minister nog even af te wachten.

Minister Ollongren:

Dat stel ik zeer op prijs.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Ronnes stel ik voor zijn motie (33118, nr. 105) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Ollongren:

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan de derde motie.

Minister Ollongren:

De derde motie, ingediend door de heer Nijboer, gaat over een onderwerp dat mevrouw Van Tongeren in het AO inderdaad ook naar voren heeft gebracht. Ik heb daarover al een brief toegezegd aan de Kamer. Die brief zal ingaan op de vragen die daar gesteld waren. Die brief kan ook ingaan op wat hier in de motie wordt gevraagd, namelijk of alle betrokkenen wel voldoende geïnformeerd zijn over hoe de mijnbouwactiviteiten vergunnen, onder welke wet ze vallen en wie daarvoor verantwoordelijk is. Dus dat komt in mijn brief. Maar goed, er wordt nu een motie over ingediend. Aangezien ik in de brief daar toch op in wil gaan, zou ik het oordeel aan de Kamer kunnen laten.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel aan de minister en aan de leden. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO Omgevingsrecht.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over deze moties wordt aanstaande dinsdag gestemd.

De vergadering wordt van 15.12 uur tot 15.30 uur geschorst.

Naar boven