3 Vragenuur: Vragen Van Weerdenburg

Vragen van het lid Van Weerdenburg aan de minister van Buitenlandse Zaken, bij afwezigheid van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, over het bericht dat het kabinet versneld financiële hulp aan de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) geeft.

De voorzitter:

We gaan naar de tweede vraag. Deze is van mevrouw Van Weerdenburg namens de PVV. Zij stelt deze aan de minister van Buitenlandse Zaken, die vandaag de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking vervangt. Het woord is aan mevrouw Van Weerdenburg.

Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):

Voorzitter. Afgelopen donderdagmiddag werden wij overvallen door het bericht dat de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking versneld financiële hulp geeft aan VN-organisatie UNRWA. Zo stelt zij de volledige jaarbijdrage van 13 miljoen euro per direct beschikbaar. Het is heel jammer dat de minister voor BuHa-OS hier vandaag niet zelf aanwezig is om tekst en uitleg te geven, zeker in het licht van haar persoonlijke betrokkenheid bij deze organisatie.

De UNRWA is een slecht functionerende VN-organisatie die zich schuldig maakt aan haatzaaien en antisemitisme. UNRWA-scholen worden gebruikt als wapenopslagplaats en om smokkeltunnels van terroristen te verhullen. Palestijnse kinderen worden er geïndoctrineerd met Jodenhaat. Dat is te gek voor woorden. In plaats van alle hulp te staken aan deze verderfelijke praktijken gaat Nederland nu juist extra snel belastinggeld overmaken. Het besluit van dit kabinet komt amper twee dagen nadat de Verenigde Staten lieten weten hun bijdrage aan de UNRWA juist met de helft, 65 miljoen, te verlagen. De Amerikanen hopen met dit pressiemiddel de UNRWA tot de broodnodige hervormingen te dwingen. Nederland saboteert nu die strategie. Mijn fractie heeft daarover de volgende vragen.

Wat vindt dit kabinet van het functioneren van de UNRWA? Is hervorming in de ogen van dit kabinet nodig? Is dit kabinet voornemens om behalve de jaarbijdrage van 13 miljoen extra financiële middelen beschikbaar te stellen aan de UNRWA? Hoe gaat de minister dit besluit uitleggen aan de Amerikaanse overheid? Is zij bereid om het besluit terug te draaien als blijkt dat de relatie tussen Nederland en de VS hierdoor negatief beïnvloed wordt? Aan welke andere organisaties die worden getroffen door een Amerikaanse budgetkorting, gaat Nederland nog meer extra of versnelde hulp bieden?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Zijlstra:

Dank u, voorzitter. Misschien is het wel goed, als ik het zo hoor, dat ík hier sta in plaats van mijn collega. Nu kan ik eens heel helder aangeven dat ik denk dat het verstandig is om eens op te houden met het leggen van de persoonlijke link tussen de echtgenoot van mijn collega en inhoudelijke zaken. Leden van het kabinet zitten hier namens de Kroon. Ze doen hun werk namens de Kroon en dienen beoordeeld te worden op hun politieke werk hier. Dit soort suggesties doen, zo zou ik bijna als persoonlijk feit namens iemand anders willen zeggen, is niet de wijze waarop we hier politiek moeten bedrijven. Dat werp ik verre van mij. Ik vind het goed dat ík dat kan uitspreken en dat mijn collega dat niet zelf hoeft te doen. Persoonlijke betrokkenheid van bewindspersonen is goed, en soms kennen ze de zaken dan ook goed.

Ik kom op de beschrijving van de UNRWA. Dat is, zo zeg ik voor de mensen die meekijken, de organisatie die verantwoordelijk is voor de opvang van Palestijnse vluchtelingen in en rond Israël. Dit is het beeld dat wordt geschetst: slecht functionerend, haatzaaiend, tunnels.

Voorzitter. Laten we het debat hier voeren op basis van de feiten. Er zijn tunnels aangetroffen onder twee door de UNRWA gefinancierde scholen in Gaza. Dat nieuws is overigens naar buiten gebracht door de UNRWA zelf. Zij hebben dat ontdekt, zij hebben de tunnels gesloten en zij hebben overigens ook twee Palestijnse functionarissen waarvan werd vastgesteld dat zij voor Hamas werkten, onmiddellijk ontslagen.

Bij haatzaaien gaat het vaak over schoolboeken. Dat is een heel oude discussie. Schoolboeken zijn aangepast, volgens VN-richtlijnen vormgegeven. Waar ze dat niet zijn, worden ze vervangen. Klachten daarover, bijvoorbeeld van de Israëlische overheid, worden altijd in behandeling genomen en leiden daar waar nodig ook tot aanpassing. Laten we dat ook vaststellen.

Ik kom op het oordeel "'slecht functionerend"'. De UNRWA is de afgelopen jaren veel gecontroleerd. Er zijn in het verleden wel situaties geweest dat het niet geweldig functioneerde. Het is inmiddels een jaarlijkse audit. Er is een scorecard waarop elk jaar wordt aangegeven hoe het functioneert. Onlangs is weer vastgesteld dat het financiële beleid degelijk is. Twee keer per jaar komt er een ad-hoccommissie bij elkaar — Nederland zit daar overigens ook in — die het beleid van de UNRWA beoordeelt. Ook daarin is vastgesteld dat het beleid goed is.

Is hervorming nodig? Nee. En waarom zijn de extra middelen eerder uitgekeerd? Ten eerste is het geen extra geld. Laten we dat even vaststellen. Via het budgetrecht heeft de Kamer afgelopen najaar goedkeuring gegeven om het bedrag van 13 miljoen uit de begroting uit te geven. Het moment van uitbetalen staat niet in de begroting. Dat is naar voren gehaald, maar er is niet op een andere wijze meer geld uitgetrokken. We hebben als Europa en als Nederland, zo zeg ik ook namens mijn collega, ook wel enig belang hierbij. Het gaat hier om onderwijs aan zo'n 525.000 jongens en meisjes, dat stopt als het geld op is. Het gaat om gezondheidszorg aan zo'n 3 miljoen Palestijnse vluchtelingen, dat stopt als het geld op is. Het gaat om voedselzekerheid van zo'n 60% van bijvoorbeeld de bevolking in Gaza, dat stopt als het geld op is. Als het geld op is, krijgen we de situatie waarin mensen misschien, net als in 2015 in Turkije gebeurde, besluiten om op de loop te gaan. De kans is vrij groot dat ze dan deze kant op komen. Ik zou dus ook richting de PVV-fractie willen aangeven dat er ook enig eigenbelang speelt in het goed functioneren van de UNRWA. Daarom zitten we erbovenop. We moeten voorkomen dat we internationaal een situatie creëren waardoor deze mensen op de loop gaan en mogelijkerwijs hiernaartoe gaan migreren.

Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):

Eerst even het volgende. Ik ben blij dat de minister zelf al even sprak over de man van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ik doelde eigenlijk op het werkverleden van de minister voor BuHa-OS, maar ik dank de minister voor deze aanvulling. Vervolgens hoorde ik weer een heleboel angsthazerij: we moeten ze helpen, want anders komen ze deze kant op en het geld is acuut op. Dit voorspelt niet veel goeds, zo zeg ik de minister. Er is nu per direct 13 miljoen beschikbaar gesteld. Ik wil graag de toezegging van de minister dat er dit jaar, 2018, geen cent Nederlands belastinggeld extra meer naar de UNRWA gaat.

Minister Zijlstra:

Die toezegging ga ik niet doen, want in de afgelopen jaren hebben wij in het kader van humanitaire hulp op latere momenten wel degelijk extra geld uitgegeven aan de UNRWA. Dat zou ook nu kunnen gebeuren. Ik weet het alleen niet, dus ik kan niet toezeggen dat het niet gebeurt en ik kan niet toezeggen dat het wel gebeurt. De afgelopen jaren was het humanitaire hulp. Als het zou gebeuren, zou mijn dringende verzoek aan uw Kamer zijn om humanitaire hulp niet te gaan politiseren. Als het humanitaire hulp is, is het humanitaire hulp. Die is zonder aanziens des persoons en des groeps, en dan kan het gebeuren. Ik kan u wel meegeven dat er geen voornemen is om onze jaarlijkse bijdrage, die is vastgesteld op 13 miljoen, te gaan verhogen. Die toezegging kan ik u wel doen. Maar voor humanitaire hulp is de afgelopen jaren extra geld ingezet en het is niet uit te sluiten dat dat dit jaar ook gebeurt.

Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):

Ik zou graag nog een reactie willen op de vragen die ik in eerste termijn stelde over de relatie tussen de Amerikaanse overheid en Nederland, als u zo opzichtig door de strategie fietst.

Afsluitend vind ik het te gek voor woorden dat zo'n VN-organisatie nog niet is opgedoekt en zelfs nog financieel gesteund wordt door westerse landen en Nederland, en dat het kabinet direct geld overmaakt naar de Jodenhaters van de UNRWA. Tegelijkertijd mogen de burgers in Groningen jarenlang wachten op een schadevergoeding. Het is een gotspe.

De voorzitter:

Een korte reactie, minister.

Minister Zijlstra:

Die van Groningen zag ik even niet aankomen. Dat is een heel rare koppeling. Het zou de PVV-fractie sieren als ze zou kijken naar feiten en niet praat over "'een Jodenhaatzaaiende organisatie als UNRWA"'. Laten we kijken naar de feiten: dat is niet het geval. En dan moeten we dit soort taal ook proberen te vermijden.

Wat betreft de relatie met de VS hebben wij geen enkele indruk dat de VS ontevreden zijn over dit besluit. Sterker nog, wij hebben eerder de indruk dat ze wel blij zijn dat de hulp via UNRWA niet onmiddellijk tot stilstand komt, want dat zou ook voor Israël een vrij groot probleem met zich meebrengen. Dat ware te voorkomen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik naar de heer Van der Staaij van de SGP.

De heer Van der Staaij (SGP):

Minister Zijlstra zegt hier dat fracties humanitaire hulp niet moeten politiseren. Maar wat hij zelf doet, is puur politieke acties humaniseren. Het is toch duidelijk dat dit echt is ingegeven als reactie op Trump en als: wat minister Ploumen kon, kan deze nieuwe minister ook? Even een daad stellen dus. Het is toch buitengewoon ongelukkig en misplaatst om hiermee door te gaan ondanks de inspanningen van de Amerikaanse overheid en van anderen die ongelukkig zijn met het kunstmatig in stand houden van de vluchtelingenproblematiek? Is het kabinet bereid om die politieke actie terug te draaien?

Minister Zijlstra:

Eerst misschien een vraag, hoewel dat ongebruikelijk is. Wat bedoelt de heer Van der Staaij met "'kunstmatig in stand houden"'?

De voorzitter:

U mag het toelichten, meneer Van der Staaij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Daar bedoel ik mee dat er, in afwijking van alle gangbare vluchtelingendefinities die de UNHCR hanteert, definities worden gekozen waardoor ook kleinkinderen en achterkleinkinderen nog als vluchtelingen worden gerekend. In de tweede plaats heb ik die kampen, die woonwijken ook bezocht in bijvoorbeeld Libanon. In plaats van toe te werken naar integratie na verloop van tijd in een ander land ...

De voorzitter:

Een korte toelichting.

De heer Van der Staaij (SGP):

... wordt zo'n kamp of woonwijk in stand gehouden als vluchtelingenkamp. Dat bedoel ik.

Minister Zijlstra:

Dan is het helder. Ik kom zo op het VS-besluit en de politiek. Eerst even over dit stukje. Bij de UNHCR is het precies exact hetzelfde. Kinderen van vluchtelingen, geboren in vluchtelingenkampen, worden als vluchtelingen geregistreerd. Dat blijft zo en dat is ook hier het geval. Met dat "'kunstmatig"' moeten we denk ik even voorzichtig zijn. Ik denk dat we ons ook moeten realiseren, zo zeg ik in alle eerlijkheid, dat het vluchtelingenprobleem een van de zaken is die moeten worden opgelost in de finale onderhandeling en in een finale overeenkomst in het kader van het Midden-Oosten Vredesproces tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit. De Palestijnen willen recht op terugkeer en Israël wil dat niet. Daar moet in onderlinge onderhandelingen een oplossing voor komen. Deze mensen op zo'n manier proberen de vluchtelingenstatus te ontnemen, is ook weer ingrijpen op de tweestatenoplossing. Het beleid van het Nederlandse kabinet is heel helder: wij gaan voor de tweestatenoplossing en proberen tot onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen te komen, en daarmee ook te zorgen voor een oplossing van dit probleem. Daarom moeten we erg oppassen dat er, net als bij het besluit over Jeruzalem, niet eenzijdig stappen worden gezet die naar de mening van dit kabinet eenzijdig ingrijpen op het vredesproces en op de tweestatenoplossing. Onze inschatting is dat dit de oplossing niet dichterbij brengt.

Dan het besluit van de VS. Ik heb net in antwoord op de PVV al aangegeven dat wij dit soort besluiten niet nemen als tegenreactie op een besluit van welke regering dan ook. Wij kijken wat dit voor de UNRWA betekent. Ik gaf net al aan dat het gaat om onderwijs aan 525.000 kinderen, gezondheidszorg voor meer dan 3 miljoen mensen en voedselzekerheid voor miljoenen mensen. Dat zijn ook voor Nederland en Europa potentiële gevolgen, die wij niet voor onze rekening willen hebben. Daarom proberen we die problemen te voorkomen. Overigens is het slechte nieuws dat er een gat in de begroting zit. Dat zal opgelost moeten worden. Dat gaan wij niet zomaar voor onze rekening nemen, dus dat probleem komt er op een gegeven moment wel aan. De tijd om voor een oplossing te zorgen door andere donoren te zoeken, willen we de UNRWA geven, zodat we dat probleem hier in Europa niet gaan krijgen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De minister zegt net dat er geen relatie is tussen het halveren van de steun van de Amerikanen aan UNRWA en het Nederlandse besluit. Ik heb in de verklaring juist wel gelezen dat de minister heeft aangeven dat Nederland in dat gat is gesprongen, juist omdat het daar viel. Er zijn andere landen die amper geld geven aan UNRWA. Ik noem bijvoorbeeld Koeweit, Turkije en Qatar. Mijn vraag is of dit kabinet als het gaat om hulpgeld nu meerdere gaten gaat opvullen die de Amerikanen laten vallen. We hebben het al eerder een keer gezien. Wordt dit beleid?

De voorzitter:

Een kort antwoord, minister.

Minister Zijlstra:

Ik heb het misschien verkeerd gezegd, maar we nemen dit besluit niet omdat de Amerikanen het andere besluit hebben genomen. Wij zeggen niet: de Amerikanen hebben dit besluit genomen dus daar gaan wij iets tegenin doen. Wij nemen dit besluit eigenstandig. Het is wel een gevolg van het Amerikaanse besluit — daar is geen twijfel over — waardoor er een financieringsprobleem ontstaat bij UNRWA. Dat financieringsprobleem zal moeten worden opgelost, anders gaan de gevolgen optreden die ik net schetste. Daarmee geven wij de VN de tijd om andere landen — u noemde een paar potentiële kandidaten — aan te zetten tot het opschroeven van hun financieringsdeel. Europa is namelijk niet van plan om dit gat voor zijn rekening te nemen.

De voorzitter:

Ik geef nu het woord aan de heer Bouali; niet meer aan u, meneer Voordewind.

Minister Zijlstra:

Ik begrijp dat de heer Voordewind iets wil weten over precedenten. Geen precedenten.

De voorzitter:

Dan nu de heer Bouali namens D66.

De heer Bouali (D66):

D66 vindt de UNRWA-beslissing van het kabinet een heel verstandige. We helpen Palestijnse vluchtelingen op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en voedselzekerheid; de minister stipte het al aan. Het is goed om te zien dat we dat samen met een aantal EU-landen doen. Mijn vraag aan de minister is hoe het kabinet de verdere rol van de Europese Unie ziet als het aankomt op vrede in de regio die recht doet aan zowel de Palestijnen als de Israëliërs.

Minister Zijlstra:

We hebben gisteren een RBZ-Raad gehad in Brussel, waarbij ook president Abbas aanwezig was. Wil Europa een rol spelen, dan zal Europa eensgezind moeten zijn. Dat lukt niet altijd op dit dossier; to put it mildly. Mijn overtuiging en de overtuiging van dit kabinet is dat een vredesproces zonder de Amerikanen kansloos is. Je ziet dat de Palestijnen en de Israëli's voor het vredesproces nu meer een rol zien voor het Kwartet, inclusief de Amerikanen. Maar dat er groot wantrouwen is bij de Palestijnen tegenover de Amerikanen als alleenstaande bemiddelaar, is duidelijk. Europa kan daarbij helpen door aan dit proces deel te nemen en er een zekere balans in te krijgen. Daarbij moeten we heel erg oppassen, zoals ik gisteren in de RBZ-Raad helder heb aangegeven, ...

De voorzitter:

Ik moet even ingrijpen, want de vraag ging over de financiële hulp aan de VN-organisatie en nu gaat het over vredesbesprekingen. Ik weet dat dit ook belangrijk is.

Minister Zijlstra:

Dat was de vraag.

De voorzitter:

Ook bij die vraag moet het concreet zijn en beperkt tot het onderwerp.

De heer Bouali (D66):

Mevrouw de voorzitter, de vraag was heel concreet over de verdere rol van de Europese Unie.

Minister Zijlstra:

Dan zet ik heel snel een punt, voorzitter.

De voorzitter:

Volgens mij komen we daar uitgebreid over te spreken.

Minister Zijlstra:

Ik heb aangegeven, en dan zet ik een punt, ...

De voorzitter:

Ja.

Minister Zijlstra:

Wat we moeten voorkomen, is dat er een situatie ontstaat waarbij de Amerikanen partij kiezen voor Israël en Europa voor de Palestijnen. Nederland kiest geen partij. Wij willen zowel de Israëlische als de Palestijnse belangen goed in beeld houden.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Kuik, namens het CDA.

Mevrouw Kuik (CDA):

Dank u, voorzitter. Een vervolgvraag daarop. Wat doet Nederland, de minister, eraan om de Amerikanen wel weer aan boord te krijgen in deze Palestijnse kwestie? Hun betrokkenheid is wel van belang, qua financiën, maar ook diplomatiek.

Minister Zijlstra:

Voorzitter. Ten eerste door bij de Palestijnen continu te bepleiten dat zij moeten accepteren, wat zij nu ook doen, dat de Amerikanen onderdeel moeten blijven uitmaken van het vredesproces. Die stap is gelukt. Ten tweede richting onze Amerikaanse collega's aangeven: wat zijn nou jullie plannen? Eerlijk gezegd zit iedereen nu te wachten op het Amerikaanse vredesplan, waarvan veel rondgaat, maar niemand precies weet hoe het zit. Totdat dat er is, is het toch een beetje mistig en kunnen we niet echt vooruit.

De voorzitter:

Mevrouw Becker, namens de VVD.

Mevrouw Becker (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de minister voor zijn degelijke en onderbouwde antwoorden. Feit blijft wel dat UNRWA een vluchtelingenorganisatie is die per vluchteling onevenredig veel budget heeft en waarvan in het verleden ook bekend is geweest dat zij niet heel efficiënt en zorgvuldig met haar begroting omging. Ik hoop dat de minister begrijpt dat de VVD wel verbaasd was dat minister Kaag, naar het leek van de ene op de andere dag, 13 miljoen voor deze organisatie naar voren haalde. De minister zei dat er geen hervormingen nodig zijn. Hoe gaat het kabinet er nou voor zorgen dat UNRWA in de toekomst efficiënter en zorgvuldiger met Nederlands belastinggeld omgaat?

De voorzitter:

De minister.

Mevrouw Becker (VVD):

En zeker niet ongeclausuleerd opnieuw extra geld over gaat maken?

De voorzitter:

De minister.

Minister Zijlstra:

Ten eerste: het is geen extra geld. Het is het geld dat in de begroting is vastgesteld, dat eerder is uitbetaald, maar er is geen cent extra bij gekomen. Ten tweede: de zorgen die de VVD-fractie hier weergeeft, waren terecht, en die hebben ook in het verleden gespeeld. Dat is waardoor er nu jaarlijks een accountabilityrapport komt, waardoor de ad-hoccommissies erop gezet zijn en waarom de scorecard erop gezet is. Op dit moment presteert UNRWA echt voldoende. Daarnaast is een heel andere, politieke discussie of de bijdrage aan deze organisatie in verhouding tot andere vluchtelingenorganisaties te hoog, te laag of precies goed is.

De voorzitter:

Die discussie komt terug, ja.

Minister Zijlstra:

Dat is een andere discussie.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, namens de SP.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik vind het echt stuitend dat wanneer het kabinet besluit middelen die reeds zijn vrijgemaakt, versneld in te zetten voor Palestijnse kinderen die onderdrukt worden door een bezetter, omdat een of andere president van de Verenigde Staten meent te kunnen korten, sommige partijen hier doen alsof er meer geld naartoe gaat en alsof dat geld wordt besteed aan terroristen, of wat dan ook. Het gaat hier om kinderen.

De voorzitter:

En de vraag is, mevrouw Karabulut?

Mevrouw Karabulut (SP):

Mijn vraag aan de minister is: heeft de minister de Verenigde Staten aangesproken en aangedrongen op het niet korten op deze middelen en welke acties gaat de minister nog meer ondernemen om de nood van de Palestijnen te lenigen?

De voorzitter:

De minister.

Mevrouw Karabulut (SP):

En om zo snel mogelijk een einde te maken aan het hele verstopte vredesproces, waarvan je eigenlijk niet meer kunt spreken?

De voorzitter:

De minister.

Minister Zijlstra:

Voorzitter. Ik denk dat als ik de laatste vraag ga beantwoorden, de voorzitter boos gaat worden. Gezien het feit dat het één vraag is, is het antwoord op de eerste vraag: dat hebben we gedaan. We hebben er bij de Amerikaanse regering op aangedrongen om deze bevriezing — want het is nog niet stopgezet — ongedaan te maken, gezien de grote gevolgen die het zal hebben voor de Palestijnse vluchtelingen en in alle eerlijkheid: daarmee ook voor onszelf. We hebben in Turkije in 2015 gezien dat het net de trigger kan zijn waardoor mensen op de loop gaan en dat moeten we zien te voorkomen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven