9 Inwerkingtreding wijzigingsbesluit Luchthavenindelingbesluit Schiphol

Aan de orde is het VSO Inwerkingtreding wijzigingsbesluit Luchthavenindelingbesluit Schiphol (29665, nr. 248).

De voorzitter:

We gaan nu verder met het VSO Inwerkingtreding wijzigingsbesluit Luchthavenindelingsbesluit Schiphol, Kamerstuk 29665, nr. 248. Ik geef mevrouw Kröger als eerste spreker het woord namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. We maken ons als fractie zeer veel zorgen over de bestuurlijke afspraken rond Schiphol en over de mogelijkheden voor bewoners en gemeenten om bezwaar te maken tegen geluidsoverlast.

Wij dienen hierover de volgende twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met het bestuurlijk akkoord voor het LIB gemeenten hebben afgesproken geen verzoeken in te dienen of te steunen om routes te wijzigen of te verleggen;

constaterende dat het voor de hand ligt dat met de komende herindeling van het luchtruim ook routes van en naar Schiphol wijzigen en hierdoor mogelijk nieuwe overlastsituaties ontstaan, of gewijzigd zouden kunnen worden voor minder overlast;

verzoekt de regering om gemeenten expliciet de mogelijkheid te bieden om voor, met en namens hun inwoners te participeren in het proces rond de herindeling van het luchtruim en de toekomst van Schiphol,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Laçin en Van Raan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 251 (29665).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kettingbeding, met de verantwoordelijkheid van verkopers van woningen om kopers voldoende en deugdelijk te informeren over bestaande en toekomstige geluidsoverlast van Schiphol, een bestuurlijk en juridisch ongebruikelijke afspraak is;

verzoekt de regering om onafhankelijk bestuurlijk en juridisch advies over de juridische positie van omwonenden in te winnen, van bijvoorbeeld de Ombudsman, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Laçin en Van Raan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 252 (29665).

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik zou mevrouw Kröger willen vragen wat er ongebruikelijk is aan een kettingbeding.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

In deze context is een kettingbeding ongebruikelijk omdat de nulmeting in dezen niet gedaan wordt en je dus tekent voor overlast waarvan je op het moment dat je het koopt niet weet hoe groot die is en hoe die zich gaat ontwikkelen. Het is wat ons betreft ongebruikelijk dat je mensen dus eigenlijk laat teken voor een openeindeconstructie.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Dan een andere vraag. Heeft u weleens een koopakte gezien waar een kettingbeding in staat? Zo ja, kunt u daar dan wat meer over vertellen? Volgens mij weet u namelijk niet goed wat het is.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik heb mij mede door de heer Dijkstra laten vertellen dat er sprake is van een kettingbeding als in een koopcontract wordt opgenomen dat je je bewust bent van overlast en dat je dat ook doorgeeft in een contract aan de volgende koper. Het probleem hier is dat geluidsoverlast op een onduidelijke manier wordt berekend — dat is natuurlijk in alle debatten rond Schiphol hét thema — en dat dit voor omwonenden heel moeilijk is om vast te stellen. Zij hebben last, maar wordt die last erger, hoe ontwikkelt zich dat en waar teken je dan eigenlijk voor? Dat is precies de kern. Als wij een glashard systeem zouden hebben om geluidsoverlast te meten, dan zou er wellicht sprake zijn van een andere situatie, want dan weet je waar je voor tekent.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik heb nog een vraag aan de minister.

De voorzitter:

Dat is goed. Gaat u verder.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Hoe hangen het LIB en deze afspraken nu samen met de adviesaanvraag omtrent wonen en vliegen die nog bij de ORS ligt? Daar is natuurlijk een adviesaanvraag gedaan over hoe zich dat verder zou kunnen gaan ontwikkelen, maar ondertussen liggen deze bestuurlijke afspraken er al. Die twee dingen staan volgens ons op gespannen voet met elkaar. Ik krijg graag een reactie daarop.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Remco Dijkstra geeft aan van zijn bijdrage af te zien. Dan geef ik het woord aan de heer Van Raan. Hij spreekt namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Onze mening over dit besluit komt naar voren in de volgende vier moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de wijziging van het Luchthavenindelingbesluit het mogelijk maakt om duizenden woningen bij te bouwen in de buitenste geluidszone;

constaterende dat ook de heer Hans Alders van mening is dat het "niet wijs" is om nieuwe woonwijken pal onder drukke vliegroutes aan te leggen;

spreekt uit dat het inzetten op groei van het aantal vliegbewegingen niet samen kan gaan met een groei van het aantal woningen in de regio Schiphol zonder dat dit ten koste gaat van de leefbaarheid, de gezondheid, het milieu en het welzijn van mensen en dieren in de omgeving,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 253 (29665).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse overheid een zorgplicht heeft richting haar inwoners;

van mening dat de locatie van een woning op geen enkele wijze afbreuk mag doen aan het recht op een veilige en gezonde leefomgeving;

verzoekt de regering bij de landsadvocaat advies in te winnen op de vraag hoe het besluit om extra woningen toe te staan binnen de buitenste geluidszone zich verhoudt tot de grondwettelijke zorgplicht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 254 (29665).

De heer Van Raan (PvdD):

Nog twee stuks.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de bestuurlijke afspraken op het gebied van de standaardbepaling in de overeenkomsten en het kettingbeding mogelijk inbreuk maken op de rechten van omwonenden;

verzoekt de regering de bestuurlijke afspraken op het gebied van het kettingbeding te laten vervallen en tevens in de toekomst niet meer toe te staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 255 (29665).

De heer Van Raan (PvdD):

De laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering in ieder geval geen langere levensduur toe te staan voor de standaardbepalingen en kettingbedingen die in de regio worden afgesloten dan tot de invoering van het heringedeelde luchtruim in 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 256 (29665).

Dank u wel.

De heer Van Raan (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan kijk ik naar de minister. Mij blijkt dat zij behoefte heeft aan een schorsing van vijf minuten.

De vergadering wordt van 14.46 uur tot 14.54 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Voorzitter. Het katheder staat niet helemaal op de juiste hoogte.

De voorzitter:

U heeft daar ook een knopje.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

O!

De voorzitter:

Kijk. Is het zo goed?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Nou, nu is het wel weer erg hoog.

De voorzitter:

Dit is Kreatief met Kurk.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dit is inderdaad een beetje Kreatief met Kurk, ja.

Voorzitter. Er zijn zes moties ingediend. Ik doe het maar op volgorde. De enige vraag was van mevrouw Kröger. Die beantwoord ik na haar twee moties.

Ik begin met het advies over de motie-Kröger c.s. op stuk nr. 251, waarin de regering wordt verzocht om gemeenten expliciet de mogelijkheid te bieden om voor, met en namens hun inwoners te participeren in het proces rondom herindeling van het luchtruim. De gedachte die daaruit spreekt, deel ik. We zijn druk bezig om te kijken hoe we het hele gebeuren rondom de ORS moeten gaan evalueren enzovoorts. We moeten nog met z'n allen kijken naar hoe we dat precies vorm moeten geven. Dat daar voor gemeenten een mogelijkheid in moet zitten, deel ik. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.

In de motie-Kröger c.s. op stuk nr. 252 wordt gevraagd om over het kettingbeding een onafhankelijk bestuurlijk en juridisch advies in te winnen. Ik moet dat toch ontraden omdat het kettingbeding iets is van de gemeenten. Wij zijn hier op zich geen partij in. Het enige wat ik mevrouw Kröger hier wel in kan bieden, is dat ik de wens over zou willen brengen aan die gemeenten. Maar ik heb hier geen zelfstandige bevoegdheid in, dus dit is het enige wat ik kan doen. De motie op zich moet ik ontraden. Nogmaals, het is gewoon iets van de gemeenten zelf. Maar ik ben bereid om uw wens over te brengen.

Dan de vraag die mevrouw ...

De voorzitter:

De heer Amhaouch had nog een vraag over de eerste motie.

De heer Amhaouch (CDA):

Ja. Ik ken het vraagstuk dat mevrouw Kröger aanhaalt over de positie van de gemeentes. We staan dadelijk voor de heel grote opgave van een herindeling van het luchtruim. Maar ik zie ook nog veel andere partijen, zoals bewonerscomités en de provincie. Moeten we er niet in zijn totaliteit naar gaan kijken wat de governancestructuur wordt waarin deze partijen allemaal een plek krijgen of niet?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dat ben ik volmondig met de heer Amhaouch eens. Deze motie vraagt specifiek om gemeenten de mogelijkheid te bieden om voor, met en namens hun inwoners te participeren. Dat moeten we in ieder geval mogelijk maken, vind ik. Maar ik ben het met u eens dat we eigenlijk moeten kijken naar het hele proces van het omgevingsmanagement en dat ook anderen daar een rol in moeten kunnen hebben. Ik ben het dus met u eens.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan kom ik op de beantwoording van de vraag die mevrouw Kröger nog heeft gesteld. Zij vroeg of het LIB eigenlijk samengaat met de adviesaanvraag omtrent wonen en vliegen die aan de ORS is gedaan. Dat gaat heel goed samen, want het LIB ziet op het nu, op wat er nu mogelijk is ten aanzien van het al dan niet bouwen. Het advies gaat juist over de langere termijn, over de vraag wat de luchtruimherindeling betekent voor bouwmogelijkheden in de toekomst. Het kan dus heel goed samengaan.

Ik zie dat daar nog een vervolgvraag op komt.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ja, daar komt wel een vervolgvraag op. Dit is wellicht ook een onderwerp dat bij het AO verder uitgediept dient te worden. Stel dat uit die adviesaanvraag naar voren komt dat wat er op dit moment in het LIB wordt voorgesteld, namelijk bouwen binnen de geluidscontouren waar dat oorspronkelijk eigenlijk niet de bedoeling was, geen goed idee is. Wat doet de minister dan met dat advies? Want het LIB is opeens al ingevoerd, wat ons betreft prematuur.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Nou, nee. We hebben ook met elkaar vastgesteld dat de herindeling van het luchtruim echt nog wel enige tijd gaat vergen. We hebben nu dus afspraken en helderheid nodig. Als de herindeling van het luchtruim inderdaad zou leiden tot wijzigingen, andere routes en wat er allemaal nog meer aan mogelijkheden is, dan zou dat uiteindelijk ook moeten leiden tot weer een nieuw besluit. Maar in de tussentijd hebben we deze helderheid wel nodig.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan kom ik bij de motie-Van Raan op stuk nr. 253. Alle overige moties zijn overigens ook van de heer Van Raan. Volgens deze motie zouden we moeten uitspreken dat het inzetten op groei van het aantal vliegbewegingen niet samengaat met een groei van het aantal woningen. Met het aannemen van deze motie zouden we eigenlijk vooruitlopen op de hele discussie die we nog met alle betrokkenen in het gebied gaan voeren. Deze motie vind ik op dit moment dus echt prematuur. Ik wil ook echt recht doen aan het ORS-advies en dat eerst afwachten. Deze motie moet ik dus ontraden.

Dan kom ik bij de motie-Van Raan/Kröger op stuk nr. 254, waarin wij verzocht worden om bij de landsadvocaat advies in te winnen over de vraag hoe het besluit om extra woningbouw toe te staan binnen de buitenste geluidszone zich verhoudt tot de grondwettelijke zorgplicht. Daarvan kan ik aangeven dat het niet helemaal uniek is, want het bestaat bijvoorbeeld ook al bij Rotterdam. Wat ons betreft is het dus ook overbodig om dit te doen. Ik ontraad deze motie.

Ook de motie-Van Raan/Kröger op stuk nr. 255 wil ik ontraden, omdat het, zoals ik hiervoor al heb gezegd, ook al functioneert in het Rotterdamse. Daar zijn geen problemen bij bekend. Ik ontraad deze motie dus.

Voor de motie-Van Raan/Kröger op stuk nr. 256 geldt eigenlijk weer hetzelfde. Ik zou ook nog een keer het volgende willen onderstrepen. Er wordt gesproken over een zwijgplicht. Dat is er absoluut niet aan de hand. Ik zou eerder willen zeggen dat dit kettingbeding een verzwijgverbod is, want het is er juist heel erg op gericht dat informatie wordt overgedragen en doorgegeven. Het is dus gericht op bescherming van mensen en ik zie het dus meer als een verzwijgverbod dan zoals u het formuleert. Dat maakt meteen dat ik deze motie wil ontraden.

Dat waren de moties, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit VSO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven