8 Scheepvaart

Aan de orde is het VAO Scheepvaart (AO d.d. 07/12).

De voorzitter:

Ik heet de minister van Infrastructuur en Waterstaat in vak-K van harte welkom en geef mevrouw Van Tongeren namens GroenLinks het woord.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat aan scheepsbrandstoffen soms ongewenste stoffen worden toegevoegd die bij verbranding schadelijk zijn voor mens en milieu;

verzoekt de regering om een lijst op te stellen met stoffen die wél in scheepsbrandstof mogen zitten, wat duidelijk en makkelijk te handhaven is, en verzoekt de regering het systeem van sancties en handhaving hierop te baseren en te intensiveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 177 (31409).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat mobiele telefoons voor gevaarlijke afleiding kunnen zorgen in het verkeer, zowel op de weg alsook op ons binnenwater;

verzoekt de regering om, samen met de betrokken sectoren (binnenvaartbranche, verzekeringsbranche, telecombranche en andere) te kijken hoe techniek ingezet kan worden om afleiding door mobiele telefoons onmogelijk te maken, en de Kamer hierover voor het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 178 (31409).

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Sienot namens D66.

De heer Sienot (D66):

Dank u wel. Voorzitter. Tijdens het AO Scheepvaart hoorden we dat ook de minister aan de slag wil met de green deal binnenvaart. Wij geven haar daarbij graag een steuntje in de rug, want bij het rondetafelgesprek met schippers, verladers en banken hoorden we kansrijke oplossingen van een sector die zelf ook wil verduurzamen. Een aantal oplossingen kwam vaak terug: "meten aan de pijp", zodat we weten wat de echte uitstoot is van schepen en niet de berekende; certificering, want daarmee kunnen we de verladers verleiden; en iets van een fonds om investeringen mogelijk te maken. Voor dat laatste bleek de minister ook naar het Utrechtse Energiefonds te kijken. Dat vond ik goed om te horen, want als voormalig raadslid in de Domstad weet ik dat dit fonds veel groene investeringen brengt; precies wat we willen bereiken met de green deal.

Daarom dien ik onderstaande motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de sector bij het rondetafelgesprek over verduurzaming van de binnenvaart een aantal kansrijke oplossingen opperde, namelijk "meten aan de pijp", milieucertificering van schepen en een duurzaam investeringsfonds;

overwegende dat "meten aan de pijp" een beter inzicht kan geven in de daadwerkelijke duurzame prestaties van schepen;

overwegende dat milieucertificering een handvat kan bieden aan verladers en investeerders om te investeren in verduurzaming van schepen;

verzoekt de regering deze opties te onderzoeken op haalbaarheid en de resultaten daarvan te betrekken bij het opstellen van de voorgenomen green deal,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot, Von Martels, Van der Graaf en Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 179 (31409).

De heer Sienot (D66):

Daarmee was ik aan het einde van mijn betoog, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Sienot. Dan geef ik nu het woord aan de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik had twee moties. Een daarvan leek sterk op de motie van mevrouw Van Tongeren, dus die zal ik niet indienen. Ik heb mijn naam onder die van mevrouw Van Tongeren gezet.

De voorzitter:

Dat is goed.

De heer Wassenberg (PvdD):

De motie die overblijft is de volgende.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de Rotterdamse haven op grote schaal afvalstoffen illegaal worden toegevoegd aan stookolie;

constaterende dat het Havenbedrijf onlangs een samenwerking met vier organisaties is aangegaan om de kwaliteit en transparantie van het bunkerproces te vergroten;

constaterende dat deze organisaties zelf betrokken zijn bij het opslaan en mengen van brandstoffen en dus geen onafhankelijke positie innemen;

verzoekt de regering de samenwerking te verbreden met deskundigen van buitenaf, waaronder toxicologen, artsen en milieudeskundigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 180 (31409).

De voorzitter:

Dan ga ik nu naar de heer Remco Dijkstra, namens de VVD. Dan naar de heer Van Aalst. De heer Gijs van Dijk. De heer Von Martels, namens het CDA.

De heer Von Martels (CDA):

Voorzitter. Als dan niemand wil, ga ik hier toch met alle plezier staan. Het algemeen overleg handelde onder meer over het scheepsregister, de Wet markttoezicht registerloodsen en het onredelijke boetebeleid in de binnenvaart. Ook de voortgang van de onderhandelingen over de CO2-reductie in de zeescheepvaart kwam aan de orde. Daar is naar voren gebracht dat schepen een lange economische levensduur hebben van gemiddeld 25 jaar, tegenover 5 jaar voor een vrachtwagen. Dus schepen die nu gebouwd worden en niet CO2-vriendelijk zijn, gaan nog tot 2043 in de vaart. Hoe gaan wij nou voor elkaar krijgen dat daar op tijd een kentering in komt? Daarover willen we de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de lange economische levensduur van schepen met zich meebrengt dat schepen die nu te water worden gelaten en niet CO2-vriendelijk zijn nog lange tijd in de vaart zijn;

overwegende dat banken en financiële instellingen bij de financiering van nieuwe CO2-vriendelijke schepen een cruciale rol spelen;

verzoekt de regering in overleg te treden met banken en financiële instellingen die de bouw van nieuwe schepen financieren om te bezien op welke wijze de transitie naar CO2-vriendelijke schepen gestimuleerd kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Von Martels, Remco Dijkstra en Sienot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 181 (31409).

De heer Laçin (SP):

Voorzitter. Tijdens het AO scheepvaart hebben wij het langdurig gehad over de verduurzaming van de binnenvaart. Voor ons is belangrijk dat ook de kleine binnenvaart daar een belangrijke rol in krijgt. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het verduurzamen van binnenvaartschepen een grote investering vraagt en de terugverdientijd lang is;

constaterende dat dit gegeven voor binnenvaartschippers een drempel is om mee te gaan in de verduurzaming van hun schepen;

overwegende dat de minister bezig is met het opzetten van een green deal voor de binnenvaart;

verzoekt de regering om de positie van de (kleine) binnenvaartschipper mee te nemen in deze green deal zodat deze belangrijke groep voldoende perspectief heeft om mee te gaan in de verduurzamingsslag,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 182 (31409).

Ik kijk of de minister behoefte heeft aan een korte schorsing. Dat is het geval. Dan schorsen we voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 14.26 uur tot 14.31 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dank u wel, voorzitter. Er zijn eigenlijk niet echt vragen gesteld, dus ik kan gewoon de moties van een advies voorzien.

De motie-Van Tongeren op stuk nr. 177 over het opschonen van de scheepsstookolie; zo vat ik het maar even samen. Dit is op zich een onderwerp dat meer ligt op het terrein van mijn collega, staatssecretaris Van Veldhoven, maar ik zal het verzoek aan haar overbrengen om na te gaan of het mogelijk is om een dergelijke lijst op te stellen. Het lijkt me verstandig om u daarover te berichten in de brief die in het eerste kwartaal naar de Tweede Kamer wordt gestuurd ter voorbereiding op het dertigledendebat dat naar aanleiding van het beerputverhaal is gepland. Ik zou eigenlijk willen vragen om deze motie aan te houden tot u die brief ontvangen heeft. Dan kunt u dan beoordelen of het nog noodzakelijk is.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja, dan houden we de motie op stuk nr. 177 aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Tongeren stel ik voor haar motie (31409, nr. 177) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Mevrouw Van Tongeren heeft ook de motie op stuk nr. 178 ingediend, die erop ziet wat er nu technisch mogelijk is om afleiding door appen of ander mobiel gebruik in de auto enzovoort tegen te gaan; zou je dat kunnen verbreden naar de binnenvaart? Ik ben graag bereid om te bekijken wat er mogelijk is om dat te verbreden en met de sector in gesprek te gaan. Dus oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 179, die gaat over het beter inzicht geven in de daadwerkelijke duurzame prestaties van schepen. Deze motie is ingediend door de heer Sienot van D66. Ook deze motie vind ik heel sympathiek. Ik ben graag bereid om hier verder aan te gaan werken en te kijken hoe we dat allemaal mee kunnen nemen in de green deal, dus ook hiervan kan ik zeggen: oordeel Kamer.

De motie-Wassenberg op stuk nr. 180 moet ik ontraden, want het overleg over de bunkerolie is een initiatief van marktpartijen. Ik ben er op zich ook heel blij mee dat die dat zo hebben opgezet, maar het is dus aan hen. Ik ga daar niet echt over. Ik wil u wel toezeggen dat ik het advies zoals u dat heeft geformuleerd graag wil overbrengen aan het Havenbedrijf, maar het is hun eigen initiatief. Ik kan daar dus verder niet in treden op een andere manier dan dat ik ze hierop zal attenderen, als u dat goedvindt. De motie op zich ontraad ik dus.

Dan de motie op stuk nr. 181 van de heer Von Martels van het CDA over — als ik het maar even kort samenvat — het betrekken van de financiële sector bij de green deal en de vraag hoe we die verduurzaming in de binnenvaart beter gefinancierd kunnen krijgen. Ook dat vind ik een idee dat het verdient om verder uitgewerkt te worden, dus ook van deze motie zou ik zeggen: oordeel Kamer.

De voorzitter:

De heer Wassenberg wil waarschijnlijk nog reageren op wat er werd gezegd over de motie op stuk nr. 180.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ja. Dank aan de minister voor de toezegging. Dan houd ik de motie nu alvast aan. Ik kijk later of ik die misschien helemaal kan terugtrekken, maar ik hou de motie op stuk nr. 180 bij dezen aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (31409, nr. 180) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De laatste motie.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan kom ik bij de laatste motie, namelijk de motie-Laçin op stuk nr. 181. Het klinkt misschien gek, maar daar ben ik heel enthousiast over. Ik zou bijna zeggen: ik had die motie zelf geschreven kunnen hebben, meneer Laçin! Ik vind het heel belangrijk om ook de kleinere binnenvaartschippers hier echt goed bij te betrekken, want als we die niet aan boord krijgen bij die verduurzaming, bereiken we uiteindelijk nog niet heel veel. Ik kan hier dus ook van harte zeggen: oordeel Kamer.

De voorzitter:

De heer Laçin wordt er helemaal blij van!

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO. Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven