11 Extra regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is een extra regeling van werkzaamheden. 

Ik stel de Kamer voor om de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevingsoverleg op dinsdag 26 september 2017 om 10.00 uur. Dat wetgevingsoverleg gaat over het wetsvoorstel inzake eigen risico in de zorg. 

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Twee dingen. Op dinsdag om 10.00 uur heb ik fractievergadering. Ik weet niet precies wat er in de e-mailprocedure is afgesproken, maar ik stel voor om het wetgevingsoverleg om 16.00 uur, na de stemmingen, te laten aanvangen. 

Het volgende punt vind ik veel ernstiger. In de e-mailprocedure wordt voorgesteld om een blanco verslag in te dienen, terwijl wij nog niet eens een wet hebben gezien. Ik ben een gekozen volksvertegenwoordiger en ik wil op geen enkele manier worden ingeperkt als het gaat om een wet die ik nog niet heb gezien. Ik weet niet hoe wij dit met elkaar gaan regelen, maar ik wil hier echt aangetekend hebben dat ik op geen enkele wijze accepteer dat ik een blanco verslag moet indienen bij een wet die ik niet heb gezien. Ik ga dat echt niet doen. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik kan mij dat voorstellen van mevrouw Agema. Wij hebben allemaal individueel als lid van de Tweede Kamer bepaalde bevoegdheden en bepaalde rechten. Ik denk dat wij dit met elkaar moeten respecteren. Daarnaast heeft de Tweede Kamer gisteren een motie aangenomen waarbij een ruime meerderheid heeft uitgesproken dat er een spoedprocedure moet komen teneinde op 1 oktober de wet te hebben aangepast. Dit betekent in ieder geval dat wij uiterlijk aanstaande dinsdag hier op een redelijk tijdstip de behandeling moeten hebben afgerond, om het wetsvoorstel ook naar de Eerste Kamer te kunnen sturen, zodat die het ook nog kan behandelen. Wat volgens mij een fraaie oplossing zou zijn — maar ik kijk ook naar mevrouw Agema — is dat de voorzitter concludeert dat de commissie VWS de bevoegdheid krijgt om een WGO te houden en dat wij dan binnen de commissievergadering bezien hoe laat de wet hier komt, zodat mevrouw Agema in de gelegenheid is om een afweging te maken of zij een verslag wil indienen. Dan kunnen wij eventueel kijken of wij bijvoorbeeld maandagavond al met elkaar het wetsvoorstel in een WGO kunnen behandelen. Ik denk dat dat op dit moment een fraaie, correcte wijze is van afspreken hoe wij die spoedwet gaan behandelen. 

De voorzitter:

Misschien voor de goede orde: het is een meerderheid van de Kamer die toestemming verleent tot het houden van een wetgevingsoverleg. Dat doen wij altijd op verzoek van commissies. Dat is nu het geval. Mevrouw Agema zegt: we hebben het wetsvoorstel niet eens. Ook al hebben we het wetsvoorstel nog niet, dan nog wordt soms de behandeling gepland. Dat kan, en dat doen wij ook weleens. Mocht het er niet zijn, dan kunnen jullie daar alsnog met elkaar een afspraak over maken. 

Mevrouw Agema (PVV):

Dat is allemaal prima, maar in het voorstel stond dat wij een blanco verslag zouden indienen. Dat verwerp ik. Ik ga niet op voorhand zeggen dat ik geen verslag wil indienen over een wet die ik nog niet heb gezien. Daar had mevrouw Keijzer het net ook over. Dat wil ik hier aangestipt hebben. Het maakt mij niet uit of het maandagavond is. Dat vind ik prima, maar ik ga niet tijdens mijn fractievergadering, die hier sinds jaar en dag op dinsdagochtend wordt gehouden, ineens naar een WGO. Dat vind ik ontijdig. Dan zeg ik: doe het maandagavond of doe het dinsdagmiddag, maar niet tijdens de fractievergadering. 

De voorzitter:

Het is de commissie die daarover gaat. Wij gaan hier alleen maar over het wetgevingsoverleg. Blanco verslag of geen blanco verslag; dit is echt een commissieaangelegenheid. 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Wij hadden al gezegd dat wij akkoord gaan met het inplannen van het wetgevingsoverleg. Wij hebben in de e-mailprocedure al dezelfde bezwaren geuit als mevrouw Agema. Ook onze fractie komt op dinsdagochtend bij elkaar. Ik heb nog een praktische vraag: is er al iets van inzicht in het tijdstip waarop wij maandag iets kunnen ontvangen? Is dat de vroege ochtend of wordt het in de loop van de dag? Dat maakt voor ons wel uit voor het tijdstip waarop wij er dan over zouden kunnen spreken. 

De voorzitter:

Daar heb ik nog geen enkel … 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Geen enkel? 

De voorzitter:

Nee, nog niet. Misschien komt het nog, maar op dit moment dus niet. 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Dan heeft de dinsdagmiddag, denk ik, onze voorkeur omdat het iets veiliger is. Je hebt dan misschien nog even de tijd om te kijken wat er in je mailbox binnenkomt. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter, het is goed om nu, in de laatste regeling van werkzaamheden die we nog kunnen hebben voordat het maandag of dinsdag is, steun uit te spreken voor het houden van een wetgevingsoverleg. Inderdaad hebben ook wij in de procedure aangegeven dat het onze voorkeur zou hebben als het op een ander moment kan dan op die dinsdagochtend. Maar als het moet om het tijdig in de Eerste Kamer te hebben, conform de uitvoering van de motie-Keijzer, dan zullen we dat steunen. Het lijkt mij dat er verder goede suggesties zijn gedaan om in de commissie te kijken op welke manier we het ordentelijk kunnen vormgeven en hoe we zo nodig nog een snelle schriftelijke procedure kunnen organiseren voor de partijen die dat wensen. 

De voorzitter:

Ik begrijp ook dat de meerderheid wil dat het ingepland wordt, en daar gaat het hier ook om. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, steun daarvoor. Ik denk dat het een goede suggestie van mevrouw Keijzer en de heer Van der Staaij is om als het kan ook nog naar de maandagavond te kijken. Alleen weten we nu nog niet zeker of dat lukt. 

Mevrouw Hermans (VVD):

Voorzitter. Ik begrijp dat we in deze korte tijdsspanne van iedereen veel vragen. Ik wil alle collega's dan ook bedanken voor de flexibiliteit. Ik sluit me aan bij mevrouw Keijzer: als het lukt om het al op maandagavond te plannen, dan heel graag. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, de ChristenUnie sluit zich daar ook bij aan. Wij zijn akkoord met het inplannen van een wetgevingsoverleg en wij hebben geen bezwaar tegen de maandag. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan concludeer ik dat de meerderheid akkoord gaat met het plannen van een wetgevingsoverleg. Daarmee zijn we ook aan het eind gekomen van deze extra regeling van werkzaamheden. 

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Voorzitter: Harbers

Naar boven