6 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Dan gaan we naar de stemmingen, als iedereen er klaar voor is. Ik dacht dat mevrouw Ouwehand nog iets wilde mededelen. Datzelfde geldt voor de heer Azarkan. Gaat uw gang, mijnheer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, dank. Ik zou graag een hoofdelijke stemming willen hebben bij de stemmingen onder punt 5, de motie op stuk nr. 45.

De voorzitter:

U gaat zich wel populair maken meteen. Dat is genoteerd. Het woord is aan u, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Onder punt 5, de moties ingediend bij de Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, wil ik mijn motie op stuk nr. 41 graag aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor haar motie (34775-XVII, nr. 41) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik dacht dat u ook een stemverklaring wilde afleggen, mevrouw Ouwehand. Klopt dat?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat ga ik straks doen.

De voorzitter:

Dat gaat u straks doen. Oké.

Dank u wel. Dan zijn we weer helemaal bij.

Naar boven