5 Eindverslag van de informateur

Aan de orde is het debat over het eindverslag van de informateur. 

De voorzitter:

Ik heet de heer Herman Tjeenk Willink van harte welkom. Hij zit in vak-K, zodat hij straks eventuele vragen van de Kamerleden over zijn eindverslag kan beantwoorden. Ik geef nu het woord aan de heer Mark Rutte, als eerste spreker. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Voorzitter. Laat ik beginnen met ervoor te zorgen dat ook van mijn kant duidelijk is dat ik buitengewoon erkentelijk ben voor het werk van Herman Tjeenk Willink. Dat geldt voor de hele VVD. We hebben in de afgelopen weken van hem kunnen genieten. Hij heeft uitstekend werk geleverd. Hij heeft inderdaad een unieke methode, waarvan ik nooit helemaal zeker weet of die zich ter plekke vormt dan wel op basis van jarenlange inzichten tot stand is gekomen. Dat maakt echter eigenlijk niet uit. Als dingen tot stand komen in de dagelijkse praktijk en het gaat goed, komt dat immers door jarenlange ervaring. Eigenlijk maakt het dus niet zo heel veel uit wat hier de kip is en waar het ei ligt. 

Het was geen gemakkelijke opdracht. Die moest met geduld en precisie worden uitgevoerd en dat is uitstekend gegaan. Het is nog niet klaar, want uiteindelijk gaan we nu over een tweede combinatie van partijen onderhandelen in de volgende fase die eraan komt. Wat wel is afgerond, is de fase waarin moest worden bekeken welke partijen dat dan zullen zijn. 

Ik zei vorige keer dat ik het van het allergrootste belang vond en vind dat partijen het nationale belang boven het partijbelang stellen. Ik denk dat het vanuit dat perspectief goed is om nu vast te kunnen stellen dat onderhandelingen kunnen starten tussen partijen die zicht hebben, als die onderhandelingen zouden slagen, op een meerderheid hier in de Tweede Kamer. Dat zijn onderhandelingen, zoals de informateur vaststelt, zonder blokkades vooraf. 

Waarom is dat zo belangrijk, dat landsbelang boven partijbelang en dat we nu kunnen onderhandelen zonder blokkades vooraf? Dat is simpelweg omdat er heel grote vraagstukken liggen, zowel internationaal als in Nederland. Ik was de afgelopen paar weken druk op pad in Europa. Daar speelt heel erg veel. De G20 komt eraan, volgende week vrijdag en zaterdag. Morgen is de voortop, de Europese voortop van de G20. Ook daar speelt heel veel: de onvoorspelbaarheid van de nieuwe Amerikaanse regering, de situatie tussen Rusland en Europa, de situatie in het Midden-Oosten en Syrië. Dat zijn de internationale ontwikkelingen. Ook nationaal is de vraag hoe we daadwerkelijk in dit land de verschillende belangen met elkaar in balans kunnen brengen. 

Voorzitter, ik ben bijna klaar. Het is aan u of ik nu de heer Asscher te woord sta of mijn spreektekst zal afronden. 

De voorzitter:

Ik denk dat het goed is om uw verhaal af te ronden. Daarna krijgt de heer Asscher het woord. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik wil nog heel kort iets zeggen en dan luister ik, zoals zo vaak, graag naar de vicepremier, hier de PvdA-voorman. Het is altijd even checken in welke rol ik hem zie. 

De VVD gaat met vertrouwen deze onderhandelingen in, die wat ons betreft zo snel mogelijk gaan starten. Wij kunnen ons goed vinden in het eindverslag van de informateur, ook in zijn advies om Gerrit Zalm aan te wijzen als de nieuwe informateur met als opdracht om te onderzoeken of en op welke manier een kabinet bestaande uit VVD, CDA, D66 en ChristenUnie gevormd kan worden. Ik ben ook voornemens om daarover in tweede termijn een motie in te dienen. 

De heer Asscher (PvdA):

Het wordt dus geen Groen Rechts maar eerder "Rechts met den Bijbel" in de komende tijd. In dat kader heeft de heer Rutte als VVD-leider gezegd dat hij het goed vindt als het nieuwe kabinet rechts en links, progressief en conservatief, met elkaar verbindt. Dat is een heel veelbetekenende uitspraak van de leider van een rechtse partij. Ik vraag de heer Rutte dus of hij een paar voorbeelden kan geven die illustreren hoe hij dat in de praktijk wil brengen. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik vind het inderdaad van belang. De VVD is centrumrechts, rechts van het midden. Het is natuurlijk altijd lastig te bepalen wat dan precies rechts en links is. De VVD is zondermeer een rechtse partij in de aanpak van onderwerpen als de overheidsfinanciën, de vrijmarkteconomie, ondernemerschap, integratie en de vraagstukken rondom de wereldwijde migratiestromen. De VVD is echter een heel linkse partij wat betreft heel veel immateriële kwesties. Zo was de partij op grond van liberale principes voorvechter van zaken als homohuwelijk, euthanasie en abortus. Maar goed, ik realiseer mij ook dat in Nederland partijen nu eenmaal ingedeeld worden in links en rechts en dat de meeste Nederlanders dat ook herkennen, en dan kan ik mij goed vinden in de plaatsbepaling dat de VVD een centrumrechtse partij is. En toch vind ik het inderdaad van heel groot belang dat de nieuwe coalitie in staat is om de verschillende stromingen in dit land met elkaar te verbinden. Ik heb in het vorige debat dat we hier hadden op dit punt ook Alexander Pechtold geciteerd en dat ook nog eens herhaald toen ik op zeker moment naar buiten liep bij de informateur. 

Dat betekent een paar dingen. Als wij aan tafel zitten, kijken we niet alleen naar de grootste gemene deler tussen de verschillende partijprogramma's en naar de vraag hoe je boven die programma's uit kunt stijgen en zaken kunt verzinnen die zorgen voor verbinding tussen die vier partijen. We realiseren ons ook dat die vier partijen zich baseren op 76 zetels en dus maar een deel van het politieke spectrum afdekken. Het is dus aantrekkelijk om, gezien de nationale en internationale vraagstukken, ook met partijen als de PvdA van de heer Asscher, en GroenLinks en SP te bezien of het mogelijk is om voor onderdelen van het beleid steun te krijgen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de grote vraagstukken rondom klimaatverandering en beheersing van de migratiestromen. De vraag is of het mogelijk is om daarbij tot beleid te komen dat breder steun heeft dan de genoemde 76 zetels. 

De heer Asscher (PvdA):

Dank. Ik vind het een heldere uitleg en ik begrijp hieruit dat de heer Rutte op onderwerpen wil zoeken naar verbinding tussen links en rechts. Misschien moet ik, nu deze combinatie onderzocht wordt, wel de zorgen van veel mensen verwoorden op een punt waarvan ik weet dat het Mark Rutte ook aan het hart gaat. Ik denk bijvoorbeeld aan de zorg van zwangere vrouwen die, als zij zich willen laten testen, niet voor het dilemma willen komen te staan dat je met zo'n zwangerschap allerlei risico's neemt. Daar is nu de Niet Invasieve Prenatale Test voor. Onder dit kabinet is daar onder omstandigheden de mogelijkheid voor geboden. Het zou, denk ik, heel goed zijn om de vrouwen en mannen die dit aangaat gerust te stellen — en dat geldt ook voor onderzoek naar afschuwelijk ernstige erfelijke ziektes dat nu plaats kan vinden — dat ook in deze combinatie dat soort onderwerpen veilig zijn en dat ook de VVD daarvoor zal instaan. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik snap de vraag. Ik snap ook waarom die vraag hier gesteld wordt, maar ik vind het wel verstandig dat als wij gaan onderhandelen over een combinatie van politieke partijen, deze zaken daar aan die tafel worden besproken. Ik zal als spiegelbeeld het voorbeeld geven van wat de ChristenUnie gisteren deed op het punt van de bankenbonussen. Dat ging om een motie die de ChristenUnie wilde steunen. De opvattingen van de ChristenUnie over dat thema zijn anders dan hoe deze partij gisteren heeft gestemd. Er is niet zo gestemd omdat de ChristenUnie ineens een andere opvatting heeft, maar omdat de partij die discussie aan de formatietafel wil voeren. Ik vind het daarom ook correct om dit soort onderwerpen aan de formatietafel te bespreken en niet in het openbaar. 

De voorzitter:

Mijnheer Asscher, tot slot op dit punt. 

De heer Asscher (PvdA):

Die spanning zit altijd in dit soort debatten. Wat ik vond dat de ChristenUnie goed deed, is zeggen dat de partij niet van mening is veranderd. Daarmee heeft de ChristenUnie ook aangegeven dat de partij aan die tafel zal blijven opkomen voor strenge bonusregels en dan snappen wij allemaal dat dat geen garantie kan zijn. Hetzelfde vraag ik nu van Mark Rutte als VVD-leider met het oog op deze combinatie, hoeveel waardering er ook is voor alle partijen, inclusief de ChristenUnie. Juist op dit soort onderwerpen die diep ingrijpen in het leven van mensen en in de keuzes die zij moeten maken, waar zij zich ook zorgen over maken en waarop wij de afgelopen jaren vooruitgang hebben geboekt, zou op z'n minst de inzet van de VVD aan de onderhandelingstafel duidelijk moeten zijn. Uiteraard kan er niet meer dan dat worden toegezegd. Die gesprekken voert de heer Rutte straks in de Stadhouderskamer achter gesloten deuren, maar die inzet is belangrijk, zeker als je uitstraalt en hier ook herhaalt dat je links en rechts, progressief en conservatief, wilt verbinden. Dan is dit wel het moment om dat ook te markeren op basis van de inhoud. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Maar dan vraagt de heer Asscher mij om het VVD-verkiezingsprogramma voor te lezen, en dat kent hij. Die inzet kent hij dus. Daar hoeft hij zich geen zorgen over te maken. Ik dacht dat hij ook wilde weten hoe de onderhandelingen op dat punt zouden aflopen. Daarvan zeg ik: dat is aan de onderhandelingstafel. Maar de inzet kent hij. 

De heer Klaver (GroenLinks):

De partijen die nu aan tafel zitten, zijn rechtse partijen of centrumpartijen. Je denkt dus aan een centrumrechts kabinet. Des te tevredener was ik om in het verslag van de informateur te lezen dat dit kabinet inderdaad een poging moet doen om een brug te slaan tussen links en rechts. Een aantal thema's werden genoemd, bijvoorbeeld op het gebied van klimaatverandering. We kijken ernaar uit dat hier de oppositie en de coalitie elkaar weten te vinden. Maar er is nog een punt dat links en rechts verdeelt: het punt van de ongelijkheid. Ziet de heer Rutte ook daar de ruimte om de verschillen te overbruggen? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dat is zeker een thema in de samenleving, dat overigens — er is namelijk meer dan geld alleen, blijf ik de heer Klaver voorhouden — niet alleen gaat over inkomensverhoudingen maar over veel bredere vraagstukken in de samenleving. Voor ik daar verder op inga, zeg ik eerst iets over de ChristenUnie. Was het maar waar dat dat een centrumrechtse partij was! Dat zou vanuit de VVD de zaak een stuk gemakkelijker maken. Maar echt hoor, wake up! De ChristenUnie is geen centrumrechtse partij, echt niet. Lees het programma. Daar zal de heer Klaver veel in ontdekken dat hem aanspreekt, en dat vind ik dan weer zorgelijk. 

(Hilariteit) 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dan zijn vraag over de inkomens … Sorry, juist niet over de inkomensverhoudingen, hoop ik, maar over de kloof in de samenleving. Ja, natuurlijk, dat is ook een zaak waar wij over gesproken hebben — dat is wel naar buiten gekomen inmiddels — in de formatie waar GroenLinks aan deelnam. Het belang is om er uiteindelijk voor te zorgen dat je niet een coalitie krijgt die een bepaalde groep in de samenleving of een bepaalde leefstijl in de samenleving vertegenwoordigt maar die probeert breed te zien dat er grote vraagstukken zijn. Ik heb het vaak gezegd: de mensen die gestemd hebben op de Socialistische Partij of op de Partij voor de Vrijheid — of Partij van de Vrijheid, wat is het? — hebben dat gedaan omdat zij zich zorgen maken over grote problemen in het land. Die raken aan het vraagstuk van vluchtelingenstromen en integratie maar ook aan vraagstukken van de persoonlijke situatie, het persoonlijk leven, armoede, de bestrijding daarvan en hoe we daarmee omgaan. Ik vind dat een coalitie zich ten doel moet stellen om te proberen altijd dat soort vraagstukken in samenhang te bezien en waar het mogelijk is daar ook tot leniging te komen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

De heer Rutte noemt een aantal zaken waar ik het mee eens kan zijn en hij zegt dat we die allemaal moeten bekijken, maar hij ging een beetje heen om het punt waar ik de vraag op stelde, namelijk juist over de inkomensongelijkheid. Nogmaals: het gaat mij er niet om dat hier uit te onderhandelen. Dat is allereerst aan de onderhandelende partijen in de Stadhouderskamer of op welke plek er dan ook onderhandeld wordt. Maar ziet hij ook dat daar een brug geslagen zou moeten worden tussen links en rechts en dat je er dan niet aan ontkomt om ook naar de inkomensverhoudingen te kijken? Ik heb het dan niet over wat de uitkomst gaat zijn maar dat je er niet aan ontkomt om ook dat onderdeel te laten zijn. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Wat ik nou zo jammer vind: nu hebben we een jonge, frisse leider van GroenLinks en op dit punt heeft hij precies dezelfde teksten als de meest verstokte PvdA'er en SP'er! Uiteindelijk hoor je in de verte het woord "nivelleren". Dat hoor je in zijn vraag doorklinken, "nivelleren". Ook hier geldt volgens mij dat het volstrekt duidelijk is hoe de VVD in dit thema staat. Dat zal op dit punt waar het gaat om de instrumenten wellicht afwijken van de positie van de heer Klaver, maar ik zeg nog een keer tegen hem: het gaat toch niet alleen daarom? Kijk nou wat we hebben gedaan met het pakket van 5 miljard een paar jaar geleden. We hebben toen helemaal niet genivelleerd. Wat we wel hebben gedaan, is bekijken hoe we die 5 miljard zo konden richten in waar het terechtkomt, dat het vooral de werkenden met een laag inkomen en een middeninkomen raakt. Dat hebben we toen afgesproken in de coalitie. Kijk je nu naar de crisis waar we uit komen, dan denk ik dat het grote vraagstuk zal zijn dat ook de middenklasse in dit land — de middenklasse is van ons allemaal; de middenklasse stemt op alle partijen hier in de Kamer — die zo zeer de prijs van de crisis heeft betaald, ervaart dat het nu beter gaat. Dat zal mijn inzet zijn aan de onderhandelingstafel. Maar ook hier geldt, net zoals bij de vraag over de medisch-ethische thema's van de heer Asscher, dat dat mijn inzet is. Wat er uit de onderhandelingen komt, gaan we aan die tafel bekijken. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ken weinig mensen die het woord "nivelleren" met zo veel afschuw kunnen uitspreken als de heer Rutte. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dank voor het compliment! Mijn partij zal daar tevreden over zijn. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Zeker, maar de vraag die ik stelde ging niet zozeer over of de heer Rutte in staat is om zijn partij tevreden te stellen — daar is hij wisselend succesvol in — maar over hoe je links en recht bij elkaar kunt brengen, want dat staat in het verslag van de informateur. Ik prijs mij voor dit moment rijk dat hij aangeeft dat de inkomensverhoudingen wel degelijk onderdeel van dat gesprek zouden moeten zijn, dat die erbij horen en dat je dat met elkaar moet doen. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Natuurlijk zijn dat altijd onderwerpen van gesprek. We kijken ook altijd naar fatsoenlijke koopkrachtbeelden. Daar werken we in de huidige coalitie richting de begroting voor 2018 aan en dat hebben we de afgelopen jaren gedaan. Maar als we praten over de kloof in de samenleving, zoals de informateur die ook beschrijft in zijn verslag, dan is dat echt een breder vraagstuk dan alleen het vraagstuk van het loonstrookje. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik dank de minister-president dat hij hier opnieuw toegeeft dat die 5 miljard alleen naar de werkenden ging. Ik hoop dat dit in de komende periode toch anders is, want ook de mensen die hard hebben gewerkt, hebben meebetaald aan het oplossen van de crisis. Zij zouden nu eindelijk eens wat geld terug moeten krijgen. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Natuurlijk is de prijs van de crisis uiteindelijk door ons allemaal betaald. Maar als je heel reëel gaat kijken waar in de afgelopen jaren uiteindelijk de klap is terechtgekomen, dan moet je toch echt vaststellen dat dit bij de, wat ik maar even noem, brede middenklasse in Nederland is. Toen wij met het huidige kabinet de mogelijkheid hadden om 5 miljard lastenverlichting te geven, hebben wij die inderdaad gericht op de werkenden met een lager inkomen en een middeninkomen, ook omdat dit zou bijdragen aan een verder herstel van de werkgelegenheid en de economische groei. Dat is de belangrijkste randvoorwaarde om ervoor te zorgen dat op langere termijn ons pensioen, onze AOW, betaalbaar is. Ik houd de heer Krol ook voor dat ouderen in Nederland die kinderen en kleinkinderen hebben, het van heel groot belang vinden dat zij een fatsoenlijk inkomen hebben — daar zorgen we voor — maar ook dat de kinderen en kleinkinderen perspectief hebben. Juist die balans moeten we bewaken. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik vind wat de minister-president nu zegt bijna beledigend. Als er één partij is die het juist goed voor heeft met kinderen en kleinkinderen, is het onze partij wel. Daar houden we echt absoluut rekening mee. Maar er zit voldoende geld in die potten en het ligt toch echt aan het huidige kabinet — ik hoop niet aan het komende kabinet — dat daar zo verschrikkelijk op wordt beknibbeld. Ook die groep heeft meebetaald, de minister-president zegt het zelf. Waarom zou die groep niet evenredig meeprofiteren op het moment dat er weer uitgedeeld kan worden? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik snap de vraag. De opmerking die ik maakte, ging over hoe wij een paar jaar geleden beleidskeuzes hebben gemaakt vanuit de huidige coalitie over de teruggave van die 5 miljard. Dat is gegaan, zoals ik net heb geschetst. Ik begrijp de opmerking van de heer Krol zo dat hij zegt: kijk bij toekomstige mogelijkheden breder dan alleen die groep. Daar luister ik naar. We zullen in de onderhandelingen zien hoe dat loopt. 

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. We zaten hier tot gisteravond 23.00 uur in een debat over terreur en terrorisme. Ik heb toen al gezegd dat het een beschamende vertoning was. Als die beschamende vertoning een voorproefje was van wat Nederland te wachten staat met een volgend kabinet, ziet het er niet goed uit voor Nederland. We zagen een premier die de ambitie heeft om opnieuw premier te worden en die dat debat, het belangrijkste thema ook de komende jaren, allesbehalve serieus nam. Hij zat met zijn telefoon te spelen, dook letterlijk onder de stoel waar de heer Tjeenk Willink nu op zit, was de helft van het debat afwezig, zat wat grappen te maken met zijn collega's en, als klap op de vuurpijl, noemde hij moslims dubbel slachtoffer van de terreur, terwijl wij natuurlijk het slachtoffer zijn van de islam. 

Nederland stemde op 15 maart voor minder terreur, voor meer veiligheid, voor een strenger immigratiebeleid. Maar nu, na 100 dagen, na alle politieke machtsspelletjes, na alle uitsluitingen en mislukkingen, na vrijages met GroenLinks, na het door Pechtold vernederen van de ChristenUnie, heeft de informateur van de zevende partij van Nederland nu toch de achtste partij van Nederland aan de onderhandelingstafel weten te krijgen. Wat heeft dat met democratie te maken? Het CDA en de VVD hebben de deur naar een kabinet met de PVV opnieuw hard dichtgegooid. Hun arrogante smoesjes — want dat zijn het — om niet met de PVV te gaan praten, staan nu zelfs op papier. Dit hele circus heeft niets met democratie te maken. De tweede partij van Nederland zou als eerste moeten worden uitgenodigd aan de onderhandelingstafel. Het gevolg van dit alles — het optreden van de premier, de politieke spelletjes die worden gespeeld, het uitsluiten van mijn partij — is, dat de kans verkeken is dat er echt een kabinet komt dat doet wat nodig is. Het moet Nederland veiliger maken, zorgen dat terreur wordt aangepakt en dat er echt een strenger immigratiebeleid komt. Die meerderheid lag er na de verkiezingen op 15 maart. 

Wat staat ons te wachten als de onderhandelingen met de ChristenUnie, zoals gesuggereerd door de informateur, gaan lukken? Dan krijgen we formeel een kabinet-Rutte III, maar in werkelijkheid vrees ik een kabinet-Pechtold I. Het is namelijk de heer Pechtold die aan alle touwtjes trekt, dat blijkt nu wel weer. Zelfs de premier — dat kwam net al even aan de orde in een interruptiedebatje — kakelt hem na over het verbinden van conservatief en progressief. Pechtold I, erger kan half Nederland zich niet voorstellen. De man die collega Segers eerst keihard tegen de schenen schopte, om daarna vriendschap te veinzen tijdens een etentje waarbij de halve Nederlandse pers door hem was opgetrommeld. Zo'n kabinet — materieel Pechtold I — zal leiden tot alleen maar meer Europese Unie, tot meer klimaatonzin, tot meer immigratie en waarschijnlijk ook tot meer islam in Nederland. 

Een kabinet-Pechtold I is voor mij, mijn fractie en mijn kiezers de grootste nachtmerrie. Laat dat er alsjeblieft niet komen. Maar mocht het er toch komen, dan verzeker ik u dat wij vanaf dag één snoeiharde oppositie gaan voeren. We hadden graag meegeregeerd, onze kiezers hadden dat ook gewild, maar we zijn uitgesloten. Als dat dan niet kan, reken dan niet op ons als het gaat om onze steun. Wij gaan dan keihard oppositie voeren. Ik zeg dan ook: maak uw borst maar nat, want wij zullen Nederland, ook als u ons uitsluit, nooit in de steek laten. 

De heer Asscher (PvdA):

Het regent nu weer krokodillentranen van Geert Wilders: hij mag niet meedoen, het is niet democratisch, niemand wil zijn mening horen. Afgelopen maandag zijn ook de partijen die niet gaan onderhandelen uitgenodigd door de informateur om te vertellen wat de belangrijke thema's zijn. Dat was het moment om te praten over migratie, over terreur. Dat was het moment om invloed uit te oefenen. Ik vind het ongelofelijk goedkoop dat de heer Wilders, die hier 10, 20, 30 jaar in de Tweede Kamer zit en betaald wordt door de Nederlanders om zijn werk te doen, schoolziek was en geen tijd had, geen zin had om te gaan vertellen wat er volgens hem moest gebeuren, maar zich hier wel weer staat te beklagen dat hij niet mee mag doen. Er is een uitnodiging gekomen, dan ga je daarnaartoe en dan vertel je wat je vindt. Dan moet je niet hier komen met goedkope krokodillentranen. 

De heer Wilders (PVV):

De interruptie zag ik natuurlijk van 100 kilometer aankomen. Wij hadden uitgenodigd moeten worden, mijnheer Asscher, als tweede partij van Nederland. Wij hebben niet 9 zeteltjes gehaald, wij hebben 20 zetels gehaald. We zijn de tweede partij van Nederland. Er hebben 1,5 miljoen mensen op ons gestemd. We hadden uitgenodigd moeten worden om te onderhandelen. We hadden uitgenodigd moeten worden aan de onderhandelingstafel. Die onderhandelingen waren dan misschien niet gelukt. Dat kan gebeuren, want niemand weet van tevoren of het lukt, maar om het niet eens te proberen en niet eens uitgenodigd te worden, dat is te gênant voor woorden en inderdaad ondemocratisch. Onze kiezers, 1,5 miljoen mensen, zijn beledigd dat partijen als de VVD en het CDA niet eens hebben geprobeerd om met ons te praten. Als dat dan gebeurt en als er bovendien nog brieven van de leiders van de twee partijen komen waarin die kans helemaal in de prullenbak wordt gegooid, dan ga ik niet pro forma op een uitnodiging in — dit is overigens niet een verwijt richting de informateur — die zegt: wij hebben uw partij en uw 1,5 miljoen kiezers nu in de prullenbak gegooid, maar kom nu eens vertellen wat u vindt dat er moet gebeuren als andere partijen een regering gaan vormen. Wij zijn niet gekke Harrie. Als u dat wilt weten, nodig ons dan uit aan de onderhandelingstafel. Ik heb dat hier 500 keer gevraagd en als dat niet gebeurt, zoek het dan maar uit, dan gaan wij oppositie voeren. 

De heer Asscher (PvdA):

Het applaus dat ik hoor van de PVV-fractie voor de leider is nu klaar of komt er nog een rondje? Het was niet voor mij. 

De heer Wilders (PVV):

Het klinkt altijd harder met 20 dan met 9. 

De heer Asscher (PvdA):

De heer Wilders heeft vijf zetels gewonnen, maar hij staat zich hier met 20 zetels te wentelen in een slachtofferrol. Hij staat hier krokodillentranen te huilen. Hij zegt: ik word niet uitgenodigd en als ik wel wordt uitgenodigd, kom ik lekker niet, dan ga ik lekker oppositie voeren. Wat is dat voor gedrag? Hij zag deze interruptie van 100 kilometer aankomen. Hij had dan ook een beter antwoord moeten verzinnen. Dit is geen antwoord. Het enige wat hij zegt is: wij hebben de verkiezingen gewonnen, maar we zijn zielig, want niemand wil onze mening weten. U wordt uitgenodigd door de informateur, die is aangewezen door de Tweede Kamer, om te vertellen wat er volgens u moet gebeuren. U laat die mogelijkheid voorbijgaan en staat hier weer het vertrouwde liedje te zingen. Daar wordt voor geklapt door uw eigen twintig zetels. Maar u maakt van zichzelf een verliezer in plaats van die verkiezingsoverwinning te vertalen in de Tweede Kamer. Dat is onze taak, of je nu 1 zetel hebt of 33. 

De heer Wilders (PVV):

Niets nieuws. De heer Asscher herhaalt gewoon wat hij al heeft gezegd. Hij doet alsof ik helemaal niet heb geantwoord. Dat is een beetje zwakke interruptie, om eerlijk te zijn. Ik wil het best nog eens herhalen als u dat wilt, mijnheer Asscher. Wij zijn niet uitgenodigd om te komen onderhandelen. U bent wel met uw negen zeteltjes uitgenodigd om te onderhandelen. U hebt dat niet gedaan. Dat is uw goed recht. Wij zijn met twintig zetels, meer dan twee keer zoveel als uw partij, met anderhalf miljoen kiezers. Als er iemand een plaats had verdiend aan die onderhandelingstafel … De tweede partij van heel Nederland! Anderhalf miljoen mensen. Winnaar van de verkiezingen. Er is niet eens geprobeerd om tot een akkoord te komen. Ik heb het hier twintig keer gevraagd: nodig ons uit. Ik heb het aan vorige informateurs gevraagd: vraag ons aan tafel. Dat is allemaal niet gebeurd. Als aan het einde de conclusie van een informateur wordt — iedereen zag dat aankomen nadat u uw verantwoordelijkheid niet had genomen, mijnheer Asscher, en nee had gezegd — dat er een coalitie komt met de ChristenUnie, of dat die althans wordt onderzocht, moet niet aan ons worden gevraagd om te zeggen wat zij moeten gaan doen. Ik zal u zeggen wat wij gaan doen: opkomen voor onze kiezers en oppositie voeren. Als er verkiezingen zouden komen, zal de kiezer laten zien wat hij hiervan vindt. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Mevrouw de voorzitter. We debatteren vandaag over de voortgang van de formatie en dat is bepaald niet voor het eerst. De verkiezingen zijn alweer drieënhalve maand geleden. Formaties zijn weleens gemakkelijker verlopen. Het wordt tijd dat er inhoudelijke onderhandelingen beginnen. Nederland heeft immers recht op een kabinet dat een antwoord heeft op de grote zorgen die de Nederlanders nog steeds hebben. Zorgen over de dreiging van radicalisering en terreur. Over immigratie en integratie. Over het verlies van zekerheid en bescherming in tijden van globalisering. Over de toekomst van onze zorg. Over het behoud van onze waarden en onze identiteit in een veranderende wereld. 

Na de verkiezingen heb ik namens het CDA gezegd dat onze voorkeur uitging naar een stabiele meerderheidscoalitie van maximaal vier partijen. Ik moet zeggen, daar te komen is makkelijker gezegd dan gedaan. Deze formatie heeft tot nu toe een proces opgeleverd dat we nog weleens met zijn allen moeten doordenken. Het lijkt er weleens op alsof niet het vormen van een coalitie, maar het schadevrij naar de zijlijn manoeuvreren het hoogste doel van partijen is. Oppositie als een veilige haven in turbulente tijden. Oppositie voeren überhaupt nog voor er een coalitie is. De verkiezingen zijn net geweest, maar het lijkt wel alsof de volgende verkiezingscampagne al is begonnen. 

Op 14 juni las ik de rubriek De Speld in de Volkskrant. Ik weet niet of ik de enige ben, maar ik begin de Volkskrant altijd aan de achterkant te lezen. Ditmaal moet ik zeggen dat de humor beangstigend dicht bij de werkelijkheid zat. Dit stond er namelijk: "Na tachtig dagen onderhandelen is de politiek er uit: alle dertien partijen van de Tweede Kamer gaan in de oppositie. Vandaag presenteerde formateur Herman Tjeenk Willink een oppositie-akkoord. Het oppositie-akkoord bevat een aantal opvallende onderdelen. Zo is afgesproken om het niet eens te worden over klimaat en migratie. De partijen beloven daarnaast om elkaar hard aan te vallen, in de Tweede Kamer en in de media." 

Iedereen de oppositie in. Het is een persiflage, maar toch is het wel zorgelijk dat na meer dan 100 dagen er nog één optie over is waarover wel onderhandeld gaat worden, een optie die niet meer heeft dan een meerderheid van één zetel in zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Het is iets wat wij met zijn allen moeten doordenken. 

Mevrouw de voorzitter. Nu wij hier zijn, wil ik ook uitspreken dat ik respect heb voor het lef van met name de ChristenUnie om, na alles wat zich eerder in deze formatie heeft afgespeeld, wel die sprong te wagen. En het siert D66 dat het over de eerdere bezwaren is heengestapt, omdat sommigen inzien dat alleen oppositie in deze Kamer uiteindelijk niet werkt. Het CDA is dan ook buitengewoon gemotiveerd om deze onderhandelingen tot een succes te maken. 

Dat VVD, CDA, D66 en ChristenUnie bij elkaar zijn gekomen, is te danken aan Herman Tjeenk Willink. Ik zeg dat zonder reserve, want het is zijn rustige, consequente stap-voor-stapbenadering in een heel turbulente omgeving die tot dit resultaat heeft geleid. Echt, het had ook heel anders kunnen gaan. Herman Tjeenk Willink zwaait nu af. Het CDA dankt hem en ik dank hem persoonlijk. Ik voeg hieraan toe dat de hele Kamer — de mogelijke coalitie en de potentiële oppositie — hem veel dank is verschuldigd. 

De informateur heeft afgelopen maandag de partijen uitgenodigd die niet aan de coalitiebesprekingen zullen meedoen. Het is nieuw en het is een idee van de informateur, maar het is een goed idee om ook bij hen de prioriteiten te inventariseren. Ik besef dat daar een wederzijdse opdracht in zit: voor de coalitie om de smalle meerderheidsbasis waar mogelijk te verbreden, maar ook voor de oppositie om waar mogelijk mee te bouwen aan de toekomst van ons land. 

De onderhandelingen die nu gaan starten, worden voor het CDA geen snelheidswedstrijd. Het formatieproces begint opnieuw, alsof het 15 maart was. Het gaat het CDA om zorgvuldigheid en de inhoud van het regeerakkoord. Het CDA steunt het voorstel van de VVD om Gerrit Zalm te vragen om als informateur het vervolg op zich te nemen. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Een mooi betoog van de heer Buma, maar hoe verhoudt het zich tot het volgende citaat van de heer Buma dat ik heb gelezen: "Voordat wij ergens onze handtekening onder zetten, maken wij ons er eerst heel boos over. Daar staan wij voor bij het CDA. Nederland verdient een partij die woord en daad scheidt."? 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dat is uit een interview dat ik aan De Speld heb gegeven. Het punt van De Speld is, en andere nieuwsrubrieken moeten dat niet gaan overnemen, dat niet wordt gecheckt of wat je hebt gezegd, ook werkelijk is gezegd. Ik erken echter: De Speld is de waarheid en de rest is slechts fictie. 

De heer Pechtold (D66):

Mevrouw de voorzitter. "Een coalitie van lef"; deze typering is van oud-fractievoorzitter van de ChristenUnie, Arie Slob, onlangs op de radio. Hij liep vooruit op een positief resultaat van de coalitieonderhandelingen die aanstaande zijn. Hij begreep heel goed, zei hij, dat D66 liever regeert met GroenLinks of met de PvdA dan met een tweede christelijke partij. Hij kon zich echter toch ook weer goed voorstellen dat, als de eerste voorkeuren onmogelijk zijn, D66 zich pragmatisch opstelt en verantwoordelijkheid neemt. Als de heer Slob met even veel enthousiasme het pragmatisme in eigen kring verdedigt, dan komt het wel goed tussen ChristenUnie en D66. 

Het is waar dat GroenLinks, de SP en de PvdA, drie linkse progressieve partijen, het lef niet hadden om hun nek uit te steken en die verantwoordelijkheid te nemen. Zij lieten daarmee de kans liggen om hun ideeën en creativiteit in te zetten voor een regeerakkoord met ambitie op de terreinen die hen en D66 na aan het hart liggen. Ik vind het nog steeds spijtig en onnodig dat GroenLinks is afgehaakt. Ook met de afwijzende houding van de SP en de PvdA heb ik moeite, al kan ik het van de PvdA wel enigszins billijken. Met een verlies van 29 zetels kun je een partij moeilijk het recht ontzeggen om tijd te nemen voor bezinning in de luwte. Na gisteren heb ik echter het idee dat die luwte nog niet gevonden is en ook nog niet gezocht wordt. 

De harde feiten liggen er dus. Het eindverslag van de informateur laat aan duidelijk niet te wensen over. SP en PvdA willen niet, nu niet, nooit. Daar moet ik dan maar nu niet en nooit van uitgaan. Het is natuurlijk de goden verzoeken om te hopen op een noodtoestand om de heer Asscher alsnog binnenboord te krijgen. Daarbij kreeg ik het beeld dat de Belgen ons met de cavalarie te geit zouden binnenvallen. Nou, laten we daar dan maar niet op hopen. 

Kiezers hebben mijn partij een flink mandaat gegeven, om te regeren en niet om aan de kant te blijven staan. Het is dan ook niet mijn intentie hen teleur te stellen. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het zoals het kan. Dan gaan wij voor het meest werkbare alternatief: de combinatie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Wij hebben de mensen voorgehouden dat het land gediend is met samenwerken, met een stabiel kabinet vanuit het midden, dat progressief en conservatief verbindt. Ik mag dan als pragmatisch te boek staan, maar aan dat ideaal houd ik vast. De basis waarop een kabinet van deze samenstelling berust, is wankel. Een comfortabele meerderheid in beide Kamers ontbreekt. Het evenwicht tussen progressief en conservatief dreigt uit balans te raken. De waarborgen voor meer stabiliteit en meer evenwicht moeten liggen in een regeerakkoord, een akkoord waarmee de coalitie verder kan kijken dan de eigen fracties en de eigen achterban, een akkoord waarmee kabinet en coalitiepartijen door hun houding en uitstraling en door beleid tegenstellingen in de politiek en in de samenleving kunnen en willen overbruggen. Het kan een stabiele, vruchtbare kabinetsperiode opleveren. Het zal in ieder geval het dualisme tussen Kamer en kabinet ten goede komen. 

We gaan de volgende fase in, helaas zonder de bezielende leiding en begeleiding van informateur Tjeenk Willink. Hij heeft ons tot hier gebracht. Er is geen overtreffende trap voor mijn eerder uitgesproken waardering. Het was formidabel en dat blijft het. Mijn fractie dankt hem en zijn staf. 

Mensen gaan binnenkort met vakantie, in de afwachting dat het daarna geregeld is daar, in Den Haag. Het wordt ook tijd. Als ik ergens aan begin, dan wil ik ook dat het slaagt. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik niet altijd mijn zin krijg. Er mislukt weleens iets. Ik wil maar zeggen: als dat gebeurt, ligt het niet aan mij en zeker niet aan de heer Zalm, als de Kamer hem benoemt tot informateur. Ik ken hem uit een ver verleden als een zeer vasthoudend man. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Er zijn al veel woorden van waardering uitgesproken aan het adres van de informateur. Ik sluit mij daar graag bij aan. Zijn systematische en minutieuze manier van werken, die ik een tijd heb mogen meemaken, was een inspiratie en heeft ervoor gezorgd dat nu vier partijen gaan onderhandelen: de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie. Deze rechtse en middenpartijen gaan samen proberen om een kabinet te formeren. Dat brengt je al snel bij een centrumrechts kabinet. Des te blijer was ik te lezen dat dit kabinet rechts en links, progressief en conservatief met elkaar wil verbinden. Als je dat wilt, vraagt het om een kabinet dat meer doet dan een optelsom van maatregelen opschrijven in een regeerakkoord. Het moet een kabinet zijn dat een gedeelde visie heeft op de samenleving, de rol van de overheid en de toekomst van Europa. Ik hoop van harte dat de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie tot die gedeelde visie kunnen komen. 

Het volgende kabinet staat voor grote opgaven. Het is al vaak gememoreerd. Denk bijvoorbeeld aan het tegengaan van de opwarming van de aarde. Terecht zei de heer Tjeenk Willink tijdens de persconferentie op 31 mei dat de uitvoering van de klimaatakkoorden van Parijs ingrijpende gevolgen zal hebben voor het hele stelsel van productie, distributie en consumptie. Het niet of niet tijdig uitvoeren leidt tot grote natuurcatastrofes. Dat vraagt om een kabinet dat keuzes durft te maken en zich niet verschuilt achter de Europese Unie. 

Ik denk ook aan de grote sociaal-economische onzekerheid van mensen, de toenemende inkomensongelijkheid en de elkaar in rap tempo opvolgende ontwikkelingen in de Europese Unie. Deze opgaven vragen om een breed draagvlak in de Tweede Kamer, niet alleen vanwege de krappe meerderheid in zowel de Eerste als de Tweede Kamer van de vier partijen die nu gaan onderhandelen, maar vooral omdat deze opgaven verder reiken dan één kabinet. Dat vraagt om ruimte voor overleg tussen kabinet en Kamer. De heer Buma zei al dat dit een gedeelde verantwoordelijkheid is van de coalitie en de oppositie. Die verantwoordelijkheid zullen wij nemen. GroenLinks zal zich als altijd constructief opstellen. Wij voeren geen oppositie tegen een kabinet, wij voeren oppositie voor onze idealen. Ik wens de onderhandelaars van de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie de komende tijd veel wijsheid toe. 

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Allereerst dank ik de informateur, de heer Tjeenk Willink, hartelijk voor zijn werk, voor zijn manier van werken en voor zijn verslag. Ik kan me volledig aansluiten bij de eerdere complimenten van collega's. 

"Een regering vormen is meer dan tot 76 zetels tellen." Deze wijze woorden sprak de heer Tjeenk Willink vorige week. Een regering vormen is afspraken maken over de inhoudelijke koers van het land. Hoe gaan we de tweedeling aanpakken? Hoe winnen we het vertrouwen van mensen terug? Hoe versterken we de gemeenschapszin? Hoe versterken we de overheid? 

Vanaf het begin van de formatie werd op zoek gegaan naar een vierde partij die zou willen toetreden tot het rechtse blok van VVD, CDA en D66. GroenLinks heeft dit tot twee keer toe geprobeerd, maar het is tot twee keer toe niet gelukt. Nu gaat de ChristenUnie het proberen. Makkelijk zal het niet worden. Er zijn grote inhoudelijke verschillen tussen deze partijen, zoals we ook eerder zagen tijdens een afspraak tussen de heer Segers en de heer Pechtold. Ik ben dus benieuwd waar dit toe zal leiden. Na de stemmingen van gisteren en de woorden van de heer Rutte in de eerste termijn houd ik echter mijn hart vast. Wat voor kabinet gaat dit worden? Kregen we gisteren alvast een voorproefje: bonussen omhoog en het eigen risico niet omlaag? We wachten het af. 

Veel mensen verwachten van een nieuw kabinet ook een verandering van koers, namelijk minder markt en meer menselijkheid, minder tweedeling en meer solidariteit, investeringen in de samenleving en in elkaar. Ons land heeft een kabinet nodig dat de democratie versterkt en mensen meer zeggenschap geeft op hun werk en in hun buurt. Mensen moeten kunnen rekenen op de overheid voor zorg, een betaalbare woning en een veilige en leefbare wijk. De verschillen in inkomen zouden kleiner moeten worden. De rechten en zekerheid van werknemers zouden versterkt moeten worden en de macht van het kapitaal zou aan banden gelegd moeten worden. Het is echter maar de vraag of dat met deze centrumrechtse combinatie mogelijk is. De komende weken zullen we dat zien en zullen we zien of er een akkoord komt. Ik geef deze partijen alvast mee dat wij, als ze eruit komen, alle voorstellen die de menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit bevorderen actief zullen steunen. Alles wat daartegenin gaat, zullen we echter bestrijden. Mogelijk wordt de heer Zalm vandaag gekozen tot nieuwe informateur. De SP wordt daar niet vrolijk van. Van een oud-bankier, Shell-commissaris en neoliberale minister van Financiën die Schiphol wilde verkopen, uitkeringen wilde privatiseren, aan de wieg stond van het dereguleren van de financiële sector en een DSB-verleden heeft, verwachten we geen nieuw investeringsprogramma, groene politiek of sociaal beleid. Maar uiteraard is het een keuze van de onderhandelende partijen. Wij hadden liever gezien dat de heer Tjeenk Willink was doorgegaan. Mijn vraag aan hem is: is hij daarvoor überhaupt gevraagd? Wij zullen dan ook niet enthousiast reageren en het dus ook niet steunen dat de heer Zalm de volgende informateur wordt. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik wil niet verhullen dat toen ik het had over partijen die schadevrij naar de zijlijn proberen te manoeuvreren, ik daarbij met nadruk ook aan de SP dacht. De manier waarop de heer Roemer nu het woord voert, bewijst dat ook, want er is nog helemaal geen coalitie, maar de heer Roemer zegt wel wat er fout gaat worden aan die coalitie. Ik vraag hem het volgende. Als u nu terugkijkt op de keuze die u hebt gemaakt om te proberen schadevrij naar de zijlijn te gaan, hebt u dan niet achteraf toch het gevoel dat het voor uw kiezers veel beter was geweest als u had meegedaan om uw idealen nu eens voor het eerst ook in een kabinet tot uitdrukking te brengen? 

De heer Roemer (SP):

Ik had dat graag gedaan, maar u hebt zelf die deur dichtgegooid. U verwijt anderen een heleboel, maar u gooit de deur naar rechts en naar links dicht. Ik snap dat u graag een coalitie wilt met een rechts motorblok, maar verwacht niet van de meest linkse partij in deze Kamer om gewillig aan te schuiven en rechts beleid voor de komende jaren te gaan steunen. Nee, ik heb daar geen spijt van. Vraag dan ook aan alle kiezers van de Partij van de Arbeid wat dat heeft opgeleverd in de afgelopen jaren. Ik sta voor mijn idealen en voor mijn keuze. Als ik in een kabinet wil gaan zitten, wat ik graag wil, dan wil ik ook tot een verandering van koers, een verandering van uitgangspunten komen. Maar dat gaan wij niet realiseren met een blok van 14 tegen 71. Daar begin ik niet aan omdat dat een onhaalbare kaart is en omdat dat ook niet overeenkomt met wat wij de kiezers tevoren hebben beloofd. Wij zijn in ieder geval een partij die die belofte waarmaakt. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik sta even te denken hoe je dat doet, een belofte waarmaken zonder daadwerkelijk iets in beweging te zetten. Want dat is natuurlijk het gemakkelijke wat u doet. U gaat vanaf dag één ongetwijfeld al uw idealen verwezenlijken, maar door het omhoogsteken van een vinger verandert u de wereld die u had kunnen veranderen niet. Wat ik het raarste vind — dat leidt tot de vraag die ik daarop wil laten volgen — is dat u hebt gezegd: ik wil niet met de VVD. Nu heeft de informateur u gevraagd een brief te schrijven. Dat is uiteindelijk gebeurd in een, als ik het goed begrijp, mondeling verhaal van u, dat vervolgens is opgeschreven. Daarin schrijft u dat u niet met de VVD wilt samenwerken omdat deze partij op basis van haar grondbeginselen de architect is van een enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts. "Grondbeginselen"; dat kan ik maar op één manier lezen. Zolang de VVD haar grondbeginselen niet aanpast — ik weet niet wanneer die partij dat gaat doen, in uw richting denken — zal de SP nooit in een coalitie gaan zitten waarin ook de VVD zit. 

De heer Roemer (SP):

Ik vind dit een buitengewoon goed advies van u aan de VVD. Laat die partij dat inderdaad vooral gaan doen. Wat u hier eigenlijk wilt zeggen, is dat het voor de kiezer niet uitmaakt op welke partij die gaat stemmen, en dat we hier met 150 leden zitten die allemaal gemakkelijk bij elkaar kunnen aanschuiven, alsof wij geen grote idealen hebben die fundamenteel anders kunnen zijn dan die van een ander. Als u in het midden zit en u wilt met iedereen kunnen samenwerken, een beetje met deze en een beetje met die, is dat uw keuze. Wij hebben een helder uitgangspunt, een helder beeld van de samenleving, de economie, en een helder mensbeeld. En ja, dat staat haaks op wat de VVD van deze samenleving wil maken en er de afgelopen 30 jaar van heeft gemaakt. Dan moet u het niet gek vinden dat ik zeg dat ik, als ik daadwerkelijk van koers wil veranderen, dat niet ga doen met de founding fathers van dat neoliberale beleid. Ik had het graag op een andere manier gedaan. Ik had het graag ook met uw partij gedaan. U hebt zelf die deur dichtgegooid. Dat mag, maar wij hebben het geprobeerd. 

Dan nog één opmerking. Het getuigt ook van dedain om te zeggen dat je vanuit een sterkte oppositierol niks voor elkaar kunt krijgen. Het feit dat wij het hier nu, op een enkele stem na, bijna voor elkaar hadden gekregen om het eigen risico in de zorg te verlagen — wat uw partij nog steeds heeft geblokkeerd, terwijl u dat in het verkiezingsprogramma had staan — laat zien wat je kunt doen met een sterke oppositie als je de samenleving meeneemt en mobiliseert. Sinds wij die strijd zijn aangegaan, hebben steeds meer partijen ons standpunt overgenomen dat dat eigen risico iets is wat we moeten afschaffen. Dus ja, ook vanuit de oppositie kun je een heleboel bereiken, maar ik ga mijn beginselen niet overboord gooien om aan te schuiven bij een rechts beleid. Daarvoor is de SP niet opgericht. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dank overigens voor het applaus dat ik nu hoor vanaf de SP-bankjes. Als het zo is dat de heer Roemer de kracht van zijn argumenten straks gaat afmeten aan hoe dicht hij bij de meerderheid komt, dan gaat hij met deze coalitie heel veel succes boeken. 

De heer Roemer (SP):

Misschien moet u zich eens aan de afspraken houden met uw kiezer. U had het in het verkiezingsprogramma staan. U stemt tegen. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Mijn vraag aan u is de volgende. Als het zo fundamenteel is dat het over de grondbeginselen van de VVD gaat, hoe kan het dan dat overal in Nederland SP'ers, afwijkend blijkbaar van u, op basis van diezelfde grondbeginselen samenwerken in coalities met de VVD? Dat gebeurt in Amsterdam, Zuid-Holland, Brabant en ik weet niet in hoeveel steden. Het is van tweeën een. Of je werkt samen en dan accepteer je de grondbeginselen. Of je accepteert de grondbeginselen niet en dan kun je niet samenwerken, ook niet op lokaal niveau. 

De heer Roemer (SP):

Daar ga ik zelf over. Dat is één. Twee: het is leuk geprobeerd. Hier namelijk, in deze Kamer, bepalen wij de grote uitgangspunten van beleid. Op lokaal niveau gaat het vooral om de uitvoering van beleid en hoe je dat vorm gaat geven. Dat is een totaal andere situatie. Ik heb het zelf ervaren op lokaal niveau in een coalitie waar ik samen met de VVD heb gewerkt, wat toen uitstekend is gegaan; een man een man, een woord een woord. Dat siert ze. Hier gaat het over de fundamentele uitgangspunten van beleid op het gebied van de economie, van de overheid, van publieke diensten zoals zorg en onderwijs, en van al dan niet nivelleren. Dat zijn de grote zaken waar het hier over gaat. Wij gaan hier ook over grote internationale vraagstukken zoals de interventiepolitiek in het Midden-Oosten, Als je dan constateert dat de uitgangspunten van beleid tussen de SP en de VVD mijlenver uit elkaar liggen, dan is het echt een illusie om te veronderstellen dat je er samen ergens in het midden uit zou kunnen komen. Of het is dan een nietszeggend iets. Of we verkwanselen onze eigen uitgangspunten, en dat ga ik toch echt niet doen, mijnheer Buma. 

De voorzitter:

Laatste opmerking, mijnheer Buma. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dan moet ik erkennen dat er een veel groter fundamenteel verschil is tussen het CDA en de SP dan ik altijd dacht, want voor een CDA'er, op welk niveau die ook zit, gelden de grondbeginselen. Ik veronderstel dat ook de andere partijen uitgaan van hun eigen grondbeginselen. Als ik zeg dat ik niet wil samenwerken op basis van een grondbeginsel dan geldt dat overal. Als ik zeg dat het wel kan, dat geldt dat ook overal. 

De heer Roemer (SP):

Ik wens u succes. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Als het om de grondbeginselen gaat van de VVD en niet het beleid dat we de afgelopen vier jaar hebben gevoerd, is mijn vraag waarom de heer Roemer zowel in de aanloop naar de verkiezingen van 2010 als in de aanloop naar de verkiezingen van 2012 het initiatief genomen heeft om met mij te lunchen om te praten over mogelijke samenwerking na die verkiezingen. 

De heer Roemer (SP):

Omdat wij op dit moment nadrukkelijk de keuze gemaakt hebben dat de koers nu echt veranderd moet worden, dit mede ingegeven door de ervaring van de afgelopen vier jaar waarin VVD en PvdA bij elkaar aan tafel gingen zitten en samen in een kabinet gingen zitten. Dan zie je wat het in de praktijk betekent als je zulke grote fundamentele verschillen bij elkaar in een kabinet zet. Of grote onderwerpen worden niet opgelost, of je gaat ergens zo halverwege zitten dat je eigen achterban je niet meer herkent. Dat heeft de Partij van de Arbeid gemerkt met haar verlies maar dat heeft ook de VVD gemerkt met haar verlies. Je zag het al direct toen het kabinet er nog maar een paar weken zat en er gesproken werd over de inkomensafhankelijke bijdrage in de zorg en wat dat teweegbracht in uw eigen achterban, waar het om een fundamenteel verschil van mening zou gaan. Dat heeft ons de ogen geopend. Daarom hebben we gezegd dat we de komende tijd die olietanker naar een andere haven willen laten gaan. Dat betekent dat je fundamenteel de koers moet gaan veranderen op essentiële onderwerpen, zoals hoe we de samenleving organiseren, hoe we de overheid organiseren, hoe we omgaan met publieke diensten en hoe we omgaan met de economie en met inkomenspolitiek. Ik wil met liefde en plezier een keer met u een hapje gaan eten en iets gaan drinken en dan pakken we deze onderwerpen erbij en dan weet ik zeker dat we binnen tien minuten zeggen: aardige man die Roemer, aardige man die Rutte, we kunnen het over van alles hebben, maar als we er over deze onderwerpen samen uit moeten komen, dan gaat dat 'm echt niet worden. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik vind dit, heel eerlijk gezegd, een zwak antwoord. De vraag was niet of de heer Roemer het beleid van dit kabinet verkeerd vindt en zegt: dat beleid vind ik fout, daar heeft de VVD aan bijgedragen en dus wil ik niet met de VVD regeren. Dat zou nog kunnen. Hij zegt dat het hier gaat om de grondbeginselen. Die grondbeginselen van de VVD liggen vast sinds 1948, die zijn echt in al die jaren niet fundamenteel veranderd, en zeker niet in de afgelopen tien tot vijftien jaar. 

Ik stel nog een keer de vraag. Als het nu om de grondbeginselen gaat en die grondbeginselen het probleem zijn, dan praat je dus over een fundamenteel, bijna een principieel probleem. Als dat nu ineens de reden is, waarom werd dan het initiatief genomen om voor de verkiezingen van 2010 en 2012 samen te lunchen om te praten over een mogelijke samenwerking na die verkiezingen en om nu te zeggen: ik doe dat niet meer? Ik herhaal dus mijn vraag en hoor nu graag het echte antwoord. Of — als ik de heer Roemer een beetje mag helpen —heeft hij gewoon een fout gemaakt tijdens de verkiezingscampagne? Heeft hij zich overschreeuwd en heeft hij zich daarmee in een hoek geverfd? 

De heer Roemer (SP):

Dat laatste is absoluut niet het geval. Ik denk namelijk dat het een keer de hoogste tijd wordt dat verkiezingen gaan om een fundamentele keuze, en niet om het plakken van een pleistertje hier of het erbij doen van een extra kwartje of dubbeltje daar. Het gaat om de uitgangspunten, om de koers van het beleid voor de komende vier jaren. Het was juist een goede keuze om te zeggen: kies je ervoor om door te gaan met het neoliberale beleid van de afgelopen 30 jaar onder leiding van de VVD, of durf je voor de verandering te gaan, en dan zal het een kabinet moeten worden met de SP. Maar die twee samen in één kabinet, dat zal echt niet gaan. Dan krijg je niet een verandering van koers. Of een van de twee partijen of beide partijen zijn ongeloofwaardig voor hun eigen achterban. En daar kies ik niet voor. 

De heer Asscher (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Ik dank de informateur. Ik had niets minder van hem verwacht. 

Ik heb genoten van het ironische betoog van Sybrand Buma. Het is mooi om hier De Speld te citeren en daarna vanaf de kansel je toorn uit te storten over goedkope oppositie in tijden dat het landsbelang vraagt om mee te doen. Prachtig! Dat kan zo in de krant. Ik vind zelf de aflevering van De Speld mooier waarin staat: Jesse Klaver boos op achterban; had toch gewoon PvdA gestemd! Ik ben een liefhebber van galgenhumor. Die deed het goed bij ons. 

Ik heb ook in dankbaarheid geluisterd naar het betoog van Alexander Pechtold, die hier zijn eigen moed stond te prijzen en daarna zei dat oppositie voeren toch vooral luwte en stilte betekent. Zo heb ik zijn taakopvatting niet helemaal beleefd in de afgelopen jaren. Ik kan hem geruststellen: zo zal ik het ook niet doen. 

Het nieuwe kabinet, geen Groen Rechts maar Rechts met den Bijbel, verdient een kans om op de grote vragen van deze tijd een antwoord te formuleren. En ze zijn langsgekomen: migratie, klimaat, Europa. Ik denk dat het belangrijk is dat men ook probeert om een antwoord te geven op de vragen die veel kleiner, veel directer in de levens van mensen spelen. Hoe gaan we werkzekerheid vormgeven in een tijd van robotisering en enorme veranderingen? Hoe zorg je voor veiligheid in een wereld die zo onrustig is? Hoe zorg je voor zekerheid dat er straks ook goede zorg is voor jezelf of voor je ouders? 

Als er kan worden gezorgd voor nieuwe bescherming, nieuwe zekerheid en nieuwe veiligheid, dan komt vooruitgang vanzelf. Dan komt het optimisme terug. Aan de voorstellen die daaraan bijdragen, zal de Partij van de Arbeid steun verlenen. En voorstellen die daar afbreuk aan doen, daar zal de Partij van de Arbeid tegen strijden. Ik wens de onderhandelende partijen, alle vier, veel wijsheid. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Op 16 maart wandelden hier 5 leden van de fractie van de ChristenUnie binnen. Heel wat minder dan 33, maar ook minder dan 14 en zelfs minder dan 9. We zijn een kleine fractie met grote idealen. Vandaag zetten we als ChristenUnie de stap naar voren en spreken we de bereidheid uit om te gaan onderhandelen met de fracties van VVD, CDA en D66. Dat is een stap op een weg vol uitdagingen omdat wij vier heel verschillende partijen zijn. Maar wij zetten die stap vol overtuiging. Ik geef toe dat de rijsttafel van collega Pechtold daarbij heeft geholpen, maar ik zet die stap vooral omdat wij werk willen maken van onze idealen. 

De informateur concludeert in zijn verslag dat de combinatie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie de laatste mogelijkheid is voor een meerderheidscoalitie. We hebben allemaal kunnen zien dat het vanaf 16 maart niet eenvoudig is geweest om tot een werkbare meerderheidscoalitie te komen en we zijn er nog altijd niet. Dat zegt iets over de politieke polarisatie van deze tijd, over de moeite die het ons kost om wel samen te werken, om wel compromissen te sluiten, om wel verantwoordelijkheid te dragen. 

Ook nu blijken vier partijen bereid te zijn het opnieuw te wagen. Vier partijen die in plaats van het blijven uitvergroten van de verschillen vanaf nu op zoek gaan naar dat wat hen samenbindt. Het is, zoals de informateur terecht schrijft, de reflectie van wat Nederland groot heeft gemaakt, namelijk de wil om met elkaar samen te werken omdat er anders geen ruimte meer is om van elkaar te kunnen verschillen. Daarbij hoop ik ook op beleid dat in deze Kamer wordt gesteund door meer dan de helft plus een. Ik hoop oprecht op brede samenwerking. 

Kabinetsdeelname en politieke samenwerking zijn geen doel op zichzelf. Voor de ChristenUnie is een eventuele kabinetsdeelname een middel om onze idealen een stapje dichterbij te brengen. Zo willen wij ons sterk maken voor de toekomst van onze kinderen, voor hun onderwijs, voor schone lucht, schone energie en een goed klimaatbeleid. Zo willen wij ons sterk maken voor een rechtvaardige samenleving waarin iedereen meetelt, ongeacht je leeftijd, je afkomst, je levensovertuiging, of je nu ziek of gezond bent. Zo willen wij opkomen voor vrijheid, onze vrijheid die in een tijd van aanslagen en terreur steeds minder vanzelfsprekend wordt. 

Ik wil de informateur graag hartelijk danken voor zijn indrukwekkende werk. Ik kan mij goed vinden in het eindverslag dat hij heeft afgeleverd. Ik wil hem danken voor zijn geduld, zijn precieze werkwijze waarmee hij niets heeft geforceerd, maar die er wel toe heeft geleid dat wij uiteindelijk conclusies hebben getrokken die ik — ik geef dat ruiterlijk toe — aan het begin van zijn werk als informateur nog voor onmogelijk had gehouden. Een klein wonder heeft plaatsgevonden. We gaan onderhandelen, op naar een groter wonder, een nieuw kabinet. We gaan praten zonder garantie op succes, maar met de wil om eruit te komen. Op hoop van zegen. Dank u wel. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik wil de heer Tjeenk Willink ook hartelijk danken voor zijn inspanningen. Zijn missie was in eerste aanleg om tegenstellingen die als onoverbrugbaar gezien werden, tijdelijk weg te nemen. Bij het begin van zijn opdracht was de heer Tjeenk Willink buitengewoon helder over het belang van een groen kabinet. Hij zei: "Het niet of niet op tijd uitvoeren het Klimaatakkoord van Parijs zal leiden tot natuurcatastrophes." Grote woorden, maar in dit geval zeer terecht. Het klimaatprobleem neemt ongekende proporties aan en is niet meer te voorkomen met een polderakkoord. We hebben revolutionaire oplossingen nodig en geen rekensommetjes over krappe meerderheden in dit huis of in de senaat. Vooraanstaande leden van het CDA en de VVD weten dat, maar vinden daarvoor bij hun partijleiders helaas geen gehoor. Hoe kunnen klimaatvriendelijke partijen als D66 en de ChristenUnie de illusie hebben om samen te regeren met het CDA, dat het klimaatprobleem bagatelliseert en vandaag niet eens noemt bij de grote zorgen die er in de wereld leven en dat ook de bio-industrie ongemoeid wil laten. Het betekent dat de beoogde coalitie vrijwel onmogelijk tot een klimaatbeleid zal kunnen komen dat ten minste even ambitieus is of bij voorkeur ambitieuzer dan het akkoord van Parijs. 

Het is meer dan wrang dat de heer Tjeenk Willink, die zeer doordrongen is van de ernst van het klimaatprobleem, wordt vervangen door een informateur van de VVD die als bonenteller bij DSB en het CPB heeft bewezen van alles de prijs te weten, maar van niets de waarde. De heer Zalm groeide op als zoon van een kolenboer. Via een politieke carrière bij de VVD heeft hij het eerst tot directeur van het CPB, daarna tot hoofdeconoom van een Dirk Scheringabank en nu tot voorzitter van de raad van bestuur van ABN AMRO geschopt. Tevens is hij commissaris bij Shell, het bedrijf waarvan de topman heeft gezegd dat de opwarming van de aarde de waarde van Shell niet eens zal aantasten. De nieuwe informateur is bij uitstek een exponent van het oude fossiele denken. 

Uit de biologie weten wij dat de zalm na het paaien sterft van inspanning. Een lot dat wij de nieuwe informateur allerminst toewensen. Maar wij zijn in het geheel niet gerust op het slagen van de informatie door deze in het fossiele tijdperk gevormde romantische boekhouder. 

Onze oproep aan de Tweede Kamer is om de gezamenlijke opgave, voortvloeiend uit het klimaatvraagstuk, als hoogste prioriteit te beschouwen. Wij moeten allemaal onze verantwoordelijkheid nemen om dit partijoverstijgende thema verankerd te krijgen in alle debatten en overleggen die wij met het toekomstige kabinet voeren. Wij roepen de formerende partijen op hetzelfde te doen, door in hun akkoord vergaande tussentijds afrekenbare klimaatdoelen op te nemen. 

In dat kader ben ik voorts van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie. 

De heer Krol (50PLUS):

voorzitter. Ook 50PLUS dankt de informateur voor zijn werkzaamheden en zijn uitgebreide eindverslag. Opnieuw bewijst hij dat hij de titel erekoning echt wel waardig is ... Ik zei "erekoning", maar bedoelde onderkoning. Maar dat begreep u wel. Van die onderkoning even naar de echte Koning. Ik maak mij zorgen over de vraag wat zijn boodschap moet zijn op Prinsjesdag. Welke plannen moet hij straks voorlezen en van wie? Worden dat de plannen van alleen de VVD, van de VVD en de andere onderhandelende partijen of toch van de VVD en de Partij van de Arbeid? Dat alles is slecht voor het beeld dat mensen thuis van ons hier hebben. En dat beeld is al niet te best. Het wordt er door alle getreuzel — wij zijn al ruim honderd dagen verder — zeker niet beter van. Ik kan mij voorstellen dat veel kiezers niet begrijpen waarom een formatie zo lang moet duren. 

Wat ons bovendien stoort is het feit dat opnieuw, net als enkele weken geleden, de volgende informateur al is aangewezen voordat de Kamer erover heeft gesproken. Wij vernamen het eerst in de media en lezen het nu in het eindverslag. Mag de Kamer er nog over meepraten en meebeslissen? 

Nieuw in deze ronde was het uitsluiten van partijen, nu zwart op wit, op papier. 50PLUS meent dat het op voorhand uitsluiten niet past in ons bestel. Ons bestel, met zo veel partijen en even zoveel programma's, is gebouwd op de traditie van samenwerken en polderen; niet op het op voorhand uitsluiten van grote partijen en daarmee miljoenen kiezers. 

Wat 50PLUS waardeert in de conclusie van de heer Tjeenk Willink is zijn streven om partijen ervan te doordringen dat sommige problemen langer spelen dan de periode waarin een nieuw kabinet zal aanblijven. De zorg dat wij hier te vaak bezig zijn met de waan van de dag deelt 50PLUS. Om verder te kunnen kijken is het nodig dat de nieuw te vormen regering ook de verlangens en ideeën van de oppositie serieus neemt. Mede daarom zouden wij willen pleiten voor een kort regeerakkoord. Stel hoofdlijnen vast waarover overeenstemming bestaat. Dat kan snel, zonder de zorgvuldigheid geweld aan te doen. Toon lef en laat geschilpunten open. Leg die voor aan de volksvertegenwoordiging. Voor grote kwesties dus zo snel mogelijk, voor andere zaken op het moment dat ze aan de orde zijn. Laten wij daar samen over debatteren hier in de Kamer en daarna een democratisch besluit nemen. 

Nog een tip: houd op met die gekkigheid van het formeren op een geheime plek. Daar is ons land te klein voor. Binnen een uur is de plaats bekend. Wij hebben geen behoefte aan een nationale speurtocht door de media. Mocht ook nu het beoogde viertal er niet uitkomen, herhaal ik de mogelijkheid van een kabinet dat kan steunen op 75 zetels. Geen meerder- en geen minderheid, maar ook met een minderheidskabinet heeft 50PLUS geen probleem. Dat veel liever dan eindeloos formeren. Mocht het tot een minderheidskabinet komen, toon dan vertrouwen in deze Kamer. Laat de volksvertegenwoordiging meepraten en meebeslissen, zo eren we met elkaar de democratie en winnen we wellicht een deel van het vertrouwen van de kiezer terug. 

Tot slot. Bij het resultaat van de onderhandelingen verwachten wij ook de visie terug te zien van het verlagen van de AOW-leeftijd, het behoud van ons fantastische pensioenstelsel en het bestrijden van de langdurige werkloosheid, met name onder ouderen. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Al snel na de verkiezingen van 15 maart, nu alweer meer dan honderd dagen geleden, kwamen twee varianten voor een meerderheidskabinet bovendrijven: VVD, CDA, D66 met GroenLinks of met de ChristenUnie. De eerste variant met GroenLinks is inmiddels twee keer tevergeefs geprobeerd. De combinatie met de ChristenUnie, die onze voorkeur heeft, gaat nu onderzocht worden. Het is een goede zaak dat de obstakels hiervoor zijn weggenomen. Nu op de langste dag van het jaar D66 het licht heeft gezien, is het pad geëffend voor inhoudelijke besprekingen. 

Ik dank de informateur Tjeenk Willink voor zijn eindverslag, zijn waardevolle bijdrage aan het vlottrekken van het informatieproces. Ik vond het ook heel nuttig om in een sessie met partijen die niet aan de onderhandelingstafel zitten, na te denken en onderwerpen te kunnen noemen die wij belangrijk vinden voor een breed draagvlak voor juist ook toekomstige uitdagingen. We hebben vanuit de SGP in dit kader naast de al genoemde onderwerpen ook aandacht gevraagd voor de internationale veiligheid, een belastingstelsel dat aansluit bij de participatiesamenleving en de bescherming van kwetsbaar leven. 

Terecht schrijft ook de heer Tjeenk Willink in zijn eindverslag: formeren is meer dan optellen tot 76 zetels. Een van de in het verleden opgedane formatiewijsheden is dat wederzijds vertrouwen en een goede verstandhouding minstens zo belangrijk zijn als programmatische overeenstemming en getalsmatige meerderheiden. Om die reden zat immers het wankele kabinet Van Agt/Wiegel de volledige rit van vier jaar ooit uit, en sneefde het stevige kabinet Van Agt/Den Uyl, 109 zetels, al na een half jaar. Het lijkt mij een belangrijke opdracht voor het kabinet om voor noodzakelijke veranderingen ook een breder draagvlak te krijgen dan de minimale 76 zetels, niet alleen voor klimaat en migratie, maar ook voor bijvoorbeeld de broodnodige versterking van onze defensie. Voor een ondernemer die wil investeren in duurzaamheid en voor investeringen in veiligheid is het essentieel dat er geen jojobeleid wordt gevoerd en dat je weet waar je aan toe bent. Waar zij, en velen met hen, behoefte aan hebben, is duidelijkheid voor nu en later. 

Ik wens de nieuwe informateur, die waarschijnlijk Zalm gaat heten, en de onderhandelaars veel geduld, wijsheid en doorzettingsvermogen toe. Nu er inmiddels toch al aardig wat onaardige dingen over de nieuwe informateur zijn gezegd, wil ik daar nog wat positievere noten tegenoverzetten. Ik heb hem leren kennen als iemand met veel gevoel voor humor, ook wel nuttig in een informatieproces. Hij heeft hier een lange ervaring en is uitstekend in staat om zich te verplaatsen in het gedachtengoed van partijen die niet de zijne zijn. Dat mevrouw Thieme van de Partij voor de Dieren zo afgaf op Zalm, verbaast mij, want de zalm is toch bij uitstek het dier dat zo goed tegen de stroom in kan zwemmen. Hebben dat niet juist meer nodig in deze tijd? 

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Ik begin met een citaat. "Overheden en burgers leven in een wereld die haar oorsprong en bestemming in God heeft. De overheid kan daarom niet neutraal zijn, maar behoort te erkennen dat Christus Koning is [...]. Onze grondwet behoort daaraan uitdrukking te geven. In een vrije samenleving met een grote verscheidenheid aan opvattingen geeft de overheid goede leiding wanneer zij haar beleid voortdurend toetst aan de Bijbel. De overheid ziet erop toe dat de media de eer van God respecteren. De wetgeving waarborgt de volledige bescherming van het leven van mensen vanaf de bevruchting tot het natuurlijke levenseinde." Dit is een citaat uit het beginselprogramma van de ChristenUnie, de partij waarmee D66 tóch wél gaat onderhandelen. Het voorgaande gehoord hebbende, vraag ik mij af hoe de progressieve Pechtold aankijkt tegen een overheid die haar beleid voortdurend moet toetsen aan de bijbel. Ik vraag mij af hoe Pia Dijkstra, die campagne voerde voor een vrijwillig levenseinde, aankijkt tegen de volledige bescherming van het leven. Ik vraag mij af hoe Bas Paternotte, mediawoordvoerder … 

De voorzitter:

Jan Paternotte. 

De heer Kuzu (DENK):

Jan Paternotte, excuus. Ik vraag mij af hoe Jan Paternotte, mediawoordvoerder, aankijkt tegen een overheid die erop toeziet dat de media de eer van God respecteren. Ik ben benieuwd. De kernvraag die DENK bij de nieuwe onderhandelingen heeft, is dan ook: wat is er veranderd bij D66? Wij roepen ertoe op, vaart te zetten achter deze kansloze onderhandelingen tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Wij roepen de PvdA nogmaals op om, als het uiteindelijk nodig is, het landsbelang boven het partijbelang te plaatsen en verantwoordelijkheid te nemen. Mede omdat het resultaat een kabinet zou zijn met slechts een Kamermeerderheid met één zetel. 

De voorzitter:

Was u bijna klaar? Nee hè? Dan krijgt de heer Pechtold het woord. 

De heer Pechtold (D66):

Ik laat het even op mij inwerken, maar ik ga nu toch ook een keer een kop koffie drinken met de heer Kuzu. Dat schijnt erg in te zijn en ik hou er zelf ook van. Als je jarenlang een kabinet van VVD en PvdA klakkeloos iedere week steunt en dan zo'n ongelooflijke draai maakt en je eigen partij begint, dan heb je vaardigheden waar ik graag eens een keer naar kom luisteren. 

De heer Kuzu (DENK):

De heer Pechtold is altijd van harte welkom om langs te komen en te leren hoe je je rug recht moet houden, om je eigen idealen vast te houden, om niet mee te gaan met de stroom maar echt te staan waar je daadwerkelijk voor staat. In die zin is hij van harte uitgenodigd om langs te komen en koffie te drinken. Dan kunnen we erover doorpraten. 

Daarom is het belangrijk om te kijken naar de meerderheid in de Kamer, een verschil van één zetel. Eén Kamerlid dat in de file staat kan in het slechtste geval tot de val van het kabinet leiden. Dat is, gezien de uitdagingen waar Nederland voor staat, niet in het landsbelang. Ik vraag de informateur om op deze broze meerderheid te reflecteren. 

De optie om deze broze meerderheid aan te vullen door op belangrijke thema's op voorhand steun te zoeken in de Kamer wijst DENK van de hand. Ten eerste hebben wij er geen vertrouwen in dat de VVD en het CDA een langetermijnperspectief kunnen ontwikkelen op de constant veranderende identiteit van Nederland die inclusief is. Ten tweede zit DENK niet in de Kamer om een rechts kabinet gedoogsteun te geven maar om een rechts kabinet inhoudelijk te bestrijden en het liefst zo snel mogelijk ten val te brengen. 

Tot slot, over de informateur. Wij danken de heer Tjeenk Willink van harte voor zijn inzet. De nieuwe informateur, überkapitalist Gerrit Zalm, is een van de laatsten waaraan wij denken als wij denken aan een nieuw kabinet dat werk maakt van het bestrijden van discriminatie en rascisme, het vergroten van de betaalbaarheid van de zorg, het waarborgen van de toegankelijkheid van het onderwijs en een kleinere inkomensongelijkheid. Daar is iemand met een sociale inborst voor nodig, geen bankier die recordhouder marktwerking en privatisering is. DENK zal zijn benoeming dan ook niet steunen. 

De voorzitter:

Ik geef tot slot het woord aan de heer Baudet van het Forum voor Democratie. 

De heer Baudet (FvD):

Voorzitter. Wat hier nu gebeurt in Nederland, hoe de democratie wordt gegijzeld en de bevolking buitenspel staat, is exact hoe ik het in mijn boek Breek het partijkartel! heb beschreven. Het is de reden dat FvD is opgericht. De frustratie onder de bevolking over het functioneren van het kartel is de verklaring voor ons succes. 

Op 15 maart heeft de kiezer gesproken. Wij zijn de 150 afgevaardigden, de vertegenwoordigers van de volkswil. Wij zijn soeverein en wij moeten als Kamer richting geven aan de koers van het land. Alle 150 hebben wij één stem en elke keer dat er op een onderwerp 75+1 stemmen zijn, kunnen wij op dat onderwerp een besluit nemen. Wij, wij 150, zouden dus gewoon moeten gaan stemmen over de belangrijkste onderwerpen en moeten aangeven wat in grote lijnen de richting wordt waar wij heen willen. Op sommige punten zal dat een meerderheid over links zijn en op andere punten meerderheid over rechts. Er is nu bijvoorbeeld een meerderheid voor een strikt immigratiebeleid. Laten wij daar dan onmiddellijk over stemmen. Er is ook een meerderheid voor investeren in politie en in onderwijs. Er is een meerderheid voor het terugdringen van de bureaucratie in de zorg en voor minder EU. 

Vervolgens zoeken wij experts, mensen met vakkennis uit de praktijk, om dat beleid verder uit te werken. De Kamer kan dan kritisch volgen of inderdaad de grote lijnen die zij eerder heeft uitgezet daadwerkelijk worden gevolgd. Zo hoort de democratie te werken. Iedereen mag dan meedoen. Alle 150 afgevaardigden hebben evenveel inbreng en je krijgt een optimale representatie van de volkswil. 

Maar wat gebeurt er? Als makke schapen laat deze Kamer zich buitenspel zetten door bizarre achterkamertjesgesprekken onder leiding van politici uit de tijd van onze ouders en grootouders. Het spijt me dat ik het zo moet zeggen — ik wil niet onbeleefd zijn — maar elk leiderschap ontbreekt. Elke ambitie ontbreekt. Jeroen Dijsselbloem moet nog tot januari 2018. Dan heeft hij zijn termijn als eurogroepvoorzitter afgemaakt. Mark Rutte moet nog tot november 2019. Dan komen nieuwe EU-topposities beschikbaar. Dat is wat er echt op het spel staat. 

Verder is men als de dood voor een echt debat, een echte botsing van meningen, een echte democratie. Daarom wordt de PVV dan ook uitgesloten. Een bizarre gang van zaken. Een flagrante schending van de democratie waarover nooit duidelijk verantwoording wordt afgelegd. Hoe lang duurt dat cordon sanitaire nog, als het aan VVD en CDA ligt? Wanneer is Wilders zijn proeftijd eens voorbij? Kunnen Rutte en Buma daar eens antwoord op geven of willen zij nooit met hem samenwerken? Die wel met die, die dan weer niet met die, breekpunten, papadagen, vertrouwensbouwgesprekken en rijsttafeltherapiesessies: formeren is dineren. Nederland is hier zo klaar mee. 

Ik veroorloof mij de gedachte dat u dit gebeuren hier eigenlijk ook beschouwt als een zinloos ritueel. Buiten deze zaal zegt men het ook gewoon tegen mij. Vele Kamerleden zeggen tegen mij dat ze er allang niet meer in geloven, in het debat hier in de Kamer, in de moeilijke formatiegesprekken, in de verkiezingsbeloftes, in de breekpunten en in de onderhandelingen. Deze debatten zijn toneelstukjes. Het is één grote poppenkast. Dit systeem is op. Helemaal op is het. Een voltooid leven. 

Nu komt men met oudgediende Gerrit Zalm aanzetten om de kartelkardinaal uit de middeleeuwen af te lossen. Zalm, die de geschiedenis ingaat als de man die altijd met gierend VVD-gehinnik onze prachtige gulden te goedkoop heeft ingewisseld voor de euro waardoor Nederlanders er honderden miljarden in koopkracht op achteruit zijn gegaan. Wat moet je idee zijn voor Nederland als je deze man nu van stal haalt? Wat hebben Rutte, Buma en Pechtold gedacht toen ze Gerrit Zalm voorstelden? Er kan maar één antwoord zijn: er is geen idee. De gevestigde partijen hebben helemaal geen ideeën meer, geen enkele ambitie. Leegte. Ja, ze roepen van alles in de aanloop naar de verkiezingen, maar een dag erna is men alles weer vergeten. Het CDA heeft in zijn verkiezingsprogramma staan dat het eigen risico met €100 omlaag moet. Gisteren stemde het CDA tegen de motie om het eigen risico met €100 te verlagen. De VVD voert campagne voor minder EU, maar tekent in de praktijk altijd voor meer. 

Dit is het partijkartel en dat partijkartel moet worden gebroken. Het is tijd voor een renaissance, een wedergeboorte van ons democratische bestel. Het enige dat hiervoor nodig is, is een mentaliteitsverandering. Vanmiddag zouden we nog kunnen beginnen met algemene stemmingen over de grote thema's, zoals immigratie. We kunnen vervolgens experts voordragen en hen op de ministersposten zetten. Zo ingewikkeld is het echt niet. Alle partijen kunnen meepraten en meedoen op voet van gelijkheid. Binnen een week hebben we een nieuw kabinet geformeerd in plaats van dit maandenlange formatiecircus. Dat is wat de Nederlandse kiezer van ons mag verwachten. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zie dat de heer Tjeenk Willink gelijk kan antwoorden. Het woord is aan de informateur. 

De heer Tjeenk Willink:

Mevrouw de voorzitter. Naar aanleiding van de vraag van de heer Kuzu kan ik zeggen dat ik niets heb toe te voegen aan het verslag dat ik aan de Kamer heb gezonden. Daar staat, denk ik, genoegzaam in wat er is bereikt aan consensus en wat de breedte is die wordt gezocht. Hiermee heb ik, naar ik hoop, bevredigend geantwoord op de vele andere vragen die er zijn gesteld. Ik dank de Kamer voor het in mij gestelde vertrouwen en de medewerkers voor hun formidabele inzet, en bovenal dank ik al mijn gesprekspartners in deze informatieronde, in het bijzonder de vijf fractievoorzitters van ChristenUnie, GroenLinks, D66, CDA en VVD. Zij hebben mijn werk als informateur aanzienlijk verlicht en aangenaam gemaakt. Gelukkig is het land dat over dergelijke integere en aardige politici beschikt. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk naar de Kamerleden of zij behoefte hebben aan een tweede termijn. Dat is het geval bij de heer Rutte namens de PVV, herstel, de VVD. Mijnheer Tjeenk Willink, u was zo kort dat ik even moest omschakelen. Het woord is aan de heer Rutte. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Voorzitter. Ik wil graag één motie indienen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

kennisgenomen hebbende van het eindverslag van informateur Tjeenk Willink en het daarin opgenomen advies met betrekking tot de kabinetsformatie; 

neemt de inhoud van dit advies over; 

wijst de heer Zalm aan tot informateur met als opdracht om, met inachtneming van dit verslag, de mogelijkheid te onderzoeken van een kabinet bestaande uit VVD, CDA, D66 en ChristenUnie dat streeft naar brede steun voor zijn beleid in de volksvertegenwoordiging en hierover verslag uit te brengen aan de Kamer met een advies over de voortgang van de kabinets(in)formatie, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mark Rutte. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 26 (34700). 

Dank u wel. Ik ga even het lijstje af om te bekijken wie er nog meer behoefte heeft aan een tweede termijn. Ik noem de namen niet op want ik merk het vanzelf wel. Ik zie niemand die het woord wil. Dan zijn we aan het einde gekomen van dit debat. 

Ik stel voor om binnen enkele minuten over de motie te stemmen, maar voordat we dat gaan doen, wil ik de heer Tjeenk Willink ontzettend bedanken voor de tijd die hij de afgelopen periode in de onderhandelingen heeft gestoken. Mijnheer Tjeenk Willink, ik zag gisteren een prachtige foto van u op de fiets op het Plein. Het was een mooi beeld: de klus is geklaard, ik ga lekker naar huis. Ik dank u hartelijk namens de gehele Tweede Kamer. 

(Geroffel op de bankjes) 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Na de schorsing stemmen we over de ingediende moties. 

De vergadering wordt van 13.12 uur tot 13.19 uur geschorst. 

Naar boven