10 Meerjarig Financieel Kader

Aan de orde is het VAO Meerjarig Financieel Kader (AO d.d. 14/06). 

De voorzitter:

Ik geef de heer Hijink het woord. 

De heer Hijink (SP):

Voorzitter. Wij hebben vorige week gesproken over het Meerjarig Financieel Kader, de begroting van de Europese Unie. In dat debat is ook gesproken over de kosten die her en der gemaakt worden voor de uitvoering van het beleid van de Europese Unie, bijvoorbeeld voor de subsidies die zij geeft. Ik kreeg de indruk dat de minister nog een kleine aanmoediging nodig had om de kosten die her en der gemaakt worden, verder te onderzoeken. Daarom dien ik de volgende twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat de verspilling van belastinggeld in het kader van de EU-begroting het draagvlak onder Europese samenwerking ondermijnt; 

constaterende dat onbekend is hoeveel het rondpompen van geld tussen de lidstaten en Brussel jaarlijks kost; 

verzoekt de regering, te laten onderzoeken welk bedrag de Nederlandse overheden jaarlijks kwijt zijn aan de uitvoeringskosten van de EU-begroting, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1243 (21501-20). 

De heer Hijink (SP):

De tweede motie lijkt er opvallend veel op, alleen het laatste zinnetje is net anders. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat de verspilling van belastinggeld in het kader van de EU-begroting het draagvlak onder Europese samenwerking ondermijnt; 

constaterende dat onbekend is hoeveel het rondpompen van geld tussen de lidstaten en Brussel jaarlijks kost; 

verzoekt de regering, te laten onderzoeken welk bedrag de EU uitgeeft aan de uitvoeringskosten van de EU-begroting, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1244 (21501-20). 

Mevrouw Maeijer (PVV):

Voorzitter. Zoals u weet, is de PVV voorstander van een nexit, maar zolang we nog deel uitmaken van de Europese Unie, moet onze afdracht hieraan fors omlaag. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Nederland de grootste nettobetaler is van alle EU-lidstaten; 

overwegende dat de EU ook de afgelopen jaren weer heeft laten zien dat zij een beerput is van inefficiënte, verspillende en bestuurlijk politieke decadentie; 

overwegende dat zolang Nederland nog deel uitmaakt van de Europese Unie, het streven zou moeten zijn om zo min mogelijk af te dragen aan de EU; 

verzoekt de regering om niet in te stemmen met het Europees Meerjarig Financieel Kader indien Nederland opnieuw nettobetaler voor de komende zeven jaar zal zijn, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Maeijer en Tony van Dijck. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1245 (21501-20). 

De heer Bouali (D66):

Voorzitter. Vorige week bespraken we de hervormingen van de Europese begroting, een begroting die zich richt op de uitdagingen van de toekomst in plaats van op de oude economie. Niet meer het leeuwendeel naar landbouw, maar naar innovatie, veiligheid en duurzaamheid. Investeren in de toekomst is al jaren een speerpunt van D66. 

Ik ben blij met de toezeggingen van de minister om zich ook in het licht van de brexit in te zetten voor hervormingen en een flexibele begroting die niet voor zeven jaar in beton wordt gegoten. Zelfs communistisch China had geen zevenjarenplannen. Het is mooi dat de minister heeft toegezegd om zich in te zetten voor een looptijd van vijf jaar, parallel aan de zittingstermijn van het Europees Parlement. Dat is belangrijk voor de democratische controle op de Europese begroting. Het is ook belangrijk omdat er dan flexibel kan worden ingespeeld op mondiale ontwikkelingen en uitdagingen. Ik hoor heel graag van de minister wanneer hij zich hiervoor kan inzetten en hoe hij dat gaat doen. Ik krijg graag een reactie hierop. 

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we gekomen aan het eind van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Kan de minister meteen antwoorden? Dat is het geval. Ik geef het woord aan de minister. 

Minister Dijsselbloem:

Voorzitter. De twee moties van de heer Hijink gaan over de kosten van het rondpompen van geld. Dat laatste is een wat algemene en populaire uitdrukking en geeft niet aan waar het precies over gaat. In het AO had de heer Hijink het in ieder geval over Europese subsidies vanuit het structuurfonds, het cohesiefonds, het sociaal fonds en dergelijke. Mijn vraag aan de indiener zou dan ook zijn hoe we dit moeten lezen. Verder vroeg de heer Hijink in het AO welke kosten er in algemene zin voor worden gemaakt. Toen had ik daar al allerlei bedenkingen bij omdat die subsidies worden aangevraagd door bedrijven en organisaties, door allerlei maatschappelijke spelers. Ik voelde er weinig voor om zo'n breed ongericht onderzoek te gaan doen. De motie van de heer Hijink op stuk nr. 1243 is veel preciezer. Daarin gaat het namelijk over de uitvoeringskosten bij Nederlandse overheden. Wat wij in ieder geval kunnen doen, is dat breed inzichtelijk maken voor de rijksoverheid. Ook de kosten van de uitvoeringsorganisaties die we in Nederland hebben voor Europese subsidies kunnen we inzichtelijk maken. Met die uitleg inclusief de afbakening over welke middelen het precies gaat, zoals ik die zojuist heb gegeven, zou ik het oordeel over deze motie aan de Kamer willen laten. 

In zijn motie op stuk nr. 1244 verzoekt de heer Hijink de regering om te laten onderzoeken welk bedrag de EU uitgeeft aan de uitvoeringkosten van de EU-begroting. Ik denk dat dit moet kunnen. Ik denk dat de Europese Commissie die inzage kan geven. Dus ik laat het oordeel over deze motie ook aan de Kamer. 

In de motie op stuk nr. 1245 van mevrouw Maeijer en de heer Van Dijck wordt de regering verzocht om niet in te stemmen met het Europees Meerjarig Financieel Kader indien Nederland opnieuw nettobetaler voor de komende zeven jaar zal zijn. Ik ga nog maar even voorbij aan alle tekst die erboven staat, waar ik het ook niet mee eens ben, maar dit is geen redelijke opdracht. Nederland is een van de meest welvarende landen in de Europese Unie. Dat wij bijdragen aan de Europese Unie is dan ook geen bezwaar. Wij willen dat wij rechtvaardig en in vergelijkbare mate worden aangeslagen met landen die qua welvaartsniveau bij ons in de buurt zitten. Dat is onze insteek. Dus deze motie moet ik echt ontraden. 

De heer Bouali heeft een vraag gesteld over de termijn. Het gehele proces van het tot stand brengen van meerjarige financiële afspraken in Brussel is een enorm gedoe, zoals de heer Bouali heel goed weet. Een van de grote voordelen van de termijn van zeven jaar is dat je dat gedoe maar een keer in de zeven jaar hebt. Tegelijkertijd begrijp ik dat er een zekere logica is, gezien de verantwoordelijkheid van het Europees Parlement, om aan te sluiten bij die vijfjarige periode van het Europees Parlement. Dus ik heb er geen principieel bezwaar tegen. Ik geef de heer Bouali wel het praktische bezwaar mee dat we dan nog vaker het hele gevecht hebben over wie de rekening betaalt en wie welke subsidies en middelen terugkrijgt. Ik denk dat de discussie in de richting gaat van een aansluiting bij de vijfjarige termijn van het Europees Parlement, wat op zichzelf vanuit democratische legitimiteit een logische ontwikkeling is. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn komst naar de Kamer. Over de ingediende moties zal volgende week dinsdag worden gestemd. 

De vergadering wordt van 15.11 uur tot 17.05 uur geschorst. 

Naar boven