9 Goedkeuring NAVO-protocol toetreding Montenegro

Aan de orde is de behandeling van: 

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 19 mei 2016 te Brussel tot stand gekomen Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de toetreding van Montenegro (Trb. 2016, 95) ( 34524 ).

De voorzitter:

Ik heet de woordvoerders en de minister van harte welkom. Ik geef graag als eerste de heer Van Bommel namens de SP het woord. 

De algemene beraadslaging wordt geopend. 

De heer Van Bommel (SP):

Mevrouw de voorzitter. In 1999 was de bevolking van Montenegro het slachtoffer van luchtaanvallen door de NAVO. Zeventien jaar later wil de regering van het land lid worden van de NAVO. In mei ondertekenden Montenegro en de 28 NAVO-lidstaten het protocol waardoor het Balkanstaatje kan toetreden tot de militaire alliantie. Tijden kunnen veranderen. 

Montenegro is een soeverein land. Het bepaalt zelf van welke organisatie het lid wil worden en van welke niet. Die keuze is niet aan ons. Er ligt ons wel een andere vraag voor, namelijk: is het wenselijk dat de NAVO nog verder uitbreidt, in dit geval met Montenegro? Ik plaats daar grote vraagtekens bij, die uiteenvallen in drie categorieën: de eerste betreft het nut voor de NAVO, de tweede de hoog opgelopen spanningen in Europa en de derde de situatie in Montenegro zelf, die sterk is gepolariseerd. 

Allereerst kom ik op het nut voor de NAVO. Ik vraag mij af wat Montenegro met slechts zo'n 650.000 inwoners en een leger van om en nabij de 2.000 militairen de NAVO te bieden heeft. Het antwoord laat zich raden, maar ik hoor toch graag een reactie van de minister. 

Het land ligt bovendien in een weinig stabiele regio. Dat heeft de geschiedenis maar al te vaak aangetoond, zowel in de jaren negentig als in de jaren tien van de vorige eeuw, toen op de Balkan de aanleiding werd gevonden voor een verwoestende wereldoorlog: de eerste. Etnische en religieuze spanningen lopen dwars door de Balkan en dwars door Montenegro zelf. Hoe kijkt de minister hiertegen aan? Heeft deze regio niet de behoefte aan meer stabiliteit voordat de NAVO er verdere stappen zet? 

Dan zijn er nog de betwiste grenzen van Montenegro zelf. Kan de minister bevestigen dat Montenegro een grensconflict heeft met Kroatië vanwege een strook land genaamd Prevlaka en dat het land een grensconflict heeft met Bosnië en Herzegovina vanwege een stuk land genaamd Sutorina? 

Dan zijn er nog de aanhangers van een Groot-Albanië, die menen dat stukken land van Montenegro eigenlijk het zuidelijke buurland toebehoren. Wat is de laatste stand van zaken wat betreft het vinden van een oplossing voor deze grensgeschillen? En welke gevolgen kan dit allemaal hebben voor de werking van het NAVO-verdrag, met name artikel 5: een aanval op één is een aanval op allen? 

Kan de minister aangeven hoe de genoemde grensgeschillen zich verhouden tot de uitkomst van de NAVO-studie uit 1995 over de uitbreiding: de Study on NATO Enlargement? Wordt daarin niet juist gesteld dat grensgeschillen eerst opgelost dienen te worden? In de Kamer is ook steun voor dat standpunt. Collega Ten Broeke stelde eerder deze maand in een debat over de NAVO dat er bepaalde minimumstandaarden zijn waaraan moet worden voldaan, zoals de afwezigheid van grensconflicten. Ik ben het vaak oneens met de heer Ten Broeke, maar op dit punt vind ik bij hem steun en steun ik hem. Hoe kijkt de minister aan tegen het criterium dat er geen grensconflicten mogen zijn? Ik wil daarop graag een reactie. 

Ik kom op de hoogopgelopen spanningen in Europa. Er is geen twijfel over mogelijk dat de toetreding van Montenegro tot de NAVO de verhoudingen tussen Oost en West, tussen Rusland enerzijds en Europa en de VS anderzijds, verder onder druk zet. Dat is problematisch, want behalve de producenten van oorlogstuig wordt niemand beter van een Koude Oorlog 2.0. In plaats van de spanningen verder op te laten lopen, moet er juist worden gezocht naar mechanismen om de situatie te de-escaleren. Ik mag toch hopen dat de minister dat met mij eens is. Ziet de minister ook dat toetreding van Montenegro bijdraagt aan verder oplopende spanningen? 

Uitbreiding van de NAVO richting het oosten gaat ook in tegen de gemaakte afspraken tussen de NAVO en Rusland aan het einde van de vorige eeuw, toen de Sovjet-Unie implodeerde. Volgens de historie is tijdens de hereniging van Oost- en West-Duitsland immers duidelijk gesteld dat de NAVO niet verder richting de Russische grens zou uitbreiden. Dat zou onderdeel zijn geweest van de deal. Kan de minister daarop reageren? 

Het is niet ondenkbeeldig dat deze NAVO-uitbreiding de samenwerking met Rusland in andere delen van de wereld bemoeilijkt. Denk aan Oekraïne en Syrië, waar een oplossing voor de slepende conflicten ondenkbaar is zonder Russische medewerking. Wordt hier rekening mee gehouden? 

Mijn derde en laatste categorie betreft de sterk gepolariseerde verhoudingen in Montenegro zelf. De recente parlementsverkiezingen van oktober hebben eens te meer aangetoond dat het land tot op het bot verdeeld is. Op de dag van de verkiezingen zou een couppoging zijn verijdeld, een couppoging die door de gezamenlijke oppositie is weggezet als een publiciteitsstunt van de regerende prowesterse DPS om de uitslag van de verkiezingen te beïnvloeden. Hoe kijkt de minister aan tegen de politieke verhoudingen in dat land? Klopt het dat de oppositie parlementsbijeenkomsten heeft geboycot en claimt dat er gefraudeerd is? Wordt de uitslag van de verkiezingen door hen nog altijd niet erkend? Wat is de actuele stand van zaken? Wordt er onafhankelijk onderzoek gedaan naar deze beschuldigen? En klopt het dat er tegenstanders van de NAVO zijn opgepakt sinds de verkiezingen? 

Uit opiniepeilingen blijkt keer op keer dat de bevolking erg verdeeld is over de wenselijkheid van het NAVO-lidmaatschap. Er zijn ook demonstraties tegen de NAVO geweest. De eis van de demonstranten is dat de regering een referendum uitschrijft zodat de bevolking zelf de toekomst kan bepalen, maar de regering weigert dat te doen. Dat geeft te denken. 

Rusland heeft herhaaldelijk en in duidelijke bewoordingen aangegeven dat een NAVO-lidmaatschap van Montenegro gevolgen heeft voor de onderlinge betrekkingen. Dat is zorgelijk, want de burgers van Montenegro kunnen het slachtoffer worden van tegenmaatregelen. Rusland heeft immers een niet geringe invloed in het land, niet in de laatste plaats economisch, maar ook cultureel. Ik vraag de minister om zijn ogen hier niet voor te sluiten. Ik wil hierop graag een reactie. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik wil nog even terugkomen op de couppoging. Volgens mij is er toen een moordaanslag gepleegd op de premier, die keurig democratisch gekozen is, althans dat schrijven de kranten die ik erover heb gelezen. De heer Van Bommel shopt een beetje selectief wat betreft de vraag hoe daarover wordt geoordeeld. Laten we het even houden bij de feiten die we allemaal kunnen vaststellen. Er zijn in Servië 20 à 22 mensen vastgenomen die banden hebben met de Servische veiligheidsdiensten. Daarvan zijn, als ik het wel heb, twee of drie officieren van de GRU, de Russische militaire inlichtingendienst, stante pede naar Rusland gestuurd. Zijn die feiten de heer Van Bommel bekend? 

De heer Van Bommel (SP):

Ik kan ze niet controleren, maar ik ken die berichten inderdaad ook. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Dan gaat het misschien niet aan om dat hier af te doen als een soort verzinsel van de oppositie. Misschien moeten we in het achterhoofd houden dat er wellicht landen zijn met belangen. De grote vraag is of je, zoals de heer Van Bommel nu doet, wat betreft de mogelijke toetreding na tien jaar van Montenegro tot de NAVO wilt meenemen, meewegen dat je partijen die mogelijk deze toetreding niet willen, daarmee bedient. 

De heer Van Bommel (SP):

Ik snap de heer Ten Broeke als hij zegt: je moet partijen die hier geen stem in dienen te hebben, niet dat stemrecht geven. Dat ben ik zeer met hem eens. Wij maken echter onze eigen afweging, op basis van de categorieën die ik zojuist heb geschetst. Daarbij is natuurlijk in de eerste plaats ons eigen veiligheidsbelang en dus ook het NAVO-belang aan de orde. Maar ook omgevingsfactoren spelen een rol. Als we met de toetreding van Montenegro de spanningen met derden, in dit geval met Rusland, verder laten oplopen, dan zullen we ons moeten afvragen of dat een wijs besluit is, mede met het oog op andere, inmiddels "hete", "ernstig hete" conflicten, in Syrië en Oekraïne, waarin de Russen ook een belangrijke rol spelen en waarbij we hen nodig hebben voor een oplossing. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Dan heb ik nog een heel korte vraag. Als je kijkt naar kaart waarop staat hoe de NAVO zich intussen op het Europese continent heeft uitgebreid, dan zie je een soort witte vlek, bij Macedonië, Servië, Bosnië en Herzegovina en ook bij Montenegro. Daaromheen zitten ongeveer acht NAVO-landen. Als je simpelweg naar de kaart kijkt, hoe kun je dan in hemelsnaam, zo vraag ik de heer Van Bommel, de invloed van Rusland daar legitimeren met een beroep op cultuur? 

De heer Van Bommel (SP):

Dat hoef ik niet te legitimeren. Dat is niet aan Nederlandse partijen. Het is niet aan ons om een oordeel te hebben over de invloed, de betrokkenheid en de eventuele verwantschap die daar wel degelijk wordt beleefd. Dat laatste zal de heer Ten Broeke niet tegenspreken. Ik constateer dat die verwantschap zo wordt beleefd. En dus hebben we daar rekening mee te houden. Er zijn overigens veel kaarten, maar het klopt dat daar een witte vlek is. Kent de heer Ten Broeke ook het kaartje waarmee Rusland wordt verweten dat het zo ontzettend ver is opgetrokken naar de NAVO-lidstaten? 

De heer Servaes (PvdA):

Ik ken dat kaartje in ieder geval wel. Het komt doordat landen zelf mogen kiezen tot welke internationale organisatie ze toetreden. Dat is een leidend principe. Even kreeg ik de indruk dat de heer Van Bommel dat ook onderschreef. Hij is zelf de aanvrager van dit debat. Hij heeft heel veel vragen gesteld en criteria opgesomd, maar ik heb nog geen conclusie gehoord. Is het volgens de heer Van Bommel überhaupt mogelijk dat een land in het huidige tijdsgewricht in vrijheid toetreedt tot de NAVO? 

De heer Van Bommel (SP):

Ik zou een heel lang antwoord kunnen geven, maar dat ga ik niet doen. Het antwoord is: ja. 

De heer Servaes (PvdA):

Dat is positief. Het kan dus. Die spanningen zijn er. Dat weten we allemaal. Maar het kan toch dat een land lid wordt. Wat is dan precies de maatstaf? Waar legt de heer Van Bommel precies de grens? Wanneer kan een land er nog wel bij en wanneer is culturele invloed of discussie binnen het democratische systeem in een land dermate problematisch dat hij toch weer naar het neekamp opschuift? 

De heer Van Bommel (SP):

Het is moeilijk om dat met een percentage of cijfer uit te drukken. Dan zou je een rapportcijfer moeten geven voor stabiliteit of voor geopolitieke gevolgen. Daar wil ik me niet aan wagen. Ik kan dat niet. Ik heb daar geen meetinstrument voor. Ik stel wel vast dat ze hier problematisch zijn. Daarom heb ik in mijn eerste termijn een aantal vragen aan de minister gesteld die zich specifiek daarop richten. Daar liggen ook onze eigen belangen: in de regio zelf, voor de NAVO, maar ook wereldwijd, gezien de conflicten elders in de wereld. Ik vind dat we daar de ogen absoluut niet voor mogen sluiten. Ik verwijt de heer Servaes overigens niet dat hij dat doet, maar we mogen onze ogen er niet voor sluiten. Daarom wil ik er van de minister een oordeel over hebben in de eerste termijn. Het is hier namelijk gebruikelijk dat we in eerste termijn opheldering vragen over een aantal zaken, voordat we in tweede termijn tot een conclusie komen en uiteindelijk op enig moment zelfs tot stemming overgaan. 

De heer Servaes (PvdA):

Even procedureel: ik begrijp dus dat het standpunt van de SP-fractie afhankelijk zal zijn van de beantwoording straks in eerste termijn door de minister. 

De heer Van Bommel (SP):

Ik kan u zeggen dat ik het antwoord van de minister op mijn vragen altijd van groot belang vind, en dus ook in dit debat. 

De heer Servaes (PvdA):

Dat is niet hetzelfde volgens mij. 

De voorzitter:

Nee, maar daar gaan we nu niet verder over door. Mijnheer Van Bommel, was u aan het einde van uw termijn? 

De heer Van Bommel (SP):

Ja, ik was aan het einde van mijn termijn. 

De voorzitter:

Prima. Dan onderbreek ik het debat namelijk even heel kort, om namens de Kamer de ambassadeur van Montenegro, de heer Radulović, en de leden van zijn staf welkom te heten in de voorzittersloge. 

Your Excellency, it is my pleasure on behalf of the members of the House of Representatives to welcome you and your staff to this debate on the accession of Montenegro to NATO. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Voordat we gaan eten, moeten we natuurlijk eerst de heer Van Bommel nog even tegenspreken op een aantal van de argumenten die hij heeft ingebracht, om het debat iets in balans te brengen. 

Het enige punt waarop ik het met collega Van Bommel eens ben, is eigenlijk zijn inleiding. Daarin merkte hij op hoeveel er kan veranderen in zeventien jaar. Het is zeventien jaar geleden dat de NAVO besloot om aan het geweld van Milošević een einde te maken en daarbij ook Montenegro bombardeerde. Nu, zeventien jaar later, wil datzelfde Montenegro zich aansluiten bij de NAVO. Dat is inderdaad een enorme omwenteling. Dat is een enorm verschil in slechts twee decennia. Over de toetreding van Montenegro tot de NAVO oordeelt mijn fractie echter compleet anders dan de heer Van Bommel dat doet. 

Dat is ten eerste omdat Montenegro dit volgens mijn fractie wel degelijk zelf wil. De heer Van Bommel schetst het beeld van een land dat verscheurd is over deze keuze en zich wanhopig achter de oren krabt over wat te doen, een land waarin mensen elkaar aanvliegen. Maar de werkelijkheid is natuurlijk dat het Montenegrijnse parlement zich hier meerdere malen voor heeft uitgesproken. De werkelijkheid is ook dat dit in de laatste verkiezingscampagne niet eens een thema was. De Euro-Atlantische koers was niet eens een verkiezingsthema. Waar dus die polarisatie vandaan komt, is mij niet erg duidelijk. 

De tweede reden waarom ik hierover positief ben, is dat de toetreding ook een versterking kan zijn van het NAVO-bondgenootschap. Hiermee integreert de Westelijke Balkan verder in de Euro-Atlantische structuren, wat weer bijdraagt aan onze veiligheid en stabiliteit. Het vergroot ook de toegang van de NAVO tot de Adriatische Zee. 

Dat betekent niet dat de toetreding geheel onomstreden is. Daarin wil ik de heer Van Bommel wel een beetje gelijk geven. Er waren demonstraties in Montenegro en ook een oproep tot een referendum. Dat referendum kwam er niet, maar wat wel opmerkelijk was — misschien wel zeer opmerkelijk — is dat deze oproep tot een referendum ook door Rusland werd gedaan. Anders dan collega Van Bommel zou ik willen zeggen dat Rusland in dit vraagstuk weer eens de klassieke rol aanneemt van spelbreker en dwarsligger. Zo kondigde Poetin sancties aan en wil hij alle samenwerking met Montenegro stoppen, ook de militaire. Dat laatste lijkt mij dan wel weer positief, eerlijk gezegd. 

Ik noemde zonet al de parlementsverkiezingen in oktober 2016. Die waren een overwinning voor de Euro-Atlantische koers in Montenegro. Maar achteraf hadden die verkiezingen toch een beetje een nare bijsmaak, met de mediaberichten over het plannen van een staatsgreep en een aanslag op de premier tijdens de verkiezingen. Gelukkig mislukte die staatsgreep en werd die op tijd verijdeld. Naar verluidt zijn er twintig mensen opgepakt en was er betrokkenheid van Russische nationalisten. Collega Ten Broeke zei dat ook al. Kan de minister toelichten wat hier precies is gebeurd? Welke banden hebben de mensen die zijn opgepakt met Rusland en de Russische overheid en wat is er gebeurd met de verdachten en de mensen met een Russische nationaliteit? 

Tot slot ga ik nog in op de hervormingen in Montenegro, want een toetreding tot de NAVO is natuurlijk niet geheel vrijblijvend. Daar zijn strikte eisen voor. Het betekent dat je de bijbehorende waarden moet delen, in woord en in daad. Er zijn inderdaad hervormingen doorgevoerd, maar er zijn ook hervormingen die nog moeten worden doorgevoerd. Het probleem van corruptie is berucht en het probleem van persvrijheid is groot. Hoe ziet de minister op dit moment de situatie in Montenegro? Welke belemmeringen ziet hij nog en op welke wijze denkt hij dat Montenegro alsnog aan deze eisen gaat voldoen in de komende tijd? 

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Wij praten over de toetreding van een ministaat tot het NAVO-bondgenootschap. De ministaat Montenegro heeft 650.000 inwoners. Ik heb geconstateerd dat die ministaat heeft meegedaan aan het Membership Action Plan (MAP), dat die ministaat beschikt over een krijgsmacht van ongeveer 2.000 personen en dat de meerderheid van de bevolking — zij het een kleine meerderheid — de toetreding tot de NAVO schijnt te steunen. Alleen de Servische minderheid voelt daar niet zo gek veel voor. 

Ik constateer verder dat Montenegro door de ligging aan de Middellandse Zee en in het hart van Zuid-Europa van grote strategische waarde kan zijn voor het NAVO-bondgenootschap. Bovendien constateer ik dat de toetreding van Montenegro tot het NAVO-bondgenootschap voor Nederland geen financiële gevolgen zal hebben. Ik vraag de minister nogmaals om dat te bevestigen. Want als Nederland investeert in Defensie, is de PVV van mening dat dit in de eigen Defensie moet zijn en niet in de defensie van Montenegro. Ik las dat Montenegro in de periode van 2007 tot en met 2015 gemiddeld 1,7% van het bruto binnenlands product heeft uitgegeven aan defensie. Dat is een mooi cijfer. Dus ook dat kan geen reden zijn om tegen toetreding van Montenegro tot het NAVO-bondgenootschap te zijn. 

Dan is er natuurlijk nog de positie van Rusland. Rusland heeft veel moeite met de toetreding, maar ik moet zeggen dat ik daar niet erg van onder de indruk ben. De toetreding van Montenegro kan Rusland toch in alle redelijkheid op geen enkele manier zien als een bedreiging? Daarvoor ligt het land veel te ver van Rusland af. Bovendien is het veel te klein om een bedreiging — al of niet in het NAVO-bondgenootschap — voor Rusland te kunnen vormen. Er is ook helemaal geen sprake van een frozen conflict tussen Montenegro en Rusland. 

Alles op een rij zettend, zie ik eigenlijk geen bezwaren. Maar aan het slot heb ik toch nog een vraag aan de minister. Als ik het goed heb gezien, heeft Montenegro de toetreding zelf nog niet geratificeerd. Ik weet niet of dat zo is, maar ik vraag de minister om daarop te reageren. Als Montenegro nog niet heeft geratificeerd, vraag ik mij wel af waarom niet. Je zou denken dat een land dat wil toetreden, ongeveer als eerste zou ratificeren. Maar misschien zijn er redenen waarom dat niet gebeurd is. Als de minister daar een toelichting op kan geven, dan hoor ik die graag. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Voor ons ligt de goedkeuringswet voor de toetreding van Montenegro tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Artikel 10 van het NAVO-handvest stelt dat verdragspartijen in unanimiteit kunnen besluiten, een andere staat op het Europese continent te aanvaarden als nieuwe verdragsstaat. In mei van dit jaar hebben de 28 NAVO-verdragspartijen dat protocol getekend waardoor Montenegro kan toetreden tot onze militaire alliantie. De parlementen moeten natuurlijk nog wel ratificeren, inclusief het parlement van Montenegro zelf. Tot die tijd blijft Montenegro een waarnemer. 

Er zijn een aantal kernvoorwaarden waar een land aan moet voldoen voor toetreding. Sommige daarvan zijn heel hard in het handvest opgenomen. Je moet Europees zijn. Er moet democratische controle zijn op de krijgsmacht. Er moet sprake zijn van individuele vrijheid. Ook moet er sprake zijn van een zekere vorm van rechtsstaat. Voorts kan een onopgelost grensconflict of een frozen conflict een reden zijn om een land niet of nog niet te laten toetreden. Je zou dat minimumnormen kunnen noemen, maar dan moet je er ook geen minigrensconflicten tegenover stellen. Want onder de definitie die de heer Van Bommel lijkt te hanteren, had zelfs Nederland tot enige tijd geleden geen lid van de NAVO kunnen zijn. En dat is Nederland toch al een kleine 70 jaar. Gelukkig hebben wij na geruime tijd een oplossing voor het grensconflict gevonden. Als je het hebt over grensconflicten, denk ik dat je de toetreding van Montenegro moet zien door de volgende bril: is dit stabiliteitbevorderend of instabiliteit promotend? Dat kan dan wel weer effecten hebben op mogelijke grensconflicten over een akkertje hier en daar. Ik zie dat niet gebeuren. Dat moeten wij dus ook niet overdrijven. 

Montenegro zit nu in het zogenaamde Membership Action Plan (MAP). Het land heeft zich vrijwel direct na de onafhankelijkheid in 2006 geassocieerd met de NAVO. Dat ging toen nog via het Partnership for Peace-programma, waar nu illustere landen in zitten als Zweden, de Russische Federatie en ik meen zelfs Finland. In 2009 kwam Montenegro in dat Membership Action Plan. 

Het land is klein — het heeft 600.000 inwoners — maar dat zijn sommige Baltische staten ook. Het heeft een niet-onaanzienlijke krijgsmacht van 2.000 man, een kleine brigade. Internationaal doet het land ook mee. Het draagt met officieren bij aan de VN-missies in Liberia en Cyprus. Het land doet mee aan de missie voor de kust van Somalië en heeft 25 man in de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan, waar wij morgen zelf over spreken. 

Kernvraag voor de VVD bij een toetreding tot de NAVO is of die toetreding onze collectieve veiligheid vergroot en of het toetredende land bereid is om zijn solidariteit militair te tonen. Voor de beantwoording van de eerste vraag hoef je eigenlijk alleen maar naar de kaart te kijken. Dat deed ik net al even met Van Bommel. De Roon wees er ook op dat Montenegro niet aan de rand van het NAVO-gebied ligt, maar eigenlijk een soort witte vlek midden in het NAVO-gebied is. Servië is de uitzondering: dat heeft een individueel partnerschap met de NAVO. Bosnië en Herzegovina en Macedonië hebben echt alleen de MAP-status en zullen voorlopig ook niet meer krijgen. Maar verder wordt Montenegro omringd door NAVO-verdragsstaten als Kroatië, Slovenië, Tsjechië, Slowakije, Bulgarije, Roemenië, Griekenland en Italië. Dat zegt wel iets over de stabiliteit die wij op ons continent wensen te hebben. 

De territoriale eenheid van de verdragspartijen is vanuit militair-defensief oogpunt van groot belang en wordt met de toetreding gediend, ook voor het verplaatsen van troepen of het effectief kunnen uitvoeren van NAVO-operaties op eigen grondgebied, mocht dat noodzakelijk zijn. 

Daarnaast geeft het meer politieke en militaire eenheid bij het formuleren van onze Europese veiligheidsinzet en vooral onze veiligheidsdoctrines. Dat is op het eigen continent toch wel een grote vraag. Er zijn mensen die denken dat dat moet komen van een civiele organisatie die de "Europese Unie" heet. Ik denk nog steeds dat de NAVO daarvoor het meest geschikte vehikel is. Dat geeft zekerheid, dat geeft voorspelbaarheid binnen Europa en dat kunnen wij goed gebruiken aan de randen en buiten Europa. Tot zover de inhoudelijke redenen. 

Ik wil hier ook een principiële overweging genoemd hebben. De internationale gemeenschap is het over heel veel zaken oneens. Maar één uitgangspunt staat centraal in de manier waarop wij deze wereld hebben ingedeeld. En dat is dat landen zelf gaan over met wie ze handel drijven. Wij hadden het er gisteravond over in relatie tot Oekraïne. Landen gaan zelf over de vraag met wie ze afspraken maken. Landen gaan zelf over de vraag waar en met wie ze hun veiligheid organiseren. Simpel gezegd: een onafhankelijk land als Montenegro moet zelf kunnen bepalen of het lid wenst te worden van een multilaterale organisatie als de NAVO. Omgekeerd moeten de diverse verdragspartijen van de NAVO zelf kunnen uitmaken wie bij de club kan komen. 

Zodra we tegen een land zeggen — Van Bommel doet dat omfloerst — dat het er niet meer zelf over gaat omdat een derde partij boos zou worden, halen we dat fundamentele principe onderuit en verkopen we de soevereiniteit van een land als Montenegro aan de grootste schreeuwer. In dit geval gaat het om een schreeuwer met wie dit land niet eens een grens deelt. We kunnen die schreeuwers hun zin niet geven, zeker nu niet. Als bondgenootschap is het belangrijker dan ooit om eensgezind te staan voor wat wij vinden. Wij moeten geen verdeeldheid laten zaaien omdat een ander land die eensgezindheid op de proef wenst te stellen. 

Constaterende dat Montenegro voldoet aan de door de NAVO gestelde voorwaarden, nadat het een lange weg heeft afgelegd sinds de oorspronkelijke associatie in 2006, en van mening dat de toetreding van dit land vanuit militair en vanuit principieel oogpunt in het belang van Nederland en de rest van het bondgenootschap is, zal de VVD instemmen met deze goedkeuringswet. 

De heer Van Bommel (SP):

De heer Ten Broeke stelt terecht dat het het soevereine recht van landen is om zelf uit te maken van welke internationale of intergouvernementele organisatie zij lid worden. Dat maken ze zelf uit. Derde landen hebben daar geen stem in. De heer Ten Broeke benadrukte echter dat bij unanimiteit wordt besloten en dat het dus aan alle lidstaten en uiteindelijk aan parlementen van lidstaten is om te bepalen of dat een goede zaak is, of dat een gewenste ontwikkeling is. Dat is de verantwoordelijkheid die wij vandaag nemen. Dus moeten wij kijken naar alle factoren — de heer Ten Broeke loopt er een aantal langs — die bepalend zijn voor ons om te beoordelen of wij dat een goede zaak vinden ja of nee. Over de kwestie van het grensconflict stapt de heer Ten Broeke net iets te makkelijk heen, terwijl hij dat punt eerder zelf, terecht, maakte. Het grensconflict dat er is, is in 2015 nog aanleiding geweest voor Mike Turner — u kent hem — om te dreigen om de financiële steun bij de tegenpartij op te zeggen. Het is wel degelijk een conflict dat zomaar weer kan opwaaien en door derden, door landen buiten de regio, met druk moet worden opgelost. Vergelijkt u het niet met een of ander grensconflictje in Nederland bij een stukje land waar niemand belang bij heeft, waar emotie geen rol speelt en waarvan mensen het bestaan niet eens weten! Dat is echt heel wat anders! 

De heer Ten Broeke (VVD):

Het is fijn dat de heer Van Bommel nog even weer de soevereiniteit erbij heeft gehaald. Hij zou meer aan close reading moeten doen, niet alleen tijdens campagnes en in zaaltjes, maar ook als we achteraf weer in deze zaal staan te debatteren. Als je aan close reading doet, zie je heel goed dat ik over de grensconflicten — dat was in een interruptie bij de heer De Roon om te informeren of de PVV deze uitbreiding van de NAVO zou kunnen steunen — heb aangegeven dat grensconflicten, bijvoorbeeld veroorzaakt door Rusland — daarvan kan hier al geen sprake zijn — aanleiding voor de NAVO zouden kunnen zijn om er nog een tweede keer over na te denken. U geeft zelf aan met de interventie van Mike Turner, die overigens als president van de NAVO-Assemblee optrad, dat de NAVO een gunstige invloed heeft gehad op het pacificeren ervan. Het is dus een reden extra om deze toetreding van Montenegro als verdragspartner toe te juichen. Als u uw eigen lijstje nog eens zou langslopen, zou ik zeggen: een reden te meer. 

De heer Van Bommel (SP):

Volgens mij lag het toch even iets anders. Turner dreigde met het opzeggen van de Amerikaanse financiële steun. Het is geen NAVO-aangelegenheid, maar een Amerikaanse aangelegenheid. Hij deed het ook in zijn hoedanigheid als Amerikaans politicus. Er is dus wel degelijk sprake, in 2015 nog, van een hoogoplopend conflict dat dus op geen enkele wijze te vergelijken is, want dat is wat de heer Ten Broeke doet: hij maakt een bagatel, een niemendalletje, van dat grensconflict. Dat is hier niet aan de orde. Ik vind, mét de heer Ten Broeke, dat serieuze grensconflicten moeten worden meegewogen bij het beantwoorden van de vraag of het verstandig is om een land te laten toetreden. Ik begrijp dat het klein moet worden gemaakt om het te kunnen wegpoetsen, maar dat kunt u hier niet doen. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik maak er geen bagatel van. Ik zou bijna zeggen: ik ben de heer Van Bommel niet. Grote, hoogoplopende conflicten worden niet door een president van de NAVO-Assemblee opgelost. Daar komen, met alle respect voor ons eigen vak en voor de Assemblee — ik ben zelf voorzitter van de Nederlandse delegatie daarin — andere mensen aan te pas. Als wij het hebben over een bagatel, zie je hier de tegenovergestelde vorm van de overdrijving, waarvan de heer Van Bommel zich over het algemeen bedient. Ik ben blij dat hij dat tegenwoordig ook weer in deze zaal doet; zo kennen wij hem weer. 

In de tweede rede hebben de Amerikanen deze toetreding van Montenegro alleen maar toegejuicht. Als er één land vooraan staat om Montenegro erbij te halen, is dat wel Amerika. Hierdoor sluit het Europees continent aaneen en gaan we eindelijk voldoen aan de wens die de Amerikanen al sinds Kennedy uiten: dat Europa de eigen broek gaat ophouden als het over veiligheid gaat, doordat meer landen de veiligheidsdoctrines van de NAVO gaan dienen. 

Je had ooit de befaamde regel dat de NAVO niet bombardeerde in landen waar McDonalds filialen heeft. Die regel is sinds de oorlog op de Balkan losgelaten, want in het conflict dat net werd aangehaald, is die regel overtreden. Dat gebeurde niet met instemming van de SP kan ik u vertellen, want die had dat het liefst niet gezien. De SP hoeft zich nooit meer zorgen te maken … 

De voorzitter:

We gaan niet een hele geschiedenis herhalen. Nee, nee, nee, mijnheer Ten Broeke. 

De heer Ten Broeke (VVD):

… want als Montenegro nu bij de NAVO komt, zal er nooit meer een bombardement plaatsvinden. 

De voorzitter:

Mijnheer Ten Broeke, u verbreedt de discussie nu naar een hele nieuwe kwestie, die hier nu niet direct aan de orde is. Dat zou echt uitlokking betekenen. Volgens mij bent u het op dit punt niet eens, maar is het wel helder gemaakt dat u daarover van mening verschilt. Ik wil daarom nu overgaan naar de heer Knops. 

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter, één zin! 

De voorzitter:

Het was ook een hele uitgebreide interruptie. Eén zin dan. 

De heer Van Bommel (SP):

Eén zin! McDonalds en de Verenigde Staten? Vergeet de SP! De VN was het niet eens met die bombardementen. Dat was het grote probleem op de Balkan, mijnheer Ten Broeke! 

De heer Ten Broeke (VVD):

En u stond te juichen. 

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. We gaan de heer Van Bommel hoe dan ook missen met zijn scherpe interrupties en pogingen tot uitlokking. Ik ben benieuwd of hij dat nog een keer gaat doen. 

Het is al gezegd door de heer Van Roon: ministaatje Montenegro. Overigens hebben we er daar veel meer van binnen de NAVO, denk aan de Baltische staten. Het feit dat ze niet zo heel veel inwoners hebben, zegt niets over het belang dat zij aan de NAVO hechten en wat de NAVO aan hen hecht. Het is al eerder gezegd: zij kiezen zelf nadrukkelijk voor toenadering tot de EU én de NAVO. Bij diverse verkiezingen, waaronder de laatste, is dat bekrachtigd. 

Het is een goede zaak dat Montenegro in de afgelopen periode van het Membership Action Plan aanzienlijke hervormingen heeft doorgevoerd, de implementatie van maatregelen in gang heeft gezet en heeft aangetoond gecommitteerd te zijn aan de beginselen en waarden zoals omschreven in het NAVO-verdrag. Montenegro voldoet volgens het kabinet aan de politieke en militaire criteria voor toetreding tot de NAVO. Echter, zo lezen we in de nota naar aanleiding van het verslag, het kabinet is zich er tegelijkertijd van bewust dat Montenegro nog enkele hervormingen moet doorvoeren. Ook daar heeft Montenegro zich aan gecommitteerd, maar niet zeker is of ze ook daadwerkelijk doorgevoerd zullen worden in april volgend jaar, het moment waarop Montenegro daadwerkelijk toetreedt. 

De Europese Commissie stelt dat verdere verbetering van de rechtsstaat noodzakelijk is. Natuurlijk betreft dit het proces voor toetreding tot de EU, maar toch. Het kabinet herkent zich in het door de Europese Commissie geschetste beeld. Waarom is bijvoorbeeld niet eerst de implementatie van de hervormingen afgewacht om daarna eventueel definitief te besluiten tot toetreding? Dat zou, gezien de beantwoording van de minister in het schriftelijk verslag, een optie zijn. Zou de minister nog eens kunnen reflecteren op de vraag waarop hij het vertrouwen baseert dat het allemaal nog goed komt met de maatregelen die nog doorgevoerd moeten worden? Is hij verder bereid om de Kamer in april, wanneer de toetreding daadwerkelijk een feit wordt, te informeren over de implementatie van de hervormingen door Montenegro tot dan toe? 

De NAVO hanteert een "open door policy". Als een land als Montenegro wil toetreden als vrije soevereine democratische keuze, moet die deur openstaan, mits men natuurlijk voldoet aan de criteria. Moskou — het is al eerder gezegd — ziet dit allemaal als een bedreiging. Moskou ziet zelf de army prepositioned stock in Limburg als een bedreiging. Nou, als Moskou dat echt als een bedreiging ziet — ik kan me dat echt niet voorstellen — dan geeft dat wel aan dat de geopolitiek is doorgedrongen tot dit land en dat Rusland overal een strijd om invloedssfeer aan het voeren is. Het heeft ons daarom toch ook wel verbaasd dat het kabinet in de beantwoording van de vragen in de schriftelijke inbreng dat punt niet zo nadrukkelijk durft te noemen. Pas in de reacties op de vragen van de verschillende fracties ging het kabinet hierop in. Zo schreef het dat er volgens Rusland economische sancties dreigden en dat dat vliegdekschip, de stoomboot Koeznetzov, nog verzocht heeft om te mogen tanken in een van de havens van Montenegro. De couppoging waarbij de Russen mogelijk betrokken zijn geweest, is ook al aan de orde geweest. 

Het is overduidelijk dat Rusland probeert om zijn invloedssfeer hier te vergroten. Dat mag echter geen reden zijn om hiervan af te zien. Wij moeten ons niet onder druk laten zetten door alles wat de Russen op dit moment aan het doen zijn. Wij moeten de voorliggende aanvraag beoordelen op: voldoet het aan de criteria en is het een vrije keuze? Zo ja, dan kan Montenegro meedoen. Mijn fractie is daarover positief, dat moge duidelijk zijn. Ik heb er nog wel een paar vragen over en die heb ik zojuist aan de minister gesteld. Ik wacht de beantwoording daarvan af. 

De voorzitter:

Ten slotte gaan we luisteren naar de laatste spreker van de zijde van de Kamer, de heer Servaes. Hij spreekt namens de Partij van de Arbeid. Daarna zal ik voor een minuut of tien schorsen. Vervolgens antwoordt de minister. Het is mijn bedoeling om dit debat af te ronden voor de dinerpauze en daarna verder te gaan met het debat over Syrië. 

De heer Servaes (PvdA):

Voorzitter. Ik ben bereid om daaraan mee te werken. Sterker nog, wat mij betreft had dit debat niet per se in deze zaal gevoerd hoeven worden. Het is onthamerd door collega Van Bommel, van wie wij dadelijk in tweede termijn zullen horen wat op basis van de antwoorden de minister zijn oordeel zal zijn. Dat is de grote spanning die in dit debat zit. 

Aan de eerste termijn van de heer Van Bommel viel mij tegen dat hij er niet in slaagde om een set heldere criteria neer te leggen. Die zijn er volgens mij namelijk wel. Daarvoor hebben we namelijk twee simpele criteria. Het eerste is: wil het land het zelf? Het tweede is: voldoet het aan de criteria die zijn geformuleerd door de NAVO zelf? Zo simpel is het. Op beide vragen kunnen wij bevestigend reageren. 

Wil het land het zelf? Collega's hebben het al gezegd: het parlement, de bevolking, heeft zich meermaals voor het lidmaatschap van de NAVO uitgesproken. Overigens hebben inmiddels ook negentien van de NAVO-lidstaten de toetreding bevestigd, geratificeerd. Wij zouden vanavond dus het twintigste land kunnen zijn. 

Voldoet het land aan de criteria? Dat is ook duidelijk. Het heeft in de loop van de jaren stappen gezet. Heel belangrijk is dat dit, zoals collega Ten Broeke ook al zei, niet alleen stappen op papier en in de organisatie zijn. Men heeft ook de bereidheid getoond om militairen uit Montenegro te laten deelnemen aan missies, waaronder de missie die wij morgen bespreken. Ik vind altijd, en nu ook in aanwezigheid van de ambassadeur van Montenegro, ongelofelijk belangrijk om te erkennen hoe gewaardeerd die bijdrage is. Dat zijn de twee criteria, en daar moeten wij naar kijken. 

Moet je dan helemaal niet naar de geopolitieke context kijken in dit soort situaties? Natuurlijk moet dat. Maar als wij er met de kaart in de hand naar kijken, zien wij dat er van de kandidaat-lidstaten van de NAVO geen land is dat westelijker ligt dan Montenegro, dat verder weg ligt van de grens met Rusland. Het ligt ingeklemd tussen andere lidstaten en kandidaat-lidstaten van de NAVO. Het grenst aan de Adriatische Zee en niet aan de Zwarte Zee of de Baltische Zee of waar je dit soort spanningen ook maar zou kunnen verwachten. Dat er dan een "grensconflict", tussen aanhalingstekens, bij gehaald wordt dat volgens mij niet relevant is, vind ik spijtig. Bovendien wordt daarbij een valse voorstelling van zaken gegeven. De Amerikaanse NAVO-president heeft niet zozeer Montenegro onder druk gezet vanwege deze kwestie, maar hij heeft tegen Bosnië gezegd dat het moet ophouden met het opspelen van deze zaak. Wij oordelen vandaag niet over Bosnië, wij oordelen over Montenegro. Als wij deze kwestie er dan toch bij halen, de kwestie Sutorina, die niet iedere kijker thuis meteen voor de bril zal hebben, laten wij het dan wel correct doen. 

De heer Van Bommel (SP):

Ik heb geenszins willen suggereren dat Montenegro hier verwijten kreeg. Waar het om gaat is dat er een conflict is. Dit conflict moet kennelijk zo hoog worden opgespeeld dat er gedreigd wordt met sancties. U weet waar sancties toe kunnen leiden. Sancties zijn een vorm van escalatie die niet zelden ook in gewelddadige conflicten uitmondt. In deze regio, waar grensconflicten in het verleden veel leed hebben veroorzaakt, is een grensconflict serieus te nemen. Opnieuw wordt er een bagatel van gemaakt, nu door de Partij van de Arbeid. 

De heer Servaes (PvdA):

Ik neem kennis van het laatste. Wat betreft het eerste ben ik blij dat Van Bommel nu ook zelf erkent dat het niet zozeer Montenegro te verwijten is dat hierover op zeker moment in NAVO-verband in een Parlementaire Assemblee gesproken is. Er blijft wel een kwestie. Als andere landen, of ze nu groot zijn, zoals Rusland, of wat kleiner, zoals Bosnië in dit geval, zich over iets uitspreken, moet je niet meteen met de staart tussen de benen vertrekken. Je moet je niet meteen laten chanteren door dat soort landen. Rusland heeft inderdaad vandaag gezegd dat Nederland, ik citeer, "bedreven raakt in het bewust verpesten van de relatie met Rusland". Als ik de redeneertrant van collega Van Bommel volg, betekent dit dat wij de rechtbank inzake het Krimgoud moeten overrulen en dat wij de tanks in de achtertuin van collega Knops meteen weer weg moeten laten rollen. Dat kan toch niet waar zijn? Wij kunnen toch niet iedere keer dat een land, met name dit land, dat zelf zo veel op het geweten heeft, ons met dit soort onzinuitspraken probeert te tarten, meteen zeggen: oei, geopolitiek, lastig, laten wij maar even niets doen? 

De heer Van Bommel (SP):

Volgens mij waren die uitspraken geenszins te relateren aan dit debat. Ik snap dus ook niet waarom dit er nu bij gehaald wordt. Er komt wel veel meer onzin uit Rusland. Wij hebben onze eigen afweging te maken hier in Nederland. 

De heer Servaes (PvdA):

Zeker. 

De heer Van Bommel (SP):

Daar gaat het om. Wij zeggen steeds — u zegt het, ik zeg het u na en anderen zeggen het — dat het een soeverein recht van Montenegro is om die aanvraag te doen en om het lidmaatschap van de NAVO te willen hebben. Maar het is onze verantwoordelijkheid om te bepalen of daarmee een goede ontwikkeling wordt ingezet, rekening houdend met alle omgevingsfactoren. Natuurlijk moeten wij rekening houden met de eigen veiligheid als primaire factor en met de veiligheid van Montenegro, maar ook met alle andere factoren. Dat is wat hier aan de orde is, en niet wat er uit Rusland komt. 

De heer Servaes (PvdA):

Dat is heel goed om te horen. De winst van vandaag is dat wat er uit Rusland komt voor de SP in de toekomst geen consequenties zal hebben voor het eigen standpunt. 

Het is duidelijk waar de Partij van de Arbeid staat. Wij steunen deze toetreding op basis van de eerste twee criteria die ik genoemd heb. Het land wil het zelf. Het voldoet aan de criteria. Geopolitiek zien wij geen belemmering om dit nu te doen. Mijn enige vraag aan de minister is eigenlijk of er nog concrete aanwijzingen zijn dat Rusland het dreigement van tegenmaatregelen, sancties en what have you zal materialiseren. Is Nederland of de NAVO bereid om, mocht dat zo zijn, solidair te zijn met de Montenegrijnen en er dus voor te zorgen dat zij daar niet het slachtoffer van zullen zijn? 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Koenders:

Mevrouw de voorzitter. Ik dank de Kamer voor de gestelde vragen in eerste termijn. Op zich is dit een belangrijk debat. Vandaag zijn we bijeen om te spreken over de toetreding van Montenegro tot de NAVO. Ik denk dat dit een belangrijk moment is. Ik heb eerder aangegeven dat we ons in Europa en in de NAVO op dit moment op een geopolitiek kantelpunt bevinden. We moeten strategisch blijven bezien hoe we onze veiligheid kunnen waarborgen. Een sterke NAVO is daar, denk ik, een essentieel onderdeel van. 

Hoewel er op de Westelijke Balkan sprake is van relatieve rust — en ik onderstreep het woord "relatief" — blijft het een kwetsbare regio. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de problematiek van terugkerende foreign fighters en de migratiecrisis. Ik denk ook aan de toenemende pogingen van Rusland om zijn invloed te doen gelden in de regio. Een aantal leden heeft dat punt genoemd. Inbedding van Montenegro in het Euro-Atlantische netwerk van instituties draagt dan ook bij aan verdere stabilisering van de regio. Dat is de opvatting van de Nederlandse regering en dat is ook het Nederlandse belang. 

De toetreding van Montenegro is naar mijn overtuiging een logische vervolgstap binnen de bredere NAVO-strategie voor de Westelijke Balkan. Sinds de jaren negentig heeft de NAVO een belangrijke bijdrage geleverd aan de stabiliteit. Kroatië, Slovenië en Albanië traden al eerder toe. Het is, denk ik, in het Nederlandse belang dat ook Montenegro wordt ingebed in die structuren. Ik denk dat wie de kaart bekijkt ziet dat er sprake is van een geostrategisch continuüm. Dat heeft iedereen hier gezegd. Ik denk dat het inderdaad het beste is om dat vrij kort te formuleren. 

Op 2 december 2015 werd Montenegro uitgenodigd voor toetredingsbesprekingen met het oog op NAVO-lidmaatschap. Toen had het dus al een hele periode achter de rug: de MAP-periode. De ministers van Buitenlandse Zaken hebben op 19 mei 2016 het toetredingsprotocol ondertekend. We hebben de Kamer daarover geïnformeerd. Leden hebben gezegd dat zij de keuze verwelkomen. Alle Kamerleden hebben gezegd: wat wil het land zelf? Dat is een kern. Ook hebben ze gevraagd of Montenegro militair wat kan bijdragen. Is het niet alleen een ontvanger van veiligheid, maar levert het ook iets op? Gevraagd is of toetreding van belang is voor de NAVO. Ik denk en hoop dat de Nederlandse regering ook de SP-fractie ervan kan van overtuigen dat dit inderdaad van belang is. 

De boodschap van Montenegro is dat het deel wil uitmaken van de Euro-Atlantische structuur. De boodschap van de NAVO is dat het land welkom is. De boodschap is ook dat de NAVO gecommitteerd blijft aan het opendeurbeleid. De NAVO is bereidwillig om landen die hun systemen serieus hervormen en die de NAVO-waarden onderschrijven te omarmen. Zo stimuleert de NAVO democratische hervormingen en defensiehervormingen van aspirant-bondgenoten. De toetreding van Montenegro draagt zodoende bij aan stabiliteit in een inderdaad historisch verdeelde regio, direct aan de grenzen van het bondgenootschap. Dat is ook in het belang van Nederland. 

Ik denk dat dit een minstens even stevige boodschap is aan landen die daar anders over denken. Soevereine en onafhankelijke staten, waaronder Montenegro, hebben naar de overtuiging van de Nederlandse regering het recht om zelf te bepalen van welke organisaties zij deel willen uitmaken. Montenegro zal, als het verdrag inderdaad overal wordt geratificeerd, het 29ste NAVO-lid worden. Er is op dit moment geen zicht op verdere uitbreiding van het bondgenootschap in de zeer nabije toekomst. De aspirant-leden Bosnië en Herzegovina, Macedonië en Georgië voldoen niet aan de gestelde voorwaarden. 

Onder anderen de heer Sjoerdsma heeft gevraagd hoe het zit met de hervormingen. Die zijn inderdaad essentieel. Op 2 december 2015 werd Montenegro uitgenodigd voor de toetredingsbesprekingen met het oog op het NAVO-lidmaatschap. Daaraan is een uitgebreid zesjarig traject onder het Membership Action Plan voorafgegaan. Montenegro voldoet nu aan de eisen die gesteld worden in het NAVO-verdrag. Die hervormingen hebben dus plaatsgevonden. Het land wil en kan een bijdrage leveren aan de Euro-Atlantische veiligheid. 15 van de 28 bondgenoten hebben het protocol ter toetreding inmiddels geratificeerd. 

Van dat hervormingsbeleid zijn veel voorbeelden te noemen. Ik vind die echt indrukwekkend. Wij hebben al heel lang een relatie met Montenegro, ook in het kader van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. In de beantwoording van de schriftelijke vragen ben ik reeds ingegaan op die hervormingen, zowel in EU- als in NAVO-verband. Die versterken elkaar ook. Ik noem het kantoor van de speciaal aanklager en het anticorruptieagentschap, opgericht voor corruptiezaken en het bestrijden van de georganiseerde misdaad. Ik noem ook de grondswetsherziening in 2013 en de aanname van een wet voor een landelijk wervingssysteem voor rechters in 2015. De afgelopen verkiezingen kregen vorm volgens een nieuwe kieswet. Volgens ODIHR (Office for Democratic Institutions and Human Rights) zijn de fundamentele vrijheden over het algemeen gerespecteerd. 

De NAVO heeft dat hervormingsproces zorgvuldig gemonitord en beoordeeld. Montenegro heeft de afgesproken hervormingen naar tevredenheid en conform de met Montenegro gemaakte afspraken doorgevoerd; ik noemde net een aantal van die hervormingen. In ieder geval voldoet men nu aan de NAVO-normen. Wat ik interessant vind, is dat Montenegro zich na afronding van die voorwaarden nog vrijwillig heeft vastgelegd op een aanvullend pakket, omdat er bij sommige bondgenoten, waaronder Nederland, zorgen waren over zaken als mediavrijheid en de rechtsstaat. Dat was geen harde eis om lid te kunnen worden van de NAVO, maar het is begin 2016 wel overeengekomen in het zogenaamde programma voor voortgaande hervormingen. Met dit programma committeerde Montenegro zich aan het verder voortzetten van hervormingen op gespecificeerde terreinen als capaciteitsopbouw van de krijgsmacht en rechtsstaatontwikkeling. Het EU-toetredingsproces zal dit nog verder versterken. Gezien het tijdstip van dit debat zal ik daarop nu niet dieper ingaan. 

Ik geloof echt dat Montenegro een positieve bijdrage kan leveren. Het is een klein land, maar het is in staat om zelf een bijdrage te leveren aan een sterke NAVO. Montenegro levert een belangrijke bijdrage aan het bondgenootschap. De bijdrage aan Afghanistan werd al door de Kamerleden genoemd. Montenegro levert een bijdrage aan de huidige missie Resolute Support. De bijdragen laten zien dat Montenegro volledig gecommitteerd is om een bijdrage te leveren aan de trans-Atlantische veiligheid. Door de geografische ligging is de Middellandse Zee eigenlijk van Faro tot Istanbul NAVO-gebied. Dat is belangrijk. 

Ook het punt van politiek draagvlak kwam aan de orde. Ik benadruk dat Montenegro niet alleen zelf lid wenst te worden. Het parlement heeft deze koers door middel van resoluties tweemaal bekrachtigd. De parlementaire verkiezingen van 16 oktober, tien jaar na de onafhankelijkheid van Montenegro, waren opnieuw een belangrijke mijlpaal om hier nog eens naar te kijken. De partijen die winst behaalden, staan pal achter het pad van Euro-Atlantische integratie. De nieuwe regering onder leiding van premier Markovic heeft reeds aangegeven dat NAVO- en EU-toetreding voor deze regering een strategische prioriteit zijn. Ook een deel van de oppositie steunt het NAVO-traject. Ze zijn ervan overtuigd dat dit pad een stabieler en welvarender Montenegro mogelijk maakt. Montenegro kiest niet alleen voor de veiligheidsgarantie die het lidmaatschap van de NAVO met zich meebrengt, maar juist ook voor een sterk democratisch Montenegro waarin de rechtsstaat gewaarborgd wordt. Ik heb net een aantal voorbeelden genoemd. 

De uitbreiding staat los van Rusland. Het kabinet is van mening dat dat een eigen keuze is. Rusland heeft met maatregelen gedreigd, maar tot dusver geen economische sancties of andere maatregelen ingesteld. Dergelijke maatregelen zouden geen enkele basis in het internationale recht hebben. De Westelijke Balkan is van strategisch belang en het is te betreuren dat Rusland desondanks de samenwerking van de EU en de NAVO met de Balkanlanden probeert te framen als een inbreuk op de zogenaamde Russische invloedssfeer. Ondertussen geeft Rusland zelf geen enkele duidelijkheid over zijn handelen of intenties in die regio. Wij gaan in ieder geval niet mee in het denken in termen van invloedssfeer. Landen mogen dat zelf bepalen. Dat is een democratisch recht. 

In dat kader heeft de Kamer, zeer begrijpelijk, eerder gevraagd naar de berichtgeving over de vermeende plannen voor een aanslag op de dag van de verkiezing. Uiteraard neemt de regering die berichten zeer serieus. Montenegro is thans bezig met het afronden van het vooronderzoek en krijgt daarbij naar eigen zeggen steun van Servië. Ik heb dit aan de orde gesteld in mijn gesprekken met de minister van Buitenlandse Zaken van Montenegro. Er is nog geen aanklacht geformuleerd tegen de drie verdachten die in Montenegro vastzitten. Het is nu aan de rechtsgang in Montenegro — en daarin heb ik op dit moment zeer veel vertrouwen — om duidelijkheid te krijgen over de gebeurtenissen en zo nodig tot vervolging over te gaan. Ik heb vertrouwen in de Montenegrijnse structuren en acht dat vertrouwen van belang. Montenegro kan laten zien dat het over een functionerende rechtsstaat beschikt. Het is nu niet aan mij om te speculeren over eventuele inmenging van derde landen in de gebeurtenissen. Het lopende onderzoek zal daarover hopelijk opheldering verschaffen. Zo is het gecommuniceerd tussen de minister van Buitenlandse Zaken van Montenegro en Nederland. 

Het is wel belangrijk om te zeggen dat ook Servië de onafhankelijkheid van Montenegro en de Euro-Atlantische aspiraties van zijn buurland respecteert. Dat is ook aan de orde gesteld door premier Vučić. Hij heeft gezegd dat de toenadering van Montenegro tot de NAVO de banden met Servië niet zal schaden. Ik vind dat belangrijk om te zeggen. 

De heer Van Bommel heeft vragen gesteld over afspraken uit 1990. "De Sovjets hebben in 1990 met de VS en Duitsland afgesproken dat er geen oostwaartse uitbreiding van de NAVO zou komen. Wij zijn dit allemaal vergeten. Nu zien wij al de militaire infrastructuur aan onze grenzen. Er zijn nieuwe eenheden met zware wapens langs onze grenzen geplaatst. Wij kunnen het gedoe zien rondom het fanatieke proces in Montenegro.". Dat is een citaat van de heer Lavrov en niet van de heer Van Bommel. Die afspraken uit 1990 worden, zoals u weet, ontkend, zelfs door Gorbatsjov. Die uitbreiding staat ook los van Rusland. De Westelijke Balkan is van strategisch belang. Ik heb vanmiddag en in eerdere debatten duidelijk gemaakt dat voor de Nederlandse regering de Russische federatie geen vijand is en dat wij niet terug willen naar het koudeoorlogsdenken. Dat is zeker niet de bedoeling of de consequentie van een lidmaatschap van de NAVO. Zeker als er zo veel jaren ook met instemming van uw Kamer dit proces is ingegaan, kan het ook niet zo zijn dat, hoewel wij ook belang hebben bij de geostrategische continuïteit en de soevereine wens van de Montenegrijnen, wij nu ineens zeggen dat het niet kan omdat er eventuele afspraken zullen zijn die kwetsbaar zijn met betrekking tot de precieze formulering. Dat hebben wij eerder gewisseld. 

Dan kom ik bij de grensgeschillen. Het is op zich belangrijk dat u dat punt noemt. Daar is geen enkel probleem mee. Als het gaat om NAVO-uitbreiding en "good neighbourly relations", in goed Nederlands "betrekkingen tussen landen", is een belangrijk criterium de vreedzame oplossing van geschillen. Daaraan voldoet Montenegro naar de overtuiging van de Nederlandse regering. Die kritiek van de heer Turner ging in het bijzonder over Bosnië en juist niet over Montenegro. Tussen bijna alle Balkanlanden zijn er onderling verschillen of onduidelijkheden over grenzen, maar belangrijk is — en daarom gaat het in de criteria over peaceful settlement — dat die verschillen vreedzaam worden besproken. Zelfs tussen stabiele NAVO-landen bestaan er grensverschillen. Wij hebben er net twee opgelost, waaronder eentje van de Eems-Dollard. Ook is er nog discussie over sommige grenzen tussen Hongarije en Roemenië. 

Kroatië en Montenegro hebben een gemengde commissie in het leven geroepen om het geschil over Prevlaka te bespreken. Mogelijk wordt dit voorgelegd aan het Internationaal Gerechtshof. Dat vind ik heel positief. Over het geschil over Sutorina tussen Bosnië en Montenegro heb ik zojuist opgemerkt dat er vooral kritiek was op Bosnië. Niettemin bestaat er ook hier een gemengde commissie. 

De heer De Roon heeft vragen gesteld over de kosten van de toetreding van Montenegro en de ratificatie. Net als de NAVO schat ik in dat de geografische footprint van Montenegro gelimiteerd is, gezien de omvang van het land. Het is de verwachting dat eventuele ondersteuning van Montenegro binnen de huidige budgetplafonds zal plaatsvinden. Ik zal de Kamer dat later preciezer kunnen aangeven, als er een gedetailleerd kostenoverzicht komt in het meerjarenplan 2018-2022 van de NAVO. Ik begrijp de vraag over de ratificatie. Die is zeer logisch. Maar Montenegro zal de akte van ratificatie pas deponeren als alle 28 bondgenoten dat hebben gedaan. Dat is de laatste juridische stap richting het lidmaatschap. Inmiddels heeft het Montenegrijns parlement al twee keer ruime steun uitgesproken. 

De heer Knops vraagt of de regering niet te voorzichtig is over de Russische Federatie. Die indruk krijg ik niet, gelet op de opmerkingen van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken over de positie van Nederland, zeker vandaag niet. De regering is zich zeer bewust van de bredere geopolitiek van Rusland op de Westelijke Balkan. Ik vind daarom dat wij juist moeten opkomen voor het soevereine recht van landen om zelf te bepalen wat zij willen. Daarom ook wordt deze keuze vandaag aan de Kamer voorgelegd. De NAVO zal niet formeel op dreigementen reageren. Overigens zijn de economische banden tussen Rusland en Montenegro veel beperkter dan weleens wordt gezegd. Het gaat vooral om belangen in het toerisme en onroerend goed in de kustplaatsen. Die belangen lopen overigens terug vanwege de teruglopende Russische economie en ook omdat investeringen door de hervormingen transparanter en daarmee minder aantrekkelijk zijn geworden voor sommige Russische investeerders. 

Over de couppoging heb ik net gezegd wat ik gezegd heb. Uit respect voor de rechtsgang daar ga ik er nu niet op in. Ik heb daar alle vertrouwen in. 

Ik dacht dat ik daarmee de vragen van de leden heb beantwoord, maar dat is niet helemaal het geval. 

De voorzitter:

Wellicht bijna helemaal. 

De heer Knops (CDA):

Dat is correct: bijna allemaal. Ik heb een vraag gesteld over de hervormingen die Montenegro nog moet doorvoeren voor april. Ik heb de minister gevraagd of het nog mogelijk was geweest om te zeggen: eerst leveren zodat we zeker weten dat het is doorgevoerd en dan ratificeren? Nu zegt de minister dat hij er alle vertrouwen in heeft. Hoe wordt dat proces verder gemonitord en hoe wordt de Kamer daarover geïnformeerd? 

Minister Koenders:

Daarover zijn twee opmerkingen te maken. Montenegro voldoet nu al aan de voorwaarden. Die hervormingen zijn doorgevoerd volgens de voorbereiding, eerst volgens het MAP en vervolgens volgens de gemonitorde hervormingen sinds de ondertekening. Daarnaast heeft Montenegro ook op verzoek van Nederland een aanvullend pakket. Dat is totaal vrijwillig. Dat moet zich ook versterken in de volgende jaren, niet alleen richting april, maar ook in de monitoring met de Europese Unie. Ik ben best bereid om de Kamer regelmatig daarvan op de hoogte te houden. Maar voor Nederland is dat nu geen voorwaarde meer, omdat wij positief zijn over de doorgevoerde hervormingen. In feite is Montenegro klaar voor toetreding. 

De heer Knops (CDA):

Ik wil het helder krijgen. In de nota naar aanleiding van het verslag zegt de minister letterlijk het volgende. Montenegro heeft zich gecommitteerd aan het doorvoeren van hervormingen voor april 2017. De regering heeft thans geen reden om te twijfelen dat deze hervormingen niet tijdig worden afgerond. Dat wekt op zijn minst de suggestie dat ze nog niet afgerond waren ten tijde van het schrijven van deze nota naar aanleiding van het verslag. Ik begrijp nu dat alles afgerond is. 

Minister Koenders:

Ja, maar ik heb er geen enkel probleem mee om de Kamer volgend jaar even op de hoogte te houden van hoe dat precies loopt. Over de hervormingen zoals die er moeten zijn voor ons, en voor de Kamer, om te kunnen ondertekenen, zijn wij tevreden. Het is echter een land in ontwikkeling, dat sowieso nog niet voldoet aan een aantal criteria die te maken hebben met EU-toetreding. Wij hadden een aantal punten dat te maken had met rechtsstaat en media. Op die terreinen gaan de hervormingen door. Uiteraard zal ik de Kamer daarvan op de hoogte houden. 

Voorzitter, hiermee ben ik gekomen aan het einde van de beantwoording van de vragen van de Kamer. 

De voorzitter:

Hartelijk dank. Ik wil graag gelijk doorgaan met de tweede termijn. Ik kijk daarvoor als eerste naar de heer Van Bommel. 

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Ik moet in de tweede termijn tot een conclusie komen, mede, dus niet alleen, op basis van de beantwoording van de minister. Ik heb goed naar hem geluisterd. Hij zei dingen die me aanspraken, maar hij zei ook dingen die opnieuw vragen oproepen. Je kunt toch niet aan de ene kant zeggen dat je niet gaat denken in termen van invloedssferen waar het gaat om de Westelijke Balkan en vervolgens zeggen dat Westelijke Balkan strategisch van belang is? Volgens mij valt dat laatste wel mee, zeker waar het gaat om een klein staatje als Montenegro. Het gaat hier in elk geval over een duiding van de minister, van de regering, over de betekenis van het lidmaatschap: dat is strategisch van belang. Je kunt Russen niet verwijten in invloedssferen te denken als je jezelf dat recht wel voorbehoudt. 

Dan de verdeeldheid. De minister haalt de verkiezingen aan, maar je zou ook kunnen kijken naar de stemming over de resolutie. 60% steunde toen voor het lidmaatschap, dus het was 60 tegen 40. Dat vind ik dus wel een ernstige verdeeldheid. Vandaar dat de wens om tot een referendum te komen geen steun heeft gekregen. Ik geef toe dat 60/40 een duidelijke uitslag is, maar er is wel verdeeldheid. Doen alsof het maar om een klein groepje gaat, is dus niet terecht. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik zou eigenlijk iets willen of misschien wel moeten zeggen over de kwalificatie die de heer Van Bommel nu geeft aan een uitslag in de trant van 60/40, waarbij ik zou kunnen verwijzen naar het debat van gisteren. Dat ga ik maar niet doen. Ik zoek een beetje naar welke argumenten nog zijn overgebleven voor de heer Van Bommel om hiertegen te zijn. Het wordt nu echt een beetje zoeken naar het ene argument dat dan nog overeind staat. De heer Van Bommel zegt dat de minister niet over invloedssferen moet praten. Wat de minister heeft gezegd, namelijk dat het van strategisch belang is, kunnen we volgens mij niet ontkennen. Het feit dat de toegang tot de Adriatische Zee wordt vergroot, is van strategisch belang. Dat heeft volgens mij niet eens iets met de invloedssfeer te maken, maar gewoon met logistieke bereikbaarheid en toegang tot de zee. Wat moet de minister anders zeggen? Dat het niet van belang is? Dat is het wel. De heer Van Bommel heeft een heel lijstje opgenoemd in zijn eerste termijn. Ik vraag hem of er nog één argument over is om tegen deze wet te stemmen. 

De heer Van Bommel (SP):

Om nu te doen alsof de toegang via Montenegro ineens van groot strategisch belang is — het ligt naast Albanië, dat reeds NAVO-lid is — lijkt me echt overdreven. De verdeeldheid heb ik wel degelijk als argument, omdat het gaat over een veiligheidsorganisatie. Het gaat hier niet over een handelsverdrag met wat politieke bepalingen. Nee. Het gaat hier over veiligheid, dus ook over hoe je conflicten beslecht en hoe de relatie met andere landen is. Ik snap de vraag van onder andere de Partij van de Arbeid en het CDA met betrekking tot de sancties die door Rusland zijn aangekondigd. Dat leidt mogelijk tot escalatie in een verschil van opvatting over de oriëntatie. De minister zegt dat hij niet ingaat op de mogelijke gevolgen. De economische relatie tussen Montenegro en Rusland is heel erg beperkt, maar het is wel degelijk een zorgpunt. Vandaar dat de Partij van de Arbeid vraagt of eventueel compensatie wordt overwogen. Dat zijn dus reële punten. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Reële punten, reële punten. De vraag is natuurlijk of dit de reële punten zijn die zwaar genoeg wegen voor de heer Van Bommel om hiertegen te stemmen. Laat ik het nog maar eventjes meenemen. De heer Van Bommel zegt: wat maakt dat kuststrookje daar nu uit, bij de Adriatische Zee in Montenegro. Collega Ten Broeke fluistert mij net in — ik wist dat zelf niet, maar ik vind het wel een interessant feit — dat in de Joegoslaviëoorlog alle aanvoer van Dutchbat via die kuststrook ging. Dat is van cruciaal belang. Ik zeg het verkeerd; ik word gecorrigeerd. Het moet zijn "mede". Maakt niet uit; ik denk dat dit nog steeds een belangrijk argument van de heer Van Bommel de wind uit de zeilen neemt. Hij zegt: 60/40. Dat is dan een bijna stuitende onzekerheid waar het parlement over is gegaan. Kijk nou naar de verkiezingen, zou ik de heer Van Bommel willen voorhouden. Is dit een debat geweest in de verkiezingen? Is dit een thema geweest in de verkiezingen? Heeft dit geleid tot verscherpte tegenstellingen in die maatschappij? Waar heeft hij dat gezien, behalve in de couppoging, die waarschijnlijk — het bewijs is nog onduidelijk — door Russische nationalisten is gepleegd? Wil hij daaraan toegeven? 

De heer Van Bommel (SP):

Bij de verkiezingen was het een gepasseerd station. Dat zijn de feiten. De volgordelijkheid der dingen is daarin bepalend. Dat lijkt mij het antwoord op die vraag. En of de toegang tot de zee belangrijk is op dit moment is maar de vraag. Die was inderdaad van belang toen de kaart er heel anders uitzag, maar op dit moment is dat niet meer zo, zeker niet nu Albanië lid is van de NAVO. Op grond van een argument dat in de jaren negentig misschien een rol speelde vandaag zeggen dat het erbij moet omdat dat in ons eigen belang is, is uit de lucht gegrepen. Dat is echt uit de lucht gegrepen. 

De voorzitter:

Ik zou eerst even door willen gaan met de heer Servaes, mijnheer Sjoerdsma. Ik denk dat hij op hetzelfde punt verder wil. Als er daarna nog vragen overblijven, dan kunnen wij verder. 

De heer Servaes (PvdA):

Ik heb hetzelfde punt: de zoektocht naar het argument van de heer Van Bommel. Ik heb het nog niet gevonden. Wij hebben het in de eerste termijn over de bekende Sutorina-kwestie gehad. In de pauze heeft de ambassadeur van Montenegro nog eens rustig uitgelegd dat die kwestie in het voorjaar van 2015 volledig is opgelost. Dat was het dus niet. Dat zijn wij kwijt. 

De heer Van Bommel had het over verdeeldheid in Montenegro, maar het ging over een democratisch besluit. Ik kan mij niet voorstellen dat een democratische partij, zoals de Socialistische Partij, een democratisch besluit van een land in twijfel trekt. Dan blijft dus alleen nog de mogelijkheid dat Rusland eventueel sancties zal treffen, maar ik heb collega Van Bommel net in eerste termijn horen zeggen dat hij niet zal reageren op uitlatingen vanuit Moskou. Ik heb nog gezegd: wat een prettige stellingname is dit! Ik had er dus drie potentieel, maar ik heb ze net alle drie kunnen afstrepen. Dus de vraag is: wat is de vierde? Wat heeft Van Bommel nog in zijn achterzak? 

De heer Van Bommel (SP):

Om te beginnen: ik vind het niet netjes om te verwijzen naar gesprekken met mensen die niet aan het debat kunnen deelnemen en hun woorden te duiden. Ik zou dat niet doen als ik de heer Servaes was, maar nu het gedaan is, moet ik er wel op reageren, want daarmee is natuurlijk het standpunt van Montenegro verwoord. In een grensconflict zijn er twee partijen. Ik heb erkend dat Bosnië hier iets te verwijten was. Dat zijn gewoon de feiten. Daarom ging het dreigement van de Amerikanen van sancties, van stopzetten van de hulp, ook richting Bosnië. Dat toont alleen maar aan dat het een serieus conflict was in 2015. Anders gaan de Amerikanen niet met sancties dreigen, net zo goed als dat de Russen nu met sancties dreigen. Dan kan ik wel zeggen dat het mij niet zo veel uitmaakt welk geluid er vanuit Rusland komt; het wordt hier in de Kamer gebruikt. Er wordt hier in de Kamer naar gevraagd, onder andere door de Partij van de Arbeid. Ook in de schriftelijke bijdrage werd ernaar gevraagd. De regering zegt dan eenvoudigweg: wij gaan niet speculeren over eventuele gevolgen en over eventueel handelen van Rusland. Dat kan een standpunt zijn, maar als vervolgens de Partij van de Arbeid gevraagd wordt wat de regering gaat doen als die sancties er komen en of er dan eventueel compensatie wordt geboden, dan is het wel degelijk onderdeel van het debat en serieus te nemen als argument. Het weegt dus ook voor onze fractie mee. 

De heer Servaes (PvdA):

Ik probeer nog steeds het antwoord op mijn vraag te zoeken: wat is het doorslaggevende argument? En dat was het, dat laatste? 

De heer Van Bommel (SP):

Nee, ik noem een aantal argumenten. Als … 

De heer Servaes (PvdA):

Ik wil gewoon … 

De voorzitter:

Niet door elkaar heen. U mag uw vraag nog stellen. Dan mag de heer Van Bommel antwoorden en dan gaan wij door naar de heer Ten Broeke. 

De heer Servaes (PvdA):

Laat mij de vraag dan even scherp stellen. Wij onderkennen allemaal de vrijheid, de soevereiniteit van onafhankelijke landen om zelf te kiezen wat hun toekomst is en van welke organisatie ze lid zijn. Dat doen zij per democratische meerderheid. Dat is de common ground waarvan wij vertrekken. Dan moet je dus een zwaarwegend tegenargument hebben om daarvan af te wijken. Ik wil gewoon in één zin horen wat het zwaarwegende tegenargument is op basis waarvan de Socialistische Partij tegen deze toetreding zou zijn. 

De heer Van Bommel (SP):

Ik heb er een aantal: het is strategisch niet van belang voor de NAVO, er is wel degelijk verdeeldheid in het land en mijn fractie neemt de gevolgen voor de geopolitieke verhoudingen serieus. Dat geldt overigens ook voor anderen, want ik hoor dat zij zich ook zorgen maken over de eventuele sancties van Rusland. Wij nemen het grensgeschil uit 2015, dat hier wordt weggepoetst en dat werd opgelost doordat de Amerikanen met sancties dreigden, wel serieus. Dat zijn een aantal argumenten. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Heeft de heer Van Bommel het in zijn eerste termijn gehad over het grensconflict met Bosnië en de sancties? Of heeft hij alleen Montenegro genoemd? Toen hij sprak over de financiën, had hij het toen over financiën die zouden worden ingetrokken na een dreiging van de Amerikanen in de richting van Montenegro? Of heeft hij daarbij ook Bosnië en Herzegovina genoemd? 

De heer Van Bommel (SP):

Bij een conflict is er altijd sprake van meer dan één partij, want in je eentje is het lastig ruziemaken. Een grensconflict impliceert dat je een conflict hebt met een andere partij aan de overkant. Ik ben daar volstrekt helder over geweest. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Nee, mijnheer Van Bommel, dat bent u niet, want als je een grensconflict op een goede manier wenst te behandelen, noem je ook de andere kant. Dat hebt u niet gedaan in uw eerste termijn. U moest daarop gewezen worden in de beantwoording van de minister, die u vandaag in uw tweede termijn serieus zou nemen. Een van de grensconflicten blijkt niet te bestaan, want die is opgelost mede dankzij Montenegro. Wat betreft het tweede conflict ligt het zwaartepunt precies bij het land dat u niet hebt genoemd. Dat zou toch op zijn minst … En dan verwijt u mij een bagatel! Mijnheer Van Bommel, er blijft vanavond helemaal niets over van uw redenering. Ik nodig u echt uit om nog een vijfde reden te verzinnen. U bent daar creatief genoeg voor. 

De heer Van Bommel (SP):

Hoe duidelijk moet je erover zijn? Bij een conflict zijn altijd minimaal twee partijen betrokken. Er is druk van buitenaf, van de Amerikanen, nodig geweest. Ik heb dat ook tijdens mijn interruptie gezegd. Ik heb het wel degelijk benoemd. Zeker op de Balkan is een grensconflict serieus te nemen. Ik ben het eens met iedereen die zegt: het is een soeverein recht van ieder land om zelf wensen kenbaar te maken, partij te worden van een verdrag en lid te worden van een internationale organisatie. Dat is onbetwist. Maar er is geen sprake van een reële bedreiging van Montenegro. Dat heb ik hier ook niemand horen zeggen. Montenegro moet lid worden zodat de collectieve veiligheid voor dat land gaat gelden. Dat heb ik niet gezegd of gehoord. Er is dus wat mij betreft geen enkele urgentie, noodzaak of wenselijkheid om de NAVO met Montenegro uit te breiden. Vandaar dat wij die uitbreiding niet zullen steunen. 

De voorzitter:

Ik verzoek alle woordvoerders om via de voorzitter te spreken. Mijnheer Ten Broeke, ga u uw gang. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter, kan ik die laatste redenering nog één keer herhaald krijgen? Gewoon nog één keer. We weten allemaal wat eruit komt, maar ik wil die laatste redenering toch nog één keer horen. Dan kan de heer Van Bommel ook nog even naar zichzelf luisteren. Ik begrijp die redenering niet, maar volgens mij wordt die maar door heel weinig collega's hier begrepen. De redenen hiervoor hebben we nu afgepeld: de drie die de heer Van Bommel noemde en de vierde die hij niet of half noemde. Maar met de vijfde reden komt hij niet. Kan hij die nog één keer geven? Wat is nou de redenering om nee te zeggen? 

De heer Van Bommel (SP):

Dan zou ik mijn hele tweede termijn moeten herhalen. Ik heb alle argumenten genoemd: de verdeeldheid in het land, de geopolitieke situatie, het Russische dreigement, het grensgeschil, waarvan de heer Ten Broeke zegt dat het niet bestaat, en het strategisch belang. Ik heb al die zaken genoemd. Ik heb op basis daarvan gezegd dat er wat mij betreft geen noodzaak, urgentie of wenselijkheid is om de NAVO uit te breiden met Montenegro. 

De voorzitter:

De heer Sjoerdsma ziet af van zijn tweede termijn. 

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Ik hoor men hier in het debat spreken over de mogelijkheid dat een derde land Montenegro sancties zou opleggen als dat land toetreedt tot het NAVO-bondgenootschap. Ik ga ervan uit dat Montenegro zelf over dat soort consequenties heeft nagedacht, daarin een afweging heeft gemaakt en die ook voor eigen rekening zal nemen. Als woordvoerder van de PVV zie ik in ieder geval geen enkele reden om hier toe te zeggen dat we Montenegro dan financieel zullen steunen. 

Alles overwegende moet ik constateren dat ik verder geen overwegende bezwaren zie tegen de toetreding van Montenegro. Ik zie wel een groot strategisch voordeel door de ligging van dat land. De PVV heeft dus geen bezwaren tegen de toetreding en zal derhalve de ratificatie steunen. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Ik dank de minister voor de uitgebreide beantwoording en voor het afpellen van de bezwaren die een enkele collega had ingebracht. Voor mijn fractie is er eigenlijk geen enkele twijfel. Die was er ook niet van tevoren. Toch is het goed om de zaken nog eens met elkaar door te nemen, want NAVO-uitbreidingen kunnen hier niet altijd zomaar een hamerstuk zijn. In die zin dank ik de heer Van Bommel ervoor dat hij het heeft willen onthameren. Nu dat gebeurd is, denk ik dat we met overtuiging ja kunnen zeggen. Mijn fractie doet dat. Wij zullen dus instemmen met het lidmaatschap. 

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Ik wil mijn excuses aanbieden. Ik zei net dat ik de heer Van Bommel ga missen, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik zijn redeneringen niet ga missen. Ik vond het niet heel sterk vandaag. De heer Van Bommel had het over verdeeldheid in het land. Ja, als niet 100% voor is, dan is er al verdeeldheid. Maar er was gewoon een soevereine meerderheid voor toetreding. Ik respecteer zijn redenering wel, maar eerlijk gezegd begrijp ik die niet. 

Ik dank de minister voor de beantwoording van de vragen. Het zal duidelijk zijn dat wij de toetreding van Montenegro tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie van harte steunen. Dat schept verplichtingen aan de kant van Montenegro maar ook aan onze zijde; dat realiseren we ons heel goed. Er is echter een ordentelijk proces doorlopen. Ook wij hebben er vertrouwen in dat het goed komt. Juist in deze ingewikkelde tijd is het aan de oostflank van het bondgenootschap van belang om landen die daartoe besluiten en voldoen aan de criteria, toe te laten en daarmee een versterking van de NAVO te laten zijn. 

De voorzitter:

De heer Servaes ziet af van zijn tweede termijn. 

Het woord is aan de minister voor een aantal afrondende opmerkingen. 

Minister Koenders:

Mevrouw de voorzitter. Ik dank de Kamer voor de stellingnames, voor de accordering maar ook voor het verschil van mening in tweede termijn. Laat ik er het volgende over zeggen. Het is in de eerste plaats belangrijk om nu te markeren dat een overgrote meerderheid van het Nederlandse parlement instemt met het NAVO-lidmaatschap van Montenegro. Dat vindt de regering belangrijk en positief. We stellen dat ook zeer op prijs. 

Uiteraard is het misschien niet van strategisch belang dat de SP-fractie niet meedoet, maar het is wel van belang om dat te markeren. Ik moet namelijk eerlijk zeggen dat we zo langzamerhand wel in een tijd leven van feitenvrije politiek. Ik heb alle respect voor allerlei argumenten. Je kunt daar voor of tegen zijn. Maar hier heb ik echt helemaal niets van begrepen. Ik noem het strategisch belang vermengen met invloedssferen. Ja, de Nederlandse kuststrook is ook niet zo heel lang. Toch is het een strategisch belang dat Nederland lid is van de NAVO. Ik noem ook de infantilisering en vernedering van de Montenegrijnen, die in meerderheid een lidmaatschap van de NAVO willen. En dan vervolgens zeggen: het land is verdeeld. Dat is echt feitenvrije politiek. Er zijn twee keer verkiezingen gehouden. Er zijn mensen die het ermee eens zijn. U noemde net die 60%. En dan zegt u: het land is verdeeld. Ja, zo ken ik er nog een paar. Bijvoorbeeld: de kuststrook is te kort, dus laten we gelijk uit de NAVO gaan. Uw partij is voor het NAVO-lidmaatschap. Uw partij heeft zich daartoe bekend. En als het er dan aan komt, dan zegt u tegen een ander land: ja, jammer, kleine kuststrook, strategisch niet van belang. En dan gaat het nog niet eens over invloedssferen. Hoezo invloedssferen? Zijn we in de Europese politiek nu echt beland in een tijd waarin we op de een of andere manier onze agenda op dit punt door mijnheer Lavrov laten bepalen? U hebt hem bijna letterlijk geciteerd. Ik sta hier echt van te kijken. Dit is een ernstige ontwikkeling, een ontwikkeling die we niet kunnen accepteren in dit land. En dan de grensverschillen: u weet gewoon dat het onzinnig is wat u hier zegt. Er zijn twee commissies die daaraan werken. U doet alsof daar een nieuwe oorlog aan het beginnen is en dat de NAVO daar ingetrokken is. Met dat soort feitenvrije politiek moeten we echt ophouden in dit parlement. U mag van mening verschillen over een NAVO-lidmaatschap en u mag zeggen wat u vindt van de NAVO. Uw partij is daarvoor. U komt met drogredenen en u doet gewoon niet mee. Dat mag, maar ik heb daar weinig waardering voor. Ik kan alleen maar zeggen dat het jammer is dat in ieder geval één belangrijke fractie in het huis de grote meerderheid van de Montenegrijnen niet wil steunen in haar recht op veiligheid. 

De heer Van Bommel (SP):

Dat recht wordt niet betwist. Wij maken onze eigen afweging. 

Minister Koenders:

Zeker. 

De heer Van Bommel (SP):

En blijven doen alsof dat grensconflict een niet-bestaand conflict is … Waarom was er dan Amerikaanse druk nodig, met sancties van Amerikaanse zijde om ervoor te zorgen dat men er in Bosnië anders over ging denken? Het was wel degelijk iets serieus. 

Minister Koenders:

U hebt hier kennelijk Amerikaanse argumenten nodig, die u normaal nooit nodig hebt. Ik ben zelf voorzitter geweest van de NAVO-Assemblee. Nou, ik kan u zeggen: het was leuk, maar zo belangrijk was het ook weer niet. Om die argumenten erbij te slepen in een grensconflict dat een heel andere achtergrond heeft … Kom op, mijnheer Van Bommel. Ik ken u echt beter dan dit. Als u gewoon wilt zeggen "ja, ik krijg dit niet door mijn fractie" of "ik vind het belangrijker wat Rusland of Amerika ervan vindt dan de Montenegrijnen" dan mag dat. Ik zeg u alleen dat ik het jammer vind. Ik had gehoopt dat u in dit belangrijke debat misschien een andere afweging zou maken, maar ik heb u niet kunnen overtuigen. Dat is geheel te wijten aan mijn overtuigingskracht in uw richting. 

De heer Van Bommel (SP):

Ik spreek de minister op dit laatste punt niet tegen. Het gaat erom dat wij ons bij besluiten die wij hier nemen, noch moeten laten leiden door de gewaardeerde Montenegrijnen, noch door Rusland, noch door anderen. We hebben onze eigen afweging te maken en daarin zullen alle argumenten moeten worden afgewogen: geopolitieke belangen, economische belangen, strategische belangen, wat je ook maar wilt noemen. Daarin hebben wij hier, in deze Kamer, een afweging te maken en dat doe ik op basis van onze eigen argumenten. 

Minister Koenders:

Met alle respect: dat doet u niet. U doet precies het tegenovergestelde. U geeft de argumentatie dat de Montenegrijnen verdeeld zijn. U geeft een argumentatie over wat de Amerikanen zouden vinden. U geeft een andere argumentatie over wat de Russen zouden vinden. U bent degene die niet kijkt naar het Nederlandse belang maar er allerlei argumenten bij haalt die juist tegengesteld zijn aan uw eigen redenering. 

De heer Van Bommel (SP):

Ik sluit af. 

De voorzitter:

Precies, ik geef u de gelegenheid om af te sluiten. 

De heer Van Bommel (SP):

Dan heeft de minister mij gewoon niet begrepen. Ik noem de houding van de Amerikanen en de druk van de Amerikanen op een grensconflict om aan te tonen dat dat grensconflict wel degelijk iets voorstelt. Ik noem de reactie van de Russen en hun dreigen met sancties omdat het dus kennelijk wel om iets gaat wat geopolitieke gevolgen heeft. Dat hebben wij ons aan te trekken! Niet dat ik me daardoor laat leiden, ik zeg alleen dat dat belangrijke aspecten zijn, die moeten worden meegewogen. Dat is de kern van de discussie wat mij betreft. 

Minister Koenders:

Voorzitter, ik waardeer altijd de debatten met de heer Van Bommel, maar ik geloof niet dat we elkaar vanavond nog kunnen overtuigen in dezen. Dank u wel. 

De algemene beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Hartelijk dank. Ik schors de vergadering voor de dinerpauze, waarna we verder gaan met het debat over Syrië. 

De vergadering wordt van 18.50 uur tot 19.47 uur geschorst. 

Voorzitter: Arib

Naar boven