8 Pakket EU-voorstellen inzake vennootschapsbelasting

Aan de orde is het VAO Pakket EU-voorstellen inzake vennootschapsbelasting (AO d.d. 1/12). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Financiën van harte welkom. De spreektijd is twee minuten, inclusief het indienen van moties. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Voorzitter. Ik dien twee moties in. Allereerst een motie over de CCCTB, een vennootschapsbelasting op Europees niveau. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat bij de CCCTB een overdracht plaatsvindt van de soevereiniteit op het gebied van vennootschapsbelasting naar Europa; 

overwegende dat in 2011 voor een vergelijkbaar voorstel de Tweede Kamer een "gele kaart" heeft getrokken vanwege de negatieve gevolgen voor de economische groei, banen en belastingheffing; 

spreekt uit een "gele kaart" te trekken voor het voorstel CCCTB, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Aukje de Vries, Schouten en Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 6 (34604). 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Vervolgens dien ik een motie in over de CCTB — dat is één C minder — over een gezamenlijke grondslag voor de vennootschapsbelasting. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de CCTB een eerste stap is richting de CCCTB; 

overwegende dat bij de CCTB een overdracht plaatsvindt van de soevereiniteit op het gebied van vennootschapsbelasting naar Europa; 

constaterende dat bij het accepteren van het CCTB-voorstel er geen weg meer terug is; 

spreekt uit, een "gele kaart" te trekken voor het voorstel CCTB, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Aukje de Vries en Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 7 (34604). 

Kunt u voor de mensen die meeluisteren zeggen waar "CCCTB" voor staat? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

CCCTB staat voor: Common Consolidated Corporate Tax Base. 

Ik heb nog een laatste punt. Wij hebben ook gesproken over de hybride mismatches voor derde landen. Die kunnen grote gevolgen hebben voor Amerikaanse bedrijven in Nederland en de mensen die daar werken. Er heeft geen impact assessment plaatsgevonden. Daarom vragen wij de staatssecretaris om in ieder geval het onderzoek naar de gevolgen voor Nederland te doen en ook een inventarisatie te maken van de mogelijkheden om de negatieve effecten tegen te gaan, gericht op het behoud van banen in Nederland. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Voorzitter. We hebben in Nederland een Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Dat is mijn geboortejaar, dus dat is een prima wet. Vandaar de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Europese Commissie nu al voor de tweede keer vergaande richtlijnvoorstellen doet die moeten resulteren in een harmonisatie van de winstbelasting van alle lidstaten; 

overwegende dat hierdoor expliciet een groot stuk fiscale soevereiniteit van Nederland wordt overgedragen aan de Europese Commissie en dat daarmee het unanimiteitsvereiste bij fiscale kwesties verder aan waarde verliest; 

overwegende dat de gevolgen voor ons fiscale vestigingsklimaat niet zijn te overzien, zeker door de brexit en de mogelijke opstelling van de nieuwe Amerikaanse regering; 

verzoekt de regering om niet in te stemmen met de voorstellen genaamd CCTB en CCCTB, ook niet na eventuele inhoudelijke aanpassing na onderhandelingen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 8 (34604). 

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Eigenlijk hebben wij veel te weinig tijd voor het behandelen van zulke grote onderwerpen. Over de Common Consolidated Corporate Tax Base kan ik kort zijn. De manier waarop die nu is voorgesteld, is schieten met een kanonskogel op een mug. 

Wij hebben ook gesproken over de hybride mismatches. Daarover dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat hybride mismatches met derde landen, hetgeen tot dubbele niet-heffing van belasting kan leiden, niet tot 2024 moeten kunnen voortbestaan; 

verzoekt de regering, in Europees verband niet te pleiten voor langdurig uitstel van de voorgestelde implementatiedatum, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Merkies, Van Weyenberg en Grashoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 9 (34604). 

De heer Merkies (SP):

We hebben het ook gehad over de zwarte lijst van belastingparadijzen. Daarover dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Europese Commissie criteria heeft opgesteld ter beoordeling van de vraag of landen op de lijst van niet-coöperatieve jurisdicties moeten worden geplaatst; 

overwegende dat het tarief van de winstbelasting niet als criterium is opgenomen; 

overwegende dat belastingparadijzen zich mede onderscheiden door nultarieven of zeer lage tarieven; 

verzoekt de regering, zich in te spannen om een minimumtarief toe te voegen als criterium bij de beoordeling van de vraag of landen op de lijst van niet-coöperatieve jurisdicties moeten worden geplaatst, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Merkies en Groot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 10 (34604). 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. In het debat over belastingontwijking zijn veel stappen gezet. Er ligt nu een nieuwe richtlijn, die nog verder gaat. Laat ik maar gewoon duidelijk zijn: de ChristenUnie is er niet voor dat onze vennootschapsbelasting centraal geïnd en herverdeeld wordt. Daarom heb ik de motie van mevrouw De Vries medeondertekend. Het debat over de vraag op welke grondslag we onze vennootschapsbelasting moeten baseren, is een doorgaand debat. Hoewel wij het voorstel dat er nu ligt, niet goed vinden, willen wij niet dat er meteen een rem op de hele discussie wordt gezet. Daarom ga ik niet mee in de motie om een gele kaart te trekken. 

Het plan om de hybride mismatches — sorry voor het jargon — aan te pakken, zoals ook het voorstel van het kabinet is geweest, zullen wij steunen. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Voor de aanpak van belastingontwijking en het effectief innen van winstbelasting bij bedrijven moeten we ons gezamenlijk inzetten. Daarom maken we afspraken in Europa en de OESO. De Europese Commissie heeft twee voorstellen gedaan om de winstbelasting zowel te harmoniseren als te consolideren. Over de inhoud van beide voorstellen heeft ook D66 veel vragen. Zo vinden wij het erg jammer dat de grondslag voor de winstbelasting juist wordt versmald. Dat Europa hiernaar gaat kijken, vinden wij echter goed. Daarom zullen wij de twee moties gericht op het uitdelen van een gele kaart niet steunen. De aanpak van belastingontwijking en het effectief innen van winstbelasting vragen juist om meer Europese samenwerking. Dat vinden wij belangrijk. 

Ik heb de motie van de heer Merkies op stuk nr. 9 meeondertekend omdat wij niet achter de inzet van het kabinet staan om in verband met de hybride mismatches — dat is inderdaad afschuwelijk jargon; het betekent dat bedrijven minder belasting betalen door slim te opereren — vijf jaar uitstel te bepleiten in Brussel. Dat vinden wij echt de verkeerde richting. Daarom hebben wij die motie meeondertekend. 

Als over dit onderwerp gestemd wordt, wil ik ook graag de aangehouden motie in stemming brengen die ik samen met de heer Groot heb ingediend bij de behandeling van het Belastingplan (34552, nr. 58). Daarin wordt het kabinet ertoe opgeroepen om in Europees verband aan te dringen op een onderzoek naar een Europees minimumtarief voor de vennootschapsbelasting, om daarmee een race naar de bodem te voorkomen. Deze motie gaat ook over winstbelasting, dus die zou ik graag parallel aan de andere moties in stemming brengen. 

De heer Groot (PvdA):

Voorzitter. De PvdA deelt veel van de kritiek van het kabinet op de Europese voorstellen, maar zij kan zich niet vinden in de manier waarop het kabinet de hakken in het zand lijkt te zetten bij elk streven naar harmonisering van de Europese winstbelasting. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Europese Commissie hernieuwde voorstellen heeft gedaan om de vennootschapsbelasting te harmoniseren; 

overwegende dat harmonisatie belangrijk is in de strijd tegen belastingontwijking, de werking van de interne markt verbetert en de administratieve lasten kan verlagen; 

overwegende dat er ernstige bezwaren bestaan tegen de huidige voorstellen van de Europese Commissie en dat vooral de verdeelsleutel negatief uitpakt voor landen als Nederland; 

overwegende dat gefundeerde kritiek niet mag betekenen dat het denken over betere Europese belastingregels ophoudt; 

verzoekt de regering, constructief in gesprek te blijven over geleidelijke harmonisering van de grondslag voor de Europese winstbelasting, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Groot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 11 (34604). 

De voorzitter:

De laatste moties moeten nog worden gekopieerd, maar misschien kan de staatssecretaris alvast antwoorden? Dat is het geval. 

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. De eerste twee moties, de moties op de stukken nrs. 6 en 7, gaan mij niet aan, want die gaan over een kwestie tussen het parlement en de Europese Commissie. Ik houd daar gepaste afstand van. 

In de motie op stuk nr. 8 van de heer Van Vliet wordt de regering verzocht om niet in te stemmen met de voorstellen, ook niet na eventuele inhoudelijke aanpassingen. Wat mij betreft is dat ook weer de zaak omdraaien. Het kabinet heeft gezegd dat het op geen enkele manier voorstander is van grondslagharmonisatie als doel op zich. Het is echter altijd bereid geweest om op een verstandige manier schadelijke verschillen tussen stelsels aan te pakken waar dat nodig was. Door deze motie wordt dat geblokkeerd. Ik moet deze motie derhalve ontraden. Ik ben hier duidelijk genoeg over geweest. Het kabinet oordeelt zeer negatief over deze twee voorstellen, maar om nu te zeggen dat ze nu tot in lengte van jaren en altijd moeten worden afgewezen … Niemand kan zeggen hoe ze worden aangepast. 

Dan kom ik tot de motie op stuk nr. 9 van de heer Merkies. Daarin wordt de regering verzocht om in Europees verband niet te pleiten voor langdurig uitstel van de voorgestelde implementatiedatum. Ik heb net uitvoerig met de Kamer van gedachten gewisseld over het uitstel. Ik moet deze motie ontraden. 

In de motie op stuk nr. 10 wordt de regering verzocht om zich in te spannen om een minimumtarief toe te voegen als criterium bij de beoordeling of landen op de lijst van niet-coöperatieve jurisdicties worden geplaatst. Het tarief wordt wel bij de zwarte lijst meegenomen als indicator. Dat is ook precies wat er moet gebeuren. Het is echter niet in lijn met het OESO-gedachtegoed en het is ook niet in lijn met de soevereiniteit van landen om minimumtarieven te stellen. Ik ontraad derhalve deze motie. 

Ik kom tot de motie op stuk nr. 11 van de heer Groot, waarin wordt verzocht om in gesprek te blijven over geleidelijke harmonisering van de grondslag voor de Europese winstbelasting. Opnieuw zeg ik dat ik harmonisering absoluut geen doel op zich vind, maar dat het kabinet altijd bereid is geweest om schadelijke verschillen weg te werken. In gesprek blijven lijkt mij echter wel een productieve oproep. Nogmaals, het is geen doel op zich, maar het niet doen is ook geen doel op zich. Als het in gesprek blijven op een verstandige manier kan, wil ik het oordeel over deze motie aan de Kamer laten. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we over ruim vijf minuten stemmen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven