5 Vragenuur: Vragen Van Tongeren

Vragen van het lid Van Tongeren aan de minister van Economische Zaken over het bericht dat het rapport over de aardbeving te Emmen niet deugt. 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Economische Zaken van harte welkom. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Er is een moeilijke relatie tussen mijnbouwschade en het gewoon netjes vergoeden van die schade. Eerst was er geen bodemdaling in Groningen, vervolgens een beetje, maar die zou geen schade moeten geven. De gaswinning gaf geen aardbevingen. Daarna wist men helemaal zeker dat het bij kleine bevinkjes zou blijven die geen schade gaven. Tot de grote aardbeving in Huizinge in 2012. 

Nu zien we ditzelfde patroon in Drenthe, door EenVandaag in beeld gebracht. Eerst is er totaal niks aan de hand. Een rapport van Witteveen+Bos, waarbij drie onafhankelijke geologen allerlei vraagtekens hebben, zou onomstotelijk stellen dat er geen relatie is tussen de schade en de mijnbouwactiviteiten in het gebied. De schadegevallen liggen heel toevalligerwijs wel precies in een cirkel rond het epicentrum van vroegere bevingen. Hoe kun je dan onomstotelijk zeggen dat er geen verband zou zijn? Zouden deze schadegevallen alle veroorzaakt zijn door vrachtauto's, mollen of achterstallig onderhoud aan de fundamenten en dan in zo'n patroon liggen? Je zal maar in Emmen wonen of op een andere plek in Drenthe en op tv zien hoe er met de Groningers omgesprongen is. Om het vertrouwen in de overheid te houden, is het nu nodig dat er niet met zelfverzonnen categorieën van A-, B- en C-schade gewerkt wordt, dat er niet een of andere contourenkaart opgetuigd wordt, maar dat we gewoon kijken wat de Nederlandse rechter in hoogste instantie heeft gezegd. Er is bestaande jurisprudentie in Nederland en die jurisprudentie zegt dat degene die een gevaarlijke activiteit moet gedogen in alle gevallen de schade vergoed moet krijgen. Het is niet zo dat die persoon dan nog maar eens moet aantonen dat het niet aan hem lag. 

Van de minister wil ik weten of er onafhankelijk onderzoek komt en of hij in Drenthe gaat monitoren, het liefst met tiltmeters, wat de bodem daar doet aan beweging. 

Minister Kamp:

Mevrouw de voorzitter. In Emmen is al een jaar of 40 gaswinning gaande. De eerste beving heeft zich daar 25 jaar geleden voorgedaan met een kracht van 2,2 op de schaal van Richter. De laatste beving vond plaats in september van dit jaar met een kracht van 2,3 op de schaal van Richter. In totaliteit zijn er in die 25 jaar 11 bevingen geweest. Alle andere waren lichter dan de twee die ik net heb genoemd. Een aantal daarvan waren niet te voelen. 

Voor de bevingen in Emmen of waar ook in het land geldt hetzelfde als voor bevingen in Groningen, namelijk dat als iemand schade heeft en denkt dat die schade veroorzaakt is door aardgaswinning hij dat kan melden bij de NAM. De NAM zorgt vervolgens dat er een onafhankelijke deskundige naartoe gaat die de schade opneemt en daar een advies over geeft. Vervolgens neemt de NAM een besluit. Dan kan de schade worden uitbetaald. De schade wordt niet uitbetaald wanneer blijkt dat de schade geen verband houdt met de aardbeving. 

Het is natuurlijk mogelijk dat de melder zich daar niet in kan vinden. Dan kan hij vervolgens naar de Technische commissie bodembeweging (Tcbb) gaan. Daar zitten een aantal deskundigen gereed om de zaak helemaal opnieuw te onderzoeken: hoe zit het met de claim; wat is er gebeurd; is er schade en, zo ja, waar is die schade door veroorzaakt? Als er een uitspraak komt van de Technische commissie bodembeweging dan volgt de NAM die uitspraak altijd. Dat betekent dat als de Technische commissie bodembeweging zegt dat het aan de aardgaswinning ligt, de schade wordt vergoed. Mocht ondanks die zorgvuldige procedure de melder nog niet tevreden zijn met de uitkomst, dan kan hij altijd naar de rechter toegaan en dan zal de rechter daar een uitspraak over doen. Wat in het kader van deze schadeafhandeling aan onderzoeken door de NAM wordt opgedragen, bijvoorbeeld aan Witteveen+Bos, weet ik niet precies. Daar ga ik ook niet over. De NAM heeft een eigen verantwoordelijkheid. Als zij een onderzoek laat doen door een gerenommeerd bureau dan kan dat zeker geen kwaad. In dit geval, nu er publiciteit over is geweest, lijkt het mij niet onverstandig, ook gelet op de voorgeschiedenis die voor een deel geschetst is door mevrouw Van Tongeren, dat ik de Technische commissie bodembeweging vraag om dat rapport op te vragen en vervolgens te bestuderen om te kijken of zij naar aanleiding van dat rapport ook nog opmerkingen heeft die bij afhandeling van eventuele verdere klachten nog van nut kunnen zijn. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik ben blij met de toezegging van de minister dat hij de Technische commissie bodembeweging gaat vragen nog een keer goed te kijken naar het rapport van Witteveen+Bos. Dat is een mooie eerste stap. Mijn tweede vraag was of de minister bereid is om de bodembeweging in Drenthe goed te monitoren. De minister zegt dat er misschien bevingen waren die niet te voelen zijn, maar zoals alle woordvoerders in het aardbevingsdossier inmiddels in hun slaap kunnen opdreunen, heeft een beving die niet door een mens te voelen is nog steeds wel een impact op de gebouwen. Tien keer een heel klein beetje schudden aan een muur heeft ook effect, net zoals één keer er heel erg stevig tegenaan duwen. Is de minister bereid om met de NAM na te gaan of er beter gemonitord wordt? Ten derde vraag ik de minister om in plaats van dat we weer gaan werken met een zelfverzonnen systeem van A-, B- en C-schade en een zelfbedachte contourenkaart, gewoon de jurisprudentie van de Hoge Raad uit 1920, die maatgevend is in alle rechtszaken tot nu toe — er zijn nog uitspraken geweest in 1980 op basis daarvan — toe te passen. Die zegt dus dat de bewijslast in alle gevallen, ook in Drenthe, bij de NAM moet liggen en niet bij de inwoner. Die zegt ook dat degene die de risicovolle activiteit moet gedogen, niet degene is die moet aantonen dat de schade door de mijnbouwer is veroorzaakt. Ik krijg graag nog een antwoord hierop van de minister. 

Minister Kamp:

Allereerst kom ik op het monitoren. We hebben in dit land op tientallen plekken aardgaswinning. Ik kan op dit moment niet beoordelen of er een bijzondere reden is om in Emmen, een van de plekken waar aardgas gewonnen wordt, iets anders te doen dan op andere plekken. Ik zal kijken hoe dit zit, hoe dit zich verhoudt en of er redenen zijn om daar te doen wat mevrouw Van Tongeren vraagt. Dat antwoord houdt zij dus nog even tegoed. 

Wat de A-, B- en C-schades betreft: dat is allemaal niet zo ingewikkeld. Als er een schademelding is, moet je die afdoen. Soms kun je vaststellen dat die schade veroorzaakt is door de aardgaswinning die in de omgeving plaatsvindt, maar soms kun je ook vaststellen dat dit niet het geval is. In het laatste geval kun je het C-schade noemen, maar dat is allemaal niet zo relevant. Het enige wat relevant is, is of de schade veroorzaakt is door aardgaswinning. Als dat het geval is, is in alle gevallen een vergoeding noodzakelijk. Dan is het helemaal niet zo belangrijk welke uitspraken wel of niet zijn gedaan. Als de schade wordt veroorzaakt door aardgaswinning, hoort die schade vergoed te worden. Dat geldt voor het hele land, dus ook voor de omgeving van Emmen. Iedere keer als er een melding komt, wordt ernaar gekeken. Mocht er onenigheid zijn over de uitkomst, dan kunnen er een aantal stappen gezet worden om toch tot een goede uitkomst te komen. 

Voorzitter, dit is mijn reactie op de punten die mevrouw Van Tongeren naar voren heeft gebracht. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik ben blij met de twee toezeggingen van de minister. Wat het andere punt betreft: de Hoge Raad zegt dat er een causaal verband verondersteld wordt als er een risicovolle activiteit plaatsvindt. Dat betekent dus dat je niet eerst moet aantonen dat de schade aan een muur per se een causaal verband heeft met de gaswinning. Het is andersom. Daarom stel ik nogmaals de vraag of we het arrest van de Hoge Raad volgen. Of komt de NAM, net als in Groningen, met een zelf in elkaar gezet boekwerk met foto's van wat zij terechte schade vindt en wordt dat gevolgd? 

Minister Kamp:

Voor het aardgaswinningsgebied Groningen is een vorm van omkering van bewijslast geregeld. Dit geldt niet voor het hele land. Voor de rest van het land geldt: als er sprake is van schade die gerelateerd is aan aardgaswinning, wordt die schade door degene die het aardgas gewonnen heeft, vergoed. Dat is in de regel de NAM, maar er zijn ook andere bedrijven. Ik denk dat dit een heldere systematiek is, die recht doet aan de belangen van de mensen. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Collega Van Tongeren heeft heel terechte vragen gesteld. Het CDA heeft al langer gevraagd om één loket waar je als inwoner in de rest van Nederland, dus buiten Groningen, terechtkunt als je last hebt van mijnbouwactiviteiten en schade hebt daardoor. De minister heeft toegezegd, ook aan het CDA, om met dat ene loket te komen. Hoever staat het met dat loket? Krijgen mensen ook recht op een second opinion, zoals in Groningen het geval is? Stel dat je het niet eens bent met de uitspraak van de Tcbb en het heel anders ziet, kun je dan alsnog een onafhankelijke second opinion laten uitvoeren voordat je naar de rechter gaat? 

Minister Kamp:

Ik denk dat er in het geval van Emmen een deugdelijke opzet is gemaakt. Die opzet houdt het volgende in. Bij elke schademelding wordt er iemand van een onafhankelijk bureau naartoe gestuurd. Deze deskundige bekijkt de schade en geeft er een advies over. Als die schade veroorzaakt is door aardgaswinning, wordt die schade vergoed. Is men van mening dat dit niet het geval is en wordt de schade dus niet vergoed, dan kan de betrokkene de Technische commissie bodembeweging inschakelen. Deze heeft deskundigen in huis die het dan bekijken en met een advies komen. Als je het daar dan ook niet mee eens bent, is er nog een derde stap mogelijk, namelijk dat je naar de rechter gaat. Ik denk dat dit voor de situatie in Emmen, net als voor de situatie in andere delen van het land buiten Groningen, een adequate werkwijze is. 

De heer Smaling (SP):

Ik krijg de indruk dat Witteveen+Bos amper de discussie heeft gevolgd die we over Groningen hebben gehad. Hierbij doet zich namelijk ook weer de situatie voor dat het epicentrum wordt gekoppeld aan afstand, waardoor er sprake is van gebrek aan bewijsvoering dat schade te maken heeft met de beving. Dat heb je hier ook. Het lijkt mij dat we dat niet moeten herhalen. Het is een gerenommeerd bedrijf. Dat begrijp ik; Arcadis is dat ook. Het lijkt er echter een beetje op dat deze bedrijven in het geval van de NAM toch in de rechterbroekzak en in de linkerbroekzak verdwijnen. Ik vraag de minister het volgende. We hebben de Mijnbouwwet verbouwd. Bijna Kamerbreed is er een amendement aangenomen inzake een onafhankelijk wetenschappelijk programma met internationale deskundigen … 

De voorzitter:

Ja? 

De heer Smaling (SP):

Gisteren in EenVandaag hebben zij zich uitgesproken. Kunnen zij, zodra deze wet door de Eerste Kamer is aangenomen, worden aangezocht om naar dit rapport te kijken en er uiteindelijk een hopelijk deskundiger oordeel over te vellen? 

Minister Kamp:

Ik denk dat we met de Technische commissie bodembeweging juist een aantal deskundigen en experts bij elkaar hebben gehaald die zich op dit soort zaken concentreren en zich daarin specialiseren. Als er onenigheid is, kunnen zij met een onafhankelijke second opinion komen. Ik denk dat we dat uitstekend hebben geregeld en dat het niet nodig is om daar nu weer iets anders voor te organiseren. Als we het goed hebben georganiseerd, kunnen we ons ook daaraan vasthouden. Witteveen+Bos is een gerenommeerd bureau, zoals ook Arcadis dat is. Dat wil niet zeggen dat we alles wat van hen komt, zonder meer als feit accepteren. Daarom is er in het geval van Arcadis in Groningen ook een second opinion gevraagd van Deltares. Nu, in dit geval, vind ik het verstandig om de Technische commissie bodembeweging te laten kijken naar datgene wat Witteveen+Bos aan de NAM heeft opgeleverd. Al die rapporten zijn interessant, maar het gaat erom dat ik vind dat de schade moet worden vergoed, iedere keer als iemand schade lijdt van aardgaswinning. Ik zie erop toe dat het hele systeem erop is gericht om recht te doen aan al die schadegevallen. Als de schade wordt veroorzaakt door de aardgaswinning, moet er snel een schadevergoeding volgen. 

De voorzitter:

Er is een vraag blijven liggen van mevrouw Mulder. U mag de vraag heel kort herhalen, mevrouw Mulder, maar u mag geen nieuwe vraag stellen. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Hartelijk dank, voorzitter. Het ging over dat ene loket waar inwoners terechtkunnen die buiten Groningen wonen, maar wel te kampen hebben met mijnbouwschade. Hoe staat het daarmee? 

Minister Kamp:

Daarop heb ik twee antwoorden. Als je schade hebt als gevolg van aardgaswinning, of dat nu aardgaswinning door Vermillion is, aardgaswinning door Tulip Oil of aardgaswinning door de NAM, moet je terecht bij degene die dat aardgas heeft gewonnen en de schade dus mogelijk heeft veroorzaakt. Voor twijfelgevallen of voor gevallen waarin men zich heel snel tot iets wil wenden, hebben we een loket voor mijnbouwschade in oprichting. Dat loket zal per 1 januari a.s. operationeel zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. 

De voorzitter:

Dank u wel. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven