4 Vragenuur: Vragen Hoogland

Vragen van het lid Hoogland aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, viceminister-president, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, over het bericht "Trein botst op vrachtwagen en ontspoort". 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom. 

De heer Hoogland (PvdA):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag werden we opgeschrikt door een treinongeluk waarbij achttien gewonden vielen. Allereerst wil ik de slachtoffers in de trein, de machinist, het personeel van Arriva en de chauffeur van de melkwagen van FrieslandCampina sterkte toewensen. 

Ik begin met het volgende. Je zult maar Willem Stavenga of Sieta Stavenga heten en wonen in de buurt van waar het ongeluk gebeurde. Je bent op vrijdag als boer bezig, je loopt je stal in en een hoort een geluid alsof er een straaljager door de geluidsbarrière gaat. Je weet gelijk: het is weer raak op de overgang op de Voslaan. Je gaat samen met je vrouw naar de trein toe en constateert dat de bestuurder van de auto en de machinist gelukkig nog leven en dat er gewonden in de trein zijn. Je helpt die mensen de trein uit. Vervolgens zie je later op de dag op de televisie een persconferentie waarin de directeur van ProRail aangeeft dat in dit geval geld en ambitie allebei niet het probleem zijn, maar dat het gaat om de procedure om land te kopen. Je hoort dat jij als omwonende in die omgeving eigenlijk een beetje de zwartepiet in de schoenen geschoven krijgt. Ik wil graag het oordeel van het kabinet over deze persconferentie. Ikzelf zou graag zien dat de directeur van ProRail excuses aanbiedt aan deze mensen. Je zult namelijk maar met zo'n beeld geconfronteerd worden en nog diezelfde dag de zwartepiet in de schoenen geschoven krijgen. 

Op 14 oktober 2014 kwam Gerjon Kazemier op dezelfde plek om het leven. In april van het jaar daarvoor viel daar ook al een dodelijk slachtoffer. Op 15 oktober stelde ik met mijn Groningse collega's Henk Nijboer en Tjeerd van Dekken Kamervragen. De eerste en belangrijkste vraag die ik dan ook heb aan het kabinet is: wat is er eigenlijk gedaan om de situatie na 14 oktober aan te pakken? 

Minister Asscher:

Voorzitter. Laat ik beginnen met mij aan te sluiten bij de heer Hoogland en sterkte te wensen aan degenen die bij het ongeluk betrokken waren, in wat voor hoedanigheid dan ook, en daarvan nu nog de gevolgen ondervinden. Ik hoop dat deze mensen snel herstellen. 

Wat is er gebeurd sinds de ongelukken bij de Voslaan in 2014? Voslaan is een van de ruim 100 niet automatisch beveiligde overgangen die er nog zijn in Nederland, althans waar je vanaf de openbare weg naartoe kunt komen. Sinds 2015 is er gewerkt aan het programma NABO, om ervoor te zorgen dat op al die plekken de veiligheid beter wordt. In dit geval was de oplossing gezocht in het afsluiten van deze overgang en het in plaats daarvan aanleggen van een ontsluitingsweg die via het land van een boer zou moeten lopen. Dat is de boer over wie de heer Hoogland het nu heeft. Ik heb niet de indruk dat het aan die man gelegen heeft. Sterker nog: de informatie die ik heb gekregen wijst erop dat alle partijen met elkaar aan tafel willen en kunnen en dat men nu ook ten spoedigste hetzij een huurovereenkomst voor dat stuk land kan sluiten, zodat men om die overgang heen naar een wel beveiligde overgang kan, hetzij een koopovereenkomst kan sluiten, om zo een definitieve oplossing te vinden. 

Heb ik daarmee een oordeel over die persconferentie? Die heb ik zelf niet gezien, maar ik denk dat het belangrijk is dat het kabinet niet een van de partijen de schuld geeft, en zeker niet deze boer. Het belangrijkste is dat er sinds 2015 een integraal plan is gekomen voor de NABO's in het algemeen en meer in het bijzonder voor de zeventien overgangen in Winsum, waar het ongeluk gebeurd is en waar het ook in 2014 misging. Dat heeft lang geduurd; dat ben ik geheel eens met de spreker. Het is cruciaal dat nu zo snel mogelijk, en in ieder geval voor het einde van het jaar, duidelijk is welke oplossing er wordt gekozen. 

De heer Hoogland (PvdA):

Dat brengt mij op het tweede punt. Er zijn 2.000 handtekeningen opgehaald door mensen uit Winsum. Dat gebeurde nadat er in één jaar tijd twee mensen om het leven kwamen. Toen was er ook een roep om tijdelijke maatregelen voor die plek, waar het elke keer misging en waarbij iedereen zijn hart vasthoudt als het mistig is of als de kinderen naar school fietsen, hoewel die maatregelen de situatie niet direct totaal zullen oplossen. Waarom kunnen die maatregelen nu wel, maar eerder niet? In november 2014 is er namelijk een onderzoek gestart. We leven nu in november 2016. Haastige spoed is zelden goed, maar twee jaar wachten terwijl iedereen wist dat deze situatie gevaarlijk was, is wel heel lang. 

Daarom vragen wij ons het volgende af. Bij grote projecten zien we dat de overheid over mensen heen walst als er onteigend moet worden en dat er heel snel kan worden aangekocht. Waarom kon dat hier in die twee jaar niet gebeuren? Dat is terugkijkend. Op 10 april constateerden de bewoners dat het te langzaam ging. Dan vraag ik me af: is het misschien beter om tegenstanders te hebben als je problemen snel wilt oplossen? Iedereen wil dit namelijk, en misschien is dat wel het probleem. Klopt die analyse of zit het anders? 

Ik ga nog in op de tijdelijke maatregelen. Er komen nu extra borden. De wethouder van Winsum zei in 2015: ik mag niet aan de overweg komen, want die is van ProRail. In hoeverre is de minister bereid om ook de gemeente Winsum aan te spreken? Die zou namelijk ook iets kunnen doen in de omgeving: drempels aanleggen, maatregelen nemen en iets in de infrastructuur doen. Ook al mogen ze dan formeel niet aan de overweg komen, er zijn nog heel veel andere dingen te verzinnen die wél kunnen. 

Tot slot. In 2015 is er financiering toegezegd door de rijksoverheid en is er aan de Kamer geschreven dat er op korte termijn afspraken zouden worden gemaakt. Nu zijn we een jaar verder en zijn de afspraken gemaakt. Maar dan is papier geduldig, want hoe kan het dat er geen uitvoering aan die afspraken wordt gegeven? 

Minister Asscher:

Het is heel terecht dat de heer Hoogland dit aanstipt. Ik begrijp ook heel goed het ongenoegen van de bewoners in Groningen. Zij hebben gepleit voor een AHOB, een automatische halve overwegboom. Dat is zo'n ding met een bel, een knipperlicht en een slagboom. Het duurt even voordat die er is, maar die biedt in ieder geval meer beveiliging dan een niet automatisch bewaakte overgang. Wat mij betreft komt er dus voor het einde van het jaar hetzij een andere ontsluiting via een weg, hetzij een oplossing door koop. Anders moet de voorbereiding beginnen voor het alsnog plaatsen van zo'n slagboom, ook al duurt dat even. We moeten duidelijk maken dat er wat gebeurt. 

Het tweede punt waar de heer Hoogland aan raakt, is: waar ligt de verantwoordelijkheid? Die ligt inderdaad zowel bij de gemeente als bij ProRail. ProRail is verantwoordelijk voor de overgang zelf en de rails. De gemeente is verantwoordelijk voor de weg die daar het spoor overgaat. De gemeente kan dus wel degelijk wat doen. Naar aanleiding van wat er gebeurd is, zijn er matrixborden neergezet om beter te waarschuwen. Ik zal in de brief die de staatssecretaris voor het einde van het jaar stuurt, in december dus, ook laten opnemen of het geen zaak is om, naar aanleiding van wat er nu gebeurd is, bij de andere 109 niet automatisch bewaakte overgangen ook dit soort maatregelen te treffen. Misschien kunnen gemeenten meer doen. Soms kan het om drempels gaan, soms om bebording. Soms zijn borden niet goed zichtbaar door begroeiing. Naar aanleiding van wat er afgelopen vrijdag gebeurd is, gaan we bekijken wat er aanvullend aan preventieve maatregelen mogelijk is. Dat zijn nooit de echte oplossingen, want daar is dat integrale programma voor om al die overgangen veilig te maken. In de tussentijd bekijken we wat er nog meer gedaan kan worden. De Kamer hoort daar voor het einde van het jaar meer over. 

De voorzitter:

U hebt nog vijf seconden spreektijd over, mijnheer Hoogland. 

De heer Hoogland (PvdA):

Dan heb ik nog één vraag: wanneer is in Winsum de overweg beveiligd? Wanneer kunnen de mensen erop rekenen dat ze veilig kunnen oversteken? 

Minister Asscher:

Voor het einde van het jaar is er duidelijkheid voor Winsum, zodra de huurovereenkomst getekend is. Ik heb begrepen dat zowel de eigenaar van de grond, de huurder c.q. de koper, ProRail dus, als de gemeente daartoe bereid zijn. Die gaan zo snel mogelijk om tafel. Zodra de huurovereenkomst rond is, heb je binnen drie maanden een andere route. Dan kan de overgang Voslaan, die nu berucht is geworden bij bewoners, bestuurders en ons allemaal, dicht. 

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw De Boer namens de VVD. 

Mevrouw De Boer (VVD):

Ook ik kan me aansluiten bij het feit dat iedereen opgeschrikt is door het ongeluk van afgelopen vrijdag. We hebben de afgelopen jaren helaas al een aantal dodelijke ongelukken moeten betreuren. We mogen blij zijn dat dat deze keer niet het geval is, maar er is wel enorme schade. Het hele dorp is hierdoor geschokt, niet in de laatste plaats de mensen die achter deze spoorwegovergang wonen. Twee jaar geleden hebben we 10 miljoen vrijgemaakt om dit soort spoorwegen aan te pakken. Het duurt wel heel lang voordat deze spoorweg is aangepakt. We hadden er misschien wel achttien doden bij moeten schrijven. Gaat er deze week in feite al iets gebeuren? Deze week gaan de treinen weer rijden. Er moeten op korte termijn ook maatregelen genomen worden. Er moeten bijvoorbeeld signaleringsborden of matrixborden neergezet worden. Ik hoor de minister net zeggen dat we die eind dit jaar tegemoet kunnen zien, maar volgens mij moet het veel eerder gebeuren, namelijk deze week nog. 

Minister Asscher:

Er wordt onderzoek gedaan door de ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport), ProRail en Arriva naar hoe het precies heeft kunnen misgaan met deze melkwagen die in botsing is gekomen met de trein afgelopen vrijdag. De precieze toedracht wordt dus achterhaald. Intussen zijn er van die matrixborden neergezet en zal er voor het einde van het jaar duidelijkheid moeten komen over een oplossing. Daar hoeft niemand mee te wachten. Als men het volgende week eens kan worden, kunnen we meteen daarna beginnen met het voorbereiden van andere ontsluitingen, dus met een andere route via een beveiligde overgang. We gaan er geen tijd overheen laten gaan. Alle betrokken partijen zijn zich er terdege van bewust dat er heel snel een oplossing moet komen voor Winsum en de omwonenden. 

Naar boven