9 Pakketbeheer

Aan de orde is het VAO Pakketbeheer (AO d.d. 28/06). 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Volksgezondheid van harte welkom. We lopen wat uit de tijd, dus we gaan tempo maken. Als u al besluit om een interruptie aan te vragen, doet u dat dan kort. 

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. De afronding van het overleg over pakketbeheer vindt nu plaats, omdat we de onderhandelingen over het geneesmiddel Orkambi een kans wilden geven. Nu blijkt dat er nog steeds geen oplossing is voor patiënten met cystische fibrose. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat er patiënten met Cystic Fibrosis (CF) zijn die goed reageren op het geneesmiddel Orkambi en dat voor deze patiënten elke dag telt en zij niet langer kunnen wachten; 

van mening dat door nieuwe ontwikkelingen zoals het detecteren van nonresponders en de recentelijk gepubliceerde goede langetermijnverwachtingen, de effectiviteit en doelmatigheid van Orkambi steeds duidelijker worden; 

verzoekt de regering om Orkambi beschikbaar te stellen voor CF-patiënten die er baat bij hebben, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agema en Gerbrands. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 848 (29689). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat behandeling met fysiotherapie mensen met reumatische aandoeningen helpt om beter te bewegen met minder pijn; 

constaterende dat het voorwaardelijk toelatingstraject een duur en intensief traject is dat per onderzochte aandoening jaren in beslag kan nemen; 

verzoekt de regering om met een oplossing te komen waardoor fysiotherapie voor mensen met reuma versneld beschikbaar komt en wordt opgenomen in het basispakket, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agema en Gerbrands. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 849 (29689). 

Mevrouw Agema (PVV):

Zo direct wordt door collega Marijnissen een motie ingediend die strekt tot het verlagen van het eigen risico. Deze motie hebben wij medeondertekend. Wij willen echter ook duidelijk maken dat het eigen risico volgens ons nog altijd geheel afgeschaft moet worden. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering het eigen risico af te schaffen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agema en Gerbrands. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 850 (29689). 

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Het eigen risico was een groot thema tijdens de verkiezingscampagne. Alle partijen in de Kamer hebben er in ieder geval niet op gewezen dat het zou worden verhoogd. Ik denk dat niemand het zal begrijpen als het eigen risico per 1 januari tot €400 wordt verhoogd, want twee derde van deze Kamer had juist beloofd dat het naar beneden zou gaan. Voor de zomer hebben wij over de wet die dat mogelijk maakt een debat gevoerd. Die wet is echter controversieel verklaard. Voor de zomer hebben wij het erover gehad om het eigen risico met ten minste €100 te verlagen. De PvdA is voor afschaffing, maar twee formerende partijen zijn voor €100 verlaging. Daarvoor heb je in deze Kamer dus in ieder geval een tweederdemeerderheid. De desbetreffende motie is verworpen. Nu dreigt het eigen risico zelfs verhoogd te worden. Zo meteen dient mevrouw Marijnissen namens de brede oppositie een motie in om in ieder geval de verhoging van tafel te krijgen en een verlaging te realiseren. Ik zal ook voor de motie van de PVV stemmen waarin om afschaffing wordt gevraagd, want daar zijn wij voor. In ieder geval zou er geen verhoging moeten komen, want dat begrijpt helemaal niemand. 

Ik heb nog een andere motie, over de NIP-test. Het Zorginstituut Nederland heeft hierover een advies uitgebracht waarin staat dat die niet in het pakket hoort. Dat leidt er mogelijk toe dat vrouwen op enig moment weer naar België moeten uitwijken of heel veel moeten betalen, waardoor de test niet meer toegankelijk is. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de NIP-test de mogelijkheid biedt ouders zelf te laten kiezen om een kind met een ernstige aandoening geboren te laten worden; 

verzoekt de regering de NIP-test te blijven vergoeden voor alle vrouwen, hetzij via het pakket, hetzij via een subsidieregeling, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer en Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 851 (29689). 

De heer Nijboer (PvdA):

Dank u wel. 

De voorzitter:

Hartelijk dank. Ik geef het woord aan mevrouw Sazias. 

Mevrouw Sazias (50PLUS):

Voorzitter. We hebben hierover uitgebreid gedebatteerd en dat zullen we nog lang blijven doen. De minister heeft een aantal toezeggingen gedaan; wij willen daar alleen graag wat vaart achter zetten. Vandaar de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving heeft aangegeven dat er drie alternatieve instrumenten bestaan naast onderhandelingen over de prijs van een duur medicijn, om te bewerkstelligen dat dit toch tegen een aanvaardbare prijs op de markt kan komen; 

overwegende dat de minister heeft aangegeven deze drie methoden nader te onderzoeken voordat zij die inzet; 

overwegende dat sommige geneesmiddelen nu niet toegankelijk zijn voor mensen die deze nodig hebben omdat ze te duur zijn, zoals bijvoorbeeld Orkambi; 

verzoekt de regering dit onderzoek voor 1 oktober aanstaande op te leveren, zodat geneesmiddelen die anders onbereikbaar zijn voor mensen die deze nodig hebben zo snel mogelijk ingezet kunnen worden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sazias. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 852 (29689). 

Mevrouw Sazias (50PLUS):

Ik had nog een motie over fysiotherapie, maar nu blijkt dat mevrouw Agema een motie heeft ingediend die bijna identiek is. Wij dienen onze motie daarom niet in. We zullen de motie van mevrouw Agema steunen. 

De voorzitter:

Hartelijk dank. Ik geef het woord aan mevrouw Marijnissen. 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Voorzitter. Voor de zomer stond ik hier met een motie om het eigen risico voor 2018 met €100 te verlagen. Dit was conform de verkiezingsprogramma's achter 98 zetels in deze Kamer. Het CDA en de ChristenUnie steunden deze motie toen niet met als argumentatie dat dit onderwerp op de formatietafel lag. Nu zijn we twee maanden verder en gisteren lekte uit dat het eigen risico voor het komende jaar niet omlaaggaat, maar waarschijnlijk omhooggaat. Dat is tegen de wens van een meerderheid van deze Kamer in. Eerst was het aan het nieuw te formeren kabinet en nu zou het aan het demissionaire kabinet zijn. Maar in alle gevallen geldt: het is aan ons als Kamer. Als wij als Kamer dit nu goed willen regelen, dan kan dat. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat geen enkele partij bij de verkiezingen een verhoging van het eigen risico voorstelde; 

overwegende dat vele partijen een verlaging of afschaffing van het eigen risico in het verkiezingsprogramma opnamen; 

verzoekt de regering het eigen risico voor 2018 in ieder geval niet te verhogen en te onderzoeken met welk bedrag het eigen risico verlaagd kan worden en dit te realiseren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Marijnissen, Nijboer, Arissen, Ellemeet, Gerbrands, Kuzu en Sazias. 

Zij krijgt nr. 853 (29689). 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik heb geen vraag, maar een feitelijke opmerking. Mevrouw Marijnissen spreekt over een lek en het voornemen van een nieuw kabinet, maar ik heb begrepen dat dit uit de begroting komt die van het huidige kabinet afkomstig is. Ik zie geen enkele relatie met de formatie. 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Het gaat mij meer om het feit dat er überhaupt iets uitgelekt is; van welke tafel maakt even niet zo veel uit. Feit is dat een aantal partijen die samen 98 zetels hebben, in hun verkiezingsprogramma hebben staan dat het eigen risico omlaag moet. Voor de zomer werd door twee partijen gezegd: we vinden het nu niet opportuun om deze motie te steunen, want dit hoort op de formatietafel. Nu gaat het over 2018 en is het aan het demissionaire kabinet, maar de Kamer kan het kabinet daarin natuurlijk prima een opdracht meegeven. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Het ging mij meer om de tekst die u uitsprak. Daar ging het mij om. 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Waarvan akte. 

De voorzitter:

Hartelijk dank. Ik geef het woord aan mevrouw Ellemeet namens GroenLinks. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Voorzitter. Ik denk dat de mensen in het land er weinig boodschap aan hebben op welke tafel welke beslissing ligt. Zij krijgen het bericht dat het eigen risico mogelijk omhooggaat. Daarom steun ik van harte de motie die net is ingediend door mevrouw Marijnissen. 

Daarnaast zijn wij vorig weekend opgeschrikt door het bericht dat het Zilveren Kruis wil stoppen met het aanbieden van minimapolissen in diverse gemeenten. Als klap op de vuurpijl kwam vervolgens het bericht over het verhogen van het eigen risico. GroenLinks wil dat de polissen voor minima behouden blijven. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Zilveren Kruis de contracten met diverse gemeenten over minimapolissen heeft opgezegd; 

overwegende dat dit een onwenselijke stap is en dat polissen voor kwetsbare groepen behouden moeten blijven; 

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de betreffende gemeenten en zorgverzekeraar om ervoor te zorgen dat minimapolissen behouden blijven, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ellemeet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 854 (29689). 

Hartelijk dank. Ik kijk even naar de minister: is zij al bereid en in staat om te antwoorden? Zij heeft nog niet alle moties op schrift, maar misschien kan zij vast beginnen met de beantwoording. Ik beloof dat zij de moties snel krijgt, of in ieder geval zo snel mogelijk. 

Minister Schippers:

Anders ben ik nu gewoon klaar. Of zal ik erop wachten? 

De voorzitter:

We zullen de orde van de vergadering aan de voorzitter overlaten. 

Minister Schippers:

Oké. Voorzitter. Ik begin direct met de ingediende moties. In de eerste motie, op stuk nr. 848, verzoeken de leden Agema en Gerbrands de regering om Orkambi beschikbaar te stellen voor CF-patiënten die er baat bij hebben. De centrale vraag die je hierbij moet stellen, is: betalen wij automatisch wat een fabrikant vraagt voor een medicijn, ook als de prijs enorm hoog is? Betalen wij die prijs, ongeacht wat het medicijn doet? Het kabinet heeft besloten dat niet te doen. Wij hebben een degelijke procedure. Die loopt via het Zorginstituut. Het Zorginstituut zegt: dit is de therapeutische meerwaarde en dit is de kosteneffectiviteit. Als dat uit elkaar loopt, moet je of onderhandelen of wordt het medicijn niet in het basispakket opgenomen. Die onderhandelingen zijn gaande en bevinden zich in een intensieve fase. Ik kan dus nog niet zeggen of het opgenomen wordt in het basispakket. Ik ontraad deze motie dan ook. 

Mevrouw Agema (PVV):

Intussen tikt de klok voor de patiënten door. De centrale vraag moet hier natuurlijk zijn: waarom vergoedt Nederland niet €170.000 per persoon, per jaar en krijgt Duitsland het wel voor elkaar om €140.000 per persoon, per jaar te betalen? Wat is een mensenleven waard? Ik vind dat de minister veel en veel te lang over die onderhandelingen doet. We zitten iedere keer te wachten. De patiënten wachten. Patiënten komen te overlijden. Er is een middel dat een derde van de patiënten kan helpen, en nú is de minister hardvochtig en nú wordt de harde hand gehanteerd. Ik vind dat er gewoon een keer een afspraak en een uitkomst moeten komen. 

Minister Schippers:

Bij een onderhandeling heb je twee partijen. Aan de ene kant heb je de farmaceuten en aan de andere kant ons onderhandelingsteam. Totdat de uitslag van die onderhandeling dusdanig is dat het in het pakket kan worden opgenomen, kan ik hier geen andere beslissing nemen dan deze. Er komen namelijk verschrikkelijk veel geneesmiddelen aan. Ik kan u vertellen dat de premies en het eigen risico, als dat nog bestaat, bijzonder de lucht in zouden spatten als wij zomaar gaan betalen wat fabrikanten vragen voor hun geneesmiddel. De vraag is dan natuurlijk bij wie dat ligt. Ik denk dat fabrikanten een maatschappelijke positie hebben en in die maatschappelijke positie ook rekening moeten houden met de betaalbaarheid van de zorg die zij aanbieden. Het is geen koekjesfabrikant. 

De voorzitter:

We zijn bezig met de afronding van het algemeen overleg. Ik wil zowel de leden als de minister vragen om niet opnieuw debatten te starten. 

Minister Schippers:

Sorry, voorzitter, ik zal iets korter antwoorden. 

In de motie op stuk nr. 849 wordt de regering verzocht om met een oplossing te komen waardoor fysiotherapie voor mensen met reuma versneld beschikbaar komt. Ik wil ook deze motie ontraden. Het Zorginstituut heeft uitgesproken dat fysiotherapie niet bewezen effectief is. Het reumaveld — de patiënten maar ook de artsen en wetenschappers — heeft inmiddels voorstellen ingediend bij het Zorginstituut voor een voorwaardelijke toelating om de effectiviteit te onderzoeken. Ik wacht dat traject van voorwaardelijke toelating af. Dat wordt momenteel door het Zorginstituut beoordeeld. Als dat met een positief advies komt, dan zal die beslissing wel vallen. Ik denk overigens niet dat ik die beslissing hierover nog zal nemen. Ik wacht dat dus af. 

In de motie op stuk nr. 850 wordt de regering verzocht om het eigen risico af te schaffen. Ik ben demissionair. Het afschaffen van het eigen risico kost oplopend tot 2021 4,5 miljard euro. Dat wil zeggen dat als ik het eigen risico zou afschaffen, er een premieverhoging van €293 zou komen. Even los van de inhoudelijke discussie over de vraag of je dat zou moeten doen, is dit ook geen motie die je kunt opdragen aan een demissionair kabinet. 

Mevrouw Agema (PVV):

De minister suggereert hier dat door het afschaffen van het eigen risico de zorgpremie omhooggaat. Dat is één oplossing, dat is één mogelijkheid. Maar je kunt het ook dekken vanuit andere begrotingsposten. Dat is wat wij doen. Daarom is deze suggestie niet van toepassing op ons voorstel. 

Minister Schippers:

De zorg die gegeven wordt, moet toch betaald worden. Of je verhoogt de premies — dat zou dan met €293 zijn — of je doet het uit de belastingen. Maar dan betaal je het dus uit de belastingen. 

De voorzitter:

Ik constateer dat de minister toch een debat uitlokt. Mevrouw Agema, nog één keer. 

Mevrouw Agema (PVV):

De minister is toch heel uitdagend. Je kunt ook met allerlei andere uitgavenposten stoppen, met de afdrachten aan de Europese Unie, de ontwikkelingshulp en noem maar op. Er zijn ontzettend veel posten buiten de zorg die wij liever zien gaan dan komen, waardoor wij dus geld over hebben om het eigen risico volledig af te schaffen. 

Minister Schippers:

Die posten kun je daar allemaal voor inzetten. U dient deze motie in bij een demissionaire minister, bij een demissionair kabinet dat die schuiven al helemaal niet kan maken. 

Ik kom op de motie-Nijboer/Kooiman op stuk nr. 851, waarin de regering wordt verzocht de NIP-test te blijven vergoeden voor alle vrouwen, hetzij via het pakket, hetzij via een subsidieregeling. Ik ben het daar grondig mee eens. Dat is ook de reden waarom ik een subsidieregeling heb gemaakt. Die subsidieregeling heb ik gemaakt in afwachting van een advies van het Zorginstituut, omdat ik niet wilde dat vrouwen langer moesten wachten op een advies van het Zorginstituut. Daarom loopt de regeling af. Het is aan een volgend kabinet om te beslissen hoe het gefinancierd wordt. Ik denk dat het belangrijk is dat het gefinancierd wordt, maar ik heb er vooralsnog voor gezorgd door de subsidieregeling. 

De heer Arno Rutte (VVD):

Het is op zich helder wat de minister wil, maar het oordeel over de motie is niet helemaal helder. De motie lijkt mij overbodig als er toch al beleid is. Ik wil graag weten wat het oordeel is. 

Minister Schippers:

Ik laat het oordeel over wat een toekomstig minister met deze aflopende subsidieregeling doet aan de Kamer. Het lijkt mij ook goed om daar met een nieuwe minister over te discussiëren. Ik laat het oordeel dus aan de Kamer, maar we lopen natuurlijk wel vooruit op een termijn. Er is nu ook niks aan de hand. Die subsidieregeling loopt gewoon een paar jaar door. Het is dus niet zo dat het nu zou moeten. 

In de motie-Sazias op stuk nr. 852 wordt de regering verzocht het onderzoek voor 1 oktober aanstaande op te leveren. Mevrouw Sazias refereert aan een onderzoek dat wordt gedaan door dezelfde Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Die heeft een voorschot genomen en heeft gezegd: er zijn drie alternatieve instrumenten, maar wij gaan verder onderzoeken in hoeverre je die kunt inzetten. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving is een onafhankelijke raad. Die bepaalt zelf wanneer hij het onderzoek oplevert. Ik denk dat het heel interessant is om te bekijken of je met deze instrumenten iets kunt doen. Maar ik moet deze motie ontraden, want wij doen dat onderzoek niet; dat doet de raad. Wanneer komt dat onderzoek er? Ik denk dat de raad in de loop van het najaar met het onderzoek komt. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik heb een korte vraag over de vorige motie, de motie op stuk nr. 851. Wanneer loopt de subsidieregeling voor de NIPT af? 

Minister Schippers:

Ik denk in 2021. Ik hoor dat de regeling in 2019 afloopt. U ziet het sneller dan ik. We zitten nu in 2017, dus het besluit over verlenging of borging of … 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het is helder. Dank u wel. 

Minister Schippers:

Er is dus nog enige tijd voor. 

Mevrouw Sazias (50PLUS):

De minister laat het onderzoek over aan de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Die is onafhankelijk, maar er moet toch een manier zijn om dit te bespoedigen? We kunnen wel blijven wachten, maar het gaat erom dat juist deze instrumenten gebruikt kunnen worden. Ik neem Orkambi als bijvoorbeeld, maar zo zijn er nog andere geneesmiddelen. Daar moeten we toch niet zo lankmoedig in zijn? Er moet toch een manier zijn om dit te bespoedigen? Misschien kan de minister daar druk op uitoefenen, maar hoe dan ook, het moet sneller. 

Minister Schippers:

Ik ben zeker niet lankmoedig. Ik heb de raad speciaal gevraagd: kunt u mij adviseren over hoe wij geneesmiddelen voor iedereen toegankelijk en dus ook betaalbaar houden? Ik heb dus gevraagd: raad, kunt u mij daarbij helpen; wilt u voor mij breder kijken dan wat ik al in mijn visie heb gezet? De raad heeft dat in zijn onderzoeksprogramma opgenomen. Hij is dat nu aan het onderzoeken. Ik moet gewoon even de resultaten afwachten. Wat de raad doet, is naar aanleiding van een verzoek van mij. De raad heeft in een krantenartikel aangegeven: er zullen drie instrumenten zijn waar wij eventueel wat mee kunnen, maar de vraag is wat wij er precies mee kunnen. Ik weet uit ervaring dat het juridisch ontzettend ingewikkeld is. Ik wil dus een goed en grondig onderzoek. Ik wacht af wanneer de raad daarmee komt. 

De voorzitter:

Mevrouw Sazias, ten slotte. 

Mevrouw Sazias (50PLUS):

De minister heeft de raad ook gevraagd of hij het wilde onderzoeken. Kan zij de raad vragen of hij hiermee voor 1 oktober kan komen? Het lijkt mij voor een jurist niet heel erg ingewikkeld. 

Minister Schippers:

Ik wil gewoon dat de raad een goed onderzoek doet. Er zitten echt lastige vragen tussen. Ik vind het dus lastig om dit aan de raad te vragen. Ik zou zeggen: wat maakt het uit of het 1 oktober komt of 1 november? Als je een goed onderzoek hebt, kun je op basis van dat onderzoek goede besluiten nemen. Ik wil de motie op stuk nr. 852 dus toch ontraden. Overigens heb ik in het algemeen overleg de toezegging gedaan om uw vraag aan de raad door te geven. Het is dus niet zo dat men niet weet dat er fracties zijn in de Kamer die graag sneller een resultaat willen. Dat is al overgebracht. 

Dan kom ik op de motie-Marijnissen c.s. op stuk nr. 853. Daarin wordt de regering verzocht, het eigen risico voor 2018 in ieder geval niet te verhogen en te onderzoeken met welk bedrag het eigen risico verlaagd kan worden en dit te realiseren. Ik neem nooit een besluit in de trant van: dit jaar bedraagt het eigen risico zoveel. In de Zorgverzekeringswet is een koppeling gelegd tussen de groei van de zorgkosten en de groei van het eigen risico, of de daling daarvan, als dat ooit zou gebeuren. Ik neem dus nooit een besluit over het eigen risico. Aanpassing daarvan gebeurt automatisch op grond van de wet. Als je dat eruit wilt hebben, moet je dus de wet wijzigen. Daar komt het eigenlijk op neer. Daarom ontraad ik de aanneming van deze motie. Het is niet moeilijk om dit te veranderen; daar hoef je ook geen onderzoek naar te doen. Je haalt het uit de wet, klaar. 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Is de minister het met mij eens dat het afschaffen of verlagen van het eigen risico een belangrijk verkiezingsthema was? De minister zegt: je kunt de wet aanpassen, dus het kan. Bent u dan ook bereid om het oordeel over de motie aan de Kamer te laten? Als de Kamer dit zou willen, zou het kunnen. 

Minister Schippers:

Nee, dat zal ik zeker niet doen, omdat er heel grote bedragen mee gemoeid zijn. Bij een verlaging van €100 heb je het al gauw over een miljard. Dat zijn geen bedragen waarover een demissionair kabinet het oordeel aan de Kamer laat. 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Als de tekst van de motie goed wordt bekeken, staat er in ieder geval: niet verhogen. Dat is dan in ieder geval anticiperen op wat er gisteren in de krant stond. Er staat ook: onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om het eigen risico met bedrag x te verlagen. Dat zou dan toch een mogelijkheid moeten zijn? 

Minister Schippers:

Het is niet zo moeilijk. Als je het eigen risico wilt aanpassen, moet je de wet wijzigen. Die moet eigenlijk voor 1 oktober gewijzigd zijn, want dan worden door de zorgverzekeraars alle berekeningen uitgevoerd voor de risicoverevening en de premie. Dat is voor de zomer niet gebeurd. Zou je de wet op een ordentelijke manier wijzigen, dan zou je voor 2019 een verandering van het eigen risico kunnen doorvoeren. Het is dus niet iets wat je hoeft te onderzoeken. Het zijn politieke keuzes, waarover iedere fractie in de Kamer ook in haar stemgedrag besluit. Ik neem daarin als minister natuurlijk ook besluiten. In dit geval heb ik dat al veel eerder gedaan, door in de wet een en nader te koppelen aan de groei van de kosten. Het is geen apart besluit. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb twee feitelijke vragen. De politieke situatie is wel duidelijk. De minister gaf aan dat de wet heel gemakkelijk kan worden gewijzigd. Kan dat nog per 1 oktober? De tweede vraag is: wat kost het om de verhoging naar €400 van tafel te krijgen? 

Minister Schippers:

Als je voor 2018 een wijziging in het eigen risico wilt, kan dat niet meer op een manier waarop je iedereen de tijd geeft om een en ander normaal te berekenen, tenzij u het voor elkaar krijgt om de wet voor 1 oktober aan te passen. Zijn er voor dat soort dingen bypasses mogelijk? Altijd. Je kunt ook zeggen: wij doen het, wij geven een bepaald bedrag en zorgverzekeraars krijgen zekerheid. Maar dat is nooit netjes. Het gaat altijd gepaard met veel schuiven en herberekenen. Het gaat veel kosten en er is veel administratief gedoe. Na 1 oktober is het absoluut onhaalbaar. Voor 1 oktober zou eigenlijk de wet moeten zijn aangepast. Het is nu 7 september. Dan zou in een paar weken de wet moeten worden aangepast. 

De heer Nijboer (PvdA):

Voor de zomer hebben wij dit op de formatietafel neergelegd, omdat er een formatie bezig was. Het gaat om een meerderheid van de Kamer van 76 zetels. Wij hebben toen gezegd: de formatie moet eerst worden afgerond. Maar de tijd begint nu echt te dringen. Voor 1 oktober moet er dus door de Kamer een wet zijn aangenomen, wil je dit nog kunnen realiseren. Begrijp ik dat zo goed? 

Minister Schippers:

Ja. 

De heer Nijboer (PvdA):

Het legt wel een druk op de formerende partijen, als zij daar iets mee willen. 

Mevrouw Agema (PVV):

De minister kende toch de wens van de Kamer? Zij wist toch al aan het begin van het jaar dat al die partijen, twee derde van de partijen hier, twee derde van het aantal zetels, een verlaging van het eigen risico voorstelden? Zij wist toch ook dat er een heel grote meerderheid was? Ze kende toch de verkiezingsuitslag? Dus mijn vraag is eigenlijk: waarom liet de minister het op zijn beloop? Waarom komt ze nu met: ja, maar dan had de wet gewijzigd moeten worden? Waarom deed ze dat niet? 

Minister Schippers:

Ik heb er zelf geen voorstel voor gedaan omdat ik niet voornemens was om de wet te wijzigen. Het voorstel dat hier in de Kamer aan de orde is geweest, is voor de zomer weggestemd. Dus er was voor de zomer geen Kamermeerderheid om die wet aan te passen. Als er een Kamermeerderheid is, heb je ook te luisteren en dan kun je of aftreden of de wet aanpassen. Maar het heeft het toen niet gehaald. 

Mevrouw Agema (PVV):

Daar heeft de minister wel gelijk in. Er zijn hier meerdere moties ingediend en die zijn allemaal verworpen. De Kamer is inderdaad doorgegaan met het bedrog dat ze vlak na de verkiezingen heeft ingezet. 

De voorzitter:

Mevrouw Marijnissen heeft al geïnterrumpeerd op dit punt. Eén hele korte opmerking dan. 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Dank u wel, voorzitter. 

Tot slot. Ik hoor de minister zeggen dat het niet netjes zou zijn richting zorgverzekeraars om dit nu nog te regelen. Maar is de minister het ook niet met mij eens dat het niet netjes zou zijn naar de kiezer als dadelijk blijkt dat het eigen risico onverhoopt toch omhooggaat, terwijl het de wens van twee derde van de Kamer is dat het omlaaggaat? 

Minister Schippers:

Even voor de goede orde. Als de Kamer wil dat het omlaaggaat en zij neemt voor de zomer een motie aan zodat we ordentelijk de wet kunnen aanpassen, dan ligt er iets van de Kamer. Er ligt helemaal niks van de Kamer. Alle moties zijn afgestemd. Ten tweede zei ik dat het niet netjes is naar de zorgverzekeraar. Het geeft heel veel geschuif met geld, want de hele risicoverheveling en de hele premie, waarvan wij willen dat die begin november helder is, moeten allemaal worden berekend. Daar gaan allemaal aanpassingen in gebeuren en die aanpassingen hangen ook heel erg samen met je verzekerdenbestand. Ik heb juist gezegd: als een politiek nieuw kabinet het echt wil, dan kan het wel voor 1 oktober, máár het geeft heel veel gedoe. Het geeft ook heel veel risico dat er dingen in dat proces misgaan. 

De voorzitter:

U heeft nog één motie. 

Minister Schippers:

Ja, de motie van mevrouw Ellemeet. 

De voorzitter:

De heer Nijboer, moet ik ook nog een hele korte vraag toestaan. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb ook naar de kosten gevraagd. Ik had twee feitelijke vragen en op deze heb ik geen antwoord gekregen. 

De voorzitter:

Een vraag van de heer Nijboer was nog niet beantwoord. 

Minister Schippers:

Het is voor €100 1 miljard. Dus rekent u het maar uit. 

De heer Nijboer (PvdA):

Dat kan ik heel snel. 

Minister Schippers:

Daarom! 

De heer Nijboer (PvdA):

Dus voor 150 miljoen kan de verhoging voorkomen worden? 

Minister Schippers:

Ja, dat is zo. 

De voorzitter:

Dan hebben we nog één motie. 

Minister Schippers:

Maar het moet wel betaald worden en dat gaat ofwel via de premie ofwel via de belastingen ofwel via een dekking elders. 

Sorry, voorzitter. Ik legde alles al weg, maar ik heb inderdaad nog de motie-Ellemeet liggen. Die motie verzoekt de regering in gesprek te gaan met de betreffende gemeenten en de zorgverzekeraar om ervoor te zorgen dat de minimapolissen behouden blijven. Ik ben een groot voorstander van minimapolissen. Ik heb er de afgelopen jaren ook echt op ingezet. We hebben er veel gesprekken over gehad met gemeenten. Het is nu aan die partijen, gemeenten en verzekeraars. Wij zijn wel met deze partijen in gesprek om te weten wat er aan de hand is. Dat vinden we belangrijk om te weten, omdat ik denk dat juist die gemeentepolissen voor minima ons veel kunnen bieden. Ik zal het wel verder uitzoeken, maar ik kan er niet voor zorgen dat ze behouden blijven. Dus ik ben wel in gesprek om uit te zoeken wat er nou precies speelt. 

De voorzitter:

Dan wil ik de minister hartelijk danken. Ik stel voor dat we komende dinsdag stemmen over deze moties. De minister blijft nog even bij ons, want we gaan voort met de Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met het opnemen van de physician assistant. Ik zie dat mevrouw Keijzer nog een vraag heeft. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Werd die laatste motie nou ontraden? 

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 854 van mevrouw Ellemeet is ontraden, zo merk ik aan de non-verbale communicatie van de minister. Dit leidt tot slot weer tot een hele korte vraag van mevrouw Ellemeet, want ik had eigenlijk al afgesloten. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Ja, excuus. 

Ik had het inderdaad ook anders geïnterpreteerd. Ik begrijp dat de minister niet kan afdwingen dat die minimapolissen behouden blijven. Maar als de minister de motie goed leest, ziet zij dat ik vraag dat de minister in gesprek gaat met deze partijen om te kijken, zoals ze dat al vaker heeft gedaan, of we alsnog dit probleem kunnen oplossen. 

Minister Schippers:

De motie ligt al ergens in een stapel; ik zal haar daar weer even uithalen. Ik ben in gesprek en ik wil weten wat er nu aan de hand is. Waarom is het zo? Zitten daar dingen achter die we met elkaar kunnen oplossen? Volgens de motie moet ik in gesprek gaan om ervoor te zorgen dat die polissen behouden blijven. Ik ben een heel erg groot voorstander van die polissen, maar ik vind dat net een stap te ver gaan. Wat ik u kan zeggen, is: ik ontraad de motie, maar we zijn in gesprek en ik wil weten waarom die worden opgezegd en of dat redenen zijn waar wij iets aan kunnen doen. Is het een trend of gebeurt het alleen bij Zilveren Kruis? We zitten daar dus wel bovenop. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan gaan wij verder met het volgende agendapunt. 

Naar boven