Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | nr. 100, item 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | nr. 100, item 6 |
De voorzitter:
Collega's, we hebben allemaal de eerste beelden gezien; Sint-Maarten, Saba en Sint-Eustatius zijn heel zwaar getroffen. We weten nog niet alle details maar de schade die orkaan Irma heeft aangericht, is enorm. Er zijn dodelijke slachtoffers en gewonden gevallen. We volgen de situatie op de voet en leven mee met de inwoners van de eilanden. Om die reden is er ook een verzoek van de minister om het debat van vanavond over de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 van de agenda af te voeren. Ik neem aan dat daartegen geen bezwaar is. We zullen het debat opnieuw agenderen, ik hoop volgende week.
Ik deel aan de Kamer mee dat tot vertegenwoordigers in de Euro-Mediterrane Parlementaire Assemblee zijn aangewezen het Tweede Kamerlid Wilders en de Eerste Kamerleden Knapen en De Grave.
Ik stel voor dinsdag a.s. ook te stemmen over een brief van de vaste commissie voor Europese Zaken (34750, nr. 2).
Op verzoek van de GroenLinksfractie benoem ik in de Bouwbegeleidingscommissie het lid Grashoff tot lid in de bestaande vacature.
Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:
-het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden (34693);
-het wetsvoorstel Wijziging van de Wet maritiem beheer BES en van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de implementatie van het Verdrag van Nairobi inzake wrakopruiming (34710).
Op verzoek van de aanvrager stel ik voor het interpellatiedebat over de uitspraken van de minister-president tijdens zijn werkbezoek in Groningen van de agenda af te voeren.
Ook stel ik voor het VSO over de informele Raad Concurrentievermogen van 25 juli 2017 van de agenda af te voeren.
Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren:
31936-391; 22112-2383; 22112-2361; 21501-04-199; 30175-251; 30175-255; 29383-285; 2017Z10808; 30806-41; 30806-39; 31568-190; 24515-406; 2017Z10209; 2017Z11239; 21501-02-1769; 21501-02-1770; 34550-XVIII-47; 26643-482; 2017Z10377; 32757-142 en 31409-171.
Tot slot stel ik voor toe te voegen aan de agenda
-het VSO Raad Concurrentievermogen en Telecomraad op 17 en 18 juli 2017, met als eerste spreker het lid Paternotte namens D66.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Omtzigt namens het CDA.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter. Meldpunt! MAX en de Ombudsman hebben onderzoek gedaan naar hoe het gaat met MijnOverheid. Veel burgers krijgen hun post niet. Als je je post niet inziet als je een beschikking krijgt, kun je geen bezwaar indienen als je niet binnen de zes weken zit. Als je een boete niet tijdig ziet, krijg je een verhoging. Het gaat om miljoenen burgers die het niet goed zien. Nu lag er al een ander rapport van de Ombudsman, met de oproep om iets te doen aan de inkijkfunctie. Dat was het rapport over de blauwe enveloppe. U herinnert zich dat vast nog wel, voorzitter.
De voorzitter:
Jawel, hoor.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik zou graag een debat willen houden met de staatssecretaris van Financiën en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over dit rapport. Voorafgaand aan dat debat krijg ik graag een reactie over de wijze waarop wordt omgegaan met burgers die dit soort belangrijke post hebben gemist en zo in de schulden komen of andere problemen krijgen. Tot nu toe stond in de halfjaarsrapportage van de Belastingdienst altijd hoeveel mensen het op tijd gelezen hadden, maar dat staat er ook niet meer in. Geef ons dus eens een indicatie hoeveel mensen het missen en wat de regering daaraan gedaan heeft.
Ik vraag u, voorzitter, om het debat niet alvast volgende week te plannen. Misschien is er bijvoorbeeld in de week na Prinsjesdag wel wat ruimte; ik weet niet waarom ik dat denk! Ik overweeg nog om met mijn collega Bruins Slot in de commissie voor Binnenlandse Zaken voor te stellen om de Nationale ombudsman er zelf een toelichting op te laten geven voordat wij hier plenair in debat gaan.
De voorzitter:
Dus u hebt eigenlijk een heel traject voor ogen voordat er een debat kan worden gepland.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter, ik houd wel van informatie. Ik heb nog mijn best gedaan om een vraag te stellen zonder het woord feitenrelaas te noemen.
De voorzitter:
Dat vind ik ook heel knap!
De heer Omtzigt (CDA):
Dan lukt mij dat en dan gaat u mij dat kwalijk nemen!
De voorzitter:
Goed. De heer Graus.
De heer Graus (PVV):
Steun voor de twee- of zelfs drietrapsraket van de heer Omtzigt.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Steun. Het gaat om communicatie met de burger. Een breed debat is dan echt noodzakelijk.
Mevrouw Van Engelshoven (D66):
Steun voor dit debat. Het is een belangrijk onderwerp. Als wij willen dat de overheid burgers elektronisch benadert, dan moet dat ook op een goede manier gaan, die voor iedereen begrijpelijk en toegankelijk is.
De heer Krol (50PLUS):
Ik hoor perfecte argumenten waar ik het volledig mee eens ben; dus steun.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De ChristenUnie steunt het debat.
De heer Öztürk (DENK):
Ik sluit mij daarbij aan. Steun voor het debat.
De heer Hijink (SP):
Steun namens de SP.
De heer Nijboer (PvdA):
Soms maakt de overheid het zo ingewikkeld dat zij haast uit lijkt op het uitdelen van een boete. Ik steun het debat van harte.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Wat mij betreft ook steun voor het debat, maar we zouden hierover vooral met de minister van BZK willen debatteren.
De voorzitter:
Dat is al gevraagd. Mijnheer Omtzigt, iedereen heeft u gesteund. Heel mooi. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Dan de heer Van der Lee namens GroenLinks.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Voorzitter. Ons elektriciteitssysteem en onze andere infrastructuur zijn en worden steeds kwetsbaarder voor digitale aanvallen. Onze cybersecurity is niet op orde. Dat toont ook het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving aan. Dat rapport verscheen vanochtend. Ik wil daarover graag een debat met de minister van Economische Zaken en ontvang voorafgaand daaraan graag een schriftelijke reactie van hem.
De heer Hijink (SP):
Steun. Het zou goed zijn om daar ook de staatssecretaris van Justitie bij te hebben, omdat hij in principe over de cyberveiligheid gaat.
De heer Nijboer (PvdA):
Steun voor beide voorstellen.
De heer Bosman (VVD):
Misschien is het voor de duidelijkheid goed als wij eerst op papier krijgen wat precies de risico's zijn. Ik wil eerst een kabinetsappreciatie voordat wij met een debat beginnen. Ik wil eerst een brief en dan kijken wat wij verder gaan doen.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Ik sluit mij bij de opmerkingen van de VVD aan.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ook de ChristenUnie sluit zich daarbij aan.
De heer Madlener (PVV):
Het is een zeer verontrustend bericht, maar ik zou graag eerst een brief van het kabinet afwachten.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter, ik kan mij goed voorstellen dat wij hierover een debat voeren, maar het lijkt mij goed om eerst een brief te krijgen. Dan kunnen we bekijken of inderdaad een debat nodig is.
De voorzitter:
Voorlopig dus geen steun.
De heer Van Raan (PvdD):
Steun voor een debat.
De heer Öztürk (DENK):
Steun voor een debat met een snelle brief.
Mevrouw Sazias (50PLUS):
Steun voor de brief. En dan kijken we of een debat nodig is.
De voorzitter:
Geen meerderheid voor het houden van een debat, mijnheer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dat zag ik, maar ik telde wel 30 leden. Daar zou ik graag op inzetten.
De voorzitter:
Dat is prima. Verder stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Mevrouw Özütok namens GroenLinks.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Voorzitter. Vandaag blijkt uit een onderzoek van het Algemeen Dagblad dat er nog steeds veel externen bij de overheid een hoger salaris verdienen dan de ministers. Tientallen ministeries, provincies, waterschappen en gemeenten betalen hoge uurtarieven aan extern personeel, terwijl hierover in dit huis maar ook in de samenleving al jaren grote ergernis is. Deze hoge bedragen zijn niet uit te leggen aan de gewone burger. Graag wil ik hierover een debat met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De heer Van Raak (SP):
Wij hebben hier al heel vaak over gesproken en ik vind dat wij er nóg een keer over moeten spreken, dus steun. Maar ik heb nog wel een aanvullende opmerking. We hebben een Roemernorm die wat mij betreft ook voor andere organisaties dan ministeries kan gelden en we hebben een minister die een wet heeft gemaakt om dit te voorkomen. We kunnen er in een debat over gaan spreken, maar ik zou ook willen voorstellen dat de minister gewoon de wet, die volgens mij al klaar is, naar de Kamer stuurt. Als hij die vandaag stuurt, kunnen we die morgen behandelen.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Mevrouw Özütök heeft het over ergernis …
De voorzitter:
Mevrouw Özütok.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Mevrouw Özütok heeft het over ergernis en die ergernis herken ik. Maar eerst graag een brief. Op dit moment geen steun voor een debat.
De heer Öztürk (DENK):
Het is een hardnekkig probleem dat wij hard moeten aanpakken. Graag een debat. Wat de SP aangeeft, vind ik ook heel logisch, namelijk dat de minister met die wet komt.
Mevrouw Van Engelshoven (D66):
Ik herken de ergernis, maar ik zie op dit moment geen dringende aanleiding voor een debat. Laten we eerst maar een brief hebben. Overigens ging het in het artikel heel veel over gevallen bij provincies en gemeenten. Wij moeten hier geen gemeenteraad gaan spelen. Het lijkt mij dus dat in eerste instantie de betreffende gemeenteraden daar eens kritisch naar moeten vragen.
De heer Nijboer (PvdA):
Ik heb geen bezwaar tegen een debat, maar ik zie veel meer uit naar de wet en de suggestie van de heer Van Raak. Laten we als Kamer de wetten die we willen behandelen, gewoon ook doen. We zijn al lang genoeg aan het formeren. Wat mij betreft kunnen we dus debatteren over die wet.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Steun voor de brief, nog niet voor het debat.
De heer Krol (50PLUS):
Ik sluit me aan bij de woorden die net door de Partij van de Arbeid zijn gesproken.
De heer Middendorp (VVD):
Geen steun voor een debat, wel een brief.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ook voor de SGP in eerste instantie graag een brief, zodat we daarna verder kunnen zien wat het beste vervolg is.
De voorzitter:
U hebt geen meerderheid, mevrouw Özütok.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Ook geen 30 leden? Die heb ik wel geteld.
De voorzitter:
Jawel. Dan voegen we dit debat toe aan de lijst van dertigledendebatten. Volgens mij was er ook om een brief gevraagd. Daarom stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel.
De heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.
De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter. Vanochtend deed de rechter hier in Den Haag een historische uitspraak in de zaak die Milieudefensie heeft aangespannen. Voor de tweede keer in relatief korte tijd wordt de Staat tot de orde geroepen, met als argument en belangrijkste zaak dat de luchtkwaliteit zo slecht is dat per jaar 16.000 mensen vroegtijdig komen te overlijden. Naar aanleiding van het kort geding is nu opgedragen om binnen twee weken met een maatregel te komen en alles te doen of na te laten, binnen twee weken dus, om te kijken hoe de regering aan de minimale EU-normen gaat voldoen.
De voorzitter:
U hebt alles al gezegd volgens mij.
De heer Van Raan (PvdD):
Graag vraag ik mede namens GroenLinks steun voor een debat op korte termijn, liefst volgende week.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Inderdaad steun namens GroenLinks. Wij zouden ook graag op zeer korte termijn een brief van de regering ontvangen waarin staat dat zij inderdaad geen verdere maatregelen zoals snelheidsverhogingen gaat doorvoeren, zoals de rechter heeft gevonnist.
Mevrouw Van Eijs (D66):
Graag eerst een brief met een reactie. Wij zien nu nieuwsberichten verschijnen, maar ik wil graag eerst een brief. Daarna eventueel een debat, maar nu nog geen steun voor een debat.
De heer Von Martels (CDA):
Ik zou graag zien dat dit wordt betrokken bij het algemeen overleg Leefomgeving dat binnenkort plaatsvindt. Ik zou het wel op prijs stellen als er een brief komt.
Mevrouw Sazias (50PLUS):
Steun voor het debat.
De heer Middendorp (VVD):
Ik sluit me aan bij het CDA: geen steun voor een debat, eventueel betrekken bij het AO Leefomgeving, een brief is oké.
De heer Öztürk (DENK):
Ik zie dat de toekomstige coalitie niet wil debatteren en alleen brieven wil lezen. Wel steun voor het debat en voor een brief.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Op dit moment loopt de formatie. Ik denk dat het wijs is om deze onderwerpen daar te laten en nu niet met een demissionair kabinet over deze uitspraak te debatteren. Ik weet ook niet of het zin heeft om een brief te vragen. Ik denk dat dit niet het goede platform is, maar dat een en ander op een andere tafel hoort te liggen. Dan komen we er vanzelf op enig moment met elkaar over te spreken.
De voorzitter:
Ja ... Mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik wil wel mijn steun uitspreken voor het debat.
De heer Van Raan (PvdD):
Mag ik reageren?
De voorzitter:
Nou, er is geen meerderheid voor het houden van een debat. Dat is de conclusie. Ik wil eigenlijk voorstellen om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Maar u wou wat zeggen.
De heer Van Raan (PvdD):
Ik wil een hele hoop zeggen.
De voorzitter:
Ja, vertel!
De heer Van Raan (PvdD):
Eerst natuurlijk de vraag: is er steun voor een dertigledendebat?
De voorzitter:
Met de steun van mevrouw Beckerman is het gelukt.
De heer Van Raan (PvdD):
Dank u wel, mevrouw Beckerman. Laat ik dit nog zeggen. Een aantal mensen heeft om een brief gevraagd. Dat is best bijzonder, want de minister heeft al gereageerd.
De voorzitter:
Maar voor een brief hoeft er ook ...
De heer Van Raan (PvdD):
De brief is er eigenlijk ook al in de vorm van het vonnis, en we hebben twee weken de tijd. Het is dus teleurstellend ...
De voorzitter:
Mag ik even iets zeggen?
De heer Van Raan (PvdD):
Excuus. Het is teleurstellend dat de ChristenUnie zegt: we zijn aan het formeren. Dat is heel bijzonder. Er is rechtspraak, en de ChristenUnie zegt: we zijn aan het formeren. Heel bijzonder.
De voorzitter:
Ja, maar wat ik wilde zeggen, mijnheer Van Raan, is dat het vragen van een brief geen meerderheid nodig heeft. Dat is een individueel recht van Kamerleden. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
De heer Van Raan (PvdD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Tongeren namens GroenLinks.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Voorzitter. In Nederland kunnen meer dan 100.000 Nederlandse burgers al sinds 1 maart van dit jaar hun schade niet aanmelden en behandeld krijgen. Ik vind dat echt onacceptabel. We hebben daar eerder debatten over gevoerd. Er ligt nog steeds geen schadeprotocol. Er is geen werkbare afspraak en de ruzie wordt groter. Dit is een belangrijk onderwerp. We hebben alleen deze maand al zeven aardbevingen gehad en de maand is nog jong. Mensen kunnen hun schade niet aangemeld en afgehandeld krijgen.
De voorzitter:
U wilt een debat.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik wil op korte termijn een debat met minister Kamp, ondanks de demissionaire status. We kunnen niet wachten totdat ze er aan de formatietafel uit zijn.
De voorzitter:
Mevrouw Van Tongeren, de regeling van werkzaamheden is echt alleen bedoeld om het onderwerp aan te geven en om een verzoek in te dienen. Dat geldt voor iedereen.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Mijn excuses, voorzitter. U hebt gelijk.
De voorzitter:
Dank u wel.
Mevrouw Beckerman (SP):
Een Groninger dominee zei deze maand: in Groningen heb ik leren vloeken. Ik denk dat dat heel mooi weergeeft wat de situatie precies is. Ik steun uiteraard dit debat.
De voorzitter:
Ook voor het uitspreken van wel of geen steun geldt dat u alleen hoeft te zeggen: ik steun het of niet. Mijnheer Nijboer, geef eens het goede voorbeeld.
De heer Nijboer (PvdA):
Zo is het, voorzitter. Het duurt veel en veel te lang. Steun voor het debat.
De heer Bosman (VVD):
Ik zou graag een toelichting willen van het kabinet ten aanzien van de problematiek rond het komen tot een schadeprotocol. Ik wil graag eerst een brief. Na ontvangst van de brief ga ik kijken of er een debat moet komen.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Ik ben het met de VVD eens om het in die volgorde te doen. De kans is natuurlijk heel groot dat we kort daarna gaan debatteren, maar er moet eerst maar eens een brief komen.
Mevrouw Van Engelshoven (D66):
Ik sluit mij aan bij de volgorde van de VVD en het CDA.
Mevrouw Sazias (50PLUS):
Meteen door naar een debat, en wel zo snel mogelijk.
De heer Graus (PVV):
Steun voor het verzoek van mevrouw Van Tongeren.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Steun voor de brief, maar nog niet voor het debat.
De heer Van Raan (PvdD):
Steun voor het debat.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Dan wordt ook dit helaas een dertigledendebat. Het lijkt alsof de Nederlandse democratie stilligt in afwachting van de formatie.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Ik zal ook dit debat toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.
De vergadering wordt van 13.38 uur tot 13.49 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20162017-100-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.