30 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor, de volgende debatten van de lijst af te voeren: 

  • -het debat over de omgang met informatie door overheden; 

  • -het dertigledendebat over de toekomst van de arbeidsmarkt. 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 

21501-32-785; 21501-32-908; 28286-691; 29675-166; 29984-478; 32140-21; 33576-65; 32140-22; 32140-23; 32820-144; 32820-160; 33625-78; 33692-53; 33750-XIII-81; 33979-105; 33979-45; 34000-A-38; 34168-5; 28286-785; 34300-XII-43; 34300-XII-59; 34000-J-21; 34000-A-37; 21501-08-503; 33400-XII-35; 27625-299; 33750-A-40; 33750-A-38; 30872-156; 34000-A-71; 30872-193; 29984-591; 34270-13; 34270-14; 4270-15. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Water, met als eerste spreker het lid Jacobi namens de PvdA; 

  • -het VAO Beleidsdoorlichting artikel 4.1 Positie van de cliënt, met als eerste spreker het lid Van Gerven namens de SP. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Smaling namens de SP-fractie. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Zoals ik voorafgaande aan de stemmingen al heb opgemerkt, hebben wij gevraagd om de stemming over enkele moties uit te stellen omdat er nieuwe feiten op tafel liggen over het functioneren van het Centrum Veilig Wonen in Groningen. Daarom verzoek ik om heropening van het debat dat wij vorige week hebben afgesloten. Ik begrijp dat dit in praktische zin misschien niet gemakkelijk is, aangezien wij nog drie weken van het zomerreces verwijderd zijn. Ik leg dus graag het verzoek aan de collega's voor of zij daarmee kunnen instemmen, dan wel of wij een andere oplossing kunnen vinden waardoor wij de voornoemde feiten nog kunnen meenemen voordat wij gaan stemmen over de moties. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het CDA wil graag opheldering over de feiten rond het persbericht dat wij zagen op RTV Noord over het Centrum Veilig Wonen. Het kan niet zo zijn dat daar heel minimalistisch wordt gekeken naar het vergoeden van de schade, terwijl de minister in de Kamer altijd zegt dat dit ruimhartig moet gebeuren. Daarom steun ik het verzoek om een debat, maar ik zou graag op dit punt eerst van de minister een brief willen ontvangen. Als dat een volstrekt heldere brief is, kunnen wij altijd nog beslissen om het debat niet te heropenen. Eerst dus een brief, maar wel steun. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek om een brief. We willen graag een reactie van het kabinet op de berichtgeving. We steunen ook het verzoek om een debat — wat mij betreft mag dat een heropening zijn — zodat we op basis van de brief naar de moties kunnen kijken. 

De heer Wassenberg (PvdD):

Namens de Partij voor de Dieren steun voor een brief en zeker ook steun voor een debat. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik sluit me aan bij de formulering van het CDA: steun voor de brief en steun voor een debat, maar wel wat aarzelend. Laten we eerst even kijken wat er in de brief staat. 

De voorzitter:

Steunt u het debat? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Tweemaal steun, maar met de kanttekening die het CDA al maakte. 

De voorzitter:

Dus u steunt het debat. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor de heropening van het debat nu dit nieuws naar buiten is gekomen en zeker steun voor een brief, waarin we, hopelijk, een heldere uitleg krijgen. 

De voorzitter:

Mijnheer Bisschop. 

De heer Bisschop (SGP):

Ik wilde de dames voor laten gaan, maar ik krijg geen kans. Het spijt me. Het lijkt me verstandig om eerst de brief af te wachten en dan te bepalen of er een debat moet komen. 

Mevrouw Klever (PVV):

Steun voor een brief en steun voor heropening van het debat. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Steun voor een brief. Ik weet zeker dat de heer Smaling nooit om heropening van een debat zou vragen als dat niet meer nodig was, dus ook steun voor dat verzoek. 

De heer Bosman (VVD):

Steun voor de brief. We wachten even rustig af wat daarin staat om te kijken wat we verder kunnen doen. 

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. Er is een meerderheid voor uw verzoek, mijnheer Smaling. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

De heer Smaling (SP):

Ik zou die brief graag eind deze week willen ontvangen. Dan kunnen we daarna kijken hoe verder. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ulenbelt namens de SP-fractie. 

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Berichten over uitbuiting van buitenlandse chauffeurs staan regelmatig in de krant. Vorige week ging het om Filipijnse chauffeurs uitgebuit door een Nederlandse transportondernemer. Daar zou ik graag een debat over willen voeren met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 

De heer Kerstens (PvdA):

Na de Poolse, de Hongaarse, de Roemeense en de Bulgaarse chauffeurs zijn er werkgevers die nu blijkbaar chauffeurs uit de Filipijnen hebben ontdekt, want die jongens durven tegen nog minder nee te zeggen op straffe van een enkele reis Manilla. De PvdA heeft er vandaag mondelinge vragen over aangemeld en de schriftelijke vragen zijn onderweg. Ik vind het een erg belangrijk thema, dus steun voor de debataanvraag van de heer Ulenbelt. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Uit het artikel waaruit de heer Ulenbelt citeert, begrijp ik dat er aangifte is gedaan en dat er ook nog onderzoek loopt van de Inspectie SZW. Dat is voor mij reden om op dit moment de aanvraag voor een debat nog niet te steunen. Ik wil wel een brief vragen, waarin wordt meegenomen wanneer we de uitkomsten ervan kunnen zien. Dat lijkt me het moment om er als Kamer over te praten. Anders bereiken we misschien wel iets heel anders dan de heer Ulenbelt wil en fietsen we door een ander proces heen. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Steun voor die lijn; wel een brief, maar op dit moment geen steun voor een debat. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik sluit me aan bij de lijn van de heer Van 't Wout. 

De heer Bisschop (SGP):

Wij steunen de lijn van de VVD. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor de brief en voor het debat. 

De heer De Graaf (PVV):

Prima dat er een brief komt. Het onderwerp zelf kan wat ons betreft ook in een algemeen overleg over arbeidsomstandigheden en dergelijke worden behandeld. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor de brief en voor het debat. 

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid, mijnheer Ulenbelt. 

De heer Ulenbelt (SP):

Nee, voorzitter. Dan maak ik er een aanvraag voor een dertigledendebat van. Dan komt die brief en dan kunnen we zo weer verder. 

De voorzitter:

Dan wordt dit toegevoegd aan de lijst van dertigledendebatten. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Uw volgende verzoek, mijnheer Ulenbelt. 

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Toen ik zaterdag de NRC las, ben ik heel erg geschrokken. Ik noem een paar steekwoorden: tien jaar lang wordt iets onder de pet gehouden, geen gelijke behandeling van mensen in gelijke situaties, de Kamer niet geïnformeerd. Er staan nogal wat aantijgingen in dat artikel. Ik wil de minister graag de gelegenheid geven om heel uitvoerig op dat artikel over die tien jaar lange geschiedenis te reageren en ik zou daarover voor het zomerreces een debat willen houden. 

De heer De Graaf (PVV):

Van harte geen steun, deze keer. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun. Ik wil ook heel graag snel een feitelijke vragenronde via de commissie, zodat alle fracties nog vragen kunnen aanleveren. Het artikel roept namelijk in elk geval bij mijn fractie veel vragen op en ik wil de minister graag de gelegenheid geven om daarop te antwoorden. Verder steun voor zowel het houden van het debat als het tijdpad dat de heer Ulenbelt suggereert. 

De heer Krol (50PLUS):

Ook mijn fractie heeft behoefte aan een nauwkeurig feitenrelaas, voorzitter. We willen graag weten hoe het allemaal precies zit. Daarom steunt mijn fractie het verzoek. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik steun het verzoek. We hebben de feitelijke informatie echt nodig. Mijn fractie zou hierover liefst nog voor de zomer een debat houden. Dit is uiteindelijk een vertrouwenskwestie. We willen nu alle feiten op tafel hebben, om op grond daarvan een goed debat hierover met de minister te kunnen voeren. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om een debat niet. Wij hebben hierover eerder een motie ingediend. De minister van Sociale Zaken heeft zojuist uitgelegd hoe het precies in elkaar zit. Mijn fractie heeft daarom geen behoefte aan het houden van een debat hierover. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Mijn fractie steunt het verzoek om een debat hierover zeker. Er zijn inderdaad heel veel vragen, die heel nauwgezet moeten worden beantwoord. Het is dus heel belangrijk dat er eerst een schriftelijke ronde komt, waarin een feitenrelaas wordt geschetst en een tijdpad staat. Daarna gaan we hierover met elkaar in debat. 

De heer Bisschop (SGP):

Mijn fractie heeft geen bezwaar tegen een schriftelijke vragenronde hierover. Op dit moment roepen dat er hierover een debat moet komen, is echter veel te kort door de bocht. Wij steunen het verzoek om een debat dus niet. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Het is prima als er nu eerst een ronde over de feiten wordt gehouden. Er moet dus eerst een brief komen waarin staat hoe het allemaal zit. Daarom steun ik het verzoek om een debat op dit moment niet. 

Mevrouw Yücel (PvdA):

Steun voor een brief. 

De voorzitter:

U steunt alleen het verzoek om een brief. 

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Mijn fractie steunt het verzoek om een brief, maar op dit moment steunt zij het verzoek om een debat nog niet. 

De voorzitter:

Mijnheer Ulenbelt, er is geen meerderheid voor het houden van een debat. Als ik het goed begrijp, wordt er voorgesteld om via de commissie een schriftelijke vragenronde te houden en om een brief te vragen. Ik zal dus het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

De heer Ulenbelt (SP):

Er is brede steun voor een verzoek om nadere informatie. Die vragenronde gaan we dus doen. Voor het stenogram zeg ik dat het wat mij betreft hierbij gaat om een brief waarin wordt teruggegaan tot tien jaar geleden. Alle ministers van Sociale Zaken in die tien jaar hebben hiermee op de een of andere manier te maken gehad. Het lijkt me goed en staatsrechtelijk ook zuiver om al die informatie eerlijk en objectief op tafel te krijgen. Ik zet mijn verzoek om in een verzoek om een dertigledendebat. 

De voorzitter:

Ja. Ik zal het debat hierover toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten. Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Het is helder dat er helaas op dit moment geen steun is van een meerderheid voor dit debat. Ik zou het wel waarderen als we de ronde voor de feitelijke vragen zodanig kunnen plannen dat de heer Ulenbelt vóór het reces nog een keer kan proberen om hierover een debat aan te vragen, als hij dat na die schriftelijke vragenronde zou willen. Ik ben me ervan bewust dat we hierbij uiteindelijk ook in de commissie aan zet zijn, maar dit raakt op deze manier toch ook de plenaire agenda. Daarom vraag ik hier of we een afspraak kunnen maken over een deadline hiervoor, opdat we die vragenronde wel binnen anderhalve week kunnen afronden. 

De voorzitter:

Volgens mij is het verstandig om dat eerst via de commissie te doen. Natuurlijk kunt u hier altijd terugkomen. Als er een meerderheid is voor het houden van een debat hierover, dan zal ik daarmee rekening houden. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Er wordt beweerd dat de wet is overtreden. Daarom verwacht ik ook dat de minister binnen anderhalve week antwoordt, zodat we het debat hierover voor de zomer kunnen voeren. Anders moet ik toch een vertrouwensdebat aanvragen. Ik vind het jammer dat de PvdA en de VVD dit debat nu blokkeren. Uiteindelijk zal het debat wél komen. 

De voorzitter:

Er zijn meer fracties die geen behoefte hebben aan een debat, het zijn dus niet alleen de VVD en de PvdA. Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. In commissieverband kunt u met elkaar afspreken binnen welke termijn de schriftelijke vragenronde kan worden gehouden en de antwoorden binnen moeten komen. Ik ga hierover nu niet verder in discussie, mijnheer Öztürk. 

Het woord is aan de heer Ziengs namens de VVD. 

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter. Alweer enige tijd geleden hebben we een debat gevoerd met minister Bussemaker over de aanbesteding voor een zogenaamde scanstraat. Daar is destijds een motie uit voortgekomen, waarin de minister werd opgedragen om deze opdracht voor het digitaliseren van het rijksarchief in de markt te zetten middels een aanbesteding. Inmiddels heeft de Kamer daarover een brief van de minister ontvangen. Daarin schrijft ze dat ze bij de marktconsultatie tot de conclusie is gekomen dat er eigenlijk op dit moment slechts een kwart uitgezet kan worden. 

De voorzitter:

Wat is uw verzoek, mijnheer Ziengs? 

De heer Ziengs (VVD):

Mijn verzoek is een debat met de minister. Daar wil ik aan gekoppeld zien … 

De voorzitter:

Dank u. 

De heer Ziengs (VVD):

… dat ze — ik wil daar toch een opmerking bij maken, voorzitter — in ieder geval gewoon kan doorgaan met hetgeen zij ingezet heeft, maar dat we wel … 

De voorzitter:

Nee. 

De heer Ziengs (VVD):

… over die driekwart een debat willen hebben. 

De voorzitter:

Dit is echt een regeling van werkzaamheden, dus al die meningen kunt u beter achterwege laten. 

De heer Ziengs (VVD):

Het is essentieel, voorzitter. 

De voorzitter:

Natuurlijk, alles wat wij hier met elkaar bespreken is essentieel. 

De heer Jan Vos (PvdA):

De VVD heeft in Limburg ruim 100 banen vernietigd door dit voorstel. 

De voorzitter:

Dat geldt ook voor u, mijnheer Vos. Steunt u het verzoek of niet? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik geef geen steun aan het verzoek. 

De heer Verhoeven (D66):

Als het niet zo triest was, zou het lachwekkend zijn wat hier gebeurt. Dit is de regeling van werkzaamheden, dus je houdt het gewoon kort. Ik zeg: steun voor dit debat, voorzitter. 

De voorzitter:

Kijk. Wat goed van u! 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het CDA steunt dit debat, want wat de minister hier doet, kan echt niet. 

De heer Bruins (ChristenUnie):

Steun. 

De heer Bisschop (SGP):

Geen bezwaar tegen een debat. 

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid, mijnheer Ziengs. 

De heer Ziengs (VVD):

Jawel. Ik heb namens de PVV en de heer Van Vliet de toezegging, dus dan ben ik er. 

De voorzitter:

Dan is er wel een meerderheid, hoor ik net. 

De heer Fritsma (PVV):

De PVV steunt het verzoek niet. 

De voorzitter:

Niet? 

De heer Ziengs (VVD):

De heer Graus had … 

De voorzitter:

U gaat nu een oproep doen, maar de heer Graus is er niet. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

U wordt gered door de SP. Dan is er een meerderheid. Wij zullen dit debat ook toevoegen aan de lijst. 

Het woord is aan de heer Monasch namens de PvdA-fractie. U hebt gezien hoe het verzoek moet worden geformuleerd. 

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. De werkgevers willen een fonds van 100 miljoen om de economie aan te jagen. Nu zegt de heer Sibbel, de voorzitter van de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII), die is aangesteld door het kabinet, over dat voorstel van het kabinet: het klinkt leuk die 100 miljard, maar wij hebben het geld niet nodig. Het is een heel groot organisatorisch probleem. Wij kennen alle projecten. Het geld is niet het punt … 

De voorzitter:

U wilt een debat. 

De heer Monasch (PvdA):

… maar de projecten zijn niet rendabel. Mensen vergaderen maar. De projecten komen niet. Wij kunnen dit wel even in een AO bespreken, maar het gaat om 100 miljard aan investeringen in onze infrastructuur. Het is tijd om hieraan een serieus groot debat in de Kamer te wijden, want als het geld er is maar de projecten niet afkomen, dan moeten wij daar met elkaar over debatteren met de minister die ervoor verantwoordelijk is. 

De heer Verhoeven (D66):

Ik kan hier heel kort over zijn: steun voor dit verzoek. 

De heer Bruins (ChristenUnie):

Het gaat over een aantal lobbyorganisaties die een plan hebben gelanceerd en waar iemand kritiek op heeft die zelf zo'n soort fonds heeft. Ik heb geen behoefte aan een debat daarover. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik zou graag een brief willen hebben van de minister waarin hij schrijft hoe hij deze problemen inschat. Die zou ik graag willen hebben voorafgaand aan het debat. Ik kan mij ook voorstellen dat dit nog morgen bij het AO over bedrijfsfinanciering betrokken wordt. Dus ik wil de brief eigenlijk nog het liefst vandaag. 

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun? 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Jawel, ook steun voor het debat, want als het morgen niet voldoende aan de orde komt, moeten wij het er wel met elkaar over kunnen hebben. 

De heer Bisschop (SGP):

Op dit moment kan een brief volstaan. Later kan altijd nog worden bekeken of er een debat moet komen op basis van dit plan en de discussie die erover ontstaan is. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Steun voor het debat. 

De heer Van Veen (VVD):

Geen steun voor het debat. Een brief is prima. 

De voorzitter:

Geen meerderheid, zie ik. 

De heer Monasch (PvdA):

Dan laten wij het dertigledendebat staan. Ik zeg alleen tegen de ChristenUnie dat het niet zomaar een mijnheer is. Het is de directeur van de Nederlandse Investeringsinstelling, aangesteld door het kabinet. 

De voorzitter:

Nee. Dank u wel. 

De heer Monasch (PvdA):

Dus wij praten hier over serieuze zaken. 

De voorzitter:

Ik zal het dertigledendebat aan de lijst toevoegen. Er is ook om een brief gevraagd. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Helvert namens het CDA. 

De heer Van Helvert (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Ik doe dit verzoek ook namens mevrouw Van Veldhoven van D66. Wij hebben morgen een debat over de uitkomsten van de Fyra-enquête en de reactie van het kabinet. Daar is ook de strategie van de Nederlandse Spoorwegen bijgevoegd. De staatssecretaris heeft gisteren een brief gestuurd, samen met de minister van Financiën, waarin zij de overige vervoerders uitnodigen voor een gesprek over de strategie van de Nederlandse Spoorwegen. Op basis van dat, gecombineerd met het feit dat de heer Van Boxtel ook in de rondetafel nogal wat veranderingen heeft aangebracht in die strategie of in ieder geval in de uitleg daarvan, stel ik voor … 

De voorzitter:

U hebt al vier minuten verbruikt. 

De heer Van Helvert (CDA):

Vier? Ik denk dat ik nog 30 seconden heb. 

De voorzitter:

U zit op bijna vier minuten. Het moet echt kort zijn. 

De heer Van Helvert (CDA):

Ik zou willen dat het debat dat we morgen over de Fyra hebben, echt over de Fyra-enquête gaat en dat we een andere keer spreken over de strategie van de Nederlandse Spoorwegen. 

De heer Madlener (PVV):

Aanvankelijk waren ook wij voor deze lijn, want in vier minuten tijd zowel het Fyra-debacle als de hele marktwerking op het spoor bespreken gaat echt niet lukken. Ik steun het voorstel dus. 

De heer Bruins (ChristenUnie):

Steun voor dit voorstel. Ik stel voor om het dan niet alleen over de NS te hebben, maar om de discussie over ProRail er ook bij te nemen. Dan hebben we de NS en ProRail in een debat en hebben we het morgen alleen over de Fyra. Ik ben dus voor de splitsing en ben er ook voor om het morgen niet over ProRail te hebben. 

De heer Hoogland (PvdA):

Bij zo'n verzoek van de heer Van Helvert ben ik altijd een beetje op mijn qui-vive. Ik wil nu wel weten of we bij dezen een nieuw debat regelen over de NS-strategie. Ik hoor nu dat zelfs ProRail erbij betrokken wordt. Of zegt hij alleen dat hij wil dat iedereen zich beperkt tot de parlementaire enquête over de Fyra? Dat zijn twee verschillende dingen. Daar wil ik duidelijkheid over hebben. Hier een nieuw debat steunen is volgens mij niet nodig. 

De voorzitter:

U mag hier heel kort op reageren, mijnheer Van Helvert. 

De heer Van Helvert (CDA):

Ik zou zeker nog een keer over de NS-strategie willen spreken. We kunnen eventueel na het reces bespreken of dat in een debat is of wellicht in een AO, waar ik ook al mensen over hoorde spreken. Misschien kan het een debat zijn. Ik zou wel graag hebben dat de staatssecretaris ons op de hoogte houdt van het gesprek dat zij heeft met de FMN en dat we daar een brief van krijgen. Op basis van die gegevens kunnen we bekijken of dat in een AO kan of in een volgend debat. 

De heer Hoogland (PvdA):

In dat geval steun ik het verzoek. 

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor het verzoek, zeker met de uitleg die de heer Van Helvert gaf. 

Mevrouw De Boer (VVD):

Het een sluit het ander niet uit. We stellen de strategie morgen niet vast. Als we er na de zomer opnieuw over moeten spreken, om wat voor nieuwe feiten dan ook, dan steun ik dat van harte. Ik vind dat we dat ook morgen moeten kunnen bespreken voor wie dat wil en dat heeft voorbereid. Wat mij betreft is het en-en. Ik steun het expliciete verzoek niet. 

De heer Van Helvert (CDA):

Normaal is dat een CDA-reactie: en-en. 

De heer Smaling (SP):

Dat is een leuke opmerking. Ik steun het verzoek, maar ik wil wel graag over ProRail kunnen praten omdat ik mij baseer op de reactie van de regering op het enquêteverhaal. Dat is voor mij de lijn en daar komt ProRail wel in voor. 

De heer Houwers (Houwers):

Ik steun het verzoek en sluit mij aan bij de kanttekeningen van de heer Smaling en mevrouw De Boer. Ik denk dat iedereen over zijn eigen onderwerpen gaat. Op die manier kan het beide. Ik zou dat vooral een liberale lijn en geen CDA-lijn willen noemen. 

De voorzitter:

Volgens mij hebt u een meerderheid, mijnheer Van Helvert. U kijkt heel blij. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt van 16.07 uur tot 16.16 uur geschorst. 

Voorzitter: Wolbert

Naar boven