3 Vragenuur: Vragen Thieme

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Thieme aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het niet informeren van de Kamer over de inzet van het demissionaire kabinet-Rutte I voor een vrijhandelsakkoord met de VS. 

De voorzitter:

Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van harte welkom. Ik geef het woord aan mevrouw Thieme namens de Partij voor de Dieren. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. De TTIP-trein is al meer stations gepasseerd dan we voor mogelijk hebben gehouden, zo blijkt uit stukken die via een WOB-procedure door Follow The Money openbaar zijn geworden. We zijn TTIP, toen nog TAFTA geheten, in gerommeld door een demissionair kabinet, het kabinet-Rutte I, een kabinet dat alleen op de winkel mocht passen tot aan de verkiezingen. Dit kabinet heeft zelfstandig, zonder de Kamer te informeren en haar de kans te geven dit onderwerp controversieel te verklaren, van TTIP een topprioriteit gemaakt met als inzet, zo citeer ik uit de voormalig geheime stukken, volledige liberalisering van alle sectoren, ook van sectoren die traditioneel gevoelig liggen zoals landbouw en industrie. Het is een verdrag dat ten koste gaat van onze standaarden op het gebied van volksgezondheid, dierenwelzijn en milieu. Betreurt de minister het dat het demissionair kabinet zo heeft gehandeld? Vindt zij met de Partij voor de Dieren dat het kabinet-Rutte I de Kamer hierover had moeten informeren? Waarom heeft zijzelf de Kamer niet actief geïnformeerd over de wijze waarop Nederland als een cheerleader van TTIP de onderhandelingen is ingegaan? Dat werkt immers ook nu nog door. Als je zo keihard inzet, hoe kun je dan nog terug? 

Minister Ploumen:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Thieme voor haar vragen. Ik ben het alleen volstrekt niet met haar eens. Ik ben in de nota's, notities en notulen gedoken en ik heb het volgende kunnen constateren, wat toch echt niet rijmt met de indruk die mevrouw Thieme geeft van de gang van zaken. 

Op 16 mei heeft mijn ambtsvoorganger Bleker een geannoteerde agenda gestuurd over de Raad Buitenlandse Zaken. Zo gaat dat altijd. Daarin heeft hij ook dit onderwerp aangestipt. Zoals gebruikelijk volgt er dan een algemeen overleg, waarin de geannoteerde agenda wordt besproken en de bewindspersoon met boodschappen naar Brussel kan worden gestuurd. Dat gebeurde op 23 mei. Bij het algemeen overleg waren aanwezig de fracties van CDA, PvdA, VVD en PVV. Het onderwerp kwam daarin aan de orde. De CDA-fractie had een vraag, zo ook de PvdA-fractie. Toenmalig parlementslid mevrouw Smeets hield mijn ambtsvoorganger het volgende voor, dat ik graag wil citeren. "Opvallend is dat de handelsakkoorden die op de geannoteerde agenda staan, vrij summier en in heel algemene bewoordingen worden beschreven. De PvdA-fractie vindt het wenselijk dat wij concreter worden geïnformeerd over de Nederlandse inzet. Wat zijn de mogelijke gevolgen van het vrijhandelsakkoord voor de werkgelegenheid? Wat zijn de consequenties voor het Nederlandse bedrijfsleven? Hoe zit het met de duurzaamheid en de mensenrechten? Is het een gemengd akkoord en zien wij het dus nog in de Kamer terug? Kortom, ik pleit voor een systematischere aanpak van hetgeen wordt besproken." 

In zijn repliek zegt de heer Bleker haar vervolgens toe dat hij transparant en systematisch zal rapporteren over de voortgang. Dat doet hij vervolgens ook in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken op 31 mei. Dit is allemaal in de periode dat het kabinet demissionair was. Dat ga ik niet voorlezen, want iedereen kan het op zich wel vinden in de stukken. Er wordt aangegeven dat de Raad vrijwel unaniem is in zijn steun voor een ambitieus akkoord, maar er wordt ook gezegd dat er en marge van de G20-top is gesproken over de verdieping van de handelsrelatie tussen de EU en de VS, bijvoorbeeld via een TAFTA. Dit staat in het verslag, maar heeft niet geleid tot een formele aankondiging van dit initiatief, laat staan het vastleggen van een startdatum van onderhandelen. Dat kwam allemaal daarna. Dus ja, er is over gesproken met het parlement. Het parlement heeft zijn inbreng kunnen leveren en daarmee is mijn ambtsvoorganger naar Brussel gegaan. In die periode is er eigenlijk verder niet heel veel gebeurd. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dat was dus wat er voor de bühne gebeurde. Dat men voor een ambitieus akkoord ging, wisten wij allang, maar wat zat erachter? En wat lezen wij dan? De PvdA had het over mensenrechten en over immateriële waarden, maar in de beleidsdocumenten die werden meegezonden aan de hoogste ambtenaar die voor Nederland moest gaan onderhandelen, staat het volgende: 

Nederland wil een ambitieus en veelomvattend akoord. Als wij het doen, moeten wij het goed doen! Dit betekent niet alleen dat alle sectoren moeten worden meegenomen in de onderhandelingen, maar ook dat de inzet volledige liberalisering moet zijn. Ook op de gevoelige traditionele terreinen zoals landbouw en industrie hoeven geen concessies te worden gedaan. Ook daar is volledige liberalisering noodzakelijk. 

Een demissionair kabinet moet helemaal niet beginnen met dit soort topprioriteiten zonder dat het de Kamer om toestemming vraagt. Het kabinet gaat het proces toch in, terwijl het weet dat de Kamer een jaar daarvoor met een motie-Koopmans/Snijder-Hazelhoff heeft aangegeven dat er geen concessies mochten worden gedaan ten aanzien van de landbouwstandaarden. Het kabinet wist dus dat de Kamer niet voor volledige liberalisering ging. Toch stond dat in de opdracht voor de hoogste ambtenaar. Voor de bühne wordt gezegd dat rekening met van alles wordt gehouden, maar de hoogste ambtenaar moest gaan voor volledige liberalisering. Dat is precies de achterkamertjespolitiek waarom zoveel mensen tegen TTIP zijn. 

Minister Ploumen:

Ik vind niet dat het mevrouw Thieme past om zo badinerend te doen over mensenrechten en andere waarden. Daarover voeren wij hier ook met haar vaak debatten … 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Hier maak ik bezwaar tegen. Op dit moment is het het kabinet dat mensenrechten en dierenwelzijn in de waagschaal stelt vanwege TTIP. Laten wij duidelijk aangeven wie waar verantwoordelijk voor is. 

De voorzitter:

De minister heeft het woord. 

Minister Ploumen:

Met dat laatste ben ik het dan weer niet eens. Kernpunt is dat er nog geen onderhandelingen gestart waren. Mevrouw Thieme zegt — misschien parafraseer ik haar iets te scherp — dat de hoogste ambtenaar op pad is gestuurd om met een bepaalde instructie te onderhandelen. Maar er waren op dat moment nog geen onderhandelingen. Er is een bespreking in die Raad geweest, die is voorbesproken in een algemeen overleg. Daar is een verslag van gemaakt. Wat er in dat algemeen overleg besproken is, is mede de leidraad voor de manier waarop wij nu nog steeds onderhandelen over TTIP, waarbij wij niks afdoen aan de Europese waarden. 

Is het verstandig om zo'n ambitieuze inzet te hebben? Is het verstandig om het maximale eruit te willen halen? Als je met onderhandelingen begint, dan doe je dat alleen maar als je er vertrouwen in hebt dat het goed is voor je burgers en dat je het tot een goed einde kunt brengen. En dan wil je heel graag dat het ambitieus en veelomvattend is. Pas hierna, na deze paar weken in die demissionaire periode van Rutte I, zijn de onderhandelingen gestart. Daarna hebben wij er in de Kamer ongeveer 25 maal over gesproken. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Feit is ten eerste dat het kabinet de Kamer er niet over heeft geïnformeerd dat het voor volledige liberalisering binnen het vrijhandelsverdrag zou gaan in plaats van daarin voorbehouden te maken ten aanzien van mensenrechten en dierenwelzijn, en ten tweede dat het demissionaire kabinet de Kamer niet de ruimte heeft gegeven om dat controversieel te verklaren. 

Ik vind het een typisch voorbeeld van achterkamertjespolitiek. Voor de bühne wordt gezegd dat het kabinet zo transparant mogelijk wil zijn, maar als je een WOB-procedure start, krijg je de werkelijke stukken te zien, waarin geen rekening wordt gehouden met de zorgen die in de samenleving leven. Het feit dat deze minister het onderhandelingsmandaat niet openbaar heeft willen maken, geeft aan dat die transparantie nog ver te zoeken is. 

Tot slot vraag ik aan de minister om, als er niet echt iets gebeurd is, in een brief aan te geven welke stappen er precies zijn gezet in die periode en of er ook sprake is van onomkeerbare stappen, waardoor het moeilijk wordt om ons terug te trekken uit TTIP. 

Minister Ploumen:

Ik heb geen brief nodig om dat te bevestigen. Ik zei al dat er geen onderhandelingen waren. De Kamer is door middel van een geannoteerde agenda van het algemeen overleg geïnformeerd en in het algemeen overleg — dat overigens in beperkte mate werd bijgewoond, door vier partijen — is erover gediscussieerd. Wij hebben hier naderhand in 25 debatten over gesproken. Voor Nederland zijn de rode lijnen duidelijk. Dat is de basis waarop we onderhandelen. Milieu, dierenwelzijn en onze standaarden — ik het herhaal het nog een keer — zijn rode lijnen voor Nederland. Daarin hebben wij elkaar altijd gevonden in de Kamer. Op dit punt voelde ik mij dan ook altijd gesteund aan de onderhandelingstafel. Nogmaals: in mei werd er niet onderhandeld. 

De heer Teeven (VVD):

Volgens mijn fractie is er pas echt sprake van achterkamertjespolitiek als je hier een hoop stennis maakt in het vragenuur over iets wat je, als je goed had opgelet, gewoon vóór de bijeenkomst van de Raad op 30 mei aan de orde had kunnen stellen. Toen schitterde de partij van mevrouw Thieme echter door afwezigheid, maar dit even daargelaten. 

Ik heb een vraag aan de minister over het woord "liberalisering". Ook wij hebben het artikel eens doorgelezen. Het woord "liberalisering" slaat toch alleen op de handel en niet op alle andere onderwerpen die in TAFTA en TTIP aan de orde komen? 

Minister Ploumen:

In het algemeen is het antwoord ja. Heel specifiek — dat kan de heer Teeven ook terugzien in het resultaat van CETA — is liberalisering een interessant concept. In de praktijk komt het erop neer dat wij willen bekijken hoe wij de handel uiteindelijk vrij kunnen maken, maar tegelijkertijd kwetsbare sectoren kunnen beschermen. Als je gaat onderhandelen, stel je eerst een mandaat vast, waarin je juist aandacht hebt voor al die kwetsbare sectoren. Het is duidelijk dat een verdrag iets moet opleveren voor een zo breed mogelijk veld in de Nederlandse economie. Het gaat zeker niet om het liberaliseren van publieke diensten. Dat is totaal niet aan de orde. 

De voorzitter:

Dit is de tweede aanvullende vraag. 

De heer Teeven (VVD):

Is het ministerie om commentaar gevraagd door de schrijver van dit artikel? Is er hoor en wederhoor toegepast? Of heeft de schrijver zomaar iets opgekalkt en rennen wij daar allemaal achteraan? 

Minister Ploumen:

Ik herken mij niet helemaal in de woorden van de heer Teeven, net zoals ik mij niet herken in de woorden van mevrouw Thieme. De procedure is als volgt. Deze documenten zijn opgevraagd in het kader van een WOB-procedure. Degene die deze procedure doorloopt en de gevraagde documenten krijgt, staat het vrij om daaruit te citeren, te rapporteren of analyses te maken. Daar gaat de regering niet over. Er is ook geen procedure die voorschrijft dat er hoor en wederhoor moet worden toegepast. Volgens mij werkt het prima zo. 

Naar boven