5 Milieuraad

Aan de orde is het VAO Milieuraad d.d. 20 juni 2016 (AO d.d. 14/06). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van harte welkom en ik geef de heer Remco Dijkstra namens de VVD het woord. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Ik dien drie moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat een mondiale prijs voor de uitstoot van koolstofdioxide essentieel is voor het behalen van de in Parijs gemaakte klimaatafspraken; 

overwegende dat het beprijzen van koolstof ervoor zorgt dat de vervuiler betaalt en investeren in duurzame energie aantrekkelijker wordt; 

overwegende dat wereldwijde transparantie over de kosten van CO2-uitstoot het minder aantrekkelijk maakt om productie te verplaatsen en dat het bedrijven en investeerders aanmoedigt om te kiezen voor alternatieven die minder uitstoot veroorzaken; 

verzoekt de regering, het beprijzen van uitstoot wereldwijd onder de aandacht te brengen en verschillende initiatieven voor het beprijzen van uitstoot aan elkaar te koppelen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Remco Dijkstra en Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 626 (21501-08). 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

De volgende motie betreft de versterking van de emissiehandel. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Europese Commissie werkt aan een herziening en versterking van het Europese emissiehandelssysteem; 

verzoekt de regering, tijdens de onderhandelingen in te zetten op: 

  • -een zo beperkt mogelijke lijst van bedrijven die gevoelig zijn voor koolstoflekkage; 

  • -het niet langer door middel van gratis emissierechten compenseren van bedrijven die van de koolstoflekkagelijst afvallen; 

  • -het zo veel mogelijk beperken van de administratieve lasten; 

  • -het regelmatig actualiseren van de wijze van toedeling van emissierechten en deze te baseren op werkelijke productie en stand van de technologie per sector; 

  • -het zo veel mogelijk vermijden van generieke kortingen (zoals CSCF) en andere kaasschaafmethoden; 

  • -zich in te zetten om de jaarlijkse lineaire reductiefactor van het totale emissieplafond in Europa op ten minste -2,2% vast te stellen, ingaande uiterlijk 2021; 

  • -zo veel mogelijk gelijke voorwaarden in Europa en het voorkomen dat ieder land eigen aanvullende maatregelen op het gebied van het beprijzen van koolstof optuigt, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 627 (21501-08). 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ten slotte de motie klimaatwinst biobrandstoffen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Europese Commissie nog niet expliciet haar voornemens voor bijmengverplichtingen voor (bio)brandstoffen voor de periode na 2020 kenbaar heeft gemaakt; 

overwegende dat bij gebruik van geavanceerde biobrandstoffen belangrijke CO2-besparingen gerealiseerd kunnen worden; 

verzoekt de regering, tijdens de onderhandelingen over de ontwikkeling van biobrandstoffen in te zetten op: 

  • -CO2-klimaatwinst; 

  • -kosteneffectiviteit; 

  • -investeringszekerheid; 

  • -een zo veel mogelijk gelijk speelveld binnen de EU, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 628 (21501-08). 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ten slotte, voorzitter. Ik wijs erop dat de laatste motie … 

De voorzitter:

Nee. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

… een aanvulling is op … 

De voorzitter:

Dank u. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

… eentje die we in februari hebben gedaan. Deze is iets breder en gaat over … 

De voorzitter:

Mijnheer Remco Dijkstra. U bent al over uw spreektijd heen. U hebt drie moties ingediend en gaat ook nog opmerkingen maken? Dit is een VAO met spreektijden van twee minuten. 

De heer Smaling (SP):

Even uw boosheid loslaten, voorzitter, anders komt die zo bij mij terecht, en dat kan natuurlijk niet. 

De voorzitter:

Dat beloof ik u. Ik doe dat niet meer. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Ik ben doorgaans niet zo van de moties bij de Europese Raden, omdat ik bewindspersonen graag de ruimte wil geven. Het is echter nu behoorlijk belangrijk omdat het ETS op de agenda staat. Daarom dien ik twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het EU ETS-systeem in theorie wel hout snijdt maar in de praktijk vooralsnog niet doet wat het beoogt; 

constaterende dat de huidige conjunctuur ervoor zorgt dat het systeem niet effectief is; 

verzoekt de regering, om te zien naar alternatieven voor EU ETS, mocht de komende jaren de conclusie worden getrokken dat het paard dood is en verder trekken geen zin heeft, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Smaling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 629 (21501-08). 

De heer Smaling (SP):

De tweede motie gaat over een weeffout waarover wij tijdens het AO ook hebben gesproken. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat een lage CO2-prijs bedrijven niet prikkelt om in te zetten op CO2-reductie; 

overwegende dat inzet op duurzame opwek kan bijdragen aan het laag blijven van deze prijs omdat er geen schaarste wordt gecreëerd; 

overwegende dat hiermee een grote subsidiepot (SDE+) indirect leidt tot inactiviteit bij de ETS-bedrijven op het gebied van CO2-reductie; 

verzoekt de regering, dit punt in te brengen tijdens de Milieuraad en voorstellen te doen hoe deze onwenselijke situatie kan worden opgelost, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Smaling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 630 (21501-08). 

De heer Smaling (SP):

U hebt 40 seconden van de heer Dijkstra teruggewonnen. 

De voorzitter:

Dank u wel! 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het klimaatakkoord inzet van alle sectoren vergt; 

overwegende dat de uitstoot van internationale scheepvaart en luchtvaart een significant effect heeft op klimaatverandering; 

verzoekt de regering om in Europa te pleiten voor globaal inzicht in de CO2-uitstoot van internationale zeescheepvaart en luchtvaart, waar mogelijk per lidstaat, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 631 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de huidige CO2-prijs te laag is voor snelle emissiereductie in de energiesector; 

overwegende dat een begrenzing voor CO2-uitstoot van energiecentrales, bijvoorbeeld in de vorm van een performance standard rate, de emissiereductie kan versnellen; 

verzoekt de regering om in Europa te pleiten voor onderzoek naar de voor- en nadelen van een performance standard rate voor energiecentrales, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 632 (21501-08). 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De volgende motie vergt wellicht overleg met collega-minister Schultz over het punt van de Omgevingswet. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de EU haar ambitie voor de uitstoot van luchtvervuilende stoffen heeft afgezwakt; 

overwegende dat de Omgevingswet voor milieukwaliteit bouwt op de EU-richtlijnen; 

verzoekt de regering, in kaart te brengen wat het gevolg is van lagere EU-doelen, die in de Omgevingswet komen, op de lucht in Nederland, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 633 (21501-08). 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik kan mij voorstellen dat ik de laatste motie aanhoud tot er overleg is geweest met minister Schultz over de effecten van lagere Europese standaarden, als die in de Omgevingswet terechtkomen. 

Ik heb twaalf seconden over. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Ik heb geen moties, maar wel een paar vragen die zijn overgebleven bij het algemeen overleg. 

Wij vinden met het kabinet dat het ETS versterkt moet worden. Dat is op dit moment de belangrijkste inzet bij de Milieuraad, denk ik. Verder willen wij het zo eenvoudig mogelijk hebben en niet ingewikkelder. Ook daar hebben wij het uitgebreid over gehad in het algemeen overleg. Ik hoor graag of de staatssecretaris ook vindt dat projecten als CCS gebruik moeten kunnen maken van het innovatiefonds of het moderniseringsfonds. Pleit zij daar dan ook voor in de Raad? Dat draagt natuurlijk bij aan de CO2-reductie. 

In september 2015 is er een duurzaam inkoopbeleid vastgesteld. Dat zou met gemeenten en bedrijfsleven worden opgepakt. Het is al bijna september. Wat is er nou concreet gebeurd en hoe zit het met de voortgang? 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Voorzitter. Wij zijn bezorgd over het feit dat er giftige stoffen in kleding voorkomen. Met name als het gaat om kinderkleding schijnt dat veel voor te komen. Wij willen graag dat er op Europees niveau meer en betere controle hierop komt. Vandaar de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat giftige stoffen in textiel risico's voor de volksgezondheid vormen; 

constaterende dat de Europese Commissie eerder aangekondigd heeft actie te ondernemen tegen 300 chemische stoffen in kleding die bijvoorbeeld kankerverwekkend of hormoonverstorend zijn; 

overwegende dat strenge controle hierop op dit moment EU-breed nog niet in alle situaties het geval is; 

verzoekt de regering, zich op EU-niveau in te zetten voor een verbeterplan voor de controle op giftige stoffen in textiel, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Cegerek en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 634 (21501-08). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Europese Commissie nog dit jaar komt met een verduidelijking over hoe autofabrikanten de regels dienen te interpreteren omtrent het legaal en illegaal gebruik van software in motoren; 

verzoekt de regering, te bepleiten dat de Europese Commissie in deze verduidelijking opneemt dat autofabrikanten zelf moeten aangeven onder welke omstandigheden bij normaal gebruik de auto anders presteert dan in de testsituatie, waarmee een omkering van de bewijslast wordt bewerkstelligd zoals in de VS al het geval is, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 635 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat in de nieuwe Europese richtlijn voor nationale luchtvervuilingsplafonds (NEC-richtlijn) mogelijk geen plafonds voor methaan en ammoniak worden opgenomen, terwijl ook deze stoffen schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van mensen; 

verzoekt de regering, te bepleiten dat ook luchtvervuilingsplafonds voor methaan en ammoniak onderdeel worden van de nieuwe NEC-richtlijn, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 636 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de resultaten van de fitnesscheck van de Vogel- en Habitatrichtlijn nog niet gepubliceerd zijn en dat de conferentie Toekomstbestendig Natuurbeleid geannuleerd is; 

overwegende dat het van belang is, de Vogel- en Habitatrichtlijn te behouden en de implementatie ervan te verbeteren; 

verzoekt de regering, aan te dringen op spoedige openbaarmaking van de resultaten van de fitnesscheck en bij het alsnog organiseren van de conferentie de agenda te richten op het verbeteren van de implementatiepraktijk, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Koşer Kaya. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 637 (21501-08). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Als we de doelstellingen van Parijs serieus nemen, zullen we ook ons ETS moeten verbeteren. We zullen dat moeten aanscherpen als ons belangrijkste instrument om de Europese doelstellingen mee te halen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat zij de mogelijkheid wil openhouden om het ETS aan te scherpen. Dat is iets waar mijn fractie zeer sterk achter staat. Ik vind daarom dat we bij de Nederlandse inzet echt moeten uitgaan van wat nodig is. Dat gaat toch richting 2,4% als lineaire reductiefactor. Als de staatssecretaris dat om tactische redenen nog even in haar zak houdt, zij het dat ze daar wel achter staat, dan zou dat reden zijn voor mijn fractie om daarover op dit moment geen motie in te dienen. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoe zij met die 2,4% omgaat. 

De vergadering wordt van 10.30 uur tot 10.35 uur geschorst. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik zal mijn oordeel geven over maar liefst twaalf ingediende moties. Daarnaast zal ik de twee vragen van mevrouw Mulder beantwoorden. 

Allereerst de motie op stuk nr. 626 van de leden Dijkstra en Jan Vos, waarin wordt verzocht het beprijzen van uitstoot van CO2 wereldwijd onder de aandacht te brengen. Ik was daar al mee begonnen. Ik ben het er zeer mee eens en wil deze motie dan ook graag als ondersteuning van beleid beschouwen. Het lijkt mij echter wel goed dat de Kamer daar haar oordeel over uitspreekt, omdat daarmee een signaal vanuit het parlement wordt afgegeven naar al die sectoren die nog niet overtuigd zijn. Om die reden neem ik de motie niet over, maar ik ben het er wel ontzettend mee eens. 

De motie-Remco Dijkstra op stuk nr. 627 gaat over versterking van het ETS-systeem. De inzet waar de motie om vraagt, sluit heel goed aan bij de Nederlandse inzet. Ik denk ook dat een meer gefocuste bescherming tegen carbon leakage nodig is. Dat is ook belangrijk voor de verhoging van de reductiefactor naar in elk geval 2,2%. Ik zal daar nog iets over zeggen in de richting van mevrouw Van Veldhoven. Dat percentage moet uiteindelijk omhoog maar daarvoor is het belangrijker dat we nu een flexibel systeem in de richtlijn creëren dan dat we nu al het gevecht gaan voeren over dat percentage. Dat moet ook, maar laten we het strategisch aanpakken. Ik deel de voorkeur van de heer Dijkstra om in Europees verband verder te zoeken. Om die reden zie ik deze motie als ondersteuning van het beleid en laat ik het oordeel aan de Kamer. 

De motie-Remco Dijkstra op stuk nr. 628 gaat over biobrandstoffen. Inzetten op kosteneffectieve CO2-reductie in de brandstofsector is een belangrijk onderdeel van mijn klimaatbeleid. Daar spelen geavanceerde biobrandstoffen inderdaad een heel belangrijke rol bij en daarvoor is een gelijk Europees speelveld nodig. Ik zal mij op deze punten inzetten. Ik zie de motie als ondersteuning van kabinetsbeleid en ik neem haar over. 

De voorzitter:

Maakt iemand bezwaar tegen het overnemen van de motie-Remco Dijkstra op stuk nr. 628? Ik zie dat SP-fractie daar bezwaar tegen heeft. 

Staatssecretaris Dijksma:

De heer Smaling heeft twee moties ingediend. In de motie op stuk nr. 629 zegt hij dat je nu eigenlijk al moet kijken naar een terugvalpositie voor als ETS het niet gaat redden. Ik vind het te vroeg om dat nu uit te spreken. Daarmee wordt het namelijk mogelijk een selffulfilling prophecy en daar ben ik het niet mee eens. Ik zet nu vol in op ETS. Mocht het uiteindelijk niet lukken, dan zijn er voldoende opties en alternatieven. Daar hoeven we niet heel lang op te studeren. Dan moet je gewoon politiek handelen. Ik vind deze motie in deze fase, voorafgaand aan de inzet om ETS te versterken, echt een verkeerd signaal. Om die reden ontraad ik de motie. 

De motie-Smaling op stuk nr. 630 moet ik helaas ook ontraden. De heer Smaling verzoekt daarin om met name de interferentie tussen SDE+ en het terugdringen van CO2 via ETS te agenderen. Daar hebben we nu juist de marktstabiliteitsreserve voor. Die moet de schommelingen die door nationale maatregelen worden veroorzaakt, opvangen. Daarom zie ik nu geen reden om dit punt in te brengen. De heer Smaling weet ook — dat zal hij ongetwijfeld later vandaag nog wel een keer de revue laten passeren — dat dit kabinet juist vol inzet op SDE+. Het lijkt mij dan ook onlogisch om deze motie te omarmen. Dat zal hij wel begrijpen. 

Dan kom ik bij de motie-Van Tongeren op stuk nr. 631. Zij wil graag in beeld krijgen wat de CO2-uitstoot van internationale zeescheepvaart en luchtvaart is. Gelukkig zegt zij wel — die slag om de arm wil ik hier ook pakken — "waar mogelijk per lidstaat". Dat zal niet in elk geval altijd helemaal kunnen. Dat hebben we in het debat ook gewisseld. Er zijn in navolging van het Europese systeem al wel afspraken gemaakt, ook met de IMO, over de monitoring van schepen. ICAO werkt zelfs aan een zogenaamd offsetsysteem. Per lidstaat is lastig wanneer dus inderdaad door schepen wordt omgevlagd, maar het is belangrijk om het in beeld te brengen. Om die reden beschouw ik de motie als ondersteuning van beleid maar laat ik het oordeel aan de Kamer over. 

Dan kom ik bij de motie van mevrouw Van Tongeren op stuk nr. 632. Ik vraag haar om deze motie aan te houden of met minister Kamp te bespreken. Energiecentrales vallen natuurlijk onder het ETS. In algemene zin hebben wij — maar dat is een eerste reactie op wat er nu staat — altijd het idee dat je beleid niet moet gaan stapelen. De performance standard rate voor energiecentrales is echter niet mijn constituency. Ik zou mevrouw Van Tongeren dus willen adviseren om dit in het debat met de minister van EZ in te brengen, want ik weet zeker dat hij hierop een gefundeerde reactie kan geven. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dit is zeker ook iets om met minister Kamp te bespreken. Ik had begrepen dat deze voorstellen circuleren en mogelijkerwijs ook op de Milieuraad aan de orde zouden komen. Vandaar dat we dit hier geprobeerd hebben. 

Staatssecretaris Dijksma:

Nee, dat is niet zo. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dan houd ik deze motie aan. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Tongeren stel ik voor, haar motie (21501-08, nr. 632) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Staatssecretaris Dijksma:

De motie op stuk nr. 633 verzoekt om de gevolgen van lagere EU-doelen in kaart te brengen. Laat ik om te beginnen vaststellen dat de onderhandelingen over de NEC-richtlijn nog gaande zijn. Ik ben gisteren naar Brussel afgereisd om ook van mijn kant te proberen om datgene wat de Nederlandse voorzitter kan doen, nog tot een succesvol einde te brengen en ook daadwerkelijk te gaan doen. Er is dus ook geen keuze gemaakt of de NEC-plafonds omgevingswaarden moeten worden, gezien de nog lopende onderhandelingen. De normen uit de richtlijn voor luchtkwaliteit blijven de omgevingswaarden en begin juli begint de voorhangprocedure van de AMvB's waarin dit nader is uitgewerkt. Op zichzelf is wat mevrouw Van Tongeren in dat licht vraagt niet per se onlogisch. Mochten er zich wijzigingen voordoen, dan zullen we daar uiteraard op moeten ingaan. Om die reden kan ik de motie als ondersteuning van beleid beschouwen en overlaten aan het oordeel van de Kamer. Als significante zaken gaan wijzigen, dan heeft dat ook betekenis voor de wijze waarop wij daarop moeten reageren, maar zover is het overigens nog niet. 

De motie op stuk nr. 634 van mevrouw Cegerek en mevrouw Van Veldhoven behelst het verzoek om ons op EU-niveau in te zetten voor een verbeterplan voor de controle op giftige stoffen in textiel. De consultatie van de Commissie is gericht op het ontwikkelen van een wettelijke regeling om de aanwezigheid van kankerverwekkende stoffen in textiel terug te brengen. Ik vind het heel belangrijk dat we dat gaan doen. Vanuit Nederland wil ik dat ook ferm steunen. De eerste ideeën die de Commissie heeft neergelegd zijn nog onvoldoende scherp. Dit vraagt om een verbeterslag om uiteindelijk tot een uitvoerbare regeling te komen. Daar zit vooral onze zorg. Goed toezicht en een effectieve controle horen daar inderdaad bij. Om die reden wil ik de motie als ondersteuning van beleid beschouwen en aan het oordeel van de Kamer overlaten. 

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 635 van mevrouw Van Veldhoven. Het lastige is dat wat mevrouw Van Veldhoven vraagt, namelijk een verduidelijking waarbij het een en ander moet worden aangegeven, op 20 april 2016 is doorgevoerd in de verordening. Ik zal even heel precies zijn, want dan kan mevrouw Van Veldhoven dat checken: verordening 692/2008. Op basis daarvan moeten fabrikanten bij de typegoedkeuring een aanvullende emissiestrategie overleggen. Die bepaling komt overeen met de Amerikaanse regelgeving. Je zou dus kunnen zeggen dat deze motie al is uitgevoerd. 

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven, korte reactie. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dit gaat om een heel lange, ingewikkelde discussie die we meestal met de collega van deze staatssecretaris voeren. De hele discussie gaat om de vraag of de autofabrikanten op dit moment een bepaling in de richtlijn zó ruim interpreteren dat ze hem eigenlijk ondergraven. De vraag is of ze dat te ruim doen en wie daarvoor de verantwoordelijkheid draagt. Het gaat dus over de uitleg die de Europese Commissie hieraan gaat geven. De vraag is juist waar de bewijslast dan ligt, maar ik stel voor dat ik deze motie aanhoud. Misschien zou minister Schultz gevraagd kunnen worden om te reageren op deze motie en om te bekijken hoe zij dit ziet in relatie tot die verordening, gerelateerd aan de huidige stand van de onderhandelingen van de sjoemeldiesel. 

Staatssecretaris Dijksma:

Ja, maar dit is inderdaad een dossier dat al loopt. Daarin zijn gelukkig ook al sommige goede stappen gezet. Daar is dit er één van. Voor een deel gaat de discussie ook weer over verdergaande interpretatie van de regelgeving. Tijdens de Transportraad was er even de dreiging dat er zou worden gezegd dat er nieuwe regelgeving moet komen omdat de huidige regelgeving niet duidelijk genoeg zou zijn. Daar gaat het debat juist over, want er is gezegd: nee, de regelgeving is gewoon verkeerd geïnterpreteerd en dit is toch tegen de regels. Ik wil dit best vragen. Ik vind het goed als de motie wordt aangehouden, want dit deel van het debat is al opgepakt in de verordening. Daarvoor moet u de tekst van de verordening er maar even bij pakken. Uiteraard kunnen we dit ook gewoon nog eens op schrift aandragen. Als dat behulpzaam is, lijkt mij dat geen probleem. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dat zou heel fijn zijn. Dan houd ik de motie aan, want als dit echt zou worden uitgevoerd, zouden we niet in de situatie zitten waarin wij nu zitten. Ik zie de brief dus graag tegemoet. 

Staatssecretaris Dijksma:

Het is ook nog maar recentelijk opgenomen. Als in april iets wordt opgenomen, kun je een frauduleuze situatie van de daaraan voorafgaande jaren niet met terugwerkende kracht weggummen. Die situatie heeft natuurlijk wel gewoon plaatsgevonden. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Veldhoven stel ik voor, haar motie (21501-08, nr. 635) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Staatssecretaris Dijksma:

In de motie op stuk nr. 636 van mevrouw Van Veldhoven wordt gevraagd om zowel methaan als ammoniak onderdeel te maken van de nieuwe NEC-richtlijn. Ik denk dat het goed is om vast te stellen dat wij vanuit onze huidige rol in de Raad als onafhankelijke voorzitter moeten handelen naar de wensen van de meerderheid van de Raad. Mevrouw Van Veldhoven weet dit met haar Brusselse ervaring als geen ander. Zeker voor ammoniak vind ik dat er ambitieuze reductiedoelstellingen afgesproken moeten worden. Mijn inzet is om het ambitieniveau van de Raad en het Europees Parlement bij elkaar te brengen. De uitstoot van methaan moet absoluut worden gereduceerd. Er is op zich geen discussie over de vraag of dat nodig is, maar er is wel discussie over de wijze waarop je dat doet. Een meerderheid van de lidstaten vindt dat dit via het klimaatbeleid moet. De Kamer heeft al eerder een motie aangenomen van de leden Geurts en Van Vliet, waarin ik er destijds toe werd opgeroepen om methaan uit de richtlijn te schrappen. De Kamer heeft dus een oproep gedaan tijdens deze onderhandelingen. Die motie is aangenomen. Nu heeft mevrouw Van Veldhoven — ik zou haast zeggen: te elfder ure — een motie ingediend waarin plotseling weer iets anders wordt gevraagd. Om die reden moet ik de motie ontraden, want dan wordt het voor mij wel lastig. Ik reken ook bij de Kamer, in meerderheid dan, op consistentie. 

Ik kom nu bij de motie op stuk nr. 637 van mevrouw Van Veldhoven en mevrouw Koşer Kaya. Om een lang verhaal kort te maken: ja, het is belangrijk dat de resultaten van de fitness check er snel komen. Ja, we moeten erop aandringen dat er alsnog een conferentie komt. Dit behoort natuurlijk tot de portefeuille van mijn collega Van Dam, maar ik heb van hem begrepen dat hij deze motie ziet als ondersteuning van het beleid. 

Er zijn ook vragen gesteld. Mevrouw Mulder vroeg of het innovatiefonds ook beschikbaar is voor CCS. Ja, dat kan. CCS-projecten kunnen ook uit het innovatiefonds worden gefinancierd. 

Mevrouw Mulder vroeg ook naar de stand van zaken met betrekking tot het duurzame-inkoopbeleid. De Kamer krijgt nog voor de zomer een brief. Recentelijk heb ik met lokale bestuurders, provincies en gemeenten over dit onderwerp gesproken. Daarbij hebben we met elkaar een aantal voornemens vastgesteld. Ik zal de Kamer daarover voor de zomer op schrift informeren, maar laat ik het zo zeggen: het ziet er goed uit. We zijn dus goed aan de slag met elkaar. 

Mevrouw Van Veldhoven heeft nog een vraag gesteld over de 2,4%. Ik heb daar zojuist in de beantwoording over de motie van de heer Dijkstra al iets over gezegd. We moeten een gang naar de Europese Raad maken als we weer verder omhoog willen. Het draagvlak om dat te doen is er op dit moment niet. Dat betekent niet dat mevrouw Van Veldhoven en ik het erover oneens zijn dat dat uiteindelijk wel moet gebeuren, maar het is een kwestie van first things first. We moeten er nu eerst voor zorgen dat het systeem op orde is en dan gaan we weer schroeven aan de percentages. En we moeten de mogelijkheid creëren om dat te kunnen doen; dat is de kern. Dat gevecht voeren we, onafhankelijke voorzitter of niet. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we bij aanvang van de middagvergadering stemmen. 

Naar boven