7 Waardedaling woningen in Groningen door aardbevingen

Aan de orde is het debat over de waardedaling van woningen in Groningen door aardbevingen. 

De voorzitter:

Ik heet de mensen op de publieke tribune, speciaal uit Groningen naar Den Haag gekomen om dit debat te volgen, van harte welkom en ook de mensen die op een andere manier dit debat volgen. Ik zie dat mevrouw Mulder al klaar staat. De spreektijden zijn vastgesteld op zes minuten per fractie. Ik sta drie interrupties toe, het liefst in tweeën. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. We voeren vandaag een debat over de problemen die veroorzaakt worden door de gaswinning. Sinds 2012 zijn er meer dan 50.000 schademeldingen geweest. Ik zal het nog even herhalen: meer dan 50.000 schademeldingen. Wat is het aantal openstaande schadegevallen? Worden alle schades in behandeling genomen? Zo niet, waarom niet? De enorme aantallen openstaande schades zijn een punt van zorg voor de CDA-fractie. Er zijn veel Groningers die zich niet meer veilig voelen in hun eigen huis. Dat allemaal omdat heel Nederland behoefte heeft aan de lusten van de gaswinning, terwijl de lasten eenzijdig bij de Groningers worden neergelegd. 

De waardevermeerderingsregeling, geld om scholen veilig te maken, de manier waarop de NAM omgaat met de btw bij complexe schadegevallen, al die zaken moeten door de Groningers worden bevochten en voor de poorten van de hel vandaan worden gehaald. Het CDA is daar wel klaar mee. Natuurlijk zien we dat de Nationaal Coördinator Groningen stappen zet, maar het gaat in de ogen van het CDA nog te langzaam. Die houding onlangs van staatssecretaris Dekker over de scholen: schaamt deze minister zich eigenlijk niet voor zo'n opstelling van zijn kabinet? Krijgt Alders wel voldoende medewerking hier in Den Haag? Eindelijk komt de minister nu bij Voorjaarsnota over de brug. Maar hoe structureel is dat? Groningers zouden in onze ogen in de toekomst niet meer hier achteraan moeten zitten. Niet iedere twee jaar eenzelfde zoektocht naar middelen, waarbij de Groningers de minister bijna smeken. Hij zal hier echt een tandje bij moeten zetten. Is de minister bereid, te kijken hoe de Groningers meer structureel ondersteund zouden kunnen gaan worden in de toekomst? Hij wil toch ook het vertrouwen terugwinnen? Wij doen een appel op hem om daarvan werk te gaan maken. 

Het CDA vindt het zeer teleurstellend dat de NAM vasthoudt aan de aardbevingsschade, in plaats van aan mijnbouwschade, ofwel schade door bodembeweging, zoals staat omschreven in het BW. Want begrijp ik nou goed uit de samenwerkingsovereenkomst tussen de Nationaal Coördinator Groningen en de NAM dat dit verschil van inzicht nog verder moet worden uitgevochten? Als er iets slecht is voor het herstel van vertrouwen, is het wel deze discussie. Niet alleen voor Groningen, maar ook voor winning in de rest van Nederland, zoals die kleine velden waarover we het net hadden. Met argusogen wordt vanuit de rest van Nederland gekeken hoe de overheid in Groningen met haar inwoners omgaat. Dat leidt niet echt tot vertrouwen, heb ik gemerkt, onder andere bij een bezoek aan Dongeradeel in Friesland. Mijnbouwschade moet worden vergoed. Dat zou het uitgangspunt moeten zijn. Hoe wordt deze knoop zo snel mogelijk doorgehakt? 

Uit het onderzoek van de RUG blijkt dat de waardedaling van woningen veel groter is dan eerder was berekend. Het CBS geeft ook aan dat het goed is om met andere methoden onafhankelijke berekeningen van de daling van de woningprijzen te maken. De minister wil hier eigenlijk niets van weten, staat in zijn brief. Maar is hij dan toch bereid om onafhankelijk onderzoek naar de woningdaling met diverse methodieken te ondersteunen, zoals bijvoorbeeld uitgevoerd door de RUG? Want volgens dat onderzoek kan de voorgestelde aanpak de bouwsteen zijn voor een algemene regeling om waardeverlies te compenseren, ook als uitwerking van de gerechtelijke uitspraak in de zaak van de WAG versus de NAM. Is de minister daartoe bereid? Deze waardedaling geeft aan dat er gecompenseerd moet worden. De pilot koopinstrument zou in deze behoeften kunnen voorzien. In het verslag van de Nationaal Coördinator Groningen staat op pagina 10 dat, wanneer er meer meldingen zijn dan dat er budget beschikbaar is, er een selectie plaatsvindt. Dat kan toch niet waar zijn? Als dat gebeurt, trekt toch onmiddellijk de Nationaal Coördinator Groningen aan de bel en zorgt de minister dat de NAM haar verplichtingen nakomt en dat er dus extra geld komt van de NAM? Ik hoor heel graag een toezegging van de minister op dit punt. 

Ik heb ook nog een vraag over de waardeverminderingsregeling van de NAM. Hoeveel aanvragen zijn er gedaan? Hoe snel worden deze afgehandeld? Hoe veel is er inmiddels uitgekeerd? 

Een ander punt waarop de minister een toezegging heeft gedaan, betreft het instellen van een landelijk loket voor mijnbouwschade, zoals het Centrum Veilig Wonen in Groningen. De minister heeft gezegd dat hij daarover in gesprek is. We hebben hier als Kamer echter niets meer over vernomen. We willen heel graag een stand van zaken ontvangen, want straks behandelen we de wijziging van de Mijnbouwwet. Hoe gaan we dan om met omkering van de bewijslast? Als de minister het goed en netjes regelt met zo'n loket, is omkering van de bewijslast dan nog nodig voor de rest van Nederland? Is dat iets waar de minister ook naar kijkt? 

Wat is op dit moment eigenlijk de schatting van het aantal te versterken woningen? De NAM heeft daar een berekening voor. De Nationaal Coördinator heeft het over 78 gebouwen die in 2016 versterkt zijn. De vraag is welke totaalopgave nu eigenlijk in beeld is. Welk beeld komt er tot dusver uit de inspecties? 

Ik wil ook nog even ingaan op de normen voor vitale infrastructuur en industrie. Ik begrijp uit de antwoorden op mijn schriftelijke vragen dat een werkgroep met een advies moet komen. Wanneer verwacht de minister hier de uitkomst van? Er wordt nu al jaren aan gewerkt. Wanneer is die methodiek er? 

Een aanleiding voor dit debat was natuurlijk de enorm hoge gaswinning in 2013 en het onderzoek van de NOS-journaliste over de geheime afspraken die zouden zijn gemaakt tussen het minister, Shell en ExxonMobil. In hoeverre hebben deze partijen echt invloed gehad op die hoge winning in 2013? Dat horen we vandaag heel graag van de minister. 

De heer Bosman (VVD):

Ik wil even terugkomen op een motie die is ingediend in een ander debat. Dat is een beetje lastig, maar de motie gaat hierover en is doorgeschoven naar deze minister. We hebben echter nooit de mogelijkheid gehad om erover te debatteren. Ik wil collega Mulder er daarom nu een vraag over stellen. De motie gaat over de geheime vaststellingsovereenkomsten van de NAM en dat ze die niet meer mogen afsluiten. Transparantie vind ik ook belangrijk en die is ook goed voor de mensen in Groningen. Maar hoe borg je die transparantie daadwerkelijk? Er is gezegd dat mensen die een geheimhoudingsclausule in hun vaststellingsovereenkomst hebben, hier niet aan gehouden zijn en zelf kunnen kiezen. Wanneer weet je dan zeker dat ze kiezen op basis van hun eigen wil of dat het toch ergens stiekem in een clausule staat? Is het dan niet beter om alles transparant te maken? 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

We hebben hiermee lopen worstelen. We stellen vragen over de btw, hoe dat zit, wie dat verrekent en ten behoeve van wie dat komt. Dan word je eerst een beetje met een kluitje in het riet gestuurd en vervolgens, na heel veel doorvragen, komt er dan uiteindelijk het antwoord dat mensen in bepaalde gevallen niet correct zijn behandeld en in een positie zijn gebracht waar je als inwoner niet in wilt zitten. Dat stoort ons als CDA-fractie. Ik heb het idee dat het de hele Kamer stoort dat het op die manier gebeurt. We zijn van mening dat dat ook heeft te maken met die geheimhoudingsclausules. Wij vinden dat de inwoners het recht moeten hebben om de overeenkomsten openbaar te maken en daar in alle vrijheid over te spreken. Dat is wat deze motie beoogt. Daarom hebben wij haar afgelopen dinsdag ingediend. We dachten dat het het beste zou zijn om dat bij de heer Wiebes, de staatssecretaris van Financiën, te doen. Daarom hebben wij die motie afgelopen dinsdag ingediend. Gelukkig wordt de motie heel breed ondersteund. Het zou mooi zijn als de VVD-fractie deze motie ook zou kunnen ondersteunen. 

De heer Bosman (VVD):

We vinden dit heel belangrijk en transparantie is essentieel, maar we zien wel een aantal problemen. Er wordt een vergelijking gemaakt met volksgezondheid, maar medische missers zijn echt een leermoment, want die wil je voorkomen. Hier wordt echter heel diep ingegrepen in privaatrechtelijke overeenkomsten tussen een bedrijf en een persoon. Dat is een probleem. Ik zal straks eerst luisteren naar wat de minister zegt, maar voor de VVD is dit zeker een punt waarbij je heel terughoudend moet zijn. Ten aanzien van de transparantie hoor ik niet in het verhaal van mevrouw Mulder dat dan alles maar transparant moet. Er is toch niets mooiers dan dat het gewoon op de website wordt gezet, van iedereen en zonder problemen? Zodra je ook maar een deel toch niet transparant maakt, is het altijd de vraag of het wel vrije wil is of dat het is opgelegd. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik vind het de eigen verantwoordelijkheid van inwoners om het openbaar te willen maken of niet. Die keuze laat ik echt bij hen. Dat vind ik zo belangrijk omdat de indruk ontstaat dat de NAM bij alle schadeafhandelingen en bij alles wat moeilijk is, juist wil voorkomen dat zaken naar buiten komen. Daar wil ik van af. Het lijkt mij goed voor de NAM om daarvan af te gaan, maar het is aan de inwoners zelf om daarin een keuze te maken. Daar wil ik niet dwingend in zijn. Eigen verantwoordelijkheid past ook wel een beetje bij de VVD natuurlijk. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Groningers hebben niet gevraagd om gaswinning in hun provincie. Ze hebben ook niet gevraagd om aardbevingen of een onveilig en beschadigd huis. Ze hebben niet gevraagd om de spanning en de angst voor een volgende beving. Ze wachten ook niet op waardedaling van hun woning, maar ze krijgen het wel allemaal op hun bord. Wat staat daar eigenlijk allemaal tegenover? Dat is bar weinig. Er kwam een Centrum Veilig Wonen voor schadeafhandeling, maar dat is niet onafhankelijk van de NAM. Er kwam een versterkingsoperatie maar de resultaten blijven achter bij de planning. Er kwam een waardevermeerderingsregeling, maar het is nu nog onduidelijk hoe deze wordt voortgezet. Er kwam een opkoopregeling, maar die bleek tijdelijk te zijn. De NAM moest van de rechter de waardedaling van woningen vergoeden, maar de NAM ging in hoger beroep. Intussen is er geen perspectief op het in grote stappen reduceren van de gaswinning. Ik kan me zó goed voorstellen dat de mensen in Groningen teleurgesteld of zelfs gefrustreerd zijn. Nederland heeft 500 miljard verdiend aan het gas uit Groningen en het wordt nu tijd dat we de mensen in Groningen ervan kunnen overtuigen dat zij werkelijk op de eerste plaats staan. 

Ruim 180.000 huizen in het bevingsgebied in Groningen zijn in totaal bijna 1 miljard euro minder waard geworden. Volgens onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen vergoedt de NAM gemiddeld minder dan het bedrag dat een huis in waarde verliest. Wil de minister op basis van dit onderzoek een algemene regeling opstellen, waarbij de daadwerkelijke waardevermindering ook wordt vergoed? 

Er loopt een proef met een opkoopregeling voor schrijnende gevallen, maar dan wel met de hand op de knip. Er is geld beschikbaar voor 50 huishoudens, terwijl 115 gedupeerden aan de voorwaarden voldoen. Wil de minister de regeling permanent maken? De Kamer heeft met de motie Bosman c.s. opgeroepen om de waardevermeerderingsregeling voort te zetten. De regeling wordt niet in de huidige vorm voortgezet, maar we wachten nog op de exacte uitwerking. De ChristenUnie roept de minister op om de regeling ten goede te laten komen aan de huizenbezitters, zoals de regeling ook bedoeld was. 

De NAM gebruikt de afname in het aantal bevingen om minder snel te hoeven versterken. Dat zien we ook terug in de cijfers. De raming was 600 miljoen voor bouwkundig versterken terwijl de uitgaven maar 175 miljoen zijn geweest. Hoe zit het met de beloofde 3.000 woningen die nog niet versterkt zijn? De ChristenUnie wil heel graag dat de Nationaal Coördinator Groningen de volledige regie over de versterkingsoperatie heeft. Waarom moet de NAM het jaarplan van de Nationaal Coördinator goedkeuren? Het is nu dus: de Nationaal Coördinator stelt voor en de NAM bepaalt. Dat moet anders. De Nationaal Coördinator moet onafhankelijk kunnen vaststellen wat nodig is om de veiligheid te garanderen en de NAM moet vervolgens betalen. 

Het Centrum Veilig Wonen (CVW) opereert nog steeds niet onafhankelijk genoeg. Zelfs de voorzitter van de commissie van toezicht op het CVW vindt dat het CVW op grotere afstand van de NAM moet komen te staan. Deze duidelijke aanbeveling kunnen we toch niet negeren? Niet de NAM maar de Nationaal Coördinator Groningen zou de opdrachtverlening moeten doen en de opdracht moet ook worden verbreed naar alle schade, ook die als gevolg van bodemdaling of kleine velden. 

Het is goed dat de versterking van scholen eindelijk versneld wordt. Is de bijdrage van de NAM gebaseerd op de kosten van schade en versterking? Het valt op dat 31 van de 101 schoolgebouwen uiteindelijk verdwijnen. De ChristenUnie vindt goed overleg en goede afstemming met de schoolbesturen en de ouders van groot belang. Er mag geen dwang tot samenwerking of fusie tussen denominaties zijn. 

Nog steeds is er onduidelijkheid over de monumenten in de provincie Groningen. Ik heb daarover ook nog een aangehouden motie. Als er schade is, moet de NAM wat mij betreft gewoon over de brug komen. In die aangehouden motie heb ik gepleit voor een Brim-plusregeling. Wil de minister in overleg met de minister van OCW tot zo'n regeling komen? 

Het boek "De gaskolonie" en de WOB-documenten sterken mij in het beeld dat wij de waarheid volledig boven tafel moeten krijgen. Het gasgebouw bleek een gesloten bolwerk dat tot de zware beving in Huizinge in 2012 zijn gang kon gaan. Tot verbazing van velen, waaronder de ChristenUnie, werd in 2013 de gaskraan juist verder opengedraaid, precies zover om het tienjarenproductieplafond van 425 miljard kuub te halen. Was dat een inhaalactie van de NAM? Het inhalen komt juist in de WOB-documenten naar voren als een afspraak tussen het ministerie en de NAM. Mijn vraag is wat er in 2012 en 2013 precies is gebeurd. Welke informatie hadden het ministerie, de NAM en het Staatstoezicht? Waarom stonden de stikstofinstallaties in dat jaar stil? 

De ChristenUnie vindt dat wij uiteraard vol moeten inzetten op schadeherstel en versterking, maar we kunnen de oproep vanuit Groningen voor een parlementaire enquête niet negeren. Ik denk dat dit het enige instrument is dat echt herstel van vertrouwen geeft. Ik roep mijn collega's er dan ook toe op om dit te steunen. 

Tot slot breng ik graag twee door de Kamer aangenomen moties in herinnering. In de eerste motie wordt gevraagd om een visie op de strategische inzet van het Groningse gas in plaats van het op korte termijn leegpompen van het veld. In de andere motie wordt gevraagd om van de provincie Groningen een duurzame koploper te maken. Dat zijn twee zijden van dezelfde medaille. 

In 1965 besloot de toenmalige minister van Economische Zaken Joop den Uyl tot het sluiten van de mijnen, niet omdat de kolen op waren maar omdat het gas uit Groningen de toekomst was. Een gasnet moest nog worden aangelegd, maar toch durfde hij deze stap te zetten. Wil ook deze minister van Economische Zaken een stip op de horizon zetten, niet omdat het gas op is maar vanwege het klimaatakkoord, de transitie naar schone energie en vooral de veiligheid van de mensen in Groningen? 

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. We komen de komende weken en maanden nog veel over de gaswinning in Groningen te spreken. Terwijl er nog steeds duizenden mensen in problemen zitten vanwege gaswinning met onvergoede schade, onverkoopbare huizen en zorgen over de veiligheid van kinderen, wordt er snel weer gesproken over een nieuw jaar met gaswinning boven het plafond dat door experts veilig wordt geacht. Dat plafond ligt volgens het Staatstoezicht op de Mijnen op 12 miljard kuub per jaar. We spreken ook snel over de Mijnbouwwet, het verruimen van de mogelijkheden tot weigering van een vergunning en het omkeren van de bewijslast bij schade. De Partij voor de Dieren hoopt dat we die omkering van de bewijslast nu eindelijk echt in werking kunnen laten treden voor alle slachtoffers van de gaswinning. 

Ook als we in de Mijnbouwwet meer waarborgen hebben aangebracht voor het beschermen van mens, milieu en natuur bij de winning van fossiele brandstoffen in ons land, moet het streven erop gericht zijn om de gaswinning zo snel mogelijk helemaal te stoppen. Dat is echter niet de inzet van dit kabinet en ook niet van vorige regeringen. In mei werd duidelijk dat er geheime afspraken zijn gemaakt tussen een hoge ambtenaar van het ministerie van EZ en Exxon en Shell over langetermijnproductieplafonds. Die werden onder druk van de gasgiganten te hoog vastgesteld, zonder dat de Kamer daar iets van wist. De minister zegt die afspraak niet te kennen en zich daar ook niet aan gebonden te voelen, maar de NOS heeft de stukken opgevraagd met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur en heeft die stukken als download aangeboden op haar website. De 329 pagina's die ik heb gedownload, roepen echter vooral vragen op. In een vorig debat met een andere minister ging het om het feit dat heel veel delen zwart waren gelakt. In de stukken die ik nu heb kunnen lezen, zijn heel veel delen wit gemaakt. Dat zou je "vooruitgang" kunnen noemen, maar die witte passages roepen bij mij heel vragen op. Wel is zichtbaar dat op die stukken heel vaak het woord "confidentieel" staat. "Confidentieel" betekent: "iets wat niet algemeen bekend mag worden" ofwel "geheim". Om de schrijver Jan Gerhard Toonder te citeren: "hier klopt iets niet". De Partij voor de Dieren wil graag weten hoe de vork precies in de steel zit. 

De Onderzoeksraad Voor Veiligheid oordeelde vorig jaar al vernietigend over de besluitvorming over de gaswinning. Niet de veiligheid van de Groningers stond centraal, maar de opbrengst van de gaswinning. Mijn fractie heeft naar aanleiding van dat onderzoeksrapport al eerder gepleit voor een parlementaire enquête om zo de onderste steen boven te krijgen. Twee weken geleden, op 1 juni, heeft een grote meerderheid van de Provinciale Staten in Groningen een motie aangenomen waarin de Tweede Kamer wordt gevraagd om een parlementaire enquête in te stellen naar de besluitvorming over de gaswinning. Alleen de VVD-fractie stemde in de Groningse Staten tegen, hoewel zij niet tegen een enquête was. Ik citeer de fractievoorzitter van de VVD in Groningen: "Wij zijn niet tegen een parlementaire enquête. Als onze collega's ertoe besluiten, dan steunen we het, maar wij gaan hier niet over". Daarmee wordt bedoeld dat de Staten niet over de agenda van de Tweede Kamer gaan. Het zou goed zijn als de Kamer nu haar verantwoordelijkheid neemt en zelf gaat onderzoeken hoe de besluitvorming zo heeft kunnen ontsporen — dat is het woord dat gebruikt moet worden — dat er nu duizenden mensen in grote problemen zitten. Collega Ouwehand heeft in het voorjaar van 2015 een motie ingediend waarin het Presidium wordt verzocht om een commissie in te stellen die de voorbereidingen treft voor een parlementaire enquête naar de besluitvorming over de gaswinning in Groningen. Die motie is destijds aangehouden. Ik overweeg om haar alsnog in stemming te laten brengen. 

De NAM lijkt zich schuldig te hebben gemaakt aan het aanzetten tot een misdrijf, namelijk btw-fraude, door van gedupeerden te eisen dat zij de facturen betreffende de herbouw van de beschadigde woningen op naam van de NAM zouden stellen, zodat de NAM de btw kon terugvorderen bij de Belastingdienst. De NAM laat dus de Staat, en dus de belastingbetaler, deels opdraaien voor het betalen van de gaswinningsschade. Als gedupeerden niet aan die btw-fraude willen meewerken, laat de NAM hen in de kou staan en betaalt zij, tegen alle afspraken in, de rekeningen niet. Onjuiste btw-aangifte is strafbaar, dus als dit verhaal waar is, dwingt de NAM gedupeerden tot strafbare handelingen. De berichten over de schaal waarop dit heeft plaatsgevonden, spreken elkaar tegen. In sommige berichten is sprake van "enkele gevallen", maar in andere van "honderden gevallen", maar wel allemaal in opdracht van de NAM. Ik wil graag van de minister weten of deze verhalen over de NAM kloppen en welke maatregelen de minister neemt. Wordt deze informatie ook doorgegeven aan het Functioneel Parket? 

De Kamer heeft, tot slot, duidelijk gemaakt dat ze de regels voor de gaswinning wil aanscherpen. Toch heeft de minister een vergunning verleend voor het zoeken van gas bij Schiermonnikoog. We hebben het daar net ook over gehad. Uiteindelijk zal dat leiden tot een aanvraag voor proefboringen. De minister weet dat er geen draagvlak is voor proefboringen in het Waddengebied, noch bij de bevolking, noch in de Tweede Kamer. De Kamer heeft zich namelijk eerder al uitgesproken tegen gaswinning bij Terschelling. Het grote bezwaar dat nog meer gaswinning in het kwetsbare werelderfgoed een veel te grote bedreiging vormt voor ons milieu, de unieke natuur en de veiligheid van ons Waddengebied, geldt natuurlijk ook voor proefboringen bij Schiermonnikoog. Is de minister bereid om een moratorium op nieuwe gasexploratie en -productie in te stellen totdat de Kamer de wijzigingen van de Mijnbouwwet heeft besproken? 

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter. Als je je ergens veilig moet voelen, dan is het wel thuis. Die zekerheid willen we allemaal hebben, waar we ook wonen. Ons huis is een veilige plek voor onszelf en voor ons gezin. Dat gevoel van veiligheid, van zekerheid is voor velen in het aardbevingsgebied ver te zoeken. De minister heeft recentelijk voor het eerst sinds de gaswinning plaatsvindt het leed en de schade erkend. Dat doet er niets aan af. Volkomen terecht vragen de Groningers om erkenning van de problematiek en om het adresseren van hun belangen. Ik herhaal: dat is volkomen terecht. Je huis zal maar beschadigd zijn. Je zult maar in onzekerheid verkeren over het al dan niet vergoed worden van de schade of over de termijn waarbinnen die schade zal worden vergoed. Het zal jouw huis maar zijn dat sterk in waarde is gedaald. Dat raakt mensen hard, ook in hun bestaanszekerheid. Voor velen is dat huis namelijk ook hun vermogen voor de oude dag. 

De Groningers, die zo hard zijn getroffen, hebben weinig vertrouwen in de NAM. Het recente verleden geeft daar alle aanleiding toe. En al te vaak voedt de NAM dat wantrouwen door een te trage afhandeling van geschillen en claims. Dat moet echt beter. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De minister en de NAM hebben inderdaad excuses aangeboden voor het beleid dat is gevoerd tot 2013, waarbij de veiligheidsbelangen van de Groningers niet vooropstonden. Vindt de heer Bosman ook dat het de CEO's van Shell en Exxon zou sieren als zij datzelfde gebaar in de richting van de Groningers zouden maken, dus als zij zouden zeggen dat Shell en Exxon hun winsten vooropgesteld hebben en niet de veiligheidsbelangen van de Groningers? 

De heer Bosman (VVD):

Wij gaan over de politiek en over onze politieke verantwoordelijkheden, en bedrijven hebben hun eigen verantwoordelijkheid. Deze discussie hebben we in het verleden al eerder gevoerd. Ik vind het belangrijk dat wij onze verantwoordelijkheid nemen en ik verwacht ook dat eenieder zijn verantwoordelijkheid op zijn eigen manier neemt. Ik denk dat dat heel belangrijk is. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De heer Bosman vindt dus eigenlijk dat Shell daar niets over hoeft te zeggen. Wat vindt de heer Bosman van het feit dat wij in de krant kunnen lezen dat de CEO van Shell aan allerlei keukentafels in Groningen is gaan zitten en dat uit navraag in Groningen blijkt dat geen enkele Groninger zich kan herinneren dat Shell daar ooit op bezoek is geweest? 

De heer Bosman (VVD):

Ik lees niet zo veel kranten meer de laatste tijd. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het waren twee hele pagina's. 

De heer Bosman (VVD):

Het kunnen er ook drie of vier zijn geweest. Ik kan niet zo veel met dit soort berichtgeving. Er heerst veel teleurstelling en boosheid in dat gebied, maar mensen hebben ook heel veel ambitie om het te regelen en iedereen doet dat op zijn eigen manier. Natuurlijk voelen mensen teleurstelling; dat komt ook naar voren in de berichtgeving. Maar ik vind het heel moeilijk om te reageren op een feit dat ik niet kan toetsen of controleren, en om af te gaan op een journalist die iets zegt. Ik laat mij daar niet over uit. 

De voorzitter:

De heer Bosman vervolgt zijn betoog. 

De heer Bosman (VVD):

De NAM zal en moet blijven bijdragen aan het vergoeden van de aangerichte schade en aan alle noodzakelijke maatregelen die nu getroffen worden, ongeacht het niveau van de gaswinning. 

Er bereiken mij te vaak berichten van mensen over complexe gevallen die nog onopgelost zijn. Ik kan zeker begrijpen dat zaken soms complex zijn, maar slechts tot op een bepaalde hoogte. Ook de complexe schadegevallen moeten opgelost worden en dat moet snel gebeuren. Ik hoor graag een reactie van de minister daarop. Wat is zijn visie op dit onderwerp? Heeft hij een overzicht van het aantal nieuwe en oude complexe schadegevallen en van de manier waarop die worden aangepakt? En welke bijzondere rol kan de Nationaal Coördinator Groningen hierin spelen? 

Ik wil speciaal de aandacht vragen voor de monumenten. De eigenaren en bewoners van ons erfgoed zitten met de handen in het haar. Ze worden hoorndol van alle regels waar ze tegen aanlopen. Ze zitten in feite klem tussen de soms tegenstrijdige regels voor het herstel van woningen in het aardbevingsgebied enerzijds en de goedbedoelde Rijksmonumentenwet anderzijds. Dat resulteert in een bizarre situatie, waarin een rijksmonument dat niet mag worden aangetast, wordt ingepakt in een soort kristalachtige ijzeren constructie. Daar gaat je woonplezier en daar gaat de waarde van je huis! Het lijkt Kafka wel. Minister Bussemaker sprak hier mooie woorden over, maar tot welke daden is het kabinet gekomen om deze onredelijke situatie op te lossen? 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De heer Bosman sprak terecht over de problemen die nog niet zijn opgelost en hij vroeg de minister wat zijn visie daarop is. Uit de stukken die we lazen ter voorbereiding op dit debat kwam één punt vaak naar voren, namelijk dat het Centrum Veilig Wonen als onvoldoende onafhankelijk wordt beschouwd van de NAM. Ik ben benieuwd naar de visie van de VVD op dit punt. 

De heer Bosman (VVD):

We zijn bezig met een proces om de zaken steeds beter te maken. Ik ben er heel terughoudend in om hier te zeggen dat dit allemaal weer anders moet. Er wordt bijvoorbeeld vaak geroepen dat er een andere organisatie moet komen, maar ik wil daar heel voorzichtig in zijn. Ik ben meer een voorstander van finetunen. We hebben op dit moment al een organisatie die goed geëquipeerd is om heel veel zaken af te handelen, maar helaas gebeurt dit nog niet optimaal. Dat merken we hier ook, want we zien dat dit zeker bij de complexe gevallen nog heel lastig is. De oplossing ligt volgens mij in de vraag wat er precies gebeurt in het proces en hoe we dat proces zo goed mogelijk kunnen verbeteren. Ik bekijk daarbij ook zeker de rol van de Nationaal Coördinator Groningen en ik zal hem vragen of we dit proces nog kunnen veranderen met als doel het te verbeteren. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het is learning by doing. We weten immers van tevoren niet waar we allemaal tegenaan zullen lopen. Maar als we ergens tegen aanlopen, moeten we bekijken hoe we dat kunnen verbeteren. Ik ben blij dat de heer Bosman refereerde aan de positie van de Nationaal Coördinator Groningen, want misschien kunnen we zijn positie ten opzichte van het Centrum Veilig Wonen verstevigen. Als we gaan werken met een verantwoording achteraf in plaats van met allerlei afspraken die vooraf moeten worden afgestemd met de NAM, zouden we het proces wellicht kunnen finetunen; zoals de heer Bosman zo mooi zei. Zou hij een beweging in die richting verwelkomen? 

De heer Bosman (VVD):

Ik vind het belangrijk om dan eerst even met de Nationaal Coördinator Groningen te spreken. Voordat we zomaar iemand een taak in de schoenen schuiven, moet hij daar geëquipeerd voor zijn en de mogelijkheden toe hebben. Hij moet daar wel de mensen voor hebben in zijn omgeving, want het is niet zomaar iets. Ik vind dat we niet even tot een quick fix moeten komen. We kunnen niet zomaar zeggen dat de Nationaal Coördinator dat wel even doet. De omgeving moet daar ook geschikt voor zijn. Met finetuning kan er van alles, als het maar ten dienste is van de oplossing van de problematiek in Groningen. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De Nationaal Coördinator Groningen maakt geen onderdeel uit van ons debat van vandaag. We zouden dus even moeten nadenken over de vraag hoe wij zijn advies hierover kunnen krijgen. Ik begrijp echter dat de heer Bosman welwillend is om in die richting te denken en die optie eens te verkennen met de Nationaal Coördinator Groningen. 

De heer Bosman (VVD):

Alles wat ten dienste staat van de oplossing van de problematiek in Groningen. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik kom even terug op de monumenten. Kan de heer Bosman zich voorstellen dat monumenten in het aardbevingsgebied wat extra aandacht vragen? Onderhoud en restauratie zijn duurder. In het noorden van Groningen gaat het om veel identiteitbepalende monumenten, panden die heel bepalend zijn voor de identiteit van het gebied. 

De heer Bosman (VVD):

Jazeker. Ik hoor geen vraag maar een constatering, en daar ben ik het helemaal mee eens. Ik heb er ook heel veel gezien. Mijn collega Michiel van Veen is hier in de commissie voor OCW een groot voorvechter van geweest. Hij wilde de rol van minister Bussemaker hierin prominent naar voren krijgen, zodat zij ook haar rol in het kader van monumentenbeheer in Groningen oppakt. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik was daar getuige van als woordvoerder cultuur. Ik wil toch een stap verder gaan. Dit zijn mooie warme woorden over de monumenten in Groningen, maar het moet allemaal wel betaald worden. Ik heb een motie aangehouden over een vorm van een Brim-plusregeling. Het mag ook een andere naam hebben, maar in ieder geval is helder dat er extra geld moet komen. Als we nu niet ingrijpen, lopen monumenten onherstelbare schade op, waardoor ze misschien niet overeind kunnen blijven of zelfs vernietigd moeten worden. Daarmee komt ook de identiteit van het gebied weer verder onder druk te staan. Ik wil een warm pleidooi houden bij de VVD-fractie om nog eens naar die motie te kijken. Misschien kunnen we samen tot een meerderheid komen. We praten er al heel lang over, maar intussen brokkelt het letterlijk onder onze handen af. Laten we dat met elkaar voorkomen. 

De heer Bosman (VVD):

Het is belangrijk om te constateren dat we in ieder geval stappen voorwaarts zetten in het verbeteren van de mogelijkheden voor de mensen met een monument, zeker in Groningen. Het is cruciaal om een stuk regelgeving weg te kunnen halen, waardoor mensen meer ruimte krijgen om het op te lossen. Ik herinner mij de motie nog. Er was een discussie over de vraag hoe de financiering zou gaan lopen. Men vroeg zich af of je iets anders leeg zou trekken, waardoor er andere tekorten zouden komen. Ik wil daar zeker nog een keer naar kijken, maar ik vind het heel belangrijk dat de stap naar wetgeving wordt gezet en dat we de ruimte krijgen om de monumenten daar aan te pakken. Ik ben natuurlijk altijd bereid om mee te denken over de financiering. 

De bakens in de gaswinning zijn verzet. De VVD zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de bakens ook verzet blijven bij de afhandeling van de schades. Als de NAM niet of te traag thuis geeft, zullen wij de NAM daarop aanspreken. Ik hecht er ook aan dat we de bakens op een ander vlak verzetten. We moeten er niet alleen alles aan doen om het vertrouwen van Groningers in de overheid te herstellen, maar we moeten ook het vertrouwen in de kracht van Groningen herstellen. Met alle moderne landbouw, technische innovaties en nieuwe economische initiatieven heeft Groningen ontzettend veel in huis. 

Neem de nul-op-de-meterwoningen. Wij praten daar in de Kamer veel over, maar in Groningen gebeurt het. Het nadeel van de verstevigingsoperatie heeft in die zin het voordeel dat Groningen qua verduurzaming vooroploopt ten opzichte van de rest van het land. Geef Groningen daarom de ruimte om samen met de Nationaal Coördinator Groningen het herstel in het vertrouwen te starten en om samen te werken aan een nieuw perspectief op welvaart en banen in het noorden. Het geld dat de minister hiervoor beschikbaar heeft gesteld, komt goed van pas. 

De heer Smaling (SP):

De heer Bosman zegt dat hij de NAM erop zal aanspreken als zij haar verplichtingen niet of te laat nakomt. Hoe gaat hij dat doen? Ik heb daar nog niet echt een fysiek beeld bij. 

De heer Bosman (VVD):

Wij doen het gezamenlijk. Bij iedereen die hiernaar luistert, zal er geen twijfel over bestaan dat dit een serieuze zaak is en dat wij dit serieus vinden, Kamerbreed. Ik ben wel van mening dat wij dit systeem binnen de organisatie moeten oplossen. Er is een Centrum Veilig Wonen. Er is een Nationaal Coördinator Groningen. Er is een Technische commissie bodembeweging. Er is een ombudsman en mogelijk een rechter. Al die zaken zijn er. Ik vind dat het potentieel dat wij in het noorden hebben gecreëerd, ten volle moet worden benut, zodat het optimaal gaat werken. Ik wil voorkomen dat wij in de Kamer bijna individuele cases gaan behandelen. Dat is voor niemand goed. Hoe beter het systeem werkt en hoe beter iedereen weet welke verantwoordelijkheden en mogelijkheden er zijn, hoe beter iedereen wordt behandeld. Je kunt het dus zien als een vrijblijvende oproep, maar dat is het niet. 

De heer Smaling (SP):

Het probleem is nu juist dat het een strategie van de NAM is om ieder geval individueel te behandelen. Dat maakt het ook zo lastig. Heeft de heer Bosman net als de SP het gevoel dat het Centrum Veilig Wonen toch een soort dependance van de NAM is voor de lastigere gevallen? Dat werkt gewoon niet. Dat zegt de commissie van toezicht ook. De heer Bosman zegt dat hij de NAM aan zal spreken op tekortkomingen. Graag hoor ik van hem of hij ook ziet wat daar eigenlijk allemaal aan hangt en dat de complexiteit daardoor alleen maar groter is geworden. Is hij dit met mij eens? Of zegt hij: even een telefoontje naar de heer Schotman en het is voor elkaar? 

De heer Bosman (VVD):

Nu liggen er heel veel dingen op een hoop. In het debat met mevrouw Van Veldhoven heb ik ook al gezegd dat nog heel veel dingen verbeterd kunnen worden. Dat moeten wij op een zorgvuldige wijze doen. Als we nu even snel zeggen dat het Centrum Veilig Wonen niet functioneert, vind ik dat wat kort door de bocht. Want heel veel dingen gaan wel goed. Heel veel schades worden afgehandeld. Mensen krijgen hun geld of er wordt verbeterd, versterkt of vernieuwd. Dat gebeurt en dat moeten wij ook constateren. Ik snap wat de heer Smaling zegt over de gevallen waarin het complexer wordt. Daar zit iedereen mee. Dat is een probleem waar wij met z'n allen uit moeten komen. Ik verwacht niet anders dan dat de NAM zich daarvoor garant zal stellen en zegt: dat gaan we gewoon doen. Ik verwacht dat de Nationaal Coördinator Groningen daar een stukje doorzettingsmacht in heeft en dat het Centrum Veilig Wonen een optimale rol daarin gaat spelen. Als wij met z'n allen constateren dat er problemen zijn, moeten wij er met z'n allen over spreken en ervoor zorgen dat het goed komt. Natuurlijk is ieder geval individueel. Je kunt niet zeggen: de hele groep krijgt dit of dat. Er zijn individuele gevallen. Daarom is het zo belangrijk dat het systeem goed werkt en dat alle opties die er zijn, optimaal werken. Wij zitten nog steeds in het proces om dat te verbeteren. Ik vind dat wij elkaar scherp moeten houden en elkaar daarop moeten bevragen, niet alleen in deze Kamer, maar ook daarbuiten. 

Mevrouw Klever (PVV):

We praten in de Kamer al drie jaar lang over de aardbevingen in Groningen. Al drie jaar lang zitten mensen in hun beschadigde huizen. Al drie jaar lang zitten ze in de ellende. De Kamer heeft diverse voorstellen gedaan om de situatie van die mensen te verbeteren, bijvoorbeeld voor een uitkoopregeling, voor het omlaag krijgen van de gaswinning, voor beter schadeherstel en noem maar op. Er zijn allerlei moties ingediend, van mijn kant maar ook van de collega's, maar de VVD heeft vrijwel elke motie tegengehouden, of in ieder geval tegengestemd. Het resultaat is nu dat er vorig jaar in plaats van 3.000 huizen, maar 327 huizen verstevigd zijn. Hoe serieus moeten we de woorden van de heer Bosman dan nog nemen? 

De heer Bosman (VVD):

Dit is klinkklare onzin. Dit vind ik echt heel jammer. Ik denk dat we niet op deze manier met elkaar bezig moeten zijn. Denk bijvoorbeeld aan de motie-Bosman c.s. over de waardevermeerderingsregeling. De hele Kamer heeft hier haar steun voor uitgesproken, omdat iedereen dit belangrijk vindt. De VVD heeft niks tegengehouden. Er gaat nog steeds heel veel geld naar Groningen. Er komt een Nationaal Coördinator. Het Centrum Veilig Wonen is opgericht. Al die mogelijkheden zijn er. Mensen hebben bezwaarmogelijkheden. De Technische commissie bodembeweging is er gekomen. Mevrouw Klever doet alsof er niks gebeurt en de VVD alles tegenhoudt, maar daarmee doet zij onrecht, niet eens zozeer aan mij, maar aan de mensen in Groningen. Er gebeurt namelijk heel veel. 

Mevrouw Klever (PVV):

Er gebeurt inderdaad heel veel. Er worden commissies ingesteld. Er zijn adviseurs, arbiters, toezichthouders en coördinatoren. Er worden oud-politici benoemd. Er wordt ook wat gezegd over duurzaamheid, maar de mensen willen maar één ding en dat is dat hun schade hersteld wordt en dat ze in een veilig huis wonen. De feiten zijn dat er vorig jaar maar 327 woningen verstevigd zijn. Daar kan de heer Bosman niet omheen. De belofte was dat er 3.000 verstevigd zouden worden. Gaat de heer Bosma samen met mij de minister hierop aanspreken, zodat die 3.000 woningen alsnog versneld verstevigd worden, plus die duizenden waarbij dat dit jaar nog moet gebeuren? De voorzitter van Bouwend Nederland heeft al gezegd dat de middelen er zijn en dat men klaarstaat, maar dat men verzandt in bureaucratie. Die bureaucratie hebben we hier met zijn allen opgetuigd. Nogmaals, wat zijn de woorden van de heer Bosman waard? Gaat hij met mij ervoor om ervoor te zorgen dat die 3.000 huizen, plus al die andere huizen, dit jaar nog verstevigd worden? 

De heer Bosman (VVD):

Allereerst: het is de heer Bosman. We moeten wel beseffen dat die ambitie er ligt. Het geld is er en de mogelijkheden zijn er. Mensen zijn echter ook bezig om te bekijken wat ze willen met hun huis. Er zijn ondertussen 30.000 à 40.000 schadeafhandelingen gepleegd. Al die zaken zijn afgerond. Doe dus niet alsof er niets gebeurt en we achterlopen en niet verder komen. De ambitie is er. De stukken liggen er en de mogelijkheden zijn er. Ik ben in Loppersum geweest. Het wordt echt een prachtige wijk daar. In hoog tempo worden de zaken verstevigd en verbeterd. Ik vind dat indrukwekkend. Dat zijn leermomenten voor andere omgevingen. Deze worden meegenomen in het proces. Ik vind het storend als er wordt gedaan alsof er niets gebeurt. Het is ook niet waar. 

Mevrouw Klever (PVV):

Dat zijn allemaal mooie woorden van de heer Bosman, maar de feiten liegen er niet om: 327 huizen in plaats van 3.000 huizen. Dat vind ik echt teleurstellend. 

De heer Bosman (VVD):

Tot slot heb ik een vraag over de twee tegenstrijdige onderzoeken over de waardedaling van de woningen in Groningen. Een langdurig onderzoek naar de waarde van woningen moet uitsluitsel geven over de woningwaarde en de effectiviteit van de regelingen, zoals de waardevermeerderingsregeling en de opkoopregeling. De waardevermeerderingsregeling is met behulp van de Kamer voortgezet. Kan de minister aangeven hoe de afhandeling van de aanvragen en de communicatie met de aanvragers op dit moment verlopen? 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. We waren een week of drie, vier geleden in Loppersum met een stuk of 40 SP'ers. Er scharrelden van die plukjes vrolijke roodgeklede types door het dorp, maar het lukte wel om in één dag overal aan te bellen. Dat geeft een mooi beeld van de verscheidenheid in Loppersum na de bevingen. Dat beeld is interessant. Er zijn kleine schades. Er zijn grote schades. Er zijn mondige mensen die de schade-experts goed te woord hebben gestaan en makkelijk hun schadevergoeding hebben kunnen krijgen. Maar er zijn ook mensen voor wie dat niet geldt. We hebben bij huilende mensen gestaan, of mensen van wie we de problemen niet onmiddellijk konden oplossen maar die wel blij waren dat we er waren. 

Als je dat allemaal bij elkaar brengt, zie je een verscheidenheid aan mensen, of ze nou bij een terp wonen of van de woninginrichtingwinkel op het pleintje bij de kerk zijn waar geen business meer is, want wie richt zijn woning nog in? Dat gebouw staat zelf overigens ook min of meer op instorten. Mijn vraag aan de minister is dan: het is fijn dat we investeren in energiecoöperaties en het landschap gaan verbeteren, maar zou het niet zinnig zijn om ook te investeren in juridische en psychologische ondersteuning van mensen? Het rapport van de universiteit Groningen en de rapportage van de provinciale ombudsman geven immers aan dat het slechter gaat en niet beter. 

Ik ben ook in Woldendorp geweest; ik kom nu op de gebieden die buiten de contour vallen. Naar onze mening is de contourenkaart een leven gaan leiden dat niet de bedoeling was. De bedoeling ervan was om de versterkingsoperatie een fysieke en wetenschappelijke basis te geven via de NPR-richtlijn. Nu wordt die contour te pas en te onpas gebruikt om de schade wel of niet op te nemen, of heel makkelijk C-schade toe te kennen terwijl er sprake is van aardbevingsschade. Dat gaat een probleem vormen als we straks de Mijnbouwwet behandelen, want dan wordt de omkering van de bewijslast gefocust op een contour die niet gebruikt wordt waar die voor bedoeld is geweest. Dat is een groot probleem, want nu is te zien dat het aantal C-schades enorm toeneemt. In het staatje in het rapport van het CVW, het Centrum Veilig Wonen, is de toename van het aantal C-schades exponentieel. Het kan echt niet zo zijn dat ineens besloten is dat veel van die schades niet aardbevingsgerelateerd zijn. 

Ik kom zo meteen op het punt dat het contourprincipe in onze optiek wordt misbruikt door de NAM en het Centrum Veilig Wonen, door het enerzijds niet ontvankelijk verklaren van schades en het anderzijds toekennen van heel veel C-schades. Het contourprincipe is ook niet adequaat voor de versterkingsopgave. De meest kwetsbare objecten moeten de eerste prioriteit hebben. Die bevinden zich soms buiten de contour. Het gaat om het groepsrisico en de slechte staat van woningen. In principe zouden we de basis voor het hele schadeverhaal en de teksten die we steeds uitspreken over aardbevingsschade, zettingsschade, bodemdaling en dergelijke dus eigenlijk moeten loslaten. 

Alles is in dit gebied namelijk heterogeen. De geologische lagen zijn heterogeen, net als de bodem en alles wat daarop staat. We hebben zand-, klei- en veengronden. We hebben sloten, kanalen en verschillende typen huizen die op verschillende manieren zijn gefundeerd. We hebben terpen. De nulsituatie in Groningen is die van toen de bevingen begonnen. De discussie of iets wel of geen aardbevingsschade is, ziet niet op het feit dat we die heterogene nulmeting toen niet hebben gemaakt omdat dat op dat moment niet aan de orde was. Ik vraag de minister om op die manier te kijken naar het fenomeen "aardbevingsgerelateerde schade". Daar komt dus alles achteraan: A-, B- of C-schade en schade die gerapporteerd wordt van buiten de contour. Neem het van mij aan: ik ben in Woldendorp, Usquert, Harkstede, Bedum, Onderdendam en Zuidbroek geweest, en overal is er sprake van schade die niet kan worden teruggevoerd op achterstallig onderhoud alleen, of op zettingsschade of bodemdaling alleen. 

De heer Jan Vos (PvdA):

De heer Smaling heeft hier natuurlijk een punt. Het is voor inwoners van Groningen erg lastig waar het gaat om A-, B- of C-schade. Het wordt dan meestal C en het wordt steeds meer C. Verder gaat het om bewegingsschade of mijnbouwschade. De NAM stuurt je van het kastje naar de muur, zeggen bewoners. En dan zijn er nog die contouren. Maar hoe gaan we het dan oplossen? Ik ben er zelf ook behoorlijk klaar mee, maar we moeten wel zorgen dat het werkbaar blijft voor de mensen die in het gebied proberen om de boel een beetje fatsoenlijk te regelen. 

De heer Smaling (SP):

Ik denk dat je de countourenkaart moet gebruiken waarvoor die aanvankelijk bedoeld was, namelijk een basis leggen voor het type versterking dat je wilt realiseren. Dat je van binnen naar buiten werkt, is ook uit praktisch oogpunt prima te billijken, maar je moet daarbij niet over het hoofd zien dat er buiten die contouren objecten en panden zijn waar heel snel ingegrepen moet worden. Dat is nu een probleem aan het worden. Ik denk ook aan alle individuele zaken die we langs zien komen in bijvoorbeeld het Dagblad van het Noorden of RTV Noord. Dat zijn vaak objecten waar een heel kritieke situatie is ontstaan, in de zin dat mensen er uit moeten en met een hypotheek achterblijven. Dat moet je dus loslaten. Je moet de contouren dus niet benutten voor het afhandelen van de schade en dat is wat er nu wel gebeurt. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Wat voor grens zou je dan moeten trekken? Ik kijk dan ook even vooruit naar die omkering van de bewijslast, waar ook de Partij voor de Dieren het over had. De Raad van State heeft in feite een heel selectief gebiedje aangewezen. Zou het wat u betreft dan voor heel Groningen moeten gelden of alleen voor gebieden waar aardbevingen hebben plaatsvinden? Hoe moet je dat dan definiëren? 

De heer Smaling (SP):

Op zich is dat vrij diffuus. In Zuid-Laren zijn zandsculpturen voor een deel ingestort bij een van de bevingen. Welnu, dat ligt er vrij ver vandaan. In de jaren tachtig is er bij Assen al een beving geweest. Je kunt aannemen dat Den Helder er geen last van heeft, maar je moet dat gebied eigenlijk niet gaan afbakenen. Als het ver weg ligt van een epicentrum — ik realiseer mij dat dit niet helemaal het juiste woord is — dan moet je daar toch naar gaan kijken. Dan kan het gaan om bevingsschade en die moet dan ook vergoed worden. 

Verder ben ik benieuwd hoe het gaat rond de Nationaal Coördinator Groningen. Dat is tevens een van mijn kernpunten omdat ik het essentieel vind dat het werk van deze persoon tot een goed eind komt en dat hetgeen in zijn plan staat ook uitgevoerd wordt. Het gevoel van de SP-fractie is nu dat met name de NAM er te veel met de vingertjes tussen zit. Ons grootste fundamentele bezwaar is dat de coördinator wel de regie heeft over de versterking maar onvoldoende de regie heeft over de schadeafhandeling. En dat moet samen. Je kunt niet het een wel regelen en het ander overlaten aan een partij die er belang bij heeft dat er zo min mogelijk schade wordt vergoed. Gaat de minister hierin ingrijpen? De huidige samenwerkingsovereenkomst tussen de NAM en de NCG leest namelijk gewoon als een coördinator die een soort loopjongen is van de minister en de NAM tezamen. 

Verder heb ik de vraag of er wat betreft het achterstallig onderhoud nog een fonds komt en, zo ja, wanneer we dat kunnen verwachten. 

Ten aanzien van de opkoopregeling hoor ik graag van de minister of die meer kan worden dan alleen een pilot. 

Over de btw-kwestie ligt er nog een motie van de heer Bashir, waarop ik ook nog graag een reactie krijg van de minister waar het gaat om de vaststellingsovereenkomst. Als de NAM gebruikmaakt van deze mogelijkheid, ben ik ook benieuwd hoe het dan gaat met het Groninger Forum en allerlei scholen. Als daar ook een belastingaftrek wordt benut, is dat volgens mij geen goede zaak. 

De Gaskolonie is een mooi boek. Het is sportief van de minister dat hij eraan heeft meegewerkt. Daar kunnen wat de SP betreft de NAM en de Shell nog een voorbeeld aan nemen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. In het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen lezen we dat de mensen die meervoudige schade hebben en in de postcodegebieden wonen dicht bij de kern van het aardbevingsgebied, anderhalf keer zo veel fysieke klachten hebben en ook veel meer fysieke klachten hebben dan andere mensen. Dus het is niet meer een kwestie van scheurtjes en deuren die niet dicht kunnen. Het is zelfs niet meer een kwestie van hele gebouwen die instorten. Qua gezondheid en geestelijke gezondheid gaan mensen er aan onderdoor. Ze hebben een minder goede geestelijke gezondheid en kampen met meer specifieke gezondheidsklachten die rechtstreeks te relateren zijn aan dat gebied. Het gaat dus niet om verkoudheden of verstuikte enkels, maar om klachten die daaraan te relateren zijn. Van de minister wil ik horen wat hij daarvan vindt. Ik neem aan dat hij zal zeggen dat hij dit heel vervelend vindt voor deze mensen. Hoe kunnen we een industriële activiteit toestaan terwijl de toezichthouder in 2013 heeft geadviseerd de kraan daarvoor zo snel mogelijk en zo ver mogelijk dicht te draaien? Uit deze industriële activiteit is niet alleen een hoop materiële schade ontstaan. Ook mensen gaan eraan stuk. 

Collega's zullen dit ook hebben: de mailboxen lopen vol met berichten van murw gebeukte Groningers die niet door het systeem heen komen. Een aantal partijen heeft opgeroepen tot een parlementaire enquête. Dat krijg je op een gegeven moment als de problemen zo groot zijn dat het niet opschiet. Mevrouw Klever zei al dat er elke keer zo veel duizenden huizen moeten worden versterkt dat we het niet halen. Er is gedoe met de waardevermeerderingsregeling. De Kamer komt daaraan te pas. Misschien komt dat nog goed. Vervolgens is er een roep om een parlementaire enquête. Ik wil een tussenstap voorstellen en ben benieuwd wat de minister daarvan vindt. 

In 2013 is er een gezaghebbend rapport verschenen van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid, waarin een flink aantal aanbevelingen stond. De minister is aan het werk met een aantal daarvan. Ik vind dat hij met sommige aanbevelingen niet voldoende heeft gedaan. Is het mogelijk om nog te wachten met een parlementaire enquête maar de Onderzoeksraad Voor Veiligheid wel in overweging te laten geven om een update van dat onderzoek te doen? Dan kan nog eens worden nagelopen in hoeverre de aanbevelingen zijn uitgevoerd. Ook kan de OVV een nieuw oordeel vellen over de balans: gaan we alleen voor de winsten van de oliebedrijven of staat de veiligheid van de Groningers nu voorop? 

Ik kom te spreken over het schadeherstel, de versteviging en de waarde van de woningen. Kloppen de verhalen dat mensen die willen procederen over hun schade, geen rechtsbijstand krijgen? Hoe zit het met uitsluitingen in de verzekeringen in Groningen? Is de minister bereid om in overleg te treden met het Verbond van Verzekeraars? Is deze schade überhaupt te verzekeren? Wordt daar steeds op uitgesloten als bewoners proberen te claimen? Er zijn al vragen gesteld over de vertrouwelijkheid. Ook ik hoor heel graag het antwoord van de minister op die vragen. Projectontwikkelaars in Groningen hebben enorme kritiek op het Centrum Veilig Wonen. Hoe onafhankelijk is dat? Ik krijg graag een antwoord van de minister op die vraag. 

Ik besteed een groot deel van mijn spreektijd aan de rechtsgang. Kan de minister een flowchart maken voor de bewoners van Groningen? Als een bewoner een "complex geval" is, gaat hij naar het Centrum Veilig Wonen en wordt hij vervolgens doorgestuurd naar de Nationaal Coördinator. Hij kan dan naar een arbiter als het gaat om complexe schade als gevolg van de gaswinning. Is de schade het gevolg van bodemdaling, dan moet hij naar de Technische commissie bodembeweging. Zou het niet veel overzichtelijker voor de burger zijn als alle zaken gewoon naar de rechter konden? Daar hebben we in Nederland de rechter voor. Is de minister bereid om in overleg te treden met de president van de noordelijke rechtbank over het inrichten van een speciale kamer voor het open en transparant behandelen van gaszaken? De uitspraken zijn dan direct bindend. Een van de problemen met de arbiter is dat de uitspraken niet bindend zijn voor de waterschappen. De rechter kan zich buigen over alle typen schade. De rechter heeft geen bewijs van causaal verband nodig, zoals de Technische commissie bodembeweging wil. In het Nederlands recht moet je aannemelijk maken dat de schade is veroorzaakt door in dit geval de NAM. 

Op basis van een motie van toenmalig PvdA-Kamerlid Dijksma is er een wet voor massaschadeafhandeling gekomen en van kracht geworden. Is deze wet van toepassing op Groningen? Zouden we deze Wet collectieve afwikkeling massaschade wat kunnen aanpassen om de Groningers te hulp te schieten met het sneller afhandelen van hun schade? 

In mijn resterende 50 seconden heb ik nog wat vragen over de moties. De minister zegt dat de aangenomen schenkingsbelastingmotie van GroenLinks niet nodig is, omdat dit nooit aan de orde komt. Ik heb gehoord dat gezegd wordt: wij kunnen niet meer vergoeden, wij mogen het alleen op deze schade doen, want anders moet er schenkingsbelasting betaald worden. Het is dus nu niet aan de orde omdat het gewoon niet betaald wordt. 

Ik ondersteun van harte de uitvoering van de motie van het CDA over die integrale afhandeling aan één loket. Dat moet echt gebeuren. Ik heb er twee voorstellen voor gedaan: de rechtbank en de Wet collectieve afwikkeling massaschade. Andere oplossingen vind ik ook prima, maar een ingewikkelde flowchart kan niet. 

GroenLinks en PvdA hebben een motie ingediend over het ontsluiten van de informatie over sloop, evacuatie en ontruimingen. De reactie daarop is eigenlijk ook een flowchart. De burger moet het zelf bij elkaar scharrelen: zoek het maar uit, het staat hier en daar op websites. Het is een kleine service om dit gewoon op een website bij elkaar te brengen. Mensen moeten niet in paniek raken omdat zij denken: om het andere huis wordt hier gesloopt of geëvacueerd. Ik weet dat de informatie te vinden is, maar zelfs ik heb er de grootst mogelijke moeite mee om het helder in kaart te brengen. 

Daarmee ben ik helaas helemaal door mijn spreektijd heen. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. D66 wil dat iedereen in Groningen in een veilig huis kan wonen en snel en goed geholpen wordt bij schade, versterking of vertrek. Maar bijna vier jaar na Huizinge loopt het nog steeds niet goed. Het versterkingsprogramma loopt langzamer dan verwacht. In plaats van 3.000 woningen zijn er maar ruim 1.100 versterkt. De commissie van toezicht waarschuwt voor een herhaling van de vertraging in 2016 en refereert daarbij aan steeds wijzigende contouren- en bouwnormen, tenzij de Nationaal Coördinator Groningen en de NAM snel knopen doorhakken. Gaat de minister er met die partijen voor zorgen? Dat het lastig is en dat de materie moeilijk is, daar hebben wij allemaal begrip voor. Maar als wij weten waar het aan ligt en als wij knopen kunnen doorhakken, laten wij dat dan ook snel doen. 

Ik sprak daarnet al over learning bij doing. Dat geldt ook voor het Centrum Veilig Wonen, maar er is blijvende onvrede over de rol van de NAM. Dat is iets waar wij met elkaar echt eens heel goed naar moeten kijken. De NAM heeft bijvoorbeeld beloofd om overal de schade op te nemen, of dat nu binnen of buiten de theoretische contourenkaarten is. De NCG heeft eerder gezegd dat die contourenkaarten een hulpmiddel zijn en niet als een harde scheidslijn worden gehanteerd. Die belofte wordt niet waargemaakt. Ik begrijp dat het Centrum Veilig Wonen de schade buiten de contourenkaarten niet komt opnemen. Dat kan niet. Het CVW zegt dat het buiten zijn taakgebied valt, omdat de NAM tussentijds de spelregels heeft aangepast. Mevrouw Van Tongeren refereerde al aan een mail die ik ook heb ontvangen. Wij horen van mensen in Bedum die in een onveilig huis wonen omdat er daar niet door het Centrum Veilig Wonen mag worden opgetreden. Dat kan natuurlijk niet. Het kan ook niet zo zijn dat mensen in de financiële problemen komen omdat zij geen contra-expertise kunnen betalen. Als wij zeggen dat het veilig moet zijn, dan moeten wij er ook voor zorgen dat wij het in praktische zin ook mogelijk maken dat het veilig wordt. Kan de minister ervoor zorgen dat de NAM haar oude belofte gestand doet en dat de schade overal wordt opgemeten? Daarna zijn er vervolgstappen te zetten, fair enough. In ieder geval moeten wij ervoor zorgen dat wij een goed beeld krijgen of er voor mensen wel of geen risico is. 

Naast de woonhuizen en de gebouwen zijn er ook bij de monumenten veel discussies met de NAM. Groningen staat er gelukkig vol mee: prachtige woonboerderijen, eeuwenoude kerken, mooie dorpsgezichten. Maar ook hier is het lastig voor het Centrum Veilig Wonen om daarin goed op te treden, omdat er te weinig kennis is, omdat er te weinig echte expertise is. Bewoners zijn dan weer afhankelijk van de directe discussie met de NAM. Dat leidt tot veel problemen. D66 vindt daarom dat er een apart, onafhankelijk expertteam moet komen, dat prima bij het Centrum Veilig Wonen kan worden ondergebracht. Er moet voldoende kennis zijn. Mensen moeten een second opinion kunnen vragen wanneer er een voorstel wordt gedaan voor de versteviging van hun prachtige oude pand, want misschien wordt er wel iets voorgesteld dat naar jouw mening het karakter en de monumentale waarde van het pand totaal onderuithaalt. Dan moet je een second opinion kunnen vragen. Het Centrum Veilig Wonen moet zich dus steeds houden aan de kaders die de NAM heeft gesteld en kan daardoor weinig eigen afwegingen maken. Daarom vind ik, zoals ik net in een interruptiedebatje met de heer Bosman ook al zei, dat wij eens moeten nadenken over de vraag hoe wij de onafhankelijkheid van het centrum kunnen versterken. Dat zal het vertrouwen van de bewoners in het oordeel van het Centrum Veilig Wonen versterken. Het zou mij een lief ding waard zijn om met de Nationaal Coördinator Groningen na te denken over de vraag of dit meer onder zijn directe aansturing kan worden geplaatst om zo het functioneren te verbeteren. 

De rapporten over de woningmarkt in Groningen geven nog niet helemaal een goed beeld van de waardedaling en de verkooptermijnen. Wij krijgen wel een beeld van het gemiddelde, maar dat kan een gemiddelde van twee heel grote extremen zijn. Als je een yuppenappartement in het centrum van Groningen vergelijkt met een oud huis in het centrum van Loppersum, kun je gemiddeld wel uitkomen op iets wat lijkt op de rest van Nederland, maar kan het per segment nog steeds heel erg verschillen. Kunnen wij per segment een beter beeld krijgen van de werkelijke verkoopbaarheid van de huizen? Ik wil scherp in beeld hebben waar de problematiek zit. Waarom wordt eigenlijk uitgegaan van de marktwaarde en niet van de herbouwwaarde, die alle verzekeringen hanteren? Komen wij daarmee niet dichter bij de schade die mensen werkelijk lijden? 

Naast alle discussies die ik al genoemd heb, zijn er ook nog steeds discussies over gevallen waarin mensen van het kastje naar de muur worden gestuurd, oftewel van het ene loket naar het andere. Moet je bij het waterschap zijn? Is het bodemdaling of aardbevingsschade? Het hele idee van het Centrum Veilig Wonen was dat er één loket zou komen. Natuurlijk zijn er verschillende verantwoordelijkheden, maar dat moet voor de mensen in Groningen niet uitmaken. Voor hen moet er één loket zijn. Daarna kan de rekening in de achterkamers opgeknipt worden en verdeeld tussen verschillende verantwoordelijken. Dat werkt nog niet zo, maar toch moet het zo. Dat is een extra reden waarom ik graag wil dat de Nationaal Coördinator Groningen een sterkere rol krijgt. 

Wij hebben in de krant allemaal over het schrijnende geval kunnen lezen van de man die dakloos werd nadat zijn huis was opgekocht. Ook zulke mensen moeten de mogelijkheid krijgen om een tijdje begeleid te worden bij het vinden van een nieuwe plek. Mensen moeten kunnen landen nadat ze zijn uitgekocht. Ook bij oude gevallen waarover nog steeds discussie is, moeten mensen toegang tot de arbiter krijgen. Wij hebben met elkaar vastgesteld dat de arbiter een goed idee is. Waarom zouden oude gevallen per definitie geen toegang tot een arbiter kunnen krijgen? Natuurlijk moeten ze die krijgen! Is de minister bereid om daarnaar te kijken? 

Ik moet even heel snel door een aantal overige vragen, want de tijd vliegt. Ik ben heel blij met de voortgang die ten aanzien van de scholen is geboekt. Op welke termijn is het versterkingsprogramma voor scholen afgerond? In het kader van de versterkingsopgave en de verduurzaming vraag ik de minister hoeveel huizen hij voor die 165 miljoen wil verduurzamen en op welke manier het budget precies wordt ingezet. Wat betekent het feit dat de minister het geld voor de waardevermeerderingsregeling toch uit het budget voor verduurzaming wil halen? Ook over de OVV zijn GroenLinks en D66 eensgezind: het zou heel goed zijn als opnieuw naar de aanbevelingen van de OVV werd gekeken. D66 wil graag een actualisatie van het rapport. Wij zouden die willen betrekken bij het debat over de gaswinning dat wij na het reces houden. Is de minister daartoe bereid? Tot slot heeft de minister extra middelen aangekondigd voor het meerjarenprogramma. Hoe kunnen wij als Kamer op de hoogte blijven van de besteding van de middelen door de Nationaal Coördinator Groningen? 

Mevrouw Klever (PVV):

Voorzitter. Dit kabinet maakt van de schadeafhandeling voor de slachtoffers van de aardbevingen in Groningen een soort traditionele processie van Echternach: drie stappen vooruit, twee stappen terug. Dat beeld wordt in ieder geval geschetst in de rapportage van de onafhankelijk raadsman, waarin staat dat het aantal klachten over de schadeafhandeling met ruim 50% is gestegen. De raadsman constateert ook dat het Centrum Veilig Wonen afspraken niet nakomt, kampt met overschrijdingen van afhandelingstermijnen en werkt met ronduit botte experts. Ook Vereniging Eigen Huis luidt de noodklok: er wordt gegoocheld met cijfers, het schadeherstel stagneert bij grote groepen bewoners en 3.300 meldingen worden niet eens in behandeling genomen, ondanks de belofte dat alle schademeldingen serieus worden onderzocht. 

Mijn eerste vraag gaat over de schade-experts. Een aantal casemanagers van de Nationaal Coördinator Groningen heeft al jarenlange ervaring opgedaan bij de NAM. Als deze mensen in dienst van de NAM al niet in staat waren om de problemen rond de schadeafhandeling naar tevredenheid op te lossen, waarom zijn ze dan toch door de Nationaal Coördinator aangesteld? Had de heer Alders het te druk met een van zijn tientallen andere bijbanen om zich met dit soort details bezig te houden? De PVV vraagt zich af of de functie van Nationaal Coördinator überhaupt wel geschikt is als parttime bijbaan voor de bijbaankampioen van Nederland. 

Ik kom te spreken over de uitkoopregeling. Het lijkt erop dat lokale PvdA-bestuurders zo ongeveer de enigen in Nederland zijn die een ruimhartige uitkoopregeling tegenhouden, waar de PVV al drie jaar voor pleit. Zelfs de directeur van de NAM stelde in zijn nieuwjaarstoespraak dat hij voor een uitkoopregeling is maar dat met name lokale bestuurders zo'n regeling tegenwerken. Het resultaat van die tegenwerking is dat er nu een zeer beperkte opkoopregeling is voor maximaal 50 woningen, waarbij bewoners worden afgescheept met een fooi. Bewoners wier huis voor de schade nog twee ton waard was, worden nu uitgekocht voor 95% van de huidige taxatiewaarde, te weten €130.000, zo vernemen wij via RTV Noord. Vluchtelingen die massaal ons land binnenstromen, krijgen een gratis woning van sommige burgemeesters en zelfs €10.000 shoptegoed, maar Groningers die getroffen zijn door een aardbeving worden soms zonder pardon met lege handen op straat gezet, zo konden wij eind mei in de krant lezen. Dat is een grove schande en deze minister onwaardig. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik denk dat ik het een punt van orde moet noemen. Ik vind het onheus dat de Nationaal Coördinator Groningen, die zich hier niet kan verdedigen, in deze zaal op deze wijze betiteld wordt. Ik denk dat we dat niet moeten doen, dat dat de Kamer onwaardig is. 

De voorzitter:

U hebt uw punt gemaakt. Mevrouw Klever, gaat u verder. 

Mevrouw Klever (PVV):

Wat moet er dan wel gebeuren? Allereerst moet de uitkoopregeling ongeclausuleerd worden opgezet, dus geen maximum van 50 woningen maar gewoon voor iedereen die weg wil uit het aardbevingsgebied. Ook dient de uitkoopvergoeding gerelateerd te zijn aan de waarde van de woning voordat sprake was van aardbevingsschade. De PVV denkt dat de WOZ-waarde per 1 januari 2012 een objectieve maatstaf is voor de waarde van de woning. Is de minister bereid om de huidige regeling op deze manier aan te passen? 

Ten tweede moet de prioriteit voor de afhandeling van de schades worden omgekeerd. De huidige praktijk lijkt namelijk een beetje op scorebordjournalistiek. Kleine scheurtjes worden redelijk snel verholpen waardoor het percentage afgehandelde schades relatief hoog uitvalt. De mensen met complexe schades moeten maanden en soms jaren wachten op een correcte afhandeling van de schade en dat gaat vaak gepaard met een hoop juridisch getouwtrek. Logisch dat deze mensen zowel psychische als fysieke gezondheidsklachten oplopen. Wat de PVV betreft, moeten deze complexe schades prioriteit krijgen en moeten deze mensen zo snel mogelijk geholpen worden. Is de minister daartoe bereid? Dat betekent ook dat de vijf arbiters zich juist moeten richten op het bieden van een oplossing voor de complexe gevallen die al jaren voortslepen. De minister kiest er echter voor om deze rijdende rechters vooral voor de nieuwe gevallen in te zetten. Waarom? 

Ten derde moet de bezem door de zogenaamd "onafhankelijke schadeafhandeling". Weblog Follow the money heeft de schijnonafhankelijkheid van het CVW, de NCG en Arcadis haarfijn uiteengezet. Het CVW is in feite gewoon de NAM, alleen onder een andere noemer. De NCG bestaat uit peperdure, politieke loopjongens, met medewerkers van de NAM, en Arcadis heeft gewoon een vijfjarig miljoenencontract afgesloten met de NAM. Kortom, de NAM dicteert nog steeds terwijl de rol van de NAM beperkt zou moeten worden tot het enkel gireren van geld. Het gevolg is dat echte hulp en compensatie onbereikbaar gemaakt worden in een sterk uitbreidend en geldverslindend moeras, zoals een Groningse dat treffend samenvatte. 

De PVV zegt dan ook: houd op met het creëren van almaar nieuwe functies voor oud-politici. Houd op met burgers voor de gek houden met schijnonafhankelijkheid en ga nu eens echt aan de slag met het herstellen van de aardbevingsschade. Hoe is het mogelijk dat bouwbedrijven personeel en middelen hebben klaarstaan maar in afwachting zijn van bureaucratische rompslomp? In de jaarrapportage van het CVW lees ik dat in 2015 slechts 327 woningen zijn versterkt terwijl dat er 3.000 zouden moeten zijn. 

"De veiligheid voorop" is dus de zoveelste holle frase van dit kabinet, zo stelt nota bene ook de commissie van toezicht vast. Er wordt gewacht met het bouwkundig versterken van woningen, omdat er nog onderhandeld moet worden over het gelijktijdig energieneutraal maken van deze woningen. Niet de veiligheid staat dus voorop, maar de duurzaamheid. Waarom moet meer dan de helft van het budget van de NCG worden besteed aan verduurzaming, terwijl slechts 20% benut wordt voor het broodnodige preventief versterken en herstellen van complexe schades? Wij vragen de minister op te houden met dat gehobby en te doen wat hij heeft beloofd; handel de schade af. De schadeafhandeling is door dit kabinet al drie jaar getraineerd door gedoe over de waarde van huizen, door gedoe over de oorzaak van de schades, door tegenwerking van lokale bestuurders die als gevangenisbewaarders de bewoners in hun gemeenten willen opsluiten en door gehobby van de Tweede Kamer over duurzaamheid. Wij vragen de minister: stop dit circus en doe waartoe u wettelijk verplicht bent. Verstevig en herstel de schade ruimhartig en kom met een fatsoenlijke uitkoopregeling. 

De heer Smaling (SP):

PVV en SP trekken op dit dossier gezamenlijk op. Maar het stelt me dan toch teleur dat in een bijzin over de vluchtelingen wordt begonnen. Groningers zijn heel sociale mensen, die diep in de problemen zitten vanwege de aardbevingen. Maar waarom moet u dit er nou bijhalen? Wat voegt dat toe aan het punt dat we hier Kamerbreed delen, namelijk dat we die mensen in Groningen zo snel mogelijk uit de ellende willen helpen? Waarom moet dat er nou bij, zo'n asociaal schot hagel in een verder toch wel stevig betoog? 

Mevrouw Klever (PVV):

Dat punt ben ik niet met de heer Smaling eens. Waar een wil is, is een weg. Dit kabinet van PvdA en VVD slaagt er wel in om in een jaar tijd voor 50.000 vluchtelingen onderdak te regelen — kazernes moeten verbouwd worden, tentenkampen moeten opgezet worden, verzorgingstehuizen moeten verbouwd worden — terwijl in Groningen de versteviging niet op gang komt. 3.000 huizen verstevigen lukt al niet. Dat toont aan waar de prioriteiten van dit kabinet liggen. Ik vind dat zeer teleurstellend. Want waar een wil is is een weg. Als het kabinet echt wil, kan het. De voorzitter van Bouwend Nederland heeft gezegd: we staan klaar met mensen en middelen, maar we kunnen niet beginnen, want we verzanden in een bureaucratisch moeras. 

De heer Smaling (SP):

Over het laatste punt verschillen we niet van mening. Maar ik vraag me af, waarom de PVV telkens weer mensen die ergens anders vandaan komen, afzet tegen de zogenaamde echte Nederlanders. De meeste Groningers zijn trouwens ooit uit Duitsland deze kant opgekomen, dus misschien kun je die met enige fantasie ook wel vluchtelingen noemen. Waarom doet de PVV dat steeds? Ik snap dat niet. Verder kunnen we het prima over dingen eens worden, ook op dit punt, maar dan moeten er weer zo nodig bevolkingsgroepen worden weggezet die bevoordeeld zouden worden. Ga eens kijken in Heumensoord, hoe het er daar uitzag. Doe dat nou niet in een debat als dit. Gebruik daarvoor fora en gremia waar u op dit punt uw ei kwijt kunt. 

Mevrouw Klever (PVV):

Ik ga over mijn eigen woorden. De manier waarop met de Groningers wordt omgegaan, vind ik beneden alle peil. Ze verzanden in een bureaucratisch moeras, er worden commissies, toezichthouders en coördinatoren benoemd. Maar van het verstevigen van de woningen komt gewoon helemaal niets terecht, terwijl het wel kan. Want het kabinet slaagt er wel in om 50.000 asielzoekers van een dak boven hun hoofd te voorzien. Waar liggen de prioriteiten van dit kabinet? In mijn ogen liggen die op dit moment niet genoeg bij de Groningers. Dat wilde ik met mijn punt duidelijk maken. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. Sinds dit kabinet de regeerperiode heeft aangevangen en deze Kamer dit kabinet beoordeelt op wat het doet, is er onvoorstelbaar veel gebeurd in de provincie Groningen. Nadat we hadden geconstateerd dat de aardbevingen daar veel krachtiger zouden kunnen zijn, dan we tot op dat moment hadden verondersteld, is de gaswinning gereduceerd. En dat niet een klein beetje, maar enorm. Dat heeft veel betekent voor de veiligheid van de mensen in Groningen, want de aardbevingen daar zijn verminderd. Veel mensen in Groningen erkennen dat inmiddels ook en ze zien dat als de politiek wat doet, het effect heeft. Ze zien ook dat het niet gemakkelijk gaat, dat er veel politieke strijd over wordt geleverd en dat het lang duurt voordat ze gehoord worden. Als ik nu in Groningen kom, roepen mensen als het gaat om de gaswinning niet meer "help ons", maar dan zeggen ze: goed dat jullie eindelijk hebben begrepen dat er iets gedaan moet worden. Natuurlijk willen ze dat de winning nog verder wordt teruggebracht, maar ze begrijpen wel dat we op dat punt eindelijk iets hebben gedaan voor de provincie Groningen. 

Als het gaat om de versterking en de veiligheid van gebouwen is er veel in gang gezet. Zeer recentelijk hebben we nog plannen van de provincie Groningen gezien om de scholen in onder andere Bedum te versterken en veilig te maken voor toekomstige generaties kinderen die iedere dag in die schoolgebouwen moeten zitten. Het is voor mij als politicus dan wel weer teleurstellend om te zien hoe wij moeten duwen en trekken om 110 miljoen euro te krijgen om de laatste puntjes op de i te zetten voor de plannen van de provincie Groningen, maar ik constateer wel dat het uiteindelijk wel lukt. Ik krijg ook bedankjes van de mensen uit de provincie Groningen, omdat ze zien dat wij hier met zijn allen proberen hen te helpen. 

Op het gebied van herstel van de schade aan de woningen in Groningen gaat het echter nog niet goed. Dat punt is hier vandaag, samen met de waardedaling van de woningen, centraal onderwerp van gesprek. Wat er in de kern aan de hand is — ik kan het niet anders zeggen — is dat de NAM, samen met de bestuurders in Groningen, niet in staat is om mensen als ze in de problemen zitten gewoon te helpen. Zolang dat niet gebeurt — zeg ik tegen de NAM en tegen alle lokale bestuurders in Groningen, inclusief die van mijn eigen partij die daar verantwoordelijkheid dragen — zolang de mensen niet geholpen worden, blijven ze klagen, komen ze bij ons aankloppen, houden wij hier debatten en houden we onvrede in de provincie Groningen. Ik vraag de bestuurders van de NAM: waarom moet ik lezen dat één op de tien gevallen een C-schade is, waarom worden mensen van het kastje naar de muur gestuurd in een contourengebied, waarom helpt u die mensen niet gewoon? Er is 150 miljard euro verdiend met de gaswinning in Nederland en nu is er geld nodig om mensen te helpen, omdat ze schade hebben aan hun woning. Maar keer op keer op keer blijven die mensen, ondanks alle debatten, in de kou staan. Als bestuurders van de bedrijven, taxateurs, ondernemers en de Nederlandse regering begrijpen dat we die problemen moeten oplossen en als we dat doen, dan gaat ook dit punt uiteindelijk van de politieke agenda in Den Haag af en zijn mensen in Groningen tevreden. Zo heel veel vragen ze niet, ze vragen alleen maar dat waar ze recht op hebben: een veilige en fijne woning om in te wonen. 

Het CBS-onderzoek geeft andere cijfers dan het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen als het gaat om de waardedaling en het gaat niet om kleine bedragen. Wat echter nog veel erger is, is wat erachter ligt, namelijk dat er per dorp, per gemeenschap grote verschillen zijn als het gaat de waardedaling van de woningen. Wat daar weer achter ligt, zijn mensen die opgesloten zitten in hun eigen huis, die met dat huis hun pensioen hebben geprobeerd op te bouwen of die om allerlei persoonlijke redenen weg willen uit het gebied, maar die opgesloten zitten en niet weg kunnen. Ik vraag de minister om een ruime opkoopregeling voor moeilijk verkoopbare huizen. In de pilot van 10 miljoen euro blijkt goed gebruik te worden gemaakt van de regeling. Het gaat niet om een enorm bedrag, het gaat om 10 miljoen euro, maar er zijn nog veel meer mogelijkheden. Ik vraag de minister ook om de waardedalingsregeling van de NAM niet alleen binnen het contourgebied van de NAM te laten gelden, maar ook daarbuiten. En ik vraag de minister om de schade niet alleen te vergoeden bij verkoop, maar ook als daar voorlopig geen sprake van is. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik sla even aan op dat onafhankelijke onderzoek dat door de Rijksuniversiteit Groningen is gedaan. Ik heb op basis daarvan dit debat aangevraagd. De minister zegt in de brief dat hij het CBS-onderzoek wel voldoende vindt. Vindt de PvdA-fractie met de CDA-fractie dat dit aanvullende onderzoek heel waardevol kan zijn, juist om recht te doen aan de problematiek achter de voordeur? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik denk dat de beleidsconclusie van de minister, om slechts verder te gaan met het monitoren van de ontwikkelingen, onvoldoende is. Daarom vraag ik aan de minister om samen met de NAM, het Centrum Veilig Wonen en de Nationaal Coördinator Groningen in overleg te gaan en ervoor te pleiten dat er een ruimere opkoopregeling komt, dat de waardedalingsregeling ook buiten de contouren geldt en dat er niet alleen schade wordt vergoed bij verkoop maar ook als daar voorlopig geen sprake van is. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Fijn om dit te horen. De CDA-fractie denkt daar ook zo over. Voor de toekomst zouden wij graag zien dat het RUG-onderzoek daar wel naast blijft bestaan en de minister dat ook ondersteunt. Ziet de PvdA-fractie dat ook zo? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Volgens de RUG zou het totale waardeverlies een kleine miljard zijn en 180.000 woningen betreffen. Dat zijn andere cijfers dan die uit het onderzoek van het CBS naar voren komen. Ik vind het heel belangrijk dat we verschillende onderzoeken hebben, omdat daaruit weer blijkt hoe complex die problematiek is. Maar nogmaals: de enige oplossing is om de problemen van deze mensen te adresseren, hen te helpen en hun huizen te versterken. We kunnen nog een keer, nog een keer en nog een keer een onderzoek doen, maar dat helpt uiteindelijk niemand behalve ons, omdat wij hier dan weer een debat kunnen voeren. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Nu vind ik het toch wel een beetje verwarrend worden. Ik kreeg al een soort van ja en nu zegt de woordvoerder van de PvdA dat hij geen onderzoek meer hoeft, terwijl dit onderzoek juist aantoont dat het dus behoorlijk kan verschillen op bepaalde plekken. Van dat onderzoek zegt de PvdA-woordvoerder dat hij graag wil dat daarop wordt ingegaan door de minister, en tegelijkertijd hoeft hij het voor de toekomst niet meer. Hoe moet ik dat opvatten? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Mevrouw Mulder en ik zijn het volgens mij volledig met elkaar eens. Het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen, waaraan ik al refereerde, vind ik van groot belang. Ik denk dat mevrouw Mulder mij ook heeft horen zeggen dat de beleidsconclusie van de minister onvoldoende is. De Partij van de Arbeid wil dat er een ruimere opkoopregeling komt. 

Mevrouw Klever (PVV):

Hoera, de PvdA wil dat er een ruimere opkoopregeling komt! Daar ben ik heel blij mee, want de PVV pleit hier al drie jaar voor. Ik heb hier een, twee, drie, vier, vijf moties over ingediend in 2013, 2014, 2015 en 2016. De PvdA heeft tegen alle vijf moties gestemd. Gaat de PvdA nu wel voor een opkoopregeling stemmen of is dit slechts holle retoriek? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Je miskend voelen in de politiek is bijna usance geworden. Er waren verschillende redenen voor mijn fractie om tegen deze moties te stemmen, maar het is duidelijk waar de Partij van de Arbeid voor staat. We willen graag dat de onderzoeken serieus worden genomen. Wij constateren dat de huidige opkoopregeling zoals die zorgvuldig is ingericht, een succes is, en vragen de minister om die te verruimen. Als mevrouw Klever ons daarin steunt, zullen we die steun van harte verwelkomen. 

Mevrouw Klever (PVV):

Dat is natuurlijk de omgekeerde wereld. Ik vraag er al drie jaar om en heb er al vijf moties over ingediend, maar de heer Vos heeft gewoon keihard vijf keer tegen die moties gestemd. Ik ben blij dat de heer Vos nu om is en ik nodig hem ook uit om samen met mij een motie in te dienen om die opkoopregeling te realiseren. Is de heer Vos daartoe bereid? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik vind het bijzonder vriendelijk dat u dit verzoek aan mij adresseert. Toch lijkt het mij goed als u zich minder miskend voelt en het antwoord afwacht van de regering in tweede termijn op de verzoeken die ik aan het adres van de regering heb gericht. Daarna kunnen we verder kijken. Want het regeren bij motie is ook niet mijn favoriete manier van werken. Ik praat liever op een rustige en respectvolle manier met elkaar; dan kunnen we samen proberen om dingen te regelen voor de Groningers. 

Mevrouw Klever (PVV):

Even een klein puntje. Het oordeel dat ik mij miskend zou voelen laat ik geheel aan u. Het gaat er hier helemaal niet om hoe ik me voel maar hoe de Groningers zich voelen. U staat hier gewoon met droge ogen te beweren dat u een opkoopregeling wilt, terwijl u die drie jaar lang hebt tegengehouden. Dat zijn de feiten. Het gaat er helemaal niet om hoe ik mij voel of hoe u zich voelt. Het gaat hier om de Groningers. Die moet u niet voor de gek houden. Als u zegt dat u een opkoopregeling wilt, moet u nu ook eens doorpakken en een motie daarover steunen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb een ander onderwerp, maar als we toch een blokje interrupties doen, ga ik in één moeite door. 

De voorzitter:

U hebt de interrupties bewaard voor de heer Vos. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook de PvdA-fractie … 

De voorzitter:

Ik weet niet hoe het komt, maar ik zet de microfoon vaak bij u uit. Sorry, gaat u verder. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het zal vast geheel onbewust zijn, voorzitter. De PvdA-fractie in de Provinciale Staten van Groningen heeft een motie over een parlementaire enquête ondersteund. Ik heb in mijn bijdrage en eerder in de media het voorstel gedaan om als Kamer de minister te vragen om aan de OVV voor te leggen of het een "tussenidee" is om een update te vragen van het onderzoek, dat wij allemaal gezaghebbend vonden en dat ook echt een kanteling van het beleid heeft veroorzaakt. Ik ben benieuwd hoe de PvdA-fractie naar dat voorstel kijkt. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Dat verzoek is gericht tot de regering. Ik heb op dit moment eigenlijk niet heel veel behoefte aan een update, omdat ik dat rapport van de OVV ken. Daar hebben we hier ook heel vaak met elkaar over gesproken. Ik vind de suggestie van mevrouw Van Tongeren sympathiek, maar eigenlijk ben ik heel goed in staat om af te vinken wat het kabinet wel of niet heeft gerealiseerd en om het kabinet vervolgens hier in de Kamer erop aan te spreken dat ook de nog niet uitgevoerde aanbevelingen moeten worden gerealiseerd. Volgens mij werkt het kabinet daar overigens ook hard aan. Ik vind de gedachte dus heel sympathiek, maar in eerste instantie heb ik niet het gevoel dat daarmee een informatiebehoefte van mij wordt vervuld. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Als de heer Vos die update al kan geven, zou ik die graag willen zien. Met alle respect voor de PvdA-fractie en de Kamer denk ik echter dat een OVV-rapport nog meer status heeft dan een uitspraak van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer, ook voor de Groningers zelf. Met zo'n update in de hand kunnen de fracties van de PvdA en GroenLinks en andere fracties misschien nog meer succes hebben bij het laten aanbrengen van noodzakelijke aanpassingen in de regelgeving. Afhankelijk van het antwoord van de minister overweeg ik dus om hierover een motie in te dienen. Ik zou het enorm fijn vinden als de VVD en de PvdA die motie zouden willen steunen. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Nogmaals: dit is een heel sympathieke gedachte van de fractie van GroenLinks. Ik zal die gedachte graag nader bestuderen, maar het lijkt mij in eerste instantie aan de regering om hierop te reageren. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Op basis van de samenwerkingsovereenkomsten heb ik vastgesteld dat de NAM het jaarplan van de Nationaal Coördinator moet vaststellen. Dat vind ik een heel rare figuur, omdat de Nationaal Coördinator eigenlijk het boegbeeld van de Groningers is en opkomt voor hun belangen. Door dit soort afspraken is hij met handen en voeten gebonden aan de NAM. Vindt ook de Partij van de Arbeid dit een heel rare constructie? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ja. Dit is niet de enige rare constructie die we in Groningen zien. Andere sprekers hebben al gewezen op de wijze waarop het Centrum Veilig Wonen is ingericht en op de verbondenheid van taxateurs, uitvoeringsbedrijven en onderzoeken met de NAM. De NAM is een heel grote en machtige partij. Gisteren waren experts in de Kamer op bezoek. Een van die experts, van de Technische commissie bodembeweging, zei dat de NAM een heel grote en sterke partij is met veel geld en veel juridische kennis. De burger staat daar in zijn eentje tegenover en heeft eigenlijk niets te zeggen. Dat zie je ook in de praktijk: burgers zitten daar met dat bedrijf en die dure advocaten en moeten van alles ondertekenen om uiteindelijk van het gezeur af te zijn. Dat is natuurlijk eigenlijk geen wenselijke situatie. Daarom hebben wij de omkering van de bewijslast voorgesteld voor de burgers; ik hoop dat we de Mijnbouwwet binnenkort kunnen bespreken. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dit zijn allemaal woorden waar ik het natuurlijk van harte mee eens ben, maar vandaag hebben we een debat en we kunnen vandaag ook moties indienen. Mijn fractie zal dat ook doen om te bekijken hoe we de Nationaal Coördinator Groningen maar ook het Centrum Veilig Wonen losser kunnen weken van de NAM. Dan kunnen er echt stappen gezet worden, niet bij het mijnbouwdebat maar vandaag, naar aanleiding van de situatie in Groningen. Ik hoop dat de fractie van de Partij van de Arbeid deze moties wil steunen. 

De heer Jan Vos (PvdA):

De Mijnbouwwet is zo ingericht dat het bedrijf dat de mijnschade veroorzaakt, ook de schade moet vergoeden. Dat betekent dat de NAM die schade moet vergoeden. In die zin is er een zeker spel gaande. Aan de ene kant spreken we elke keer de NAM aan en zeggen: u moet betalen. Aan de andere kant proberen we ook een beetje aardig te zijn, zodat de NAM blijft meewerken en niet het hele proces zodanig verjuridiseert dat we alleen maar met conflicten bezig, dus alleen maar een beetje Amerikaanse toestanden krijgen. Mevrouw Dik-Faber vindt die verwevenheid te groot. Ik deel die mening. Ik zou graag zien dat er meer afstand is. Het is echter in eerste instantie aan de NAM zelf om te beseffen dat ze er echt voor moet zorgen dat er geen klachten meer naar ons toe komen. Dat is de essentie; de mensen daar moeten worden geholpen. Als dat gebeurt, hoeven we ook niet meer over structuren te praten. Bij motie regeren heeft weinig zin. We moeten echt naar de situatie toe dat dit politieke proces verandert en dat de NAM beseft dat ze de burgers van Groningen moet helpen en dat dan het probleem wordt opgelost. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

We kunnen inderdaad niet bij motie de cultuur van de NAM veranderen. We kunnen echter wel bekijken of we de samenwerkingsovereenkomst zo kunnen aanpassen dat de Nationaal Coördinator Groningen zegt dat iets nodig is en dat dan de NAM betaalt. Nu keurt de NAM de plannen van de Nationaal Coördinator goed. Dat lijkt mij niet de bedoeling. Ik hoop dat de heer Vos het daarmee eens is. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik denk niet dat het zo stellig en eenduidig is als nu wordt geformuleerd. Ik vind het van groot belang dat wordt beseft dat iedere burger vrij weerloos tegenover die grote organisatie staat. Dat is de essentie van de problematiek waarover we spreken. Al die andere zaken, ook datgene waarover mevrouw Dik-Faber spreekt, zijn afgeleiden. Een burger heeft een probleem, heeft schade aan zijn woning en voelt zich onveilig, en moet worden geholpen door het mijnbouwbedrijf dat de schade heeft veroorzaakt: dat is de kern van het proces. We hebben er te veel structuren omheen gebouwd, waardoor we door de bomen het bos niet meer zien. Daarom hoop ik dat het arbitrageproces dat nu, mede op ons verzoek, door het kabinet is ingezet, leidt tot resultaten. Ik hoop ook dat de omkering van de bewijslast eindelijk door de Kamer heen kan, zodat burgers in een sterkere positie komen te staan. 

De heer Smaling (SP):

Regeren bij motie is inderdaad lastig, maar over twee weken hebben we de mogelijkheid om te amenderen. De heer Vos zegt dat de minister, de NAM en de Nationaal Coördinator in overleg moeten. Dat doen ze ook regelmatig, maar toch schiet het niet op. Ik verwijs hierbij even naar het boek De gaskolonie, dat de heer Vos ongetwijfeld ook gelezen zal hebben. De NAM, Shell en alles wat daarachter zit is allemaal zo vreselijk machtig! We zien in de afgelopen jaren allemaal vertragingstactieken: ineens hoeven er maar heel weinig huizen te worden versterkt, de NAM stuurt het Centrum Veilig Wonen aan en buiten de contouren worden geen schades meer opgenomen. Op alle mogelijke manieren wordt er zand in de motor gestrooid. Hoe gaat de Partij van de Arbeid ervoor zorgen dat de NAM werkelijk op die afstand wordt gezet die nodig is om de boel in Groningen zo snel mogelijk weer op de been te krijgen? 

De heer Jan Vos (PvdA):

De minister, de Nationaal Coördinator, de Kamer, alle lokale bestuurders in Groningen en veel mensen bij de NAM werken volgens mij heel hard om de situatie te verbeteren. Op het gebied van de gaswinning leeft nu breed het besef dat de gaswinning omlaag moet. We hebben dat proces significant ingezet; er is echt iets gebeurd. Op het gebied van woningherstel en -versteviging is de nieuwe werkelijkheid echter nog niet goed ingedaald, met name niet bij de NAM. Ik doe vandaag de volgende oproep aan de NAM: realiseert u zich dat de enige manier om de situatie in het gebied te verbeteren, is dat u ervoor zorgt dat u uw wettelijke verplichting nakomt, en als u dat niet doet, dan zullen wij steeds verder gaande wettelijke maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat u die verplichting nakomt. Het bouwen van nieuwe structuren of het nog ingewikkelder maken van de toch al complexe structuren die we hebben neergezet, is volgens mij niet de weg die we met zijn allen moeten aflopen. 

De heer Smaling (SP):

Ik had de NAM een maand geleden op bezoek. Mij werd een staatje getoond waaruit bleek dat het aantal bevingen afneemt maar het aantal klachten toeneemt. En toen werd ik veelbetekenend aangekeken, met zo'n blik van: de Groningers proberen ons te besodemieteren. Dat is de mentaliteit. Hoe gaat de Partij van de Arbeid helpen — we hebben haar nodig voor meerderheden — om daaraan paal en perk te stellen als we daartoe via wetgeving de mogelijkheid hebben? Dat is de mentaliteit. Op welke manier gaat de Partij van de Arbeid helpen om daar paal en perk aan te stellen, als daar een mogelijkheid toe is via wetgeving? We hebben u immers nodig voor een meerderheid. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik denk dat er terecht geconstateerd kan worden dat het aantal bevingen is afgenomen. Dat komt omdat we de gaswinning hebben gereduceerd. De heer Smaling impliceert van alles met zijn woorden. Hij geeft aan dat men hem op een bepaalde manier aankeek en hem daarmee duidelijk trachtte te maken dat men besodemieterd werd. Ik vind het niet goed om op die manier met elkaar te praten. Ik denk dat we in een land leven waarin mensen in het algemeen op een redelijke manier met elkaar omgaan. Maar ik denk dat er wel geconstateerd mag worden dat er op een heel onredelijke manier met Groningen is omgegaan, in eerste instantie door de gaswinning te lang te hoog te laten en in tweede instantie door de schade niet tijdig te vergoeden. Het eerste punt is voor een belangrijk deel opgelost, maar het tweede punt niet, en dat moet nu wel gebeuren. Als de heer Smaling daar samen met mij in alle redelijkheid voor wil zorgen, zal ik elk voorstel daarvoor van hem steunen. Ik denk echter dat het nu vooral belangrijk is om de juridische positie van de bewoners te versterken, niet omdat ik hoop dat er daardoor processen worden aangespannen, maar omdat ik hoop dat de NAM daardoor nogmaals het signaal krijgt dat zij die mensen moet helpen en ervoor moet zorgen dat de klachten verdwijnen. Als dat gebeurt, houdt het politieke debat ook op en kunnen we ons allemaal weer richten op andere zaken dan de ellende die de mensen in Groningen op dit moment beleven. 

De voorzitter:

De heer Vos vervolgt zijn betoog. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik moet even inventariseren, want ik heb al een hoop punten behandeld. 

Ik heb samen met GroenLinks Kamervragen gesteld over de Raad van Arbiters. Er wordt gezegd dat het om aardebevingsschade gaat, maar in de wet gaat het om mijnbouw- en bewegingsschade. In de stukken van de Vereniging Eigen Huis en in andere rapportages wordt er verwezen naar C-schades. C-Schades zijn het gevolg van bodemdaling en niet van mijnbouw. Dat is voor burgers in Groningen niet te vatten. Het lijkt mij goed om de wettekst aan te houden en om dus niet te spreken van aardbevingsschade, maar van bewegingsschade. Ik wil van de minister heel duidelijk horen dat bewegingsschade ook bodemdaling omvat. Ik denk dat het goed is als de NAM in het kader van de omkering van de bewijslast moet aangeven waarom er geen sprake is van aardbevingsschade, in plaats van dat bewoners moeten aantonen dat dit wel het geval is. De voorzitter van de Technische commissie bodembeweging, Dick Tommel, zei gisteren al dat die positie buitengewoon ongelijk is. Ik denk dat het niet goed is als wij hier in Den Haag de term "aardbevingsschade" overnemen. Ik denk dat we ons moeten houden aan de term "bewegingsschade" en dat we ervan moeten uitgaan dat de schade is veroorzaakt door de NAM, tenzij het omgekeerde is bewezen. 

Tot slot kom ik op de onafhankelijke raadsman, zoals die door de minister wordt genoemd. Wij weten echter dat het gaat om de Groningse gasombudsman, die is ingesteld door de Kamer. Hij heeft bericht dat er sprake is van 51% meer klachten. Wat gaat de minister met deze bevinding doen? 

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik heb één vraag aan de heer Vos. De heer Vos en de PvdA erkennen dat nog lang niet alle vragen rond de hele besluitvorming over de gaswinning in de afgelopen jaren zijn beantwoord. Er zijn heel veel vragen onbeantwoord gebleven. De Provinciale Staten van Groningen hebben in een motie gevraagd om een parlementaire enquête. Zij gaan daar natuurlijk niet over, maar zij mogen dat verzoek wel doen aan de Tweede Kamer. Ik heb dat in mijn bijdrage in de eerste termijn al even benoemd. Hoe kijkt de heer Vos aan tegen de mogelijkheid van een parlementaire enquête? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Een parlementaire enquête is het zwaarste instrument dat de Kamer tot haar beschikking heeft. We moeten zorgvuldig zijn met de inzet van dat instrument. Het is bedoeld om informatie in te winnen die we op geen enkele andere wijze zouden kunnen inwinnen. Ik denk dat er geen gebrek is aan informatie over de situatie in Groningen. Ik denk dat ik die situatie in twee zinnen kan samenvatten: er is veel te lang veel te veel gas gewonnen en dat heeft geleid tot veel te zware aardbevingen, en om die reden hebben enorm veel Groningers heel veel schade opgelopen en slapen ze slecht door gevoelens van onveiligheid. Dat is wat er aan de hand is. Daarvoor hoef ik geen parlementaire enquête te houden. Ik denk dat we die problemen moeten oplossen. Ik denk dat we daarover moeten praten in plaats van te navelstaren naar het verleden. 

De heer Wassenberg (PvdD):

De heer Vos geeft een adequate samenvatting van het dossier, maar dat is niet waarnaar ik vraag. Een parlementaire enquête zal niet kijken naar de schade maar naar de vraag waarom het zo lang geduurd heeft voordat er echte maatregelen genomen werden. Waarom heeft het zolang geduurd voordat de gaskraan werd dichtgedraaid? Dat zijn vragen waarop we tot nu toe geen antwoord hebben gekregen en waarop een parlementaire enquête eventueel wel antwoord zou kunnen geven. 

De heer Jan Vos (PvdA):

De OVV heeft er uitgebreid over gerapporteerd, net als anderen. Ook wij hebben er uitgebreid over gedebatteerd. Ik kan dat lijstje nu langslopen, maar ik denk niet dat de voorzitter dat goedvindt. Daarover bestaat een redelijke mate van consensus en weinig onzekerheid. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De fractie van GroenLinks heeft het voorstel gedaan om de Onderzoeksraad Voor Veiligheid nader onderzoek te laten doen. Dat steun ik, maar dat hoeft een parlementaire enquête niet in de weg te staan. De heer Vos gaf aan dat er geen gebrek aan informatie is, maar uit het boek De gaskolonie blijkt dat er ongelooflijk veel vragen nog niet beantwoord zijn. Ik denk dat de meest cruciale vraag is hoe het in 2013 kon gebeuren dat er 54 miljard kuub gas naar boven is gehaald — meer dan ooit — terwijl de stikstofinstallaties uit stonden. Deze en andere vragen zijn niet beantwoord. Ik wil een beroep doen op de Partij van de Arbeid om de PvdA-collega's in Groningen te steunen en te zeggen dat die parlementaire enquête er moet komen. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Wat er gebeurd is in 2013 was natuurlijk schandalig. Dat heeft de fractie van de Partij van de Arbeid ook al eerder uitgesproken. We hebben daar ook heel indringend met de Kamer en het kabinet over van gedachten gewisseld. De minister heeft in de Kamer gezegd dat hij voortdurend op de hoogte was en dat hij meende dat het verstandig was om die onderzoeken uit te voeren. Wij werden als Kamer erg verrast en wij hebben onze ontstemdheid daarover — om het netjes te formuleren — op alle mogelijke manieren laten blijken. Daar hoeft geen parlementaire enquête over plaats te vinden. Dit valt in de categorie "een beetje dom". Meer hoef ik er eigenlijk niet over te zeggen. Wat mevrouw Dik daarover zegt, laat ik verder aan haar. Ik denk dat we in het algemeen zorgvuldig moeten zijn met de instrumenten van de Kamer om niet te concurreren met elkaar om de aandacht van het electoraat, want daarvoor zijn die instrumenten te waardevol. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik vind het heel jammer dat de heer Vos 2013 en de hele besluitvorming daaromheen als "een beetje dom" kwalificeert. Ik denk dat er veel onbegrip, verbijstering, is over de situatie die zich in 2013 heeft voorgedaan. Daar heeft de Kamer zich inderdaad over uitgesproken. Als ik nu terugkijk, stel ik vast dat de Groningers eigenlijk aan de kant stonden in dit gasspel. Ik denk daarom dat er nog heel veel te onderzoeken is. Natuurlijk moeten we zorgvuldig omgaan met ons instrumentarium, maar mij dunkt dat er over mindere onderwerpen wel parlementaire enquêtes zijn geweest. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Dit vind ik echt niet in orde. Ik heb gezegd dat ik het schandalig vond. Wij hebben hier echt al heel lang geleden over gesproken. Mevrouw Dik haalt oude koeien uit de sloot. Het idee dat Groningers er niet bij betrokken zouden zijn, is echt de grootste onzin die ik ooit heb gehoord. Mijn collega Tjeerd van Dekken heeft mij zo ongeveer op de dag dat ik tot Kamerlid benoemd was, meegenomen naar Groningen om mij te laten zien wat daar aan de hand was. Vanaf dat moment hebben wij vol aan de bel getrokken om ervoor te zorgen dat er iets zou veranderen. Henk Nijboer was daar ook bij. Ik kan u verzekeren dat de "Groninger garde", zoals ik hen weleens noem, dus de Groninger mensen in onze fractie, een buitengewoon goed netwerk hebben in dat gebied. Zij zitten daar iedere vrijdag bij mensen aan tafel. Groningers hebben enorm veel inspraak gehad in dat proces. Hoe komt u er nou toch bij om te zeggen dat dat niet zo is, mevrouw Dik? 

De voorzitter:

Korte reactie, mevrouw Dik-Faber. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Niks ten nadele van de Kamerleden op dit moment van de Partij van de Arbeid, want zij en de Kamerleden van de andere fracties, ikzelf ook, komen allemaal heel vaak in Groningen. Kijkend naar de geschiedenis van de gaswinning, zullen we toch met elkaar moeten concluderen dat het misschien wel tot 2012 heeft geduurd voordat we eindelijk eens keken naar de belangen van de Groningers. Tot die tijd waren de belangen van Exxon en Shell dominant. Lees het boek De gaskolonie. Daar staat dit haarfijn in beschreven. Ik wil graag dat de onderste steen boven komt over de besluitvormingsprocedures. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Recentelijk nog riep oud-minister Verhagen van Economische Zaken op tot meer spoed bij het overmaken van geld naar de bouwbedrijven. Ik heb hem toen op de sociale media erop aangesproken dat de winning onder zijn bewind gewoon doorging. Hij was daar buitengewoon ontstemd over en hij had ook een punt. Hij zei: toen ik minister was, hadden wij geen rapport van SodM waarin stond dat de winning niet meer veilig was. Op het moment dat het SodM — de instantie in Nederland die daarmee is belast, de inspecteur-generaal, de rijksinspectie — aan de bel trok, heeft het kabinet direct actie ondernomen. Die bestuurlijke zorgvuldigheid had de ChristenUnie in het verleden altijd. Ik zou graag zien dat die bestuurlijke verantwoordelijkheid ook hier wordt gerespecteerd. Het is wel degelijk gegaan zoals het in Nederland moet gaan. Als dan achteraf wordt gezegd "het had beter gekund", ben ik het daarmee eens, maar suggereren dat niet alle informatie op tafel ligt die beschikbaar zou moeten zijn, is in mijn ogen onheus. 

De beraadslaging wordt geschorst. 

De voorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Na de lunchpauze, rond 14.15 uur, beginnen wij met de stemmingen. Daarna volgt de regeling van werkzaamheden. Vervolgens wordt het debat voortgezet. 

De vergadering wordt van 13.29 uur tot 14.19 uur geschorst. 

Naar boven