2 Verantwoordingsdebat 2015

Aan de orde is het Verantwoordingsdebat over het jaar 2015. 

De voorzitter:

Ik heet de minister-president en de minister van Financiën van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune. Ik geef de heer Merkies als eerste spreker het woord. De heer Merkies spreekt namens de SP-fractie. 

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Ik zal een beetje schetsen hoe een debat als dit debat over het algemeen gaat. Eerst zijn er enkele doorgaans goed doortimmerde betogen van financieel woordvoerders en dan volgt een verhaal van de premier waarin hij over het algemeen enkele lijstjes opsomt. Dat is een vrij lang betoog dat al voorbereid is zonder onze vragen te kennen, waarvoor ambtenaren hard aan het werk zijn geweest en waarin we er geheid goed uitkomen als Nederland. Na deze commerciële break volgen de echte antwoorden. Het risico daarbij is altijd dat er wordt gezegd: dit is te specifiek, dit is eigenlijk iets voor andere ministers. Ik zou het eigenlijk een goed idee vinden als het hele vak vol zou zitten en alle ministers aanwezig zouden zijn. Als er dan een lastige vraag komt, kunnen we die ministers naar voren roepen. Dat is misschien ook een ideetje voor het Verantwoordingsdebat. 

Ik denk dat er dan vooral enkele VVD-ministers veelvuldig naar voren zouden worden geroepen. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de Algemene Rekenkamer, die ernstige onvolkomenheden heeft gevonden bij het ministerie van Defensie, het ministerie van Financiën, de Belastingdienst en niet in de laatste plaats bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Ze zijn eigenlijk nog nooit zo negatief geweest in hun oordeel. Als ik het heb over "ernstige onvolkomenheden", dan bedoel ik in gewoon Nederlands dat het een enorme bende is. Het is een enorme bende bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. We hebben dat gisteren ook nog gezien. Blijkbaar zijn ze organisatorisch zelf zo slecht op orde dat ze niet eens een doofpot zouden kunnen organiseren. 

Het ministerie laat zich nauwelijks controleren. Het ministerie kan niet goed aantonen wat er met het geld op V en J is gebeurd. Is dat niet heel erg pijnlijk, juist op een moment dat veiligheid in de samenleving zo onder druk staat en het vertrouwen in dat ministerie tot zo'n dieptepunt is gedaald? In hoeverre kunnen we nu nog varen op informatie die afkomstig is van het ministerie van Veiligheid en Justitie? Op alle terreinen van Veiligheid en Justitie is bezuinigd. We kijken nu terug naar het jaar 2015 en kijken vooruit naar het jaar 2016. Vorig jaar hebben we het er ook uitgebreid over gehad. Ik heb het Openbaar Ministerie er toen extra uitgelicht. In Rutte I en II is maar liefst 20% van het budget wegbezuinigd. Nu bleek afgelopen weekend wederom uit een uitgelekte interne notitie dat het Openbaar Ministerie de noodklok heeft geluid bij het ministerie. Er blijven zaken op de plank liggen vanwege het gebrek aan capaciteit. Hierdoor kan er niet genoeg aandacht worden besteed aan de aanpak van georganiseerde misdaad. Ze zeggen zelfs dat zij niet klaar zijn voor een aanslag als die zou worden gepleegd. Cybercrime kan niet worden aangepakt. Mensenhandel kan onvoldoende worden aangepakt. Dat zijn echt zeer ernstige zaken. Ik vraag de premier of hij dit beeld herkent. Het OM zegt dat er eigenlijk 40 miljoen structureel bij moet. De vraag is of het kabinet tot diezelfde conclusie komt en vindt dat dat erbij moet. 

Het is niet alleen een kwestie van geld. Het ministerie is gewoon ook te groot. Gisteren heeft men het er ook al uitgebreid over gehad. Is de premier het met mij eens dat het gewoon geen goed idee was om politie onder het ministerie van V en J te schuiven? En functioneert het ministerie niet te partijpolitiek? Sinds de VVD de bewindspersonen levert, zie je dat informatie er niet beter op is geworden. Informatie wordt versnipperd aangeleverd en soms helemaal niet. Controle op het ministerie vanuit de Kamer en de samenleving is dus eigenlijk gewoon niet goed mogelijk, en dat is toch wel een ernstige zaak. 

Ook de controle op de nationale politie is slecht mogelijk. Bovendien zegt de Algemene Rekenkamer dat de vorming van de nationale politie is gestart met de weinig realistische aanname dat gelijktijdig met het opbouwen van een gecentraliseerde bedrijfsvoering een taakstelling kon worden uitgevoerd. Ieder normaal denkend mens zou dat beamen, maar beaamt de premier dat ook? Ziet de premier ook het capaciteitsprobleem bij de politie en in de hele strafrechtketen? 

Bij veiligheid denk ik ook aan Defensie. Ik wil graag weten hoe het kan dat het ministerie van Defensie is vergeten een budgetoverschrijding van 400 miljoen te melden. We vinden het wel terug in de slotwet, maar is de Kamer niet buitenspel gezet? Overigens zijn er ook hier ernstige overschrijdingen, onvolkomenheden. Ik moet het juiste woord gebruiken; "enorme bende" in normalemensentaal. De Algemene Rekenkamer zei vorig jaar en zegt ook nu dat Defensie een enorme wissel op zichzelf trekt en roofbouw pleegt. Defensie moet scherpere keuzes maken. Gaat ze die maken en gaat ze ons meer inzicht bieden in het onderhoudsproces? 

De laatste ernstige onvolkomenheid is bij de Belastingdienst. Vorig jaar was het eigenlijk hetzelfde verhaal. Er zijn sterk verouderde systemen. De minister van Financiën zegt daarover: we zijn er vorig jaar mee begonnen, dus het zou een wonder zijn als nu alles goed loopt. Met de Investeringsagenda zou een nieuwe weg zijn ingeslagen en er komt ook een roadmap. Ik loop hier al zo'n tien jaar rond en in de afgelopen tien jaar heb ik eigenlijk niets anders gehoord. We hebben verschillende programma's complexiteitsreductie in de ICT gehad. Zo'n negen jaar geleden hadden we het plan van aanpak vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst van De Jager. Daarin constateerde hij precies dezelfde zaken: verouderde systemen, legacy. In vijf tot tien jaar zou dat zijn opgelost en zouden alle systemen zijn vervangen. Nou, daar zitten we inmiddels. Het lijkt een beetje op de film Groundhog Day, waarin de hoofdrolspeler elke keer dezelfde dag begint. Alleen werd de hoofdrolspeler steeds slimmer en leerde hij van de vorige dagen. Dat lijkt niet het geval te zijn bij de Belastingdienst. Als er bijvoorbeeld over een paar jaar een nieuw plan komt, vereenvoudiging Belastingdienst en nu echt of iets dergelijks, vraag ik de Algemene Rekenkamer om niet dat te monitoren, maar gewoon het oude systeem, het oude programma te blijven monitoren. Ik ben ook benieuwd naar de monitoring van dat plan van De Jager. We moeten niet elke keer opnieuw beginnen en doen alsof er in het verleden niets is geweest. Als we elke keer van voren af aan beginnen, lijkt het alsof we niets hebben geleerd. 

De Algemene Rekenkamer heeft ook bij de ggz problemen geconstateerd. Die zijn nog niet opgelost. Er zijn bovendien opvallende onderschrijdingen. Het is toch wel gek dat er zo veel geld blijft liggen, terwijl er tegelijkertijd enorme wachtlijsten zijn voor de ggz. De problematiek van de verwarde personen is ons allemaal bekend. Het is heel gek dat deze mensen niet kunnen worden geholpen, ook omdat je het probleem eigenlijk verplaatst naar een ander veld. Dat er hier te weinig geld wordt uitgegeven, komt uiteindelijk op het bordje van de politie, die al enorm onder druk staat en die te maken krijgt met al die verwarde personen en hun daden. 

Er zijn meer voorbeelden van dat bezuinigen op het ene vlak problemen veroorzaakt op een ander vlak. We hebben allemaal afgelopen weekeinde het schokkende nieuws gehoord dat patiënten worden geweigerd op de spoedeisende hulp van ziekenhuizen, omdat het daar te druk is. Er komen namelijk steeds meer ouderen voor wie verpleging en verzorging aan huis niet goed zijn geregeld. Het zal je maar gebeuren dat je in een ambulance ligt en aan de kant van de weg moet blijven staan. Ik hoop dat het de bewindslieden nooit overkomt. Ziet de premier een verband met die verschraling in de ouderenzorg? Honderden verzorgingshuizen zijn gesloten. Daardoor moeten mensen langer thuis blijven wonen. Maar ze krijgen ook daar niet de benodigde verzorging. Er is namelijk enorm bezuinigd op de thuiszorg. In de brandbrief staat: hierdoor kan niet vroegtijdig eenvoudige medische hulp of verpleging worden geboden, waardoor de hulpvraag snel escaleert in een spoedzorgvraag en onvermijdelijk in ziekenhuisbezoek. Ziet de premier dit verband ook? Is hij van plan de geplande extra bezuiniging van nog een half miljard op de instellingszorg voor ouderen en gehandicapten te schrappen? 

Vorig jaar waren er veel problemen met het pgb, net als het jaar daarvoor. Toen is besloten dat de zaak centraal door de SVB zou worden uitgevoerd. Daar is veel misgegaan, er moest veel handmatig gebeuren. Je ziet dat er een enorme overschrijding is geweest: aanvankelijk zou het 810 miljoen zijn, maar dat is 1,2 miljard geworden. Daarover hebben we nog geen goede verantwoording gekregen, waar ik nog wel op zit te wachten. Krijgen we die nog? We kunnen toch niet zeggen: we hebben het over de schutting gegooid bij de gemeenten, die dat maar moeten verantwoorden? Het is wel degelijk landelijk aangestuurd, zodat ik graag een landelijke verantwoording krijg. Bovendien zijn volgens de Rekenkamer de onderliggende oorzaken nog niet opgelost. Van sommige knelpunten is al bekend dat ze vermoedelijk in 2016 zullen worden opgelost. Eind 2016 dreigt dezelfde malaise dus weer terug te komen. Hoe anticipeert het kabinet daarop? 

Onder leiding van onze premier is een paar jaar geleden besloten, de AOW-leeftijd te verhogen. Het idee was dat ouderen langer gaan werken. Maar in werkelijkheid zien we dat er te weinig banen zijn. Ouderen staan gewoon aan de kant, ze kunnen heel moeilijk aan een baan komen. SZW heeft een achttal regelingen om mensen van boven de 50 jaar aan een baan te helpen. Maar wat blijkt? Van de helft van die regelingen weet minister Asscher niet hoeveel oudere werklozen daarvan gebruik maken. Van sommige maatregelen weet hij niet eens hoeveel ze kosten. Hoe is dat mogelijk? Dan is een logische aanbeveling van de Algemene Rekenkamer: ga per beleidsinstrument meten hoeveel ouderen worden bereikt. Ook daarvan denk je: dat kan ieder normaal denkend mens bedenken. Maar dan antwoordt minister Asscher dat hij gaat bezien wat hij met de aanbevelingen doet. Als ik thuis in reactie op de vraag of ik de vuilniszak buiten wil gaan zetten, antwoord dat ik ga bezien of dat doe, dan heb ik geen vrolijke dag. Bezien of je iets doet, is eigenlijk geen antwoord. Je kunt toch gewoon zeggen dat dit een goed idee is? Laten we dat dan gewoon doen. 

Ten slotte kom ik toe aan de 30%-regel, een regel voor expats. Een paar jaar geleden, in 2012, is die regel aangepast. De eerste 30% van het salaris van expats blijft voor de Belastingdienst buiten beschouwing. Pas daarna begint de belastingheffing, inclusief allerlei vrijstellingen. Eerst werd bekeken of je een schaarse deskundigheid had. Toen is gezegd: we gaan dat makkelijker doen, namelijk op salaris. Verdien je meer dan €36.889, dan hoor je bij de rijke groep expats en dan word je nog rijker. Ik vind dat dit iets heel pervers heeft. Vinden de premier en de minister van Financiën dat ook? Het is eigenlijk heel gek dat alleen die mensen een bonus krijgen, vooral nu de Algemene Rekenkamer heeft gezegd dat zij eigenlijk niet eens weet of dit werkt. Door het kabinet wordt niet bijgehouden of dit effectief is, uitgaande van het idee om deskundigheid uit andere landen te halen. Het heeft trouwens ook iets geks als Europese landen elkaar gaan beconcurreren met regels om rijke mensen van elkaar af te snoepen. Ik vind dat dit iets heel pervers heeft. 

De vraag is dus of dit effect heeft op het vestigingsklimaat. Haal je hier inderdaad schaarse deskundigheid mee binnen? Eigenlijk weten we dat niet. Bovendien is er onduidelijkheid over de kosten, want die zijn eigenlijk alleen maar toegenomen. In de afgelopen jaren zijn zij nog eens met 100 miljoen toegenomen, terwijl zij volgens de nieuwe maatregel in 2012 eigenlijk zouden moeten afnemen. Ook daar is eigenlijk onduidelijkheid over. Onduidelijkheid is dus troef. Ik zou graag willen dat hier meer duidelijkheid over komt. Het gaat inmiddels over 700 miljoen. We weten niet wat het effect daarvan is en of het geld terechtkomt bij mensen die dat simpelweg niet nodig hebben. Moet het kabinet daarom niet overwegen om deze maatregel af te schaffen? 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Juist daar gaat mijn vraag over: wat is het exacte voorstel van de SP? Moet het systeem beter worden ingericht, zodat het op de inhoud wordt gericht? Dat betekent: deze mensen zijn schaars in Nederland en we moeten hen dus wel van buiten halen; laten we dit dan ook effectiever inrichten. Of zegt de SP gewoon dat dit moet worden afgeschaft? 

De heer Merkies (SP):

Ik zal het in perspectief zetten. Het gaat hier om een maatregel van 700 miljoen. Ik had het zojuist over een bedrag van 40 miljoen, waardoor we ernstige misdaad niet kunnen aanpakken en waardoor zaken op de plank liggen. Daarbij gaat het dus slechts om 40 miljoen. Hier gaat het over 700 miljoen. Dat geld komt voor een groot deel terecht bij mensen die dat niet nodig hebben. Ik zou zeggen: schaf dit af. In plaats daarvan kun je inderdaad een beter systeem inrichten waarvoor geldt: als men werkelijk kosten maakt, is er een ander verhaal. Nu gaat het echter simpelweg hierom: als je rijk genoeg bent en in het rijke gedeelte valt, krijg je bovendien nog extra geld. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik erken dat wel, want ook ik maak mij zorgen over het budgettaire beslag van dit hele verhaal, maar ik hoor de SP dus wel zeggen dat zij bij echte toegevoegde waarde, dus bij functies die wij anders niet kunnen vervullen en bij het naar ons toe trekken van innovatie en expertise, wel wil nadenken over een betere regeling, zodat dat toch overeind blijft. 

De heer Merkies (SP):

Wat werkelijk gemaakte kosten betreft: iemand die van de ene provincie naar een andere provincie gaat, maakt ook kosten voor de verhuizing. We moeten dit dus niet tot het oneindige doortrekken. Weet u nog dat Don Shepard, de baas van Aegon, uit het buitenland werd gehaald en 6 miljoen verdiende? De Belastingdienst kijkt niet eens naar de eerste 2 miljoen en van de volgende 4 miljoen mag hij eventueel nog dingen aftrekken et cetera. Dat staat echt niet in verhouding tot de kosten die hij heeft. We hebben nu dus echt te maken met een doorgeschoten maatregel. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Voorzitter. Dit is het laatste verantwoordingsjaar van het kabinet-Rutte II. Het kabinet-Rutte II heeft een zware klus geklaard. Vanwege de economische crisis waren stevige maatregelen nodig. Dat heeft iedereen in Nederland gevoeld. Dat heeft ook geleid tot onzekerheid bij mensen, maar de maatregelen die wij hebben genomen, hebben wij genomen omdat wij wilden dat de economie weer zou groeien, dat er meer mensen aan het werk zouden komen en dat het begrotingstekort naar beneden zou gaan. Kortom: Nederland moest daarmee sterker uit de crisis komen. Het is dan ook goed om te zien dat het nu beter gaat met Nederland. Dat zie je aan de bedrijven, die uitbreiden en investeren, en aan de lonen, die weer zijn gestegen. Mensen hebben weer vertrouwen en geven meer uit. De woningmarkt trekt aan, minder huizen staan onder water en mensen durven weer een huis te kopen. We gaan er economisch gezien dus weer op vooruit en dat resultaat hebben we te danken aan hardwerkend Nederland. In 2013 waren er lichtpuntjes, in 2014 ging volgens de minister van Financiën de zon echt schijnen en in 2015 heeft dat doorgezet in een economische groei van 2%. De export droeg daar ook positief aan bij. Nederland is weer terug op plek vijf van de lijst van landen met de meest concurrerende economieën ter wereld. Nederland kende ook nog nooit zo veel banen: meer dan 10 miljoen. Dankzij alle hardwerkende Nederlanders, mkb'ers, zzp'ers en agrariërs, kwamen er in 2015 100.000 banen bij. De werkloosheid daalde van 660.000 naar 614.000, maar blijft desondanks nog wel te hoog. De overheidsschuld is daarnaast voor het eerst sinds 2006 gedaald en dat is niet onbelangrijk voor de toekomst en voor de toekomstige generaties. Het begrotingstekort is ook gedaald tot 1,8% en is daardoor minder hoog dan verwacht, en de Algemene Rekenkamer heeft de Rijksrekening 2015 weer goedgekeurd. Wat ons betreft zijn dit overigens allemaal geen redenen om achterover te leunen. We geven immers nog steeds 34 miljoen euro per dag te veel uit. 

2015 was ook een bewogen jaar. Er was sprake van internationale onrust en instabiliteit. De aanslagen in Europa zorgden bij veel Nederlanders voor onzekerheid over de veiligheid, ook in eigen land. Maar ook de grote vluchtelingenstromen zorgden voor onzekerheid. Kunnen we die wel aan en is mijn buurt nog wel veilig? De VVD heeft gezegd dat zij de vluchtelingencrisis aan zou pakken en dat heeft zij ook gedaan. Vorig jaar moesten er nog wel fors extra kosten gemaakt worden, maar door de Turkijedeal worden er nu ook resultaten geboekt. Maar ook op dit punt kunnen we zeker niet achteroverleunen. 

Zoals ik al zei: we zijn er nog niet en er is nog werk aan de winkel. Dat geldt zeker ook voor het oplossen van de onvolkomenheden in het financieel beheer in de bedrijfsvoering van een aantal ministeries. De kritiek van de Algemene Rekenkamer is op punten stevig en die kunnen en mogen we niet negeren. Ik wil echter eerst nog een paar positieve punten noemen. Het aantal onvolkomenheden in de bedrijfsvoering van het Rijk is afgenomen van 50 naar 27, net als het totaal aantal onvolkomenheden bij Defensie en V en J. Daarnaast zijn de onvolkomenheden bij het ministerie van Onderwijs en het ministerie van Sociale Zaken allemaal opgelost. De onvolkomenheden bij inkoop en informatiebeveiliging zijn ook sterk verminderd. Mijn complimenten daarvoor. Er zijn echter meer ernstige onvolkomenheden bijgekomen: drie in plaats van één. Op dat punt moeten de handen dus nog uit de mouwen. De geconstateerde problemen in de bedrijfsvoering van het ministerie van Veiligheid en Justitie, het ministerie van Defensie en de Belastingdienst komen niet uit de lucht vallen. Het zijn complexe problemen die in sommige gevallen al meerdere jaren spelen en om een adequate en structurele oplossing vragen. Hoe gaat het kabinet deze problemen oplossen en in welk tempo? Wat moet er gebeuren om er in ieder geval voor te zorgen dat er volgend jaar geen ernstige onvolkomenheden meer zijn? 

De VVD constateert dat er op de ministeries al wel maatregelen zijn genomen en dat die ook in gang zijn gezet. Voorbeelden daarvan zijn de Brede Agenda en de Investeringsagenda van de Belastingdienst uit 2014 en 2015, en ook op het ministerie van Veiligheid en Justitie zijn er eind 2015 maatregelen getroffen. Daarnaast is op het ministerie van Defensie vanuit een moeilijke startpositie in de afgelopen drie jaar gewerkt aan het wegwerken van de financiële problemen. De VVD wil dat deze aanpak voortvarend wordt doorgezet, maar wij beseffen dat je niet van de vloer op de zolder kunt springen en dat het tijd kost om een organisatie weer op orde te brengen. De VVD heeft daarover nog een aantal vragen. Zijn er aanvullende maatregelen nodig en zo ja, welke? Kan de aanpak op een verantwoorde manier worden versneld? Zijn de ernstige onvolkomenheden volgend jaar zodanig opgepakt dat het label "ernstig" niet meer voorkomt en wat is daar verder nog voor nodig? Zijn er bijvoorbeeld voldoende investeringsbudgetten voor de IT-aanpak van de Belastingdienst om de problemen daar op te lossen? En waarom zijn de verbeterpunten met betrekking tot de controlfunctie op het ministerie van Veiligheid en Justitie in 2015 niet geïmplementeerd? 

De heer Omtzigt (CDA):

De VVD vraagt aan de regering of er voldoende budgetten zijn bij de Belastingdienst, terwijl daar een miljard euro op de plank ligt voor investeringen, ook in de ICT. Maar stelt de VVD dezelfde vraag ook over het ministerie van Veiligheid en Justitie? Het OM zegt dat het kraakt en piept en dat ze het niet aankunnen. Collega Merkies refereerde daar ook al aan. De Nationale Recherche heeft een buitengewoon kritisch rapport gepubliceerd. Het gevangeniswezen kan het niet aan. De nationale politie loopt niet. Is daar ook de vraag voor extra budget? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik heb bijvoorbeeld de aanpak van de IT bij de Belastingdienst genoemd. Ik denk dat we het signaal dat vanochtend door het Openbaar Ministerie is afgegeven, heel serieus moeten nemen. Er is bij de begrotingsbehandeling niet voor niets een motie aangenomen om bij de Voorjaarsnota te bekijken of er extra geld richting het ministerie van Veiligheid en Justitie, onder meer naar het Openbaar Ministerie, moet. Die motie is door de VVD gesteund. Zoals de heer Omtzigt weet, vinden wij het belangrijk dat er geïnvesteerd wordt in veiligheid. 

De heer Omtzigt (CDA):

Tot nu toe is er alleen bezuinigd op veiligheid. Kennelijk wil de VVD dat in het jaar voor de verkiezingen omdraaien. Het ministerie en de minister zelf schrijven in hun jaarverslag dat de keten versterkt is, dat de rechtsstaat verbeterd is en dat alles werkt. Deelt de VVD-fractie die conclusies uit het jaarverslag van het ministerie van Veiligheid en Justitie? Of deelt zij de conclusies van de Algemene Rekenkamer, die zegt dat het ministerie niet in control is? Dat beeld werd gisteren ook nog enigszins bevestigd in het rapport van de heer Oosting. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik denk dat er grote uitdagingen zijn bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Er is vorig jaar niet voor niets extra geld vrijgemaakt voor het ministerie. Wij maken ons zorgen over een aantal ontwikkelingen, bijvoorbeeld over het ophelderingspercentage. Dat is wat ons betreft te laag. Daarom hebben wij enige tijd geleden ook een motie ingediend voor een aanvalsplan om het ophelderingspercentage te verhogen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Maar dan blijft de kernvraag overeind staan. De enigen die niet vinden dat het niet functioneert, zijn de minister en het ministerie zelf. Zij schrijven in hun jaarverslag dat de keten — vanaf het plegen van het misdrijf zijn dat de politie, het OM, de rechtbank en de gevangenissen — beter functioneert en robuust is. Neemt de VVD-fractie die conclusie over? Of neemt zij daar afstand van, zoals mevrouw De Vries net deed, en vindt zij dat de minister een andere conclusie zou moeten trekken over zijn eigen ministerie over het jaar 2015? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Op het ministerie van Veiligheid en Justitie zijn de afgelopen jaren maatregelen in gang gezet. De Rekenkamer heeft ook aangegeven dat het goede maatregelen zijn, maar die zullen zich in de praktijk nog wel moeten bewijzen. Daarom heb ik daar nog een aantal vragen over aan de premier en aan de minister van Financiën. 

De heer Merkies (SP):

Mevrouw De Vries zet het beeld neer dat het probleem er eigenlijk al een paar jaar geleden was en dat nu nog even de puntjes op de i moeten worden gezet. Is dat het beeld dat mevrouw De Vries schetst? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij heb ik de woorden "puntjes op de i zetten" niet gebruikt. Ik heb gezegd dat we de opmerkingen en het commentaar van de Rekenkamer heel serieus moeten nemen en absoluut niet moeten negeren. We moeten kijken naar de maatregelen die al in gang gezet zijn en goed volgen of die ook het gewenste resultaat gaan hebben, maar ik denk dat we niet de illusie moeten hebben dat we dit met een knip met de vingers kunnen oplossen. Het zijn namelijk ontzettend complexe problemen. 

De heer Merkies (SP):

Ook hier geldt dat de zaken al langer spelen. Bij de overgang naar de nationale politie werd dat bijvoorbeeld juist aangebracht als de oplossing waardoor de problemen echt zouden verdwijnen. De problemen zijn alleen maar groter geworden. Er zijn grote problemen in de hele strafrechtketen. Mevrouw De Vries zet een beetje het beeld neer dat we op het juiste pad zitten. Kan zij ten minste aangeven of zij het eens is met het Openbaar Ministerie dat er een groot capaciteitstekort is en dat er 40 miljard bij moet? Sorry, ik zeg het verkeerd; ik zie de minister van Financiën al kijken. Er moet structureel 40 miljoen bij. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Zoals ik in antwoord op de interruptie van de heer Omtzigt al heb aangegeven, vind ik dat wij het signaal van het Openbaar Ministerie heel serieus moeten nemen. Ik heb toen ook al verwezen naar een motie die destijds is aangenomen, ook met steun van de VVD. Volgens mij is het dus niet zo dat wij het niet serieus nemen. Dat heb ik ook helemaal niet gezegd. Wij vinden het belangrijk dat er goede maatregelen worden genomen. Een aantal daarvan zijn eind vorig jaar in gang gezet. Die moeten dan ook hun effect gaan bewijzen in de komende periode. 

De heer Merkies (SP):

Ik krijg dus geen antwoord. Kan mevrouw De Vries gewoon ja of nee zeggen op de vraag of zij vindt dat er structureel 40 miljoen extra nodig is? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij hebben wij die motie medeondersteund. De heer Merkies kent ons standpunt over het investeren in veiligheid, maar die keuze maken wij op een ander moment. Wij maken die keuze ook integraal ten opzichte van heel veel andere prioriteiten die er nog liggen, maar veiligheid is daarbij wat ons betreft wel heel belangrijk. 

Ik heb nog twee punten over de onvolkomenheden. De minister van Financiën is systeemverantwoordelijk voor het financieel beheer van het Rijk. Wij zijn wel benieuwd wat hij daar de afgelopen tijd aan heeft gedaan en wat hij er nog aan gaat doen. Tot slot vraag ik op dit punt welke aanpassingen in het belastingstelsel nu wel en niet mogelijk zijn. De Algemene Rekenkamer schetst namelijk het beeld dat ingrijpende wijzigingen niet mogelijk of risicovol zijn. De staatssecretaris heeft aangegeven dat daar toch wel wat mogelijkheden zijn. Daarover krijg ik dus graag meer duidelijkheid. 

In meer algemene zin over de verantwoording: de Algemene Rekenkamer constateert dat er in de slotwetten 601 miljoen euro aan budgetoverschrijdingen zijn die eerder gemeld hadden moeten worden. Dat is natuurlijk veel te veel. Na een paar jaar van verbeteringen op dit punt is er nu een omgekeerde beweging te zien. De minister van Financiën heeft toegezegd dat hij in lijn met de afgelopen jaren de ministeries erop zal aanspreken om het beheer van deze uitgavenverplichtingen op orde te houden. Dat is wat ons betreft wel een beetje magertjes, want dit punt raakt gewoon het budgetrecht van de Tweede Kamer. Voor Kamerleden is het soms een helse zoektocht om een paar miljoen voor hun ideeën te vinden en hier wordt zomaar even zo'n 600 miljoen ingezet. Wat zijn de oorzaken van dit hoge bedrag in het afgelopen jaar? En hoe wil de minister het tij gaan keren, zodat we volgend jaar niet weer zo veel geld via slotwetten moeten goedkeuren? 

Wat ons betreft gaat verantwoording niet alleen over de vraag of het belastinggeld volgens de regels is besteed, maar ook over de vraag of de gewenste resultaten worden bereikt. De Algemene Rekenkamer constateert dat het zicht op de effecten van het beleid niet in alle gevallen voldoende aanwezig is. De VVD wil van de minister weten hoe hij dit gaat verbeteren. In zijn reactie op de bevindingen van de Algemene Rekenkamer zegt hij hierover in gesprek te blijven met de Tweede Kamer en de Algemene Rekenkamer. Dat mag wat betreft de VVD wel wat proactiever. Hoe gaat de minister dat dus concreet aanpakken? 

Beleidsdoorlichtingen zijn wat ons betreft een belangrijk instrument voor de Tweede Kamer om de effectiviteit van het beleid te bekijken. Het is opvallend dat heel veel beleidsdoorlichtingen in 2015 zijn vertraagd; wat de VVD betreft te veel. Wat zijn daarvan de oorzaken? De VVD hecht er namelijk aan dat het beleid regelmatig en tijdig wordt doorgelicht. Hoeveel beleid is de afgelopen vier jaar niet doorgelicht en hoeveel is de afgelopen zeven jaar niet doorgelicht? Dat is immers de minimumstandaard die wij met elkaar hebben afgesproken. 

Dan kom ik op de garantstellingen. Het beleid van het kabinet met betrekking tot de garanties is inmiddels "nee, tenzij" en dat is meer dan terecht, want garanties zijn uiteindelijk niet zonder risico. Het totale risico dat de overheid loopt over de verstrekte garanties is echter in absolute zin gestegen naar ruim 198 miljard euro in 2015. Hoe kan dat? De bedoeling was toch juist om de garanties te verminderen? Eerder is ook afgesproken dat alle garantieregelingen nog een keer tegen het licht gehouden zouden worden. Wat is daarvan de stand van zaken? Wat heeft dat tot nu toe opgeleverd? Wat gaat de minister de komende tijd in dit kader nog doen? 

Hardwerkende Nederlanders, ondernemers en bedrijven zijn best bereid om bij te dragen aan een beter Nederland, maar ze verwachten dan wel dat het belastinggeld goed wordt besteed. Krijgen burgers en bedrijven waar voor hun geld? Verantwoordingsdag is daarom belangrijk voor de VVD, want wij bekijken dan of het belastinggeld dat is opgebracht door alle burgers en bedrijven, goed is besteed. Daarom hecht de VVD aan vaste, belangrijke momenten zoals Prinsjesdag en Verantwoordingsdag. Daar lijkt in de nieuwe Comptabiliteitswet aan getornd te worden. Wij geven nu alvast aan dat wij van mening zijn dat die momenten in ieder geval niet moeten verdwijnen. 

Onze conclusie is dat er veel is bereikt, maar dat er ook echt nog het nodige te doen is. Dus wat ons betreft: aan de slag! 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Mevrouw De Vries doet het voorkomen alsof het allemaal zo goed gaat in Nederland. De mensen in het land merken daar alleen nog helemaal niets van. Ik zou graag van mevrouw De Vries willen weten hoe de VVD aankijkt tegen het plan van de PVV om de rentemeevaller die deze minister van Financiën in de schoot geworpen krijgt door de lage ECB-rente, juist te gebruiken voor de groep die gedupeerd wordt door de lage rente. Dat zijn de gepensioneerden. Wat vindt mevrouw De Vries van dat voorstel? Is dat niet op zijn minst redelijk? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik denk dat het heel duidelijk is dat de ouderen het zwaar hebben. Dat was ook in de afgelopen jaren zo. Overigens hadden ook andere groepen het zwaar als gevolg van alle genomen maatregelen en vanwege de economische crisis. Vorig jaar zijn er maatregelen genomen die gericht waren op de ouderen, bijvoorbeeld om de koopkracht te herstellen. Dat gebeurt jaarlijks en zal ook in augustus van dit jaar weer gebeuren. Op dat moment moeten wij bekijken hoe de verhoudingen tussen de verschillende groepen zijn en daar eventueel maatregelen voor nemen. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik ben blij dat mevrouw De Vries onderkent dat de ouderen het zwaar hebben en dat de gepensioneerden worden gepakt. Ik hoor haar daarover echter niets zeggen in haar inbreng; zij legt dit gewoon aan de kant. Het is een feit dat ouderen er al acht jaar in koopkracht op achteruitgaan. Sommige ouderen hebben al honderden en soms zelfs duizenden euro's moeten inleveren in de afgelopen tien jaar. En nu is er een rentemeevaller van 1 miljard — die heeft mevrouw De Vries ook kunnen zien — waardoor het tekort lager uitvalt dan verwacht. Is het dan niet meer dan normaal om te zeggen: dat miljard dat wij dankzij het beleid van de ECB gratis in de schoot geworpen krijgen, geven wij terug aan de ouderen? Per direct €300 extra AOW voor alle gepensioneerden. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij heb ik duidelijk gezegd dat veel Nederlanders het lastig hebben gehad tijdens de economische crisis; de oudere mensen in Nederland schaar ik ook daaronder. Door het inzetten van de meevaller laat de heer Van Dijck het begrotingstekort oplopen. Hij spreekt dierbare woorden over de ouderen, maar ik wil ook naar de toekomstige generaties kijken, de kinderen en de kleinkinderen van die ouderen. Die zadelt de heer Van Dijck in feite met een extra probleem op. Nogmaals, ik heb al gezegd dat wij in augustus kunnen bekijken hoe die beroemde koopkrachtplaatjes eruit zien. Dan wordt ook bekeken welke maatregelen eventueel nodig zijn. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Mevrouw De Vries sprak aan het begin van haar betoog over het vluchtelingenvraagstuk; zij constateerde met plezier dat de aantallen weer teruglopen. Dat lijkt wat financieel gedreven, want dan hoeven wij daaraan minder geld te besteden en kunnen wij weer overgaan tot de orde van de dag. De vluchtelingen die hier zijn, bieden wij in beperkte mate faciliteiten. Wij vragen bij de inburgering een taalbeheersing op einde basisschoolniveau. Is mevrouw De Vries het ermee eens dat wij op deze manier een heel grote groep mensen in Nederland faciliteren voor een onmogelijke positie op de arbeidsmarkt? Er is geen Nederlander die een baan vindt met een taalbeheersing op basisschoolniveau. Is zij het ermee eens dat het penny wise, pound foolish is om zo om te gaan met de integratie en scholing van vluchtelingen? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Taal en scholing zijn belangrijk voor de inburgering. Het zijn natuurlijk minimumeisen. Bovendien kan niet iedereen op het allerhoogste niveau komen. Het gaat erom dat je in deze maatschappij kunt functioneren en dat je aan het werk kunt komen. Dat is volgens mij het belangrijkste. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Het taalniveau dat wij vragen, is zo laag, namelijk eind basisschool, dat wij weten dat mensen daarmee geen schijn van kans hebben op de arbeidsmarkt. Het kan de VVD toch niet onberoerd laten dat wij een grote groep mensen in ons land zodanig slecht begeleiden dat zij geen kans hebben op de arbeidsmarkt? De vluchtelingenopvang kost een hoop geld en mijn fractie besteedt dit daar graag aan, maar is mevrouw De Vries het ermee eens dat als je echt wilt dat mensen hier aan de bak komen en een bijdrage leveren aan onze samenleving, wij fors moeten investeren, niet alleen in taal maar ook in de opleiding, de vakopleiding, van vluchtelingen? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik meen dat dit het verschil is tussen GroenLinks en de VVD. GroenLinks is van mening dat de overheid elk probleem van ieder individu moet oplossen. Het is naar mijn mening ook een verantwoordelijkheid van betrokkenen om te bekijken hoe zij verder kunnen komen. Dit wordt als minimum aangeboden. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Dat is toch vreemd, want hoe je het ook wendt of keert als je levensgroot ziet aankomen dat je een grote groep mensen in ons land niet meer biedt dan een kans op een uitkering, zou het toch ook de VVD moeten aanspreken dat wij hun een kans op een baan geven. Ik ben hoogst verbaasd over deze opstelling. Blijkbaar voelt de VVD zich daarvoor niet verantwoordelijk; zij laat het over aan het individu. Zo blijven wij uitkeringen betalen en geven wij mensen niet de kans om hier aan de bak te komen. Zij worden daarin niet begeleid. Ik vind dat verbijsterend. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Dit is een beetje rare constatering, want er zijn ook nog andere mogelijkheden om mensen te scholen en om opleidingen te volgen. U maakt er volgens mij nu een beetje een karikatuur van en daar lijkt me het onderwerp niet erg geschikt voor. 

De heer Krol (50PLUS):

In de bijdrage van de VVD hoorde ik geen woord over 50-plussers, laat staan over de benarde positie van gepensioneerden. Was het een bewuste keuze om het er niet over te hebben? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik heb het gehad over Nederlanders die het moeilijk hebben gehad. Alle Nederlanders hebben het moeilijk gehad in de economische crisis, zeker ook de ouderen. Er zijn echter veel meer groepen die het lastig hebben gehad in de economische crisis. Als je werkloos wordt, heb je het sowieso heel ingewikkeld. Het beleid zou er volgens mij op gericht moeten zijn om te bekijken hoe we meer mensen aan het werk kunnen krijgen. 

De heer Krol (50PLUS):

Toen het slecht ging met de economie, wist dit kabinet, en ook de VVD, de ouderen en de gepensioneerden heel goed te vinden in het toedekken van die problemen. Toen het wat beter ging, ging een en ander alleen naar de werkenden. Ik vind dat triest. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Nu neemt u een loopje met de werkelijkheid. Er zijn vorig jaar miljoenen uitgegeven, ook aan koopkrachtherstel voor ouderen. Het beeld dat u schetst, vind ik dan een beetje onredelijk. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik zal u de cijfers straks in mijn bijdrage vertellen. De koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden is fors achtergebleven bij die van werkenden. Ik vind dus dat u een loopje neemt met de cijfers. 

De heer Koolmees (D66):

Ik heb een vraag aan mevrouw De Vries over het ministerie van V en J, al sinds 2010 het paradepaardje van de VVD. We moeten nu met zijn allen constateren dat het te groot en te complex is. De interne checks-and-balances zijn niet op orde. We hebben alle voorbeelden in de afgelopen maanden gezien. De Rekenkamer zegt dat het niet in control is en dat er niet bijgestuurd kan worden. D66 heeft al eerder gezegd dat zij wil dat de politie weer teruggaat naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en dat er een kleiner ministerie van Justitie komt. Afgelopen zaterdag heeft de fractievoorzitter van de VVD in De Telegraaf gezegd dat het een reële optie is om V en J op te splitsen en kleiner te maken. Dat is een lichtpuntje. In de Eerste Kamer is er een motie aangenomen van de heer De Graaf van D66 over het uitwerken van een opsplitsing van V en J, waarbij de politie teruggaat naar Binnenlandse Zaken. Gegeven al deze feiten, is de VVD het dan met D66 eens dat we het kabinet moeten vragen om voor 1 januari met een plan te komen voor een manier waarop V en J in de komende kabinetsperiode opgesplitst kan worden? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

De enige optie die volgens mij bij D66 voorligt, is dat de politie wordt afgesplitst. De fractievoorzitter van de VVD heeft in het interview gezegd dat er problemen zijn bij V en J. Die heb ik net ook geschetst. Hij heeft ook gezegd dat de omvang daarbij een rol kan spelen en dat je daarnaar moet willen kijken. Er zijn echter ook voordelen aan het onderbrengen van de politie bij dit ministerie. Je moet goed bekijken wat een oplossing voor het probleem zou kunnen zijn. Ik plaats wel wat vraagtekens bij direct met een plan komen om dat volgend jaar te doen. 

De heer Koolmees (D66):

Ik zeg dit juist omdat je dit niet van vandaag op morgen of vandaag tijdens dit debat moet doen. Je moet hier goed over nadenken. Daarom vraag ik straks in mijn eigen inbreng aan het kabinet om voor 1 januari met zo'n plan te komen, dus voor de volgende verkiezingen, zodat het een rol kan spelen in de debatten. Als ik mevrouw De Vries goed hoor — ik ben heel positief ingesteld vandaag — voelt ze daar wel voor. Dat is een juiste conclusie, neem ik aan? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Zoals ik al zei, plaats ik mijn vraagtekens bij een plan voor 1 januari. Ik vind wel dat je moet nadenken over wat nodig is om de problemen bij V en J op te lossen. Ik ben ook wel benieuwd naar de reactie van het kabinet op dit punt in uw bijdrage. 

De heer Koolmees (D66):

Ik ben heel constructief vandaag: 1 februari, is dat een goede oplossing? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Het lijkt me niet dat we koehandel met dat soort zaken moeten gaan doen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik heb een vraag over het tweede paradepaardje van de VVD, namelijk Defensie. We hebben in de afgelopen jaren samen opgetrokken om te proberen daar extra budget voor vrij te maken. Dat is gebeurd. Daar zijn we dankbaar voor. De Rekenkamer heeft, zoals we eigenlijk al wisten, nog eens heel scherp neergezet dat er een fors geldtekort is, zeker als we aan de NAVO-afspraken willen voldoen, want dan gaat het over miljarden. Vindt mevrouw De Vries met die kennis dat er nog in deze kabinetsperiode extra geld bij moet? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

We hebben inderdaad samen nadrukkelijk opgetrokken voor meer geld naar Defensie. Dat is op een aantal punten ook gelukt. De Rekenkamer geeft echter ook aan dat geld niet altijd de oplossing is. Het heeft ook te maken met de inrichting van de bedrijfsvoering. Zoals ik zonet ook heb aangegeven, vinden wij veiligheid in de breedte, dus defensie, veiligheid en justitie, belangrijke zaken. Dit is niet het moment om daar even knopen over door te hakken. Daar moet naar gekeken worden richting Prinsjesdag. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Maar dan is het gat wel groot. Ik hoor de minister van Financiën al souffleren dat de Rekenkamer niet zegt wat ik zei. Nee, maar ik tel verschillende dingen bij elkaar op. De NAVO zegt het wel en daarmee hebben we gewoon de afspraak om aan de 2%-norm te voldoen. We hebben het dan over 2% van 670 miljard, dus 13,4 miljard. Dat is dik 5 miljard meer dan we nu hebben. Moet dit kabinet dan niet eindelijk een grote stap zetten? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Dat souffleren was niet nodig, want ik heb het Rekenkamerraport zelf ook gelezen. Daar wordt wel degelijk in gezegd dat het niet alleen de oplossing is, maar het is wel belangrijk dat er voldoende geld is. Ik heb ook gezegd dat we niet in één keer van de vloer op de zolder kunnen, want we moeten ook nog andere prioriteiten afwegen, naast defensie bijvoorbeeld ook veiligheid bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wat de Rekenkamer wel heeft opgeschreven, is dat er bij het ministerie van Veiligheid en Justitie nogal wat onvolkomenheden zijn. We zoeken allemaal naar een goede oplossing op langere termijn. Ik sluit me aan bij het pleidooi van de heer Koolmees om dat ministerie toch maar weer wat behapbaarder te maken, maar we moeten nu ook wat doen. Is mevrouw De Vries het met mij eens dat we een wat scherpere monitor moeten krijgen van het geld dat bij de nationale politie, de strafrechtketen en de rechtbanken zit, zoals we bijvoorbeeld ook hebben gedaan bij de F-35? Deelt zij die mening? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Dat zou volgens mij inhouden dat we er een groot project van maken. Er zitten voordelen aan een groot project, maar ook nadelen, omdat er dan ook heel veel tijd en energie in rapportages gaan zitten. Ik vind dat wij voldoende informatie moeten krijgen om die ontwikkelingen goed te volgen. Er zijn eind 2015 maatregelen in gang gezet bij het ministerie. Ik zou er de voorkeur aan geven om dat goed te kunnen volgen in de stukken die wij altijd krijgen van het ministerie, dus dat daar voldoende informatie in zit. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik ben ook niet meteen op zoek naar een groot project, want ik zie ook wel dat daar haken en ogen aan zitten. Ik zie wel dat er nu een aantal jaren op rij onvolkomenheden worden geconstateerd bij Veiligheid en Justitie. Het is een groot en belangrijk ministerie. Het gaat ook over onze rechtsstaat. Ik wil daarom graag dat er, misschien met de Algemene Rekenkamer, een betere check komt, een beter inzicht in waar de pijnpunten precies zitten en wat wij misschien moeten veranderen om te zorgen dat het daar beter loopt. Dus ik zeg niet gelijk dat het een groot project zou moeten zijn. Het gaat mij erom dat er gezocht wordt naar een manier waarop we meer grip krijgen op de situatie bij Veiligheid en Justitie. Daar kan de VVD toch niet tegen zijn? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Grip en controle zijn altijd goed wat mij betreft. Er zijn maatregelen in gang gezet. De Algemene Rekenkamer heeft daarvan aangegeven dat dit goede maatregelen zijn om meer grip en controle te krijgen op het ministerie. Ik vind dat we die ook op een goede manier moeten kunnen volgen. Ik weet niet zo goed naar welke andere zaken de ChristenUnie dan op zoek is. Maar goed, misschien dat daar suggesties voor zijn. Die moeten we dan afwegen. Ik ga ervan uit dat wij op zich de goede informatie krijgen en dat we de veranderingen die in gang gezet zijn en worden, goed kunnen volgen en we ook daarover voldoende informatie krijgen vanuit het ministerie. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik zal er in mijn eigen termijn ook aandacht voor vragen. Misschien dat de bewindslieden zelf er ook nog hun licht over kunnen laten schijnen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. We voeren misschien wel het belangrijkste debat van het jaar. De regering legt voor het laatst missionair verantwoording af over het door haar gevoerde beleid. De Kamer controleert dat en heeft daarbij veel nut van het advies van de Algemene Rekenkamer. Ik zal namens de CDA-fractie iets zeggen over het algemene beeld en dan specifiek ingaan op de drie grote problemen bij drie kerndepartementen. Ten slotte kom ik met een aantal losse punten. 

Het is positief dat het begrotingstekort terugloopt dankzij de economische groei en — compliment — ondanks een forse afname van de aardgasbaten die de regering ook heeft moeten opvangen. Voor het eerst sinds lange tijd zit Nederland in een situatie waarin er geen acuut budgettair probleem is en er noodmaatregelen getroffen moeten worden. Mede dankzij de verkoop van ABN AMRO is de schuld zelfs iets gedaald. Dat zou zich kunnen doorzetten volgend jaar met ASR. De economie trekt aan, maar eerder heeft het CDA wel gepleit voor voorzichtigheid. Er zijn grote onzekerheden: terrorisme, vluchtelingen, een brexit en de economische situatie in China en Brazilië. Bovendien is de werkloosheid nog steeds te hoog met 614.000 werklozen, 6,9% van de beroepsbevolking. Dat was in 2008 nog 3,7%. Het herstel van de werkgelegenheid na de crisis gaat beduidend minder snel dan iedereen hoopte. Dat is ook niet gek want aan het begin van deze kabinetsperiode koos het kabinet bewust voor minder banen met het nivelleringsfeest van Spekman. Dat is een van de redenen waarom we nu nog met een te hoge werkloosheid zitten. Ja, er kwamen banenplannen van Asscher. Alleen, in de beleidsbrief van de regering wordt gezegd dat de regering werkt aan het verlagen van de werkloosheid en het enige wat ze bij de werkloosheidsbestrijding noemt is de belastingverlaging, terwijl de banenplannen, waaraan toch zeer veel geld uitgegeven is, niet eens genoemd worden. Is dit de definitieve bekentenis van dit kabinet dat deze banenplannen niet gewerkt hebben? 

Het goede nieuws is dat het financieel beheer van het Rijk rechtmatig verlopen is. Dat zit tegen de 100% aan. Een aantal ministeries doet het gewoon goed. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft al zijn tekortkomingen weggewerkt, wat een compliment waard is. Dat betekent niet dat wij het met het hele beleid van OCW eens zijn — ik herinner aan onze tegenstem bij het leenstelsel — maar de uitvoering ervan is goed verlopen. Dat is wat wij vandaag met elkaar ook mogen constateren. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik hoorde de heer Omtzigt zojuist iets zeggen over nivelleren of, hoe ik het liever noem, eerlijk delen. Er zijn heel veel groepen in de samenleving die last hebben gehad van de crisis en het voor hun kiezen hebben gehad. Wat stelt het CDA nou eigenlijk voor? Wat had het kabinet anders moeten doen? Hadden de lagere inkomens nog meer moeten inleveren? Had van de hogere inkomens minder gevraagd kunnen worden? Had de hypotheekrenteaftrek niet beperkt moeten worden? Wat is eigenlijk de opvatting van het CDA? Wat had er rechtser gemoeten? 

De heer Omtzigt (CDA):

Een aantal zaken; lees onze tegenbegrotingen. 

De heer Nijboer (PvdA):

Dat doe ik. 

De heer Omtzigt (CDA):

Heel goed. Dan had de heer Nijboer kunnen zien dat wij bijvoorbeeld eerder hadden gesneden in de subsidies voor elektrische en semi-elektrische auto's. Aan die zuinige auto's is in totaal 6 miljard uitgegeven. Dat hadden wij uitgegeven aan lagere accijnzen, dat had de heer Nijboer anders kunnen uitgeven. Wij hebben constant gewaarschuwd voor de problemen bij de pgb's. Die hebben een overschrijding van 400 miljoen opgeleverd. Niks bezuiniging. De uitvoeringskosten van de SVB waren twee keer zo hoog. Hetzelfde rampenscenario dreigt nu bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Als de plannen van de oppositie waren uitgevoerd en vooral daar waar de hele oppositie waarschuwde, was het nog net een tandje beter gegaan met dit land. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik dank de heer Omtzigt voor het antwoord op de niet gestelde vraag, namelijk wat er in zijn tegenbegroting stond. Die heb ik wel gelezen. Ik doel echter op zijn opmerking zojuist over eerlijk delen. Hij vindt dat het kabinet te eerlijk heeft gedeeld en dat er meer gevraagd had moeten worden van de lage inkomens en minder van de hoogste inkomens, want dat zou meer werkgelegenheid hebben opgeleverd. Ik vraag de heer Omtzigt welke maatregelen dat dan waren. Het was niet de accijnsverlaging, die iedereen betaalt, of een technische milieumaatregel die beter had gekund. De heer Omtzigt wil oneerlijker delen. Wat had hij dan gewild? 

De heer Omtzigt (CDA):

Een technische milieumaatregel is niet hetzelfde als 6 miljard aan subsidies voor schone auto's die achteraf niet schoon blijken te zijn. Ik probeer de hoofd- en bijzaken hier van elkaar te scheiden. Dat nivelleringsfeest waarover ik sprak, betekende hogere marginale tarieven voor de middenklasse en ontmoediging van arbeid en daardoor in de modellen van het CPB, die de heer Nijboer zo prijst, een licht hogere werkloosheid dan er anders was geweest. Was dat nivelleringsfeest er niet geweest, dan was de werkloosheid lager geweest en waren er ook inverdieneffecten geweest. Wij hebben in onze tegenbegroting constant tegenvoorstellen op tafel gelegd. Die kan de heer Nijboer ook gewoon lezen. Die hebben te maken met een vlaktaks, met een hypotheekrentetarief dat aftrekbaar was tegen het uniforme tarief van een vlaktaks. Die staan er allemaal gewoon in en die had de heer Nijboer gewoon kunnen zien. Die hadden in bepaalde gevallen prima uitgepakt. 

De voorzitter:

Tot slot de heer Nijboer. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik begrijp dus goed dat het CDA van de hoogste inkomens, waarvan inderdaad een hogere bijdrage is gevraagd, dat niet had willen doen. Het CDA wil dat graag terugdraaien en het halen bij de lagere inkomens. Dan is helder waar het CDA voor staat. Dat is heel iets anders dan waarvoor het kabinet heeft gekozen en in crises de rekening eerlijk delen, waar de PvdA voor staat. 

De heer Omtzigt (CDA):

De heer Nijboer had in de tegenvoorstellen kunnen zien dat het CDA de lastenverlichting het afgelopen jaar meer bij de middeninkomens, de gezinnen met kinderen en — ik wijs ook nog even op het amendement dat wij hebben ingediend met de ChristenUnie en de SGP — de alleenverdieners terecht had laten komen. Daarover zijn wij heel duidelijk geweest. De PvdA heeft radicaal andere keuzes gemaakt voor partners, wanneer bijvoorbeeld een van de partners ziek was. Dan zegt de PvdA dat dit helemaal niet erg is en dat die zelfs minder mogen verdienen dan een alleenstaande met hetzelfde inkomen. Dat is onnavolgbaar van de Partij van de Arbeid. 

Ik sluit nog even aan bij de opmerking van de heer Merkies over de 600 miljoen extra uitgaven, vooral de 400 miljoen op Defensie, in de slotwetten. Ik kom zo nog terug op Defensie. 

Er is ook nog een beperking in de controle. Voor een aantal zaken is geld rechtmatig uitgegeven, maar wij kunnen dit nog steeds niet goed controleren omdat de jaarrekeningen er niet zijn. Ik denk dan aan de ggz, de gemeenten en een heleboel partijen in het zorgveld, waarvoor het zorgvereveningsfonds zijn definitieve jaarrekening van de afgelopen jaren nog niet heeft opgemaakt. Formeel is geld rechtmatig uitgegeven op het moment dat de regering de Wmo-gelden naar de gemeenten overmaakt of de gelden bij de ziekenhuizen terechtkomen, maar de jaarrekeningen zijn er nog niet. De ggz is daar een zeer prangend voorbeeld van. Heeft de regering een plan om ervoor te zorgen dat wij rond 1 januari volgend jaar de problemen met de te late jaarrekeningen en het niet vaststellen daarvan opgelost hebben? Graag hoor ik een concreet voorstel van de minister van Financiën. 

Ik kom bij de drie kerndepartementen waarover de Rekenkamer zijn grootste zorg heeft geuit. Er zijn ernstige onvolkomenheden bij de Belastingdienst, het ministerie van Defensie en het ministerie van Veiligheid en Justitie. Dat zijn drie rode kaarten, en dat is onacceptabel. Dat waren er twee jaar geleden, vlak na het begin van deze kabinetsperiode, nog nul. Ze zijn dus ontstaan tijdens deze kabinetsperiode. De vraag van dit debat is of de premier de oplossing voor deze problemen aan zijn bewindslieden laat of dat hij ook zelf verantwoordelijkheid voelt voor de verdediging van ons land, voor de rechtsstaat en voor de correcte belastinginning. Ik krijg daarop graag een reactie. 

Ik begin met het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het ministerie van Veiligheid en Justitie, dat soms nog lijkt te functioneren als een partijkantoor of in ieder geval als de publiciteitsafdeling van de VVD, schrijft in zijn jaarverslag: "Tegelijkertijd zijn in 2015 belangrijke stappen gezet om de rechtstaat te versterken. […] De verbeterde samenwerking tussen de partners in de strafrechtketen werpt zijn vruchten af: de keten als geheel presteert sneller en beter." Dit is de keten van de politie die strafbare feiten constateert, het OM dat de opsporing doet, de rechtbanken en daarna de gevangenissen. Wat schrijven de individuele partners? Korpschef Erik Akerboom: "Ik vraag me af of de politie zonder extra geld kan blijven doen wat ze doet." Het rapport Handelen naar waarheid, dat gaat over opsporing: "In algemene zin is er sprake van een gemis aan financiën en innovatiekracht om opsporingsprocessen te ondersteunen." Het jaarverslag van het OM dat vandaag is verschenen: "De kwaliteit en het prestatievermogen van het OM staan onder zware druk." De Algemene Rekenkamer heeft grote kritiek op de nationale politie, kan niet vaststellen of de bezuinigingen een effect hebben gehad op het gevangeniswezen en kan ook niets vaststellen over het programma Versterking prestaties strafrechtketen. 

Er is dus sprake van twee departementen van Veiligheid en Justitie: één werkelijkheid van de minister en het ministerie en één werkelijkheid die wordt gedeeld door de Algemene Rekenkamer, de oppositie in de Tweede Kamer, het OM, de politie, de rechters en het gevangeniswezen. Deelt de regering de mening dat de door mij geciteerde zin uit het jaarverslag van het ministerie van Veiligheid en Justitie niet klopt? Betekent dat ook dat deze zin gewoon opnieuw geschreven zou moeten worden? 

Dan de Belastingdienst. Het is bijzonder dat de zware onvoldoende gehandhaafd wordt. Dat geldt met name voor de conclusie van de Algemene Rekenkamer dat de kern van de democratie wordt geraakt omdat veranderingen in de belastingwetgeving niet of met grote risico's kunnen worden uitgevoerd. Als het gaat om de Belastingdienst, zou de Kamer gewoon besluiten moeten kunnen nemen. We krijgen elk jaar de meest fantastische halfjaarrapportages maar het werkelijke verhaal, inclusief alle uitroeptekens en alarmbellen, moeten we van de Algemene Rekenkamer vernemen. Het is schokkend om te zien dat bijna elke belastinghervorming, inclusief een hervorming van toeslagen — door velen hier gewenst — bijna niet of niet uitvoerbaar is. Ik vroeg de staatssecretaris bij de plannen voor de reorganisatie of die wel te combineren waren met de belastingherziening. Hij zei toen ja. De urgentie op het toeslagenstelsel is niet minder geworden. Hoe gaan we hier nu mee verder? Kunnen wij van de regering een lijst ontvangen van hervormingen die wel mogelijk zijn bij de volgende kabinetsformatie? Hoe gaan wij hier met zijn allen een plan maken? Krijgen wij dan allemaal "njet, het kan niet" te horen? In een bijzin staat dat we de komende zeven jaar nog maar één keer één btw-tarief kunnen veranderen. Nu moet je dat niet elk jaar willen doen, maar het feit dat je het helemaal niet kunt vanwege niet-werkende computers is de andere kant van het verhaal. 

Over de gigantische IT-tekortkomingen heb ik een concrete vraag. De Algemene Rekenkamer schrijft dat de vernieuwing van het systeem van de omzetbelasting — het oude systeem functioneerde in 2011 niet meer en in 2015 zou het vervangen zijn — definitief is afgeblazen in 2015 nadat ze eerder was stilgelegd. Wanneer is dat ooit met een duidelijke Kamerbrief meegedeeld aan de Kamer? Wat heeft het nieuwe systeem, dat nooit in gebruik genomen is, eigenlijk gekost? Welke gevolgen heeft dit voor de Belastingdienst? 

Defensie is het derde probleemgeval. Een woord van waardering voor de minister van Defensie en de staatssecretaris van Financiën, die in ieder geval toegeven dat er problemen zijn. Wat dat betreft zijn zij al één stap verder dan de minister van Veiligheid en Justitie. Als je in je jaarverslag niet erkent dat er problemen zijn, dan zal de oplossing van die problemen natuurlijk veel lastiger zijn of zullen de problemen gewoon niet worden opgelost. Het is echt onverantwoord dat Defensie en daarmee Nederland voor het eerst niet kan voldoen aan de doelstelling om het Nederlandse grondgebied te verdedigen. Dat is de grondwettelijke taak conform artikel 97 van die wet: "Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht." En dan staat er in het jaarverslag dat de krijgsmacht het eigen grondgebied niet kan verdedigen. 

De operationele gereedheid van de eenheden is slechts 59%, terwijl die twee jaar geleden ver boven de 70% zat. Dat moesten wij lezen in het rapport van de Rekenkamer, want in het jaarverslag van Defensie konden wij die cijfers niet vinden. Ik geef een voorbeeld uit de brief van september van de minister van Defensie. Wij hebben 67 F-16's. Daarvan zouden er elf paraat moeten zijn. De doelstelling was om er per 1 januari 2016 zes paraat te hebben. Wij hebben achttien NH90-helikopters. Volgens de eigen slappe doelstellingen van Defensie moesten er daarvan twee paraat zijn. Op 1 januari 2016 was het er eentje. Wij hebben twee luchtverdedigingspelotons voor de middellange afstand. Volgens de regering "is de gegevensuitwisseling met het NAVO-luchtverdedigingssysteem met het huidige radiosysteem niet mogelijk." Ze zijn dus niet operationeel, net als de Patriots, die moeten worden nagekeken. Effectief hebben wij dus geen luchtverdediging, omdat wij gegevens niet kunnen uitwisselen met onze NAVO-partners. Een gemechaniseerd bataljon had geen voertuigen en moest te voet trainen. In de rest van de wereld lacht men zich suf, maar het is om je kapot te schamen. 

Ik kan nog even doorgaan, maar ik stel een aantal kernvragen. Wordt ons land wel adequaat beveiligd tegen dreiging van buitenaf? Hoe kijkt de premier hiertegen aan? Was hij geschokt of wist hij dit? Kan de regering per onderdeel aangeven hoe de gereedheid op dit moment is, zoals in de brief van september is aangegeven? Waarom stond het niet in het jaarverslag? Omdat dit zo slecht is, vraag ik de regering om vanaf nu per kwartaal, op 1 juli, 1 oktober, 1 januari en 1 april te rapporteren hoe het met de gereedheid gesteld is. Als dat niet kan, kan ik er altijd Kamervragen over stellen, maar ik neem aan dat wij er, als het op zo'n belangrijk onderdeel mis is, geen groot project van hoeven te maken om deze essentiële vragen beantwoord te krijgen. 

Ik kom op een aantal losse onderwerpen. De asielkosten lopen in de miljarden. De Rekenkamer geeft aan dat het moeilijk te meten is. Er is niet één getal op te plakken. De gevolgen voor de lange termijn voor zorg en onderwijs na het eerste jaar opvang zijn nog niet in kaart gebracht. Het is onduidelijk wat er precies gebeurt met de begrotingsreserve voor asiel. Wat wordt er met dat half miljard gedaan? Hoe kunnen wij als Kamer inzicht krijgen in en grip houden op de uitgaven? Graag een reactie, inclusief een voorstel over hoe dit zich het komend jaar kan ontwikkelen. Dit is een onzekere post, veel onzekerder dan welke andere post op de begroting ook. Daar heeft de CDA-fractie alle begrip voor, maar wij moeten wel duidelijkheid hebben over wat daar gebeurt. 

Eenzelfde vraag hebben wij over de reserve voor duurzame energie. Die bedraagt inmiddels meer dan een miljard, opgebracht door de opslag die Nederlanders daarvoor op hun energierekening betalen. Wordt dat geld ook wettelijk voor duurzame energie uitgegeven? Kan de minister dat garanderen? 

Op het punt van de MH17 is veel inzet gepleegd door de regering, maar vooral door het team dat er constant aan werkt. Er werden veel verdragen verlengd en er wordt veel internationaal overleg gepleegd. Wat heeft de premier in 2015 zelf gedaan om zijn drie doelstellingen dichterbij te brengen? Wanneer kunnen wij welk resultaat verwachten? Al in het najaar van 2014 werd de Kamer beloofd om met een vervolgingsstrategie te komen. Hoe kunnen wij, als er een keer een verdachte in beeld is, die verdachte voor een rechtbank brengen? Dat zouden wij in november 2014 horen, maar dat is nog steeds niet bekend. Wanneer krijgen wij er uitsluitsel over? Bijna 300 mensen zijn met een raket om het leven gebracht in een gebied waar twee supermachten een proxyoorlog voeren. Er moet voldoende bewijs beschikbaar zijn op een aantal bureaus in Washington en Moskou. 

De decentralisaties gingen te snel. Het CDA waarschuwde: wat gaan we doen met gemeenten en ziekenhuizen die geen goedkeurende accountantsverklaring krijgen door onzekerheden in de Wmo? De eerder genoemde ggz is een megaprobleem door de risicoverevening. Wanneer krijgen we grip op deze geldstromen? Hoe kan het dat de personele kosten op het ministerie van VWS en bij de zbo's tientallen procenten hoger zijn dan begroot? Premier Rutte beloofde een kleinere overheid, maar bij VWS is voor het tweede jaar op rij op het kerndepartement en bij de zbo's die daaromheen hangen, 30% meer uitgegeven aan personeel en materiaal dan begroot. 

De minister van Financiën had het vast verwacht: ik sluit af met de accijnzen. De accijnzen op diesel en lpg kennen wederom een tegenvaller na die verhoging met 74 miljoen. Sjonge, wat een verrassing! Er wordt dan altijd gezegd dat er minder wordt getankt, omdat auto's zuiniger worden. Alleen kennen de accijnzen op benzine, waarvoor die extra verhoging niet gold, een meevaller van 153 miljoen. Helaas, de grenseffecten zijn heel reëel en die accijnsverhoging heeft daardoor geld gekost. Hoe zit het met de opvolging van de aanbeveling van de ARK om dan maar jaarlijks te gaan rapporteren over de effecten van het beleid op zuinige auto's? De ARK heeft twee jaar snoeiharde kritiek gehad — ik heb het net tegen de heer Nijboer gezegd — en een van de aanbevelingen was om te bekijken hoeveel elke subsidieregel dit jaar heeft gekost en wat de opbrengsten ervan zijn voor het milieu en voor de vermindering van de CO2-uitstoot. Wij konden die in het financieel jaarverslag niet vinden. Is de regering bereid om die alsnog aan de Kamer te doen toekomen, zodat wij kunnen achterhalen met hoeveel geld wij de Mitsubishi Outlander eigenlijk hebben gesubsidieerd? 

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Aan het begin van dit debat wil ik graag terugkijken op het coalitieakkoord dat we in 2012 hebben gesloten. Het is namelijk de laatste keer dat wij het met missionaire kabinet over de verantwoording spreken. Als je terugkijkt naar 2012, zie je dat de economie toen eigenlijk aan gort lag: economische krimp jaar op jaar, koopkrachtdalingen van vele procenten, oplopende werkloosheid en afnemende werkgelegenheid. De verzorgingsstaat was aan groot onderhoud toe. De PvdA is groot voorstander van een goed functionerende verzorgingsstaat, zodat iedereen wat van zijn leven kan maken, in het onderwijs zijn talenten kan ontplooien, wordt opgevangen wanneer het een keer tegenzit en goede zorg krijgt. 

De verzorgingsstaat moet wel meebewegen met de veranderingen door de tijd heen. Wat betekent het bijvoorbeeld voor de zorg dat mensen ouder worden? Een ander voorbeeld is dat de huizen gefinancierd moeten kunnen blijven worden en beschikbaar moeten blijven voor iedereen. Er moeten voldoende huurwoningen zijn en dat vergt aanpassingen. Dat was allemaal jarenlang, decennialang blijven liggen. Nog weer een ander voorbeeld is de werkende samenleving, want in veel meer huishoudens werken beide partners. Dat vergt aanpassingen en meer investeringen in de kinderopvang en de sociale zekerheid. De arbeidsmarkt moet ook veranderen: meer zekerheid voor flexwerkers. 

Hoe is er de afgelopen drie jaar gepresteerd? Als je kijkt naar wat er is gebeurd met al die maatregelen in het regeerakkoord, zie je dat die in die tijd allemaal zijn uitgevoerd. Ze zijn in wetgeving omgezet en tot resultaat gebracht. Dat groot onderhoud heeft veel pijn en moeite van de Nederlanders en de Nederlandse ondernemers gevraagd. Er is bijna geen groep geweest die dat niet heeft gemerkt. Als je de huidige cijfers vergelijkt met die uit 2012, zie je dat er nog problemen genoeg zijn in de samenleving. Zo is de werkloosheid nog steeds veel te hoog. Tegelijkertijd zie je ook dat het nu wel degelijk beter gaat en het was dan ook nodig om deze maatregelen te nemen. De werkloosheid neemt af in plaats van toe. De werkgelegenheid neemt weer toe in plaats van af. Vorig jaar is voor het eerst in de geschiedenis het punt van 10 miljoen banen in Nederland gepasseerd. Je ziet verder dat andere terreinen, bijvoorbeeld de koopmarkt, stabiliseren en dat is goed, want dat was noodzakelijk. Het is een goede basis om op voort te bouwen. 

Wat je ook ziet is dat de winsten van bedrijven ontzettend zijn toegenomen, jaar op jaar. Anders dan bij het mkb zijn vooral bij het grootbedrijf de winsten enorm toegenomen. Dat is al jaren aan de gang. Het is dan ook niet voor niets dat de president van de Nederlandsche Bank, beroepshalve toch van conservatief signatuur, erop wijst dat werknemers er te weinig bij hebben gekregen en dat er ruimte is voor loonsverhoging. Dat pleidooi heb ik al eerder gehouden bij de Financiële Beschouwingen en ik wil het hier namens de PvdA graag ondersteunen. Als je namelijk kijkt naar de afgelopen tien, twintig jaren, naar de economische groei die er al jarenlang is en naar wat daarvan bij bedrijven terechtkomt en wat bij werknemers, dan groeit dat uit elkaar. Het groeit uit het lood. De PvdA vindt dat iedereen die heeft meegewerkt aan het economisch herstel en de economische groei, iedereen die het de afgelopen jaren voor de kiezen heeft gekregen en een nullijn heeft gehad, daarvan mee mag profiteren. 

Vorig jaar heeft de PvdA-fractie het kabinet gevraagd om voor de overheidssector —verpleegkundigen, militairen, onderwijzend personeel — extra geld uit te trekken om eindelijk weer loonsverhogingen mogelijk te maken. Dat is gebeurd. Ook in het fiscale stelsel is er afgelopen jaar 5 miljard beschikbaar gesteld voor werkenden met lage en middeninkomens. Dat is ook gebeurd. Nu is de marktsector aan zet en de PvdA vraagt het kabinet om samen met de sociale partners, met werkgevers en werknemers, in overleg te treden om ook daar hogere lonen te realiseren, zodat ook zij meeprofiteren van het economisch herstel. Wij hebben daar een goede traditie in. Er zijn afspraken gemaakt in het sociaal akkoord. In het verleden hadden we het Akkoord van Wassenaar. Het waren vaak moeilijke maatregelen die genomen moesten worden, maar nu kunnen we ook afspraken maken over het economisch herstel en over aan wie het rendement en wat we verdienen met zijn alleen, toevalt. Wat de PvdA betreft, moet dat ook aan werknemers toevallen. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

De heer Nijboer zegt: het gaat niet zo hard, maar de werkloosheid neemt af. De jeugdwerkloosheid was in maart 2015 10,8% en nu is die 11,2%. Hij neemt niet af, hij neemt toe! Er was een dieptepunt, een hoogtepunt, een punt waarop die het laagst was, in maart 2015; niet nu. Als ik de heer Nijboer daarmee confronteer en vaststel dat het kabinet tot nu toe met zijn banenplannen en zijn ambassadeurs nog niet in staat is geweest om ook maar iets te doen aan het schandalig hoge percentage jeugdwerklozen, zou het dan niet wenselijk zijn dat, als wij afspraken maken, in Wassenaar of in welk oord dan ook, die afspraken zouden gaan over banen en de aanpak van de jeugdwerkloosheid, in plaats van over meer koopkracht? 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik ben groot voorstander van meer banen en vorig jaar is de maatregel met betrekking tot het fiscale stelsel, die 5 miljard, volledig ten goede gekomen aan werkenden met een lager en middeninkomen. Het geld kwam tegoed aan werkgevers die mensen met een laag inkomen in dienst nemen, juist mensen die rond 110% of 120% van het minimumloon verdienen, om banen voor hen te creëren. De heer Grashoff noemt de jeugdwerkloosheid. Mijn nog grotere zorg is de werkloosheid onder ouderen. Als je 55+ bent en je wordt ontslagen, krijg dan nog maar eens een baan. Als je de cijfers ziet, dan vind ik dat pas echt zorgwekkende cijfers. Ik vraag het kabinet ook wat het daaraan heeft gedaan. De Rekenkamer heeft daar een heel onderzoek aan gewijd. Wat is het kabinet nog verder van plan om daaraan te doen? Dat is de grootste zorg. Ik heb ook in mijn eigen bijdrage gezegd: de werkloosheid daalt — de cijfers gaan naar beneden, u kunt er een groep uitlichten — maar nog niet genoeg. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Mijn volgende interruptie zou gaan over de werkloosheid onder ouderen en de langdurige werkloosheid. Dat is buitengewoon kwalijk en Nederland staat heel laag in de Europese ranking met betrekking tot de langdurige werkloosheid. We scoren daar slecht in. Ik hoor de heer Nijboer een pleidooi houden voor meer koopkracht. Dat hoor ik hem doen. Ik hoor hem hier niet een pleidooi houden voor heel goede, duidelijke, gerichte maatregelen voor meer banen. Ik hoor hem niet eisen dat het kabinet echt komt met een kwantitatieve doelstelling en dat het keiharde afspraken maakt met werkgevers. Dat hoor ik hem niet vragen. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik zou dit geen "aanval" willen noemen, maar een kritische noot van GroenLinks over bedrijfswinsten die enorm toenemen. Zelfs de president van de Nederlandsche Bank zegt: laat ze ook aan werknemers toevallen, dat is ook goed voor het mkb, want dat kan dan meer afzetten, wat weer meer werkgelegenheid creëert. Het lijkt of die oproep niet wordt gesteund, terwijl die juist bedoeld is om banen en werkgelegenheid te creëren. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Natuurlijk zijn wij het eens over het aanwenden van die winsten. Natuurlijk! Het gaat erom waar je die aan besteedt en waar je prioriteiten legt. Ik stel vast dat de PvdA de prioriteit legt bij koopkracht en niet bij banen. 

De heer Nijboer (PvdA):

De logica van GroenLinks ontgaat mij volledig. Je kunt aan elke mkb'er vragen wat het in de hand houden van de koopkracht betekent voor zijn afzet en voor het aantal mensen dat hij in dienst neemt. Als GroenLinks die analyse niet deelt, zijn we wel erg ver uit elkaar gegroeid. Het is echt te doen om de werkgelegenheid. Het gaat niet alleen om het laten delen in de bedrijfswinsten maar ook om het stimuleren van de werkgelegenheid. Daar is alles op gericht. Je ziet ook dat het nu beter gaat met de werkgelegenheid; de grens van 10 miljoen is vorig jaar gepasseerd. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik hoorde vanochtend ook het pleidooi van de Partij van de Arbeid en ik ben er blij mee. Het zijn de werkenden die met hun allen bijgedragen hebben toen het slecht ging en nu het wat beter gaat, moeten zij ook profiteren. Ik hoor u echter niet zeggen of hetzelfde geldt voor 65-plussers, die ook hebben bijgedragen — en relatief zelfs meer — aan de oplossing van de economische crisis. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik ben het zeer eens met de heer Krol dat de ouderen het ook zwaar voor de kiezen hebben gehad in de afgelopen jaren. Ik wijs op de problemen bij de pensioenfondsen. Die vallen niet onder de overheidstaken, maar raken wel de ouderen. Het kabinet heeft toen 900 miljoen euro uitgetrokken om hen niet door de nullijn te laten zakken. De huidige cijfers laten een dikke min voor ouderen en een dikke plus voor werkenden zien. Dat kan niet de uitkomst zijn, dat is niet evenwichtig. In augustus verwachten wij van het kabinet dan ook voorstellen om tegemoet te komen aan ouderen. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik ben heel gelukkig met die steunbetuiging van de Partij van de Arbeid. Laten we ook niet vergeten dat alle maatregelen die tot nu toe genomen zijn, eenmalig zijn. Ook deze ouderen verdienen structureel verbetering. Ik hoop ook daarbij de Partij van de Arbeid aan mijn zijde te vinden. 

De heer Nijboer (PvdA):

Natuurlijk. Je moet altijd kijken of het effect al dan niet eenmalig is. Als er eenmalig koopkracht wordt verloren, dan moet dat gecompenseerd worden. Het is vaak echter nog veel beter om het structureel te regelen. Meestal is het een mix, zoals de heer Krol de afgelopen jaren ook heeft gezien. Dat is met alles in het leven. 

De heer Merkies (SP):

Ik ben het eigenlijk zelfs niet eens met mijn collega van GroenLinks dat de PvdA kiest voor koopkracht en niet voor banen. De PvdA kiest namelijk niet voor koopkracht en daarom dus ook niet voor banen, met name waar het die lage inkomens betreft. Die 5 miljard is natuurlijk helemaal niet alleen maar naar lage inkomens gegaan; die is wel degelijk naar hoge inkomens gegaan. Op zich begrijp ik de oproep aan de werkgevers. Is die echter ook niet een beetje gratuit? Eigenlijk wordt daarmee gezegd: wij hebben niets kunnen doen voor die koopkracht en nu hopen we dat de werkgevers het gaan doen. Wat als de werkgevers het niet doen? Wat dan? 

De heer Nijboer (PvdA):

Dit slaat toch helemaal nergens op? We komen uit een situatie van -2% koopkracht in 2012. Dit jaar is de koopkracht 2%, mede door 5 miljard voor lagere en middeninkomens, mede door het kabinetsbeleid. De salarissen van leraren zijn gestegen, evenals die van ambtenaren en militairen, mede door het kabinetsbeleid. Dat is direct koopkracht. Het kabinet werkt goed samen met sociale partners. Ik roep het kabinet op om ook afspraken te maken in goede tijden, als het wat beter gaat, over het eerlijk verdelen van de winsten die bedrijven maken. Dat is wat ik hier doe. Het kabinet heeft dat op verschillende terreinen eerder gedaan, waaronder in het sociaal akkoord. Die oproep doe ik hier. 

De heer Merkies (SP):

De heer Nijboer probeert altijd alles wat goed gaat, wereldwijd, naar zich toe te trekken. Wij profiteren nu enigszins van de internationale economie, wat zeer lange tijd niet is gebeurd dankzij dit beleid. Hij moet vooral niet zeggen: wij hebben extra koopkracht gegeven aan ambtenaren. Ambtenaren hebben jarenlang op de nullijn gestaan en dan gaat de heer Nijboer zeggen: nu zetten we ze niet meer op de nullijn en geven we ze extra geld. Dat is een omkering van zaken. 

De heer Nijboer (PvdA):

Er is van iedereen een behoorlijke bijdrage gevraagd in de afgelopen jaren; van iedereen, dus ook van mensen in het onderwijs en van ambtenaren. De heer Merkies heeft daar gelijk in. Dat gold ook voor ouderen. Dat gold voor alle groepen. De trend is echter gekeerd en de PvdA wil iedereen laten meeprofiteren. Ik snap werkelijk niet welk bezwaar de heer Merkies daarin ziet. 

De heer Merkies (SP):

De heer Krol heeft al gevraagd naar de ouderen. We weten dat uitkeringsgerechtigden ook vaak erbij inschieten. Zij zitten vaak het slechtst, helemaal onderin, als het gaat om koopkracht. Gaat dat nu veranderen? Ik heb de heer Nijboer hier niet over gehoord. Gaat hij zich daar ook hard voor maken? 

De heer Nijboer (PvdA):

In Nederland zijn de uitkeringen terecht gekoppeld aan de lonen. Hoger loon leidt daardoor automatisch tot hogere uitkeringen en ook hogere AOW-uitkeringen. Wij zijn daar voorstander van. Het is onbespreekbaar om die koppeling los te laten, dus zij zullen er ook van meeprofiteren. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik ben blij met het voortschrijdend inzicht van de heer Nijboer dat koopkracht goed is voor de economie. Je kunt koopkracht op verschillende manieren bereiken. De PvdA legt nu heel makkelijk de bal bij de werkgevers: de lonen moeten omhoog en we gaan met z'n allen weer om de tafel om daarvoor te zorgen. Je zou het ook kunnen bereiken met belastingverlaging. Ik weet dat woord "belastingverlaging" niet voorkomt in het woordenboek van de PvdA; dat kennen ze niet. Maar de btw-verhoging heeft natuurlijk niet geholpen om de economie weer op gang te krijgen. Wil de PvdA iets doen aan de lonen, dan moet ze eerst zorgen voor belastingverlaging en daarmee meer koopkracht. Daardoor gaat de werkloosheid omlaag. En als de werkloosheid omlaag gaat, komt er vanzelf meer druk op de lonen. Dat is de heer Nijboer als econoom toch met mij eens? 

De heer Nijboer (PvdA):

Er is dit jaar 5 miljard aan lastenverlichting op werk gegeven, juist om de werkgelegenheid en de koopkracht te stimuleren. De PVV heeft daartegen gestemd, maar ik begrijp nu dat de PVV daar graag voor had gestemd. Dat is gerealiseerd. 5 miljard is niet weinig. Het is een groot bedrag en het heeft ook grote effecten. De heer Merkies heeft gelijk dat het economisch herstel ook door andere zaken komt. Het komt ook door export, internationale ontwikkelingen en dingen die mensen zelf ondernemen, maar het overheidsbeleid heeft dat wel ondersteund, zeker de lastenverlichting voor lagere en middeninkomens. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Laat ik dan gelijk het bruggetje maken naar de gepensioneerden. Wij hebben gisteren ons voorstel gelanceerd om de meevaller voor de staatskas van 1 miljard door te geven aan de gepensioneerden die last hebben van de lage rente terwijl de staatskas juist profiteert van die lage rente. Vindt de heer Nijboer niet ook dat we dat niet tot volgend jaar moeten laten wachten, maar dat we nu ter plekke, vandaag die gepensioneerden tegemoet moeten komen? Die gepensioneerden zijn al tien jaar het kind van de rekening, de rekening van de PvdA. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb het miljard dat de heer Van Dijk zo lumineus in de begroting heeft gevonden, niet gevonden. Ik vraag graag aan de minister van Financiën of hij dat nog overheeft. Ik ben het ermee eens dat ouderen extra aandacht verdienen. Als je nu de koopkrachtcijfers van volgend jaar ziet voor ouderen ten opzichte van anderen, dan is het beeld niet evenwichtig. De PvdA-fractie verwacht voorstellen van het kabinet om dat te verbeteren en ouderen tegemoet te komen. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dat miljard zit in de rentelasten. Vorig jaar betaalde deze minister van Financiën 1 miljard minder aan rentelasten dan het jaar daarvoor, dankzij een halvering van de rente en dankzij de lage rente van de ECB. Die 1 miljard heeft deze minister van Financiën in de schoot geworpen gekregen. Hij danst op tafel vanwege een meevaller waardoor het tekort 1 miljard lager uitvalt, maar de gepensioneerden zijn de gedupeerden. Zij krijgen lagere pensioenen die niet geïndexeerd worden. Het is niet meer dan redelijk om het feestje van deze minister door te geven via verlichting voor de gepensioneerden. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb zojuist al aangegeven, ook in de richting van de heer Krol, dat het koopkrachtbeeld voor de ouderen voor volgend jaar gecompenseerd moet worden. Aan de dekking en de voorstellen van de PVV rammelt meestal het een en ander. Het viel mij nog mee dat het voorstel de 24 uur haalde. De vorige keer dat de PVV iets over de AOW zei, was dat binnen een dag weer van tafel. Toen was het nog onbespreekbaar ook. 

Ik kom toe aan het tweede hoofdthema uit het regeerakkoord: eerlijk delen. Daar spraken we zojuist al over. Het kabinet heeft dat gedaan, aan de ene kant via normalisering van gedrag en beloningen in de publieke sector, met de Wet normering topinkomens. Er zijn geen Maserati-corporatiebestuurders meer en ook geen zorgbestuurders die met een paar ton naar huis gaan. Dat is verleden tijd, ook in de financiële sector. Daar hebben we uitgebreide debatten over gevoerd en we hebben samen met de SP aangescherpte wetgeving tot stand gebracht. We kennen de strengste bonuswetgeving van Europa. Maar hetzelfde geldt aan de andere kant voor het algemene inkomensbeeld. Dat gaat niet vanzelf. De heer Omtzigt zei het al: de marginale tarieven zijn hem te hoog en de hogere inkomens worden hem te veel gepakt. Het vergt beleid om elk jaar weer een evenwichtig en eerlijk inkomensbeeld te krijgen. Dat is de afgelopen jaren gelukt. Dat neemt niet weg dat heel veel mensen bij economische krimp de pijn hebben gevoeld. Ook de tekorten op de huurtoeslag zijn een terugkerend probleem. Volgens de PvdA-fractie mankeert er het een en ander aan de raming. Als je elk jaar zo veel honderden miljoenen ernaast zit, vraag ik me af hoe dat kan. Wordt die raming aangepast? Ontvangers van huurtoeslag mogen namelijk niet de dupe worden van slechte ramingen hier in het Haagse. 

Het derde punt: gezonde overheidsfinanciën. Er is helemaal niets sociaal aan hoge overheidstekorten. We kwamen uit een tijd waarin de staatsschuld in een paar jaar van 45% naar 75% was opgelopen; er dreigde zelfs een stijging naar 90%. Als je dat laat gebeuren in een vergrijzende samenleving gaat het mis. Dan gaan de overheidsfinanciën uit het lood, maar erger nog, je kunt dan in de toekomst de sociale voorzieningen niet meer betalen. Het kabinet is erin geslaagd, de overheidsbegroting netjes te beheren. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

De heer Nijboer legde de vinger bij een punt dat allang speelt, de huurtoeslag. Volgens hem zijn de ramingen niet goed en hij vroeg wanneer ze worden aangepast. Maar het zijn natuurlijk niet alleen de ramingen. Als je de huurtoeslag op peil wilt houden, moet er geld bij als de ramingen hoger uitvallen. Zegt de PvdA nu dat, als de ramingen hoger uitvallen, er meer geld bij moet om het probleem van de huurtoeslag aan te pakken? 

De heer Nijboer (PvdA):

Dit probleem speelt al langer; ik heb het al vaker opgebracht. De begroting van minister Blok heeft eigenlijk maar één begrotingspost, de huurtoeslag. Als die dan tegenvalt, moet hij daar direct in snijden. De huurtoeslag wordt volgens afspraak betrokken bij de besluitvorming over de koopkracht in augustus. Dat is anders dan anders, want departementen moeten normaal gewoon hun broek ophouden. De PvdA-fractie heeft jaar op jaar, overigens ook een keer samen met de ChristenUnie, deze tegenvallers gecompenseerd. Dit ligt dan ook in augustus weer op tafel. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Maar dan is het dus niet alleen een kwestie van de ramingen. Als de ramingen uitwijzen dat er meer mensen gebruikmaken van de huurtoeslag, dan kun je wel iets aan de ramingen doen, maar dan los je het probleem niet op. Is het alleen een technisch probleem of moeten we de huurtoeslag gewoon op peil houden? 

De heer Nijboer (PvdA):

Beide. Een technisch probleem kan overigens wel tot reële problemen leiden. We hebben nu een tegenvaller in de huurtoeslag die bij de koopkrachtbesluitvorming wordt betrokken, zoals is afgesproken tijdens de Financiële Beschouwingen dan wel het Verantwoordingsdebat van vorig jaar, waarbij het helpt als de ramingen op orde komen. Dan voorkomen we dat we volgend jaar hetzelfde krijgen. Ik pleit daarom voor beide. 

De voorzitter:

Gaat u verder. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik kom toe aan het beleid over 2015. De Rekenkamer complimenteerde de regering voor de rechtmatigheid. Nederland is daarbij een toonbeeld. Verder complimenteerde de Rekenkamer de regering met het aantal onvolkomenheden, dat enorm is teruggelopen, in het bijzonder bij OCW. Wij sluiten ons daarbij aan. Tegelijkertijd zijn er problemen met de kerntaken van de overheid: defensie, veiligheid en belastinginning. Dat zijn klassieke taken van de overheid, die ze goed moet vervullen. Ik sluit ten aanzien van Veiligheid en Justitie en Defensie aan bij de vragen van de voorgaande sprekers. Wat heeft het kabinet in 2015 gedaan? Acht het kabinet dit zelf voldoende, gegeven de ernstige onvolkomenheden die de Algemene Rekenkamer nu nog constateert? Wat gaat het kabinet doen om die ernstige onvolkomenheden te verhelpen en welk tijdpad hoort daarbij? 

Ten aanzien van de Belastingdienst snapt de PvdA-fractie dat jaren van achterstallig ICT-onderhoud niet in een of twee jaar of zelfs in drie jaar zijn opgelost. Dat zal nog een probleem blijven, maar bij de Belastingdienst spelen bredere problemen. Ook de doelstellingen die dit jaar gehaald zouden worden, zijn niet gehaald. Toen die doelstellingen werden geformuleerd, wist men al van die ICT-problemen. Ik noem een voorbeeld: er zou 570 miljoen binnen worden gehaald via de extra investering in belastinginspecteurs; dat is 430 miljoen geworden. Dat is een fors verschil in tijden van belastingontwijking. Een tweede voorbeeld: er wordt natuurlijk ook gecontroleerd of mkb'ers hun belasting netjes betalen. Er zouden tussen 36.000 en 38.000 mkb'ers/ondernemers gecontroleerd worden en er zijn er ruim 25.000 gecontroleerd. Dat zijn er 10.000 minder; dat is een derde minder. Hoe is dat mogelijk? Worden deze doelstellingen dit jaar wel gehaald? En wat heeft dit eigenlijk aan opbrengst gekost? De gemiddelde opbrengst van een mkb-controle was €31.000. Als je dat gemakshalve vermenigvuldigt met 10.000, lijkt het erop dat er 300 miljoen euro minder is binnengehaald dan had gekund. Klopt deze rekensom en wat gaat het kabinet hieraan doen? 

In het rapport van de Rekenkamer is ingegaan op het beleidsinhoudelijke aspect. De heer Merkies sprak al over de 30%-regeling voor mensen die vanuit het buitenland hier komen werken. De vraag daarbij is of die regeling inhoudelijk voldoende is onderbouwd. Zijn die kosten nou echt jaar op jaar 30% van het salaris? Het gaat immers om een compensatie voor deels in Nederland wonende buitenlanders voor de kosten die zij maken, maar maken zij nou echt zulke vreselijk hoge kosten? We hebben toch hartstikke goede publieke voorzieningen? Zo duur zijn onze scholen en ziekenhuizen toch niet? Moeten we dat allemaal wel zo subsidiëren en leidt dit niet tot verdringing van Nederlandse arbeidskrachten? Ik had zojuist een discussie met de heer Grafhoff over de werkloosheid in Nederland. Is er nou echt sprake van toegevoegde banen? De PvdA-fractie is kritisch over die regeling en vraagt het kabinet om een beleidsinhoudelijkere reactie dan de beleidsreactie die wij hebben gekregen en die neerkomt op "we willen er wel naar kijken". 

De garanties en de garantstellingen zijn veel beter in beeld. De PvdA-fractie vindt dat dit goed is gedaan. We hebben daar eerder debatten over gehad. Er zijn enorme risico's, onder andere vanwege de eurocrisis, maar ook met betrekking tot de financiële sector. Die risico's zijn inzichtelijker gemaakt. Op één punt wil de PvdA-fractie graag meer duidelijkheid over de risico's voor de overheidsbegroting. Dat betreft het beleid van de ECB. Via de nationale centrale banken worden veel leningen opgekocht. Dat brengt risico's met zich mee. Uiteindelijk heeft de Nederlandsche Bank wel een voorziening getroffen, maar dat is niet het totale inzicht in de risico's die de overheidsfinanciën daardoor lopen. Ik hoor of zie op dit punt dus graag een analyse: wat betekent het ECB-beleid voor de risico's voor de Nederlandse begroting? 

Het tweede punt heeft met de gaswinning te maken en is de afgelopen tijd in de media geweest. Wat gebeurt er met de compensatie voor slachtoffers als er in de loop der jaren minder of helemaal geen gas meer wordt gewonnen in Groningen? Dat zijn mensen van wie het huis stuk of beschadigd is. Daar zijn afspraken over gemaakt. Worden die afspraken nagekomen? Hoe is dat geregeld? Als de NAM niets meer verdient, wie betaalt dit dan? De NAM is wel aansprakelijk, maar van een kale kip kun je niet plukken. Is daarover nagedacht en heeft het kabinet geregeld dat schade of komende schade — die aardbevingen kunnen nog tien à vijftien jaar doorgaan — wordt vergoed? 

Ik kom tot de afronding van mijn betoog. De kern van het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren is dat de verzorgingsstaat, die groot onderhoud nodig had en waarin problemen jaren vooruit zijn geschoven, ook door niet al te moedige politieke beslissingen — en daar kwam een financiële crisis overheen — weer bij de tijd is gebracht. Dat biedt ook ruimte voor nieuwe noodzakelijke investeringen in de toekomst. Als je bekijkt hoe de overheidsbegroting ervoor staat, zie je dat het houdbaarheidstekort, het tekort om onze voorzieningen in de toekomst te betalen, is omgeslagen in een overschot. Je ziet zelfs dat we in de nabije toekomst aankoersen op overheidsoverschotten in plaats van -tekorten, ook al moeten we natuurlijk nog zien of dat zo is, want we weten wat de voorspellingen waard zijn soms. Dat biedt ruimte aan noodzakelijke investeringen in een duurzame en sociale economie, in een kenniseconomie, en in het onderwijs. Wat de PvdA-fractie betreft heeft het kabinet daarvoor een uitstekende basis gelegd. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

In zijn allerlaatste zin zei de heer Nijboer toch nog één keer het woord "duurzaamheid". Hij refereerde aan de inzet van het kabinet in 2012, maar was er toen ook al niet sprake van een inzet op groene groei, ofwel het ontkoppelen van economische groei en CO2-uitstoot? In het jaar 2015 is er sprake van 2% bbp-groei en van een gigantische stijging van de CO2-uitstoot. We zijn niet dichterbij ons doel gekomen, we zijn er juist veel verder van afgeraakt. Is de heer Nijboer het mij eens dat er op het punt van groene groei, het ontkoppelen van groei en CO2-uitstoot, niets is terechtgekomen van het voornemen van het kabinet? 

De heer Nijboer (PvdA):

Het kabinet heeft een van de meest ambitieuze energieakkoorden uit de geschiedenis gesloten. Er is veel discussie over de vraag of die doelstellingen worden gehaald. Wat de PvdA betreft is dit het geval. Mijn collega Jan Vos laat geen mogelijkheid onbenut om het kabinet daar ook op aan te spreken. Ik heb dat zelf tijdens de Verantwoordingsdag van vorig jaar ook als een van de hoofdpunten naar voren gebracht; dat weet ik nog heel goed. Er zijn ook aanvullende maatregelen aangekondigd, bijvoorbeeld het sluiten van een aantal kolencentrales, want die zijn een van de grootste CO2-vervuilers. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Het is heel aardig dat de heer Nijboer een beetje raakt aan de vraag. Ik stel echter vast dat men in 2012 als doel had om groei en CO2-uitstoot te ontkoppelen, maar dat er in 2015 is bewezen dat het omgekeerde het geval is: de koppeling is bijna nog sterker dan voorheen. Is de heer Nijboer het mij eens dat het echt alle hens aan dek is? Ik wil hem straks nog wel een grafiekje laten zien van de ontwikkeling van het percentage duurzame energie. Volgens de te lage ambitie van dit kabinet zou dat percentage in 2020 naar 14% moeten, maar dat getal gaan we natuurlijk nooit halen. Dat kun je ook gewoon zien aan de lijn in de grafiek, want die blijft gelijk, terwijl die eigenlijk omhoog zou moeten gaan. Is de heer Nijboer het mij eens dat het alle hens aan dek is en is hij van plan om samen met mij tijdens dit debat nog een keer een motie in te dienen om daarmee het kabinet te vragen alles te doen om ervoor te zorgen dat die ontkoppeling nu echt tot stand komt en dat we echt aan de bak gaan? Het gaat namelijk fout. 

De heer Nijboer (PvdA):

De PvdA en GroenLinks strijden op dit punt zij aan zij. Sterker nog, onze fractievoorzitters hebben vanwege dit probleem samen een klimaatwet aangekondigd om niet alleen een gewone begroting te maken, maar ook een soort klimaatbegroting, om daarmee de CO2-uitstoot te beperken. Daar werken we nu samen aan. We staan dus echt aan dezelfde kant. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik hoor de heer Nijboer op Verantwoordingsdag niet over deze hoofdzaak van het beleid. Daar moet ik hem in een interruptie aan herinneren. Ik heb hier niets over gelezen in de Verantwoordingsbrief van het kabinet. Dat betekent dat we met elkaar, hoezeer we op dit punt ook samenwerken, tot nu toe met lege handen staan en dat er weer een jaar voorbij is gegaan zonder echte resultaten. Kan de heer Nijboer het ten minste met mij eens zijn dat dit gewoon een schande is en dat dit net zo hard aan de kaak gesteld zou moeten worden als de misstanden bij V en J, Defensie en de Belastingdienst? 

De heer Nijboer (PvdA):

Nee, want ik ontken ten stelligste dat er niets gebeurt. Dat is gewoon niet zo. Laten we de kolencentralediscussie alleen al als voorbeeld nemen. Staatssecretaris Dijksma heeft samen met minister Kamp aan de Kamer laten weten hoeveel kolencentrales er de komende tijd gaan sluiten. Maar ik ben het wel met de heer Grashoff eens dat de inzet op verduurzaming te langzaam gaat. De heer Grashoff doet echter net alsof er geen stukken liggen, maar ik heb een heel pakket aan stukken gezien van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de minister van Economische Zaken, met daarin een verantwoording voor de doelstellingen die niet zijn gehaald. Dat is een behoorlijk pakket en daar ontbreekt niets aan. 

De heer Merkies (SP):

Ik heb tot mijn stomme verbazing één ding gemist: de zorg. Ik weet niet of de heer Nijboer die vergeten is? We hebben grote decentralisaties gehad en er waren enorme bezuinigingen op de langdurige zorg, de thuiszorg en de dagbesteding waardoor mensen vaker eenzaam thuis komen te zitten en ze de verzorgingshuizen überhaupt niet meer binnenkomen, omdat die met honderden tegelijkertijd worden gesloten. Hoe kan de heer Nijboer hier nou niets over zeggen? Het lijkt wel een blinde vlek. 

De heer Nijboer (PvdA):

De heer Merkies vertelt maar de helft van het verhaal. De andere helft is dat er steeds meer wijkverpleegkundigen zijn, dat buurtzorg toeneemt en dat steeds meer mensen thuis blijven wonen in plaats van in een instelling, en daar de zorg krijgen die zij nodig hebben. Dat heeft het kabinet ingezet. Dat past ook bij een veranderende samenleving. Als je het aan mensen vraagt, antwoorden zij vaak dat zij het liefst langer thuis willen wonen. Dat maakt het kabinet mogelijk, onder andere door honderden, ik geloof zelfs duizenden, extra wijkverpleegkundigen. Zij kunnen veel meer zelf bepalen welke zorg ze leveren in plaats van dat een indiceringsorgaan dat doet. De heer Merkies schetst een gitzwart beeld van de gezondheidszorg. Er zijn zeker problemen, maar tegelijkertijd leven we in een land met een van de beste systemen voor gezondheidszorg van de wereld. 

De heer Merkies (SP):

Ik heb in mijn eigen inbreng gesproken over de ambulances die niet terechtkunnen op de Spoedeisende Hulp. Die ambulances kunnen niet naar de wijkverpleging, die moeten toch echt naar de Spoedeisende Hulp. Als die posten dicht zijn omdat ze vollopen vanwege de problematiek dat ouderen geen verzorging meer hebben en dan maar daarnaartoe gaan, begrijp ik niet dat de heer Nijboer daar volledig aan voorbijgaat. Ik dacht dat zijn partij wel degelijk zei dat we iets voor de ouderen moeten doen. Er is gesproken over het schrappen van de extra bezuiniging van 500 miljoen op instellingszorg voor ouderen en gehandicapten. Staat de heer Nijboer daar nog steeds achter? 

De heer Nijboer (PvdA):

Over ouderen heb ik gesproken. Daar hoort de zorg ook bij. Die heeft de volledige aandacht van de PvdA. Zeker de Spoedeisende Hulp moet gewoon voor iedereen altijd beschikbaar zijn. Dat kunnen we als welvarend land ook prima financieren. 

De heer Merkies (SP):

De heer Nijboer weet ook dat de Spoedeisende Hulp op zeer veel plaatsen is verdwenen. Het speelt dus op alle fronten. Ik krijg eigenlijk geen antwoord van de heer Nijboer. Moet die 500 miljoen worden geschrapt of wil hij nog eens 500 miljoen bezuinigen op ouderen en gehandicapten? 

De heer Nijboer (PvdA):

De PvdA-fractie stelt niet voor om te bezuinigen op ouderen en gehandicapten. Ik kijk wel uit. Ik zou dat heel onverstandig vinden. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Vandaag bespreken we het jaarverslag over 2015. We noemen het ook wel "gehaktdag". Dit is dan ook de kans dat we gehakt kunnen maken van het desastreuze kabinetsbeleid van de heer Rutte en zijn roversbende. Ik neem de uitdaging dan ook graag aan. Het kabinet wil ons namelijk doen geloven dat het beter gaat in Nederland, maar voor de mensen in het land gaat het alleen maar slechter. Laten we eens de balans opmaken. Wie waren de grote verliezers in 2015? 

Dat waren als eerste de 614.000 werklozen, die tevergeefs op zoek gingen naar een baan. Dit aantal wil maar niet dalen, alle goede bedoelingen van minister Asscher ten spijt. Hij strooit met sectorplannen van 600 miljoen en met re-integratiesubsidies van 266 miljoen, waarvan nu zelfs de Rekenkamer zegt dat het weggegooid geld is. De ene subsidie na de andere werd geïntroduceerd: de proefplaatsing, de netwerktraining, de scholingsvoucher, de plaatsingsfee en de campagne inspiratiedagen, maar niets hielp. De subsidie-industrie draait overuren dankzij de PvdA, maar het heeft geen baan opgeleverd: 1 miljard door het putje. 

Wie waren er nog meer verliezers? De ouderen, voor wie geen plaats meer is in het verzorgingstehuis en die kunnen fluiten naar hun huishoudelijke hulp en begeleiding. Met de participatiemaatschappij bedoelde premier Rutte waarschijnlijk de "zoek het maar lekker zelf uit"-maatschappij. 

De hele samenleving is natuurlijk een grote verliezer. We werden overvallen door een tsunami van asielzoekers, alleen al 58.880 in 2015, die ons 2 miljard aan opvang hebben gekost. 2 miljard euro! Zij zullen de samenleving blijvend ontwrichten. De politie heeft de handen vol aan hen. Niemand heeft om hen gevraagd. We importeren een groot probleem en het kabinet laat dit gebeuren. Vorige week kwam in het nieuws dat men in Duitsland heeft berekend dat deze influx van asielzoekers de staat 100 miljard gaat kosten tot en met 2020, maar voor Nederland mogen we de kosten niet weten. Geld speelt geen rol, roept de heer Samsom met betraande ogen; ik zie hem nog staan. Geld speelt wel een rol. We kunnen ons 100 miljard aan kosten niet permitteren. 

Andere verliezers zijn de huurders, die door de belachelijke huurstijgingen hun huis worden uitgejaagd, de werkenden, die dankzij de PvdA tot hun 70ste mogen blijven werken, met steeds minder pensioen, de zieken, die jaar in jaar uit hun premie en hun eigen risico excessief zien stijgen en de mensen die hun baan verloren, zoals bij V&D, die hun WW-rechten zien worden ingeperkt. Maar de grootste verliezers van 2015 zijn natuurlijk de gepensioneerden, die al acht jaar op rij aan koopkracht moeten inleveren doordat hun pensioen niet wordt geïndexeerd en zelfs wordt gekort. Zij krijgen de rekening van de crisis. De pensioenpotten waren nog nooit zo rijkelijk gevuld als met de huidige 1.400 miljard en toch moeten de gepensioneerden zichzelf arm rekenen vanwege een lage rente. 

Doordat de ECB de rente op nul heeft gezet, staan veel pensioenfondsen onder water en worden pensioenen straks massaal gekort, terwijl dezelfde lage rente een dikke meevaller betekent voor onze minister van Financiën. Hij betaalt bijna 1 miljard minder aan rente over de staatsschuld dan voorheen. Dat is gratis geld. Hij profiteert terwijl 3 miljoen gepensioneerden worden gedupeerd. Hoe onrechtvaardig is dat! De PVV wil deze meevaller daarom doorgeven aan de gepensioneerden. Zolang de rente laag is, willen wij de AOW met €300 verhogen, per direct; niks Prinsjesdag, niks 2017. De gepensioneerden hebben daar recht op ter compensatie van het niet-indexeren en het korten van pensioenen. Dat is wel zo eerlijk en fair. Ik hoop dan ook op een groot draagvlak in de Kamer. Steun onze ouderen, want zij hebben Nederland opgebouwd. 

U hoort het: bijna iedereen in Nederland heeft verloren in 2015. Toch zit hier een tevreden minister-president. Hoe kan dat? Waren er dan soms ook winnaars? Jazeker. De minister van Financiën was een grote winnaar, net zoals de eurocraten in Brussel, niet te vergeten de Grieken en natuurlijk de asielzoekers. Laat ik hen even langslopen. 

De minister van Financiën ziet de staatsschuld voor het eerst in zes jaar dalen en het tekort is veel lager dan verwacht, maar dat is natuurlijk dankzij de lage rente. De rente halveerde vorig jaar en ging van 1,45% naar 0,7% in één jaar tijd. Op dit moment betaalt hij nog geen 0,5% voor een lening van tien jaar. Ik wil graag mijn hypotheeklening omzetten naar een lening tegen 0,5% rente. Op korte looptijden, korter dan acht jaar, krijgt de minister zelfs geld toe. Dat is de droom van elke minister van Financiën. Hij kijkt tevreden. 

Ook Brussel, de Europese Commissie, is tevreden. Voor de Commissie was 2015 een jubeljaar. Nog nooit kregen ze in Brussel zo veel euro's toegeworpen uit Nederland. Het was meer dan ooit: bijna 9 miljard oftewel €530 per Nederlander, een record. Wat kregen wij ervoor terug? 1,5 miljard aan landbouwsubsidies en heel veel koppijn: koppijn van Griekenland, koppijn van de ECB met zijn kamikazebeleid en koppijn van de vluchtelingencrisis. 

Een andere winnaar zijn natuurlijk de Grieken, want die kregen het voor elkaar om de EU weer een hulppakket van 86 miljard te ontfutselen bovenop eerdere pakketten van 240 miljard. Het is een ongelooflijke prestatie: je nooit aan de afspraken houden en toch 320 miljard los zien te krijgen. Maar niet getreurd, we krijgen alles terug met rente. Voorzitter, gelooft u het nog? Gisteren werden we weer met een volgende tranche geconfronteerd: 10 miljard. Er wordt zelfs toegezegd dat de schulden nu worden verlicht. Maar men bedoelt natuurlijk dat de schulden worden kwijtgescholden. We krijgen niets terug. Let maar op wat ik u voorspel. Veel miljarden naar de Grieken en niets voor onze ouderen: het is een schande. 

Tot slot nog een winnaar. Dat zijn natuurlijk de asielzoekers. Vorig jaar werden bijna 60.000 van deze gelukszoekers met open armen ontvangen in Nederland. Alles werd uit de kast gehaald om het ze naar hun zin te maken. Zij krijgen dan ook alles gratis: een gratis huis, gratis zorg, een uitkering, gratis onderwijs, taallessen, gratis kleding, gratis inrichting, kortom alles, alles gratis. Gepensioneerden worden gekort op hun pensioen, maar deze groep krijgt alles gratis. De kosten voor de opvang van asielzoekers waren in 2015 dan ook 2 miljard. 

Nu kom ik op de verspilling van dit kabinet. Ik heb daar nog niemand over gehoord. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Hoorde ik het nou echt goed dat de heer Van Dijck asielzoekers, mensen die uit een oorlogsgebied komen en misschien familieleden zijn verloren, als winnaars bestempelt? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het zijn de winnaars door de manier waarop zij in Nederland zijn ontvangen. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Dat waren niet de woorden van de heer Van Dijck. Hij zei letterlijk: "Ook winnaars zijn de asielzoekers". Wij kunnen van mening verschillen over de vraag hoe wij met asielzoekers moeten omgaan en wat zij wel en niet krijgen, maar om deze groep mensen als winnaars te bestempelen? Ik zou me schamen! 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik zei al: het zijn de winnaars omdat ze alles gratis krijgen. Zij komen naar Nederland. Mevrouw Schouten noemt hen asielzoekers, maar mijn fractie noemt hen gelukzoekers, want zij komen eerst door zes veilige landen. Daarom zijn het wat ons betreft economische vluchtelingen. Zij waren al veilig in Griekenland of Turkije of op de Balkan en noem maar op. Voor ons zijn het dus economische vluchtelingen, maar in Nederland wordt de rode loper uitgelegd en krijgen zij alles gratis. Intussen laat mevrouw Schouten onze ouderen in de steek. Dat doet mijn fractie niet. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wij blijven langs elkaar heen praten. Ik heb al gezegd dat wij van mening kunnen verschillen over de vraag hoe die mensen moeten worden opgevangen, in welke mate en dergelijke, maar ik val echt over de term "winnaars". Ik zou willen dat de heer Van Dijck daarop nog eens reflecteert. Mensen die misschien hun familieleden of kinderen hebben zien doodgaan, als economische vluchteling of winnaar te bestempelen, vind ik nog steeds een schande. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Wij vinden het een schande dat de grenzen wagenwijd openstaan en dat de ChristenUnie toestaat dat wij worden overspoeld door 60.000 economische vluchtelingen die ons 2 miljard kosten en onze samenleving ontwrichten. Maar ik hoor mevrouw Schouten niet over de ouderen die Nederland hebben opgebouwd; zij mogen gekort worden en verstoken raken van huishoudelijke hulp. Dat is de ChristenUnie anno 2016. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik sluit me van harte aan bij de woorden van mevrouw Schouten dat het betitelen van vluchtelingen als winnaars echt een schande is. De PVV zou daarover nog eens moeten nadenken. 

Als je dan toch van mening bent dat er zo veel geld wordt besteed aan de vluchtelingen die hier intussen zijn, en het klopt, dat kost veel geld … 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Heel veel geld. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

De heer Van Dijck zegt dat zij onze samenleving tot in lengte van dagen geld blijven kosten en dat zij problemen blijven opleveren. Er is één ding dat hierin verandering zou kunnen brengen: zorg ervoor dat de mensen hier aan het werk komen. Is de heer Van Dijck het ermee eens — ik heb dat ook aan mevrouw De Vries gevraagd — dat het verstandig zou zijn om te investeren in scholing en echte arbeidskansen voor vluchtelingen? Zou de PVV het lef kunnen hebben om dan nog iets meer te investeren en de eigen probleemstelling, "deze samenleving blijft tot in lengte van dagen hiervoor betalen", te verlaten door met mij een motie te steunen om ervoor te zorgen dat er geld komt voor echte scholing en vakopleidingen voor vluchtelingen? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dat is ook een groot verschil met GroenLinks. GroenLinks gaat ervan uit dat deze mensen tot in lengte van dagen hier blijven; wij hopen dat zij teruggaan als het weer veilig is. Maar als GroenLinks het voor het zeggen krijgt, ziet Nederland er heel anders uit. De heer Grashoff wil hen de taal leren, hun onderwijs geven en noem maar op, maar dat hoeft voor ons niet. Zij moeten zo snel mogelijk terug om hun eigen land weer op te bouwen. Daarnaast hebben wij nog 614.000 werklozen in Nederland die wij eerst aan een baan moeten helpen. Nu moeten er banenmarkten voor vluchtelingen komen. Ik weet niet wat die asielzoekers uit Syrië meer en beter kunnen dan die 600.000 Nederlanders die op de bank zitten in afwachting van een baan. De heer Grashoff wil alle focus, alle aandacht en al het geld richten op die kleine groep vluchtelingen, maar hij vergeet dat hij volksvertegenwoordiger is van de Nederlanders, ook van die 614.000 Nederlandse werklozen. Als hij dan geld wil uitgeven, zou hij het moeten besteden aan 614.000 Nederlandse werklozen. 

De voorzitter:

Interrupties moeten kort zijn en de antwoorden ook. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Die groep van 614.000 werklozen bevat al vluchtelingen, namelijk degenen die al als statushouder zijn geregistreerd en dat gaat de komende jaren natuurlijk door. Daar gaat het nu echter niet om. Ik ben het met de heer Van Dijck eens dat er veel intensiever moet worden ingezet op een werkgelegenheidsbeleid, maar ik denk dat de weg daarnaartoe totaal verschillend is. 

De voorzitter:

En wat is uw vraag? 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Het gaat nu over de vraag of de heer Van Dijck het met mij eens is dat je moet investeren in de mensen die hier zijn en blijven. Of wij dat nou leuk vinden of niet, ze zullen hier blijven. Natuurlijk hopen wij dat een aantal van hen teruggaat als het veilig wordt in Syrië. Dat hoop ik voor hen en dat hopen zij zelf ook. Maar als zij hier zijn, moeten zij een baan kunnen vinden en moeten wij ervoor zorgen dat zij die kunnen vinden. Anders wordt het inderdaad een blijvend probleem. 

De voorzitter:

Dat hebt u zojuist al gevraagd. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik weet dat we 614.000 Nederlandse werklozen hebben. Dat worden er straks 674.000, want er komen nu 60.000 asielzoekers bij. Het probleem wordt dus alleen maar groter. GroenLinks wil alleen maar meer geld besteden en de grenzen openhouden. GroenLinks wil de mensen zelfs uitnodigen en vliegtickets naar hen sturen om hen hiernaartoe te halen. Wat mij betreft bent u helemaal van het padje af. 

De voorzitter:

Dat antwoord hebt u ook al gegeven. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Het is glashelder dat de PVV heel graag problemen in stand houdt, om ze zo altijd te kunnen blijven aankaarten. De PVV wil die problemen nooit oplossen, want stel je toch voor dat de PVV dat unique sellingpoint zou kwijtraken. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

We willen de problemen wel oplossen. We zouden de grenzen sluiten en we zouden niemand toelaten. We zien nu wat 60.000 asielzoekers in het eerste jaar al kosten, namelijk 2 miljard. Die 2 miljard had ik graag anders besteed, aan onze ouderen, aan die 614.000 werklozen, aan lastenverlichting, aan Nederlanders. U besteedt 2 miljard door de grenzen wagenwijd open te houden en u hoopt dat er dit jaar en volgend jaar weer 60.000 komen, tot Nederland helemaal naar de verdoemenis is. Dat is uw ideaalbeeld voor de toekomst. 

De heer Merkies (SP):

Ik probeer er even achter te komen wanneer de heer Van Dijck vluchtelingen economische vluchtelingen of gelukszoekers noemt en wanneer zij voor hem oorlogsvluchtelingen zijn. Hij zegt dat ze door veilige landen zijn gekomen en dat ze daarom gelukszoekers zijn. Zijn ze wel nog oorlogsvluchtelingen als ze in het eerste veilige land komen? 

De voorzitter:

Mijnheer Merkies, dit is een Verantwoordingsdebat. 

De heer Merkies (SP):

Ja, maar de heer Van Dijck begint erover. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het is heel simpel. Je ontvlucht een oorlog en je rent net zolang tot je veilig bent. Dat is in het eerste land. Als je in het eerste land zegt dat je toch nog verder gaat kijken omdat men elders betere kinderbijslag heeft en vervolgens naar een tweede land gaat, ben je geen oorlogsvluchteling meer. Dan ben je voor mij een economische vluchteling. 

De heer Merkies (SP):

Nee, mijnheer Van Dijck, dat is niet mijn vraag. U hebt mijn vraag heel goed gehoord. Als mensen in het eerste land aankomen, zijn ze dan oorlogsvluchtelingen of gelukszoekers? Dan zijn ze nog niet door al die landen heen geweest. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dat heb ik net gezegd. Ze zijn door zeven of acht landen geweest voordat ze in Nederland kwamen. 

De heer Merkies (SP):

Mijnheer Van Dijck, u moet wel antwoord geven. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik geloof niet dat de Belgen in oorlog zijn en op de vlucht zijn. Of wel? Dan heb ik iets gemist. 

De voorzitter:

De heer Merkies, tot slot. 

De heer Merkies (SP):

Dit is een probleem. De heer Van Dijck geeft bewust geen antwoord, omdat hij er niet uit komt. Hij komt er niet uit, omdat hij donders goed weet dat het wel oorlogsvluchtelingen zijn. Hij kan namelijk niet ontkennen dat er een verschrikkelijke oorlog is in Syrië. Of wil hij dat zelfs ontkennen? Wil hij zeggen dat er niets aan de hand is, dat Syrië in vrede leeft? Nee toch? Deze mensen zijn van huis en haard verstoten en zijn dus wel degelijk oorlogsvluchtelingen. Ik vraag me dus af wat de heer Van Dijck voorstelt. Hij zegt dus: in het eerste land zijn ze blijkbaar wel oorlogsvluchtelingen, dus ga daar maar met miljoenen zitten. Is dat het voorstel van de heer Van Dijck? 

De voorzitter:

Een korte reactie, mijnheer Van Dijck. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik weet niet onder welke steen de heer Merkies heeft gezeten, maar wij pleiten voor opvang in de regio. Ik weet niet of hij die tentenkampen in Saudi-Arabië weleens heeft gezien: die staan leeg, met airco en al, en er kunnen een miljoen mensen in. En wat zegt Saudi-Arabië? Nee, nee, loop maar door naar Nederland en Duitsland. 

De voorzitter:

Gaat u verder, mijnheer Van Dijck. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Tot slot ga ik in op de verspilling van belastinguitgaven. De Algemene Rekenkamer heeft vorig jaar in een onderzoek geconstateerd dat er 18 miljard aan fiscale subsidies verstrekt wordt in Nederland, en 6 miljard aan normale subsidies. Wij pompen dus elk jaar weer 24 miljard aan subsidies weg. Dit kabinet strooit dan ook met subsidies en hoopt op een maakbare samenleving, met de PvdA voorop. Wat dit oplevert, is onbekend. Ook daar vraagt de Algemene Rekenkamer aandacht voor. 

Neem de expatregeling, die 700 miljoen kost. De PVV pleit er al tien jaar voor om die af te schaffen en wordt nu eindelijk gesteund door de Rekenkamer, want die zegt ook dat het kabinet geen benul heeft van hoe effectief deze regeling eigenlijk is. 700 miljoen foetsie. Datzelfde geldt voor de innovatiebox. Die kost 1,2 miljard, maar men weet ook niet of dit eigenlijk wel helpt. De hele Kamer wil ervan af. De VVD twijfelt nog. Ik zeg: afschaffen. Hetzelfde geldt, zoals net al door de heer Omtzigt werd gezegd, voor de 6 miljard aan subsidies op zuinige auto's. Zo kan ik nog wel even doorgaan. De Rekenkamer concludeerde vorig jaar dat er voor meer dan 5 miljard aan fiscale subsidies wordt verstrekt waarvan we het effect niet weten. We kopen een goed gevoel. Deze verspilling van belastinggeld moet volgens ons direct stoppen. 

Resumerend is 2015 niet echt een jaar om trots op te zijn. De verzorgingsstaat werd langzaam ontmanteld terwijl de geldkranen naar het buitenland en naar asielzoekers voluit opengingen. Dit kabinet legt zijn prioriteiten verkeerd. Het is tijd voor een reset, tijd voor verkiezingen, tijd voor de Partij voor de Vrijheid. 

De voorzitter:

Er wordt geklapt op de publieke tribune, maar dat mag niet, mijnheer. Hebt u een fan meegenomen, mijnheer Van Dijck? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Die ene. 

De voorzitter:

Uw neefje? 

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Ik dank het kabinet maar zeker ook de Algemene Rekenkamer voor de uitstekende stukken die we voor Verantwoordingsdag hebben gekregen en voor het goede werk. Op dit soort dagen is het heel verleidelijk om vooral vooruit te kijken, maar ik wil het vandaag echt hebben over Verantwoordingsdag. Ik wil terugkijken en bekijken wat we kunnen leren van het verleden, waar het fout is gegaan en waar het beter moet. 

Het huis is in de afgelopen jaren met steun van D66 grondig verbouwd. Veel noodzakelijke hervormingen zijn doorgevoerd, en met resultaat, zoals ook nu blijkt. Het goede nieuws op Verantwoordingsdag over 2015 mag er zijn. De economische groei bedroeg 2% van het bbp. Ook is de werkloosheid licht gedaald, met een opverende woningmarkt tot gevolg. De staatsschuldquote is stevig gedaald tot 65% van het bbp. Ook het overheidstekort viel lager uit dan aanvankelijk werd geraamd. 

De seinen staan dus op groen, maar dat mag zeker geen reden zijn om op de lauweren te rusten. Er werd al gezegd dat de werkloosheid nog steeds veel te hoog is. Ik hoop dat we inmiddels wel hebben geleerd om belangrijke hervormingen niet door te schuiven, want je moet het dak repareren als de zon schijnt. 

Een belangrijk onderdeel van Verantwoordingsdag is het rechtmatigheidsonderzoek. Het is belangrijk om daarbij stil te staan, omdat de Tweede Kamer wil weten of belastinggeld goed wordt besteed. De Rekenkamer constateert gelukkig dat de rechtmatigheid weer op orde is. Overal blijft het ruim onder de tolerantiegrens van 1% fouten en onzekerheden. Dat is een uitstekende score, en dat al jarenlang. 

Tot zover het goede nieuws, want mijn fractie is toch ook weer geschrokken van het gebrek aan onderzoek naar de effectiviteit van beleid. We geven met zijn allen 250 miljard per jaar uit, maar hebben er weinig inzicht in of dat geld ook het gewenste effect heeft. Een voorbeeld uit de stukken is de aanpak van de ouderenwerkloosheid. D66 vindt dit een ontzettend belangrijk onderwerp en zou graag weten of de maatregelen ook effect sorteren. Het blijft echter onduidelijk of die aanpak van minister Asscher eigenlijk wel werkt. Hij heeft geen inzicht in hoeveel mensen er überhaupt gebruik van maken terwijl er meer dan 250 miljoen per jaar naartoe gaat. Vorig jaar bleek ook al dat de banenplannen, waarvoor 600 miljoen is uitgetrokken, nauwelijks effect hebben. Ik vind dat zorgelijk. D66 heeft de afgelopen jaren, vaak samen met de VVD, geprobeerd om effectiviteitsonderzoek meer aandacht te geven. Het is de kern van Verantwoordingsdag. Dat begint met doelen stellen, om vervolgens te monitoren en te evalueren ofwel het beleid door te lichten. Gelukkig is de betrokkenheid van de Tweede Kamer bij de beleidsdoorlichtingen verbeterd. Ik las evenwel in het Financieel jaarverslag van het Rijk dat van de 28 geplande beleidsdoorlichtingen meer dan de helft niet is afgerond in 2015. De vraag is dan: hoe kan dat? Hoe gaan we ervoor zorgen dat alle beleidsdoorlichtingen volgend jaar wel zijn afgerond? Graag verneem ik hierop de reactie van de minister van Financiën. 

Verder constateert de Rekenkamer een aantal omvangrijke en hardnekkige problemen. Hoewel de bedrijfsvoering bij veel ministeries beter op orde is dan vorig jaar, oordeelt de Rekenkamer dat er sprake is van ernstige onvolkomenheden bij drie klassieke overheidstaken. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb een vraag over de beleidsdoorlichting. D66 zegt terecht dat die meer aandacht moet hebben. Ouderenwerkloosheid is inderdaad een belangrijk punt. Er ligt echter ook een behoorlijk kritisch rapport over de expatregeling. Ik ben benieuwd hoe D66 naar dat rapport kijkt. Dat zegt eigenlijk: er wordt 700 miljoen aan uitgegeven, de basis is slecht doordacht en het leidt misschien wel tot verdringing. Wat vindt D66 daarvan? 

De heer Koolmees (D66):

Ik ben het daar zeer mee eens. Hiervoor geldt hetzelfde als wat ik zo-even zei over de beleidsdoorlichting in brede zin. We moeten doelen stellen en monitoren wat er gebeurt om vervolgens te constateren of het wel of niet werkt. Als het niet werkt, moet je ermee ophouden. Dat geld kunnen we dan beter gebruiken. 

De heer Nijboer (PvdA):

Dus D66 is bereid te spreken over het aanpassen van of zelfs ophouden met de expatregeling? 

De heer Koolmees (D66):

Zeker. 

Ik was gebleven bij de drie klassieke overheidstaken. Het gaat dan om de Belastingdienst, het ministerie van V en J en het ministerie van Defensie. Ernstige onvolkomenheden constateert de Algemene Rekenkamer. Uit het rapport van de Rekenkamer blijkt dat er op deze ministeries slechts beperkte inspanningen zijn geleverd. De bewindspersonen weten al jaren wat de problemen zijn maar ze worden nauwelijks aangepakt. 

Om bij de Belastingdienst te beginnen: de uitdagingen zijn groot en talrijk. De gestructureerde aanpak in samenhang met de investeringsagenda lijkt een goede zet te zijn geweest, maar dan moet het ook wel gebeuren. Volgens de Rekenkamer staat de Belastingdienst nog maar aan het begin van de broodnodige modernisering en is ze nog niet eens begonnen met de aanpak van de grote ICT-systemen, met als gevolg dat de politiek aan handen en voeten gebonden is omdat toekomstige wijzigingen in de belastingwetgeving, bijvoorbeeld een belastingherziening, grotere risico's met zich brengen. Volgens staatssecretaris Wiebes in een reactie vorige week is die kritiek onterecht, want volgens hem zijn wijzigingen nog wel degelijk mogelijk. Mijn vraag aan de minister van Financiën is, hoe het nu zit. Wanneer ligt er een integraal plan van aanpak waardoor de Kamer haar controlerende taak goed kan vervullen? 

Dan het ministerie van V en J. Inmiddels wordt van links tot rechts erkend dat het daar al jaren een puinhoop is. Sinds deze VVD-premier besloot om politie en justitie in een superministerie onder te brengen, het paradepaardje van de VVD, ging het faliekant mis. Al in 2012 werd het financieel beheer van Veiligheid en Justitie door de Rekenkamer als een ernstige onvolkomenheid aangemerkt. Inmiddels zijn we vijf jaar verder en concludeert de Rekenkamer dat het ministerie nog altijd niet in control is en — zorgelijk — dat er gedurende het jaar niet kan worden bijgestuurd. Er is al die tijd blijkbaar niets veranderd. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

De heer Koolmees stelt terecht een aantal vragen aan het kabinet over de Belastingdienst en mogelijkheden voor een stelselherziening. Maar wat is nou de gedachtegang van D66 zelf hierover? Ik ken de partij als voorstander van stevige belastingherzieningen. Overigens zijn wij dat ook, hoewel ik niet weet of we het helemaal eens zijn over de richting van die belastingherzieningen. Is de heer Koolmees het met mij eens dat we niet zes jaar kunnen gaan wachten? Is hij het met mij eens dat het wellicht verstandig zou kunnen zijn om juist van de nood een deugd te maken door te kijken naar de noodzakelijke veranderingen en vereenvoudigingen en tegelijkertijd de stelselwijziging en ICT-veranderingen door te voeren? Dat is een andere benadering die ook niet van de ene op de andere dag gerealiseerd kan worden, maar ik ben wel benieuwd hoe de heer Koolmees daartegen aankijkt. 

De heer Koolmees (D66):

Het korte antwoord is ja. Het wat langere antwoord is dat het een heel aantrekkelijk perspectief zou zijn. D66 vraagt al jaren om een grote belastinghervorming om het eenvoudiger te maken, om de belasting op arbeid te verlagen en om een andere belastingmix, bijvoorbeeld vergroening, te maken, zodat de economie beter gaat werken en meer mensen aan een baan kunnen komen. Dat moet wel verantwoord gebeuren. Belastinginning is een heel belangrijke taak van de overheid, want zonder belastinginning is er ook geen ruimte om onderwijs en zorg te financieren. Het moet dus wel verantwoord gebeuren. Ik constateer dat de Rekenkamer daar een paar heel kritische kanttekeningen bij zet. Ik constateer ook dat de staatssecretaris van Financiën gelukkig wel zegt dat er nog heel veel mogelijk is. Daarom vraag ik ook aan de minister van Financiën om daarop te reageren. 

Voorzitter. Ik was bij V en J. Ik constateerde dat er inderdaad al een aantal jaren problemen zijn en dat er nog niet heel veel is veranderd. Zelfs de door de minister van V en J zelfbenoemde verbeterpunten zijn niet geïmplementeerd in 2015, ondanks de toezeggingen in mei 2015. Het gevolg is dat nu bij alle belangrijke Justitiediensten problemen zijn ontstaan: bij het NFI, bij de recherche, bij de nationale politie, bij het Openbaar Ministerie, bij de dienst sociale interventies, bij de rechtspraak, bij de Koninklijke Marechaussee. De veiligheidsketen en de rechtsstaat kraken in hun voegen. Voor D66 is dat een onverdraaglijk idee. Dat het ministerie pas eind vorig jaar, eind 2015, onder curatele van het ministerie van Financiën is gesteld, heeft daar niet aan bijgedragen. Ik vraag de minister-president waarom hij niet eerder ingegrepen heeft. Waarom zo lang laten aanmodderen terwijl alle seinen al jaren op rood stonden? Wij moeten nu honderden miljoenen bijstorten voor spoedreparaties om de basisveiligheidszorg te kunnen garanderen. Het is ook niet uit te leggen dat er zo onzorgvuldig wordt omgegaan met belastinggeld. Graag krijg ik een uitgebreide reactie. 

Laten wij een volgend kabinet niet opzadelen met dit veelkoppig monsterministerie. Ik zei het net al in een interruptie in de richting van mevrouw De Vries: het stemt hoopvol dat zelfs VVD-collega Zijlstra afgelopen zaterdag in de krant zei dat het opsplitsen van V en J onontkoombaar is. Ik roep daarom de motie in herinnering die in november 2015 door D66 in de Eerste Kamer is ingediend en ook is aangenomen, met steun van onder andere de Partij van de Arbeid. In die motie wordt opgeroepen om het beheer van de politie bij de volgende kabinetsformatie terug te brengen naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en wordt de regering verzocht om de voorbereiding hiervan ter hand te nemen, omdat je niet zomaar van de ene op de andere dag kunt besluiten om dit te doen. Het moet goed voorbereid zijn. Er was brede steun en het kabinet zegde toe om de uitvoering op te pakken. Mijn vraag aan de premier is of hij kan aangeven wat de vorderingen zijn. Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de beste manier om V en J te ontvlechten? Als partijen in de formatie van 2017 er iets mee willen doen en er ook verantwoord iets mee willen doen, moet er wel uiterlijk januari 2017 een plan van aanpak liggen. Graag een reactie van de minister-president of het kabinet bereid is om dit plan van aanpak ook te leveren. 

Dan Defensie, want de Rekenkamer deelt eenzelfde brevet van onvermogen uit aan het ministerie van Defensie. Kerntaak van het Defensieapparaat is het beschermen van het Nederlandse grondgebied. Het is ronduit schokkend dat de minister van Defensie zegt dat zij de veiligheid op het Nederlandse grondgebied en dat van de bondgenoten niet meer kan garanderen. De Rekenkamer constateert dat in 2015 maar liefst 41% van de eenheden zijn operationele doelstelling niet heeft kunnen halen. Dat is bijna de helft. Het is zo slecht gesteld met onze krijgsmacht dat bataljons zijn overgegaan tot trainingen te voet omdat hun voertuigen te oud zijn of simpelweg defect zijn. Veel materieel staat stil, want reserveonderdelen zijn er niet en komen er ook niet. Oplossingen voor de ergste problemen in de logistieke keten krijgen te weinig prioriteit en er gebeurt onvoldoende gecoördineerd, aldus de Rekenkamer. 

Het is even ontluisterend als zorgwekkend. Dit VVD-ministerie is net als V en J niet in control en laat bovendien veel te weinig verbetering zien. En dat terwijl minister Hennis ons bij haar aantreden beloofde om schoon schip te maken en alle lijken uit de kast te zullen halen. De minister-president zegt vaak dat hij minister is van Algemene Zaken en niet van alle zaken. Deze klassieke overheidstaken, defensie, veiligheid en justitie en belastingen, vallen wat D66 betreft overduidelijk onder Algemene Zaken. De premier heeft hier dus duidelijk een belangrijke regierol, zeker ook omdat deze premier en zijn VVD-collega's de afgelopen jaren tot vervelens toe van de daken schreeuwden dat zij orde op zaken gingen stellen. Mijn vraag is dan ook om dit dan ook waar te maken. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Mooie teksten, wat mij betreft. De vraag is natuurlijk wat D66 zelf later dit jaar en de komende jaren gaat doen. Ik maak mij enige zorgen, omdat er pas een motie was op het D66-congres waarin werd uitgesproken dat er niet nog meer geld moest worden bijgeplust voor Defensie. Ik mag aannemen dat … 

De heer Koolmees (D66):

Nee, dat was niet de motie … 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Misschien mag ik mijn vraag afmaken, mevrouw de voorzitter. Er lag een voorstel, dat volgens mij is aangenomen, waarin het niet helemaal werd uitgesloten maar waarin wel vraagtekens werden gezet bij de vraag of je moet doorgaan met het verhogen van het budget van Defensie. Ik beluister de heer Koolmees zo dat dit voorstel niet wordt uitgevoerd, mocht dat inderdaad de tekst zijn, en dat D66 Defensie blijft steunen, ook als het budget omhooggaat. 

De heer Koolmees (D66):

Ik nodig de heer Dijkgraaf graag een keer uit voor een D66-congres. Dan kan hij de moties volgen. Een dergelijke motie was niet aan de orde. Ik denk dat breed wordt erkend, ook bij D66, dat gegeven de situatie in de wereld er meer geld beschikbaar moet zijn voor Defensie. Sterker nog, samen met de heer Dijkgraaf heb ik het afgelopen jaar met het kabinet in het begrotingsakkoord, maar ook in de begroting voor 2015, extra ruimte beschikbaar gesteld voor Defensie. Het is realistisch om te veronderstellen dat er de komende jaren inderdaad meer geld bij moet bij Defensie om die belangrijke kerntaak van de overheid — het waarborgen van de veiligheid — goed te kunnen uitvoeren. De motie ging echt over iets heel anders. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat gerucht ging in ieder geval rond, dus fijn dat dit uit de lucht is. Ik neem de uitnodiging graag aan. Dat gaan we regelen. 

De heer Koolmees (D66):

Ik zal de heer Dijkgraaf de volgende keer hoogstpersoonlijk rondleiden op het D66-congres. 

De voorzitter:

Een open uitnodiging. Gaat u verder, mijnheer Koolmees. 

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Als vakministers er consequent niet in slagen om problemen op te lossen, is het de verantwoordelijkheid van de premier als politiek eindverantwoordelijke om in te grijpen. Hoe gaat de premier ervoor zorgen dat er eindelijk een einde komt aan deze situatie? Wat gaat hij concreet doen om orde op zaken te stellen? Aan de minister van Financiën vraag ik hoe hij vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid deze problemen aanpakt. Op het ministerie van Financiën moeten toch alle alarmbellen afgaan? De financiële risico's zijn niet te overzien. Een wat mij betreft treffende illustratie van het niet "in control" zijn, is de slotwetmutatie bij Defensie. Na 1 december, na de Najaarsnota, is plotseling nog 350 miljoen overgemaakt aan het ministerie van Defensie. Dat is 5% van de totale begroting van Defensie, en dit zonder goedkeuring van de Tweede Kamer. Dit illustreert wat mij betreft precies het probleem. Wanneer komt het plan van aanpak? Wanneer gaan we aan de slag? Ik krijg hierop graag een reactie van de minister. 

Samengevat zijn er zowel bij V en J als bij Defensie ernstige gebreken in de bedrijfsvoering en wordt er onvoldoende actie ondernomen om die op orde te krijgen. De huidige gang van zaken is onverantwoord en onacceptabel. Beide ministers, de premier en de minister van Financiën, zeggen dat ze erbovenop zitten. Dat levert vooralsnog echter onvoldoende op. Het wordt tijd om echt in te grijpen. Mijn fractie vraagt het kabinet om nu snel orde op zaken te stellen en om de Algemene Rekenkamer te laten meekijken bij de voortgang op met name het ministerie van V en J en het ministerie van Defensie bij het op orde krijgen van de financiële controle, de financiële situatie en de bedrijfsvoering. De nulmeting is nu gedaan. De Kamer moet op structurele basis de vinger aan de pols kunnen houden. Mag ik aannemen dat de premier dit van harte ondersteunt? 

Tot slot. "Niet doorschuiven maar aanpakken" was de titel van het verkiezingsprogramma van de VVD. Het staat wat mij betreft heel mooi in de inleiding: "Van de politiek en onze politici mogen de kiezers in onze volwassen democratie verwachten dat zij geen valse beloften doen en dat zij niet pretenderen gemakkelijke oplossingen te bieden voor moeilijke problemen." Daar kan ik mij zeer in vinden. Daarom doe ik de oproep aan de premier om dit ook waar te maken. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is vandaag al eerder gememoreerd, maar dit is het laatste Verantwoordingsdebat van dit kabinet in missionaire staat. Het leek even alsof de minister van Financiën enige tijd geleden een einde wilde maken aan de relatief jonge traditie van de derde woensdag in mei, de Verantwoordingsdag, maar gelukkig kunnen we ook dit jaar weer stilstaan bij de verantwoording van het beleid door het kabinet. Deze verantwoording gaat vergezeld van een gedegen verantwoordingsonderzoek door de Algemene Rekenkamer, waarvoor ik graag de president, de heer Visser, hartelijk wil bedanken. 

Politici kijken vaak liever vooruit en maken liever nieuwe plannen dan dat zij terugkijken en beoordelen wat er van plannen is terechtgekomen. Maar wij moeten onszelf soms ook een spiegel voorhouden en eerlijk durven beoordelen of ons tempo van beleidswijzigingen ook gedragen wordt in de praktijk. De Algemene Rekenkamer heeft hier de vinger bij gelegd. "Bezinning" en "tijd voor de uitvoering" waren kernwoorden in de toespraak van de president van de Algemene Rekenkamer. 

Nu de termijn van dit kabinet richting het einde loopt, is dit debat dan ook het moment om breder te kijken naar de uitkomsten van de eigen ambities van het kabinet en naar de manier waarop ze zijn uitgevoerd. Het kabinet wilde bruggen in de samenleving slaan door de onderlinge verbondenheid, het optimisme en de kracht van Nederland te versterken. Dit met drie pijlers onder het beleid: de schatkist op orde brengen, eerlijk delen en werken aan duurzame groei. De schatkist is verder op orde gekomen. De overheidsschuld daalde en het gaat weer wat beter met de economie. Dat is een compliment waard. 

Maar er is meer dan de overheidsfinanciën. De vraag is ook hoe onze samenleving ervoor staat. In 2015 hebben vooral de aanpak van de vluchtelingencrisis en de zeer uiteenlopende reacties in de samenleving hierop laten zien dat er van onderlinge verbondenheid soms maar weinig sprake is. Er zijn mensen die hun ongenoegen duidelijk laten blijken, maar er zijn gelukkig ook mensen die de handen uit de mouwen steken. De opvang van vluchtelingen heeft opnieuw aangetoond hoe scherp de breuklijnen en tegenstellingen in de samenleving zijn, breuklijnen die doorlopen in dit huis, waar de politieke versplintering doorgaat en tegenstellingen meer dan ooit worden uitvergroot. 

Niet alleen ontwikkelingen in de wereld leiden tot tegenstellingen in de samenleving. Wij moeten ook kritisch zijn op het beleid dat wij voeren. Draagt dat op onderdelen ook niet bij tot die tweedeling? Ik noem als voorbeeld de invoering van het schuldenstelsel. Doorstromers van mbo naar hbo hebben een grotere drempel om naar het hoger onderwijs te gaan. Studenten met een functiebeperking, die het al niet makkelijk hadden, is het ook niet makkelijker gemaakt met dit schuldenstelsel. Maar ook vroege selectie in het voortgezet onderwijs duwt kinderen al snel in een afgebakend niveau, waarbij zelfs je afkomst van invloed is op het niveau waarop je wordt ingedeeld. 

Op de arbeidsmarkt zou de tweedeling tussen flex en vast verminderd worden. De praktijk is dat veel mensen nu geconfronteerd worden met een baan die net afloopt voordat zij vast in dienst moeten worden genomen. De intentie van de Wet werk en zekerheid was goed, maar in de uitwerking leidt het tot nog meer scheiding tussen vast en flex. 

De problematiek met de pensioenen heeft de solidariteit tussen jong en oud nog meer onder druk gezet. Ouderen merken al jaren achter elkaar dat de pensioenen niet geïndexeerd en zelfs gekort worden. En jongeren vragen zich af of ze zelf ooit nog iets terugzien van de pensioenen waarvoor zij nu premies afdragen. Dit kabinet schuift dit majeure probleem echter steeds voor zich uit. Het blijft op de handen zitten en kijkt weg. 

Ook over de tegenstelling tussen Groningen en de rest van Nederland hebben wij in dit huis vaak gesproken. 

Als wij dan toch aan het bezinnen zijn, hoe kijkt het kabinet dan zelf terug op het realiseren van het eigen doel "bruggen slaan"? Onderkent het dat het eigen beleid op onderdelen de tegenstellingen juist heeft uitvergroot? Wat denkt het daar het laatste regeringsjaar nog aan te gaan doen? 

Het kabinet zette ook in op duurzame groei, maar richting het einde van de kabinetsperiode is de grote transitie uitgebleven. Allereerst werd de doelstelling voor hernieuwbare energie verlaagd van 16% naar 14% in 2020. Het energieakkoord zorgt voor vooruitgang op een aantal terreinen, maar leidt niet tot de grote energietransitie die nodig is. Het milieu- en energievraagstuk vraagt om een daadkrachtige overheid die de urgentie uitstraalt die zo langzamerhand echt noodzakelijk is. En dus niet om een overheid die in beroep gaat tegen de Urgendaklimaatzaak, terwijl deze uitspraak de overheid juist met de neus op de feiten drukt, niet om een overheid die in het afgelopen jaar tot twee keer toe door de Raad van State werd gedwongen om het niveau van gaswinning in Groningen te verlagen, niet om een overheid die in afwachting van onderzoeken en een Energiedialoog groene maatregelen vooruitschuift, terwijl recent nog nieuwe kolencentrales zijn geopend en terwijl het aandeel duurzame energie vorig jaar slechts 0,3 procentpunt is gestegen naar 5,8%. 

In dit kader wijs ik ook op de 0,5 miljard euro die in de SDE+ is overgebleven. Dit gebeurt jaarlijks en niet alleen tot frustratie van de Kamer, maar ook tot frustratie van de aanvragers. Er worden veel projecten ingediend, maar telkens treedt er vertraging op of kunnen ze niet toegekend worden. Hoe wil de regering de SDE+, die nota bene wordt opgebracht via een opslag op de energierekening, nu wel gaan verbeteren? Hoe gaat zij er verder zorgen dat de middelen ook terechtkomen bij het doel, namelijk meer groene energie? Hoe wordt voorkomen dat hoopvolle initiatieven weer een jaar op de plank blijven liggen? 

De Nederlandsche Bank heeft gewaarschuwd voor een carbon bubble. Deze zeepbel is niet alleen een risico voor pensioenfondsen en andere beleggers, maar ook voor de Staat zelf. De waarde van de olie- en gasreserves is tussen 2012 en 2014 met maar liefst 33% gedaald van 175 naar 117 miljard. Wat zijn de consequenties van deze verlaging voor de staatsbalans en moeten we ook niet rekening houden met het scenario dat het gas in de grond blijft zitten, omdat we aan de slag moeten met duurzame energie? 

Bij drie kerntaken van de overheid, belastinginning, veiligheid en defensie, heeft de Algemene Rekenkamer ernstige onvolkomenheden geconstateerd. Dat zijn, nota bene, klassieke overheidstaken! Het is zorgelijk dat het kabinet er niet in is geslaagd om deze onvolkomenheden in de afgelopen jaren aan te pakken, want deze punten zijn helaas niet nieuw. Het zijn punten waar de Rekenkamer al jaren voor waarschuwt. Hoe kan het dat het kabinet er niet in slaagt om deze knelpunten aan te pakken? Is hier wel voldoende regie op gevoerd?, zo vraag ik ook aan de minister van Financiën. 

Ik begin bij de Belastingdienst. Volgens de Rekenkamer heeft de Belastingdienst in de afgelopen jaren weinig vooruitgang geboekt bij het moderniseren van de verouderde ICT-systemen. Grote hervormingen als de belastinghervorming, waar een jaar geleden nog sprake van was, zouden helemaal niet mogelijk zijn. Echter, volgens de staatssecretaris kunnen de ICT-systemen vereenvoudigingen nog wel aan. Dat is toch een opmerkelijk verschil van inzicht en niet minder relevant voor de Kamer, omdat het voor beleidswensen nogal uitmaakt of de Belastingdienst het wel of niet aankan. Kan de regering een verklaring geven voor het verschil van inzicht tussen het kabinet en de Algemene Rekenkamer? Meent het kabinet dat de Belastingdienst hervormingen nog wel aankan? 

De aanpak van de grote financiële problemen bij het ministerie van Veiligheid en Justitie leidt maar niet tot concrete verbeteringen. Zowel de structuur als de cultuur op het ministerie staan verbeteringen in de weg, zo lijkt het. Het ministerie is domweg te groot en de bewindspersonen zijn onvoldoende in control. Wat de ChristenUnie betreft moeten politie en justitie zo snel mogelijk weer uit elkaar worden getrokken. We moeten af van het mammoetministerie dat de VVD zo graag wilde. Dat project is mislukt! Erkent de minister-president dat ook? 

De Rekenkamer maakt in het bijzonder gehakt van het financieel beheer bij onder meer de nationale politie, de gevangenissen en de strafrechtketen. Wat de ChristenUnie betreft moeten er meer rapportagemomenten komen, opdat wij kunnen beoordelen wat de stand van zaken is ten aanzien van de aangekondigde verbetermomenten en of het ministerie meer in control komt. Wat ons betreft heeft de minister van Financiën hierin ook een rol. Graag zouden wij de Algemene Rekenkamer hierbij betrekken. 

Voor onze externe veiligheid zijn wij inmiddels overgeleverd aan anderen, zo erkent de minister van Defensie. De Algemene Rekenkamer is dit jaar dan ook weer met een vernietigend rapport gekomen waarin ernstige onvolkomenheden worden geconstateerd. Doordat Defensie nog steeds een niet vol te houden wissel op zichzelf trekt, wordt er roofbouw op de organisatie gepleegd. Van haar eenheden haalt slechts 59% haar operationele doelstellingen. Personeel kan niet of amper trainen. Fregatten, helikopters en ander materieel liggen stof te vangen, vanwege het gebrek aan reserveonderdelen. De oplossing ligt volgens diezelfde Rekenkamer niet alleen bij meer financiële middelen, maar zonder die financiële middelen is het herstelplan in ieder geval gedoemd te mislukken. Gaat het kabinet zijn laatste begrotingsjaar daadwerkelijk gebruiken om dat herstel in te zetten? Van de minister van Defensie begrijpen we echter dat de financiële mogelijkheden daarvoor zeer beperkt zijn. Graag een reactie van de minister van Financiën. 

Ik heb nog twee overige punten. Ten eerste het punt van de ouderenwerkloosheid. Het is toch wel bijzonder opmerkelijk en echt schrijnend dat wij niet weten wat het effect is van de maatregelen. En niet alleen wij weten dat niet, ook op het ministerie heeft men geen clou. Als wij dan toch telkens maatregelen nemen — maatregelen die wel genomen moeten worden — om te bezien hoe we de kansen van ouderen op de arbeidsmarkt kunnen verbeteren, waarom gaan we dan niet eerst eens kijken wat überhaupt in het verleden heeft gewerkt? Dan kunnen we de goed werkende maatregelen misschien als eerste toepassen. Kan de minister daarop reflecteren? 

Wat de zorg betreft, legt de Rekenkamer de vinger bij het falende systeem van trekkingsrechten dat nog altijd functioneert met noodverbanden. Er wordt nu gewerkt aan een structurele oplossing en de ChristenUnie ziet graag dat we niet doormodderen met deze noodverbanden, maar dat we met een realistisch tijdpad toewerken naar een systeem waarin de regie weer echt bij de budgethouders komt te liggen. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik was heel blij dat mevrouw Schouten de kwestie van de carbon bubble aansneed. Nu hebben wij een rapport van DNB liggen, maar we hebben zeer onlangs ook een reactie gekregen van de minister van Financiën. Hoe kenschetst mevrouw Schouten deze reactie? 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik niet precies weet wat die reactie is. Ik heb haar nog niet goed tot mij genomen. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Dan kan ik mevrouw Schouten in elk geval melden dat daar de zinsnede in staat: als we nu maar tijdig starten met de reductie van CO2, dan valt het, vrij vertaald, wel mee met die toekomstige zeepbel. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik hoor de minister net bevestigen dat dat er inderdaad in staat, dus dan zal dat wel de conclusie zijn. Ik heb zelf al aangegeven dat ik vind dat de ambities omhoog moeten, maar dat er ook voor de staatsbalans een risico zit als wij niet aan de slag gaan met de carbon bubble. De Nederlandsche Bank wijst vooral naar andere bedrijven, naar pensioenfondsen en naar bedrijven die veel investeren in industrieën waar veelal milieuvervuilend gewerkt wordt. Ik denk dat we juist als overheid nou eens zelf goed moeten kijken. Wij hebben bijvoorbeeld nogal wat gasvoorraden op onze balans staan. Als we die niet meer gaan opnemen of als die heel snel minder waard worden, dan heeft dat ook consequenties voor onze balans. 

De beraadslaging wordt geschorst. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor om de vergadering voor de lunchpauze te schorsen. Dan beginnen we om 14.00 uur met de regeling van werkzaamheden en daarna hervatten we het Verantwoordingsdebat. 

De vergadering wordt van 13.29 uur tot 14.00 uur geschorst. 

Naar boven