31 Duurzaamheid

Aan de orde is het VAO Duurzaamheid (AO d.d. 05/02). 

De voorzitter:

Het woord is allereerst aan mevrouw Van Veldhoven van D66. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Het AO was lang geleden. We hadden het er zojuist al even over dat we het toen nog over "warmetruiendag" hadden, maar we hadden het toen ook over asbest en over asbestinventarisaties in scholen en ziekenhuizen, omdat de situatie op dat punt nog steeds niet overal op orde is. Dat is wat D66 betreft onacceptabel. De staatssecretaris onderschrijft het publieke belang van het weten waar die asbest zit, specifiek in de scholen en de ziekenhuizen, want zij heeft gezegd dat die gegevens zullen worden opgenomen in het landelijke asbestvolgsysteem. We vinden dit zo belangrijk dat we dit in systemen opnemen, maar we accepteren blijkbaar wel dat dit bij ziekenhuizen en scholen niet op orde is. Dat accepteert D66 niet. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Kamer reeds in 2011 de regering bij motie heeft verzocht het asbestprobleem in ziekenhuizen snel en gedegen aan te pakken, te beginnen met een inventarisatie; 

constaterende dat vier jaar later de asbestinventarisatie in enkele ziekenhuizen nog steeds niet overal op orde is en er dus nog steeds sprake kan zijn van asbestrisico; 

verzoekt de regering, haast te maken met het inventariseren van het asbestrisico in ziekenhuizen middels een inventarisatieplicht voor ziekenhuizen waarbij het nog niet op orde is, met als doel dat ieder ziekenhuis in Nederland weet of er asbest aanwezig is, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 319 (30196). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De tweede motie kan ik sneller indienen, omdat daarbij dezelfde inleiding geldt. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Kamer reeds in 2011 de regering bij motie heeft verzocht het asbestprobleem in scholen snel en gedegen aan te pakken, te beginnen met een inventarisatie; 

constaterende dat vier jaar later de asbestinventarisatie in enkele scholen nog steeds niet op orde is en er dus nog steeds sprake kan zijn van asbestrisico; 

verzoekt de regering, haast te maken met het inventariseren van het asbestrisico in scholen middels een inventarisatieplicht voor scholen waarbij het nog niet op orde is, met als doel dat iedere school in Nederland weet of er asbest aanwezig is, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 320 (30196). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik ga heel snel over naar mijn laatste punt en dat is het Maleisisch hout. Om dat hout toe te laten worden nu de criteria versoepeld voor de import van al het hout. Dat is voor D66 niet de juiste weg. Daarom de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat op dit moment hout onder het duurzaam inkoopbeleid van de Nederlandse overheid tijdelijk slechts hoeft te voldoen aan zeven van de negen vastgestelde minimumeisen uit het Timber Procurement Assessment System; 

van mening dat alle negen minimumeisen van even groot belang zijn; 

constaterende dat deze generieke wijziging enkel door de regering is toegepast om MTCS-hout te kunnen accepteren in het inkoopbeleid, aangezien een specifieke wijziging in strijd zou zijn met het mededingingsrecht en de Algemene wet bestuursrecht; 

van mening dat het onwenselijk is dat hout dat door de Nederlandse overheid wordt ingekocht, nu mogelijk niet volledig voldoet aan de negen inkoopcriteria voor aantoonbaar duurzaam geproduceerd hout; 

verzoekt de regering, te verzekeren dat per 1 juni 2016 alle negen minimumeisen voor de inkoop van duurzaam hout voor de Nederlandse overheid weer onverkort gelden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 321 (30196). 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb een paar moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat duurzaam inkoopbeleid in de praktijk nog onvoldoende leidt tot daadwerkelijk duurzame uitkomsten; 

overwegende dat de staatsecretaris heeft toegezegd dat er op korte termijn een plan van aanpak komt, in samenwerking met het bedrijfsleven; 

overwegende dat intensieve kennisuitwisseling tussen inkopers en duurzame bedrijven belangrijk is om duurzame uitkomsten te realiseren; 

verzoekt de regering om in het plan van aanpak duurzaam inkopen, duurzame bedrijvenkoepels nauw te betrekken bij het ontwikkelen van marktontmoetingen, opleidingstrajecten voor inkopers en ambitieuzere inkoopcriteria, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 322 (30196). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de laatste monitor duurzaam inkopen het jaar 2010 betrof met betrekking tot centrale, decentrale en semioverheden; 

verzoekt de regering, een benchmark duurzaam inkopen te ontwikkelen, te beginnen vanaf het jaar 2014, zodat gemeenten, provincies, waterschappen, onderwijsinstellingen en ziekenhuizen zich aan elkaar kunnen optrekken, hiervoor voldoende budget te reserveren en als voorbeeld de Transparantiebenchmark voor 500 bedrijven te nemen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 323 (30196). 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De Kamer wacht al maanden op het Ecorys-onderzoek naar de eventuele obstakels om de brandstoffenmix volledig transparant te maken. Het rapport is volgens mij al maanden klaar en de kabinetsreactie had er al kunnen zijn. De ChristenUnie wil nu graag dat het rapport de komende weken naar de Kamer komt. Ik dien de volgende motie in zodat wij er voor het zomerreces over kunnen stemmen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat over grondstoffen en herkomst van biobrandstoffen al op bedrijfsniveau wordt gerapporteerd, maar dat dit nog niet gebeurt voor de overige brandstoffen; 

constaterende dat de consument alleen een echte keuze kan maken tussen verschillende brandstoffen als er volledige transparantie van de brandstoffenmix op bedrijfsniveau is zoals ook is verwoord in de motie van het lid Jan Vos van de PvdA (33834, nr. 17); 

verzoekt de regering, volledige transparantie van de brandstoffenmix op bedrijfsniveau uiterlijk 1 januari 2016 te realiseren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 324 (30196). 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Duurzaam inkopen hoeft niet duurder te zijn. Sommige mensen denken dat, maar dat hoeft helemaal niet. Het gaat ook om de lange termijn. Als je minder grondstoffen verbruikt, heb je een lagere kostprijs en daarmee een concurrentievoordeel. Dat kun je natuurlijk ook weer doorgeven aan je klant. Duurzaamheid is niet altijd duurder. Je moet het ook weer niet te ingewikkeld maken. Ik vind het goed dat de overheid af en toe launching customer is. Dan geef je bedrijven ook een kans, maar wij moeten wel voorkomen dat wij te ver doorschieten met de criteria en te veel met afvinklijstjes werken. Dat is geen goede ontwikkeling. Het gaat echt om het resultaat. Ik heb twee moties over de criteria. De eerste gaat over hout. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat houtkeurmerken moeten voldoen aan internationale standaarden van koepelorganisaties zoals FSC en PEFC; 

constaterende dat de Nederlandse overheid tot op heden een eigen beleid hanteert als het gaat om toetsing van houtkeurmerken op duurzaamheid; 

constaterende dat betrokken non-gouvernementele organisaties aanvullend hierop eigen houtkeurmerken in het leven hebben geroepen; 

overwegende dat door alle keurmerken, toetsingscommissies en richtlijnen niet helder is wanneer waaraan voldaan moet worden en een ongelijk speelveld ontstaat; 

verzoekt de regering, helderheid te scheppen in het woud aan criteria en keurmerken en daarbij zo spoedig mogelijk een gelijk speelveld te bereiken, en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 325 (30196). 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik lever deze motie zo in, want de volgende motie staat op de achterkant. Ik ben milieubewust en print dubbelzijdig! 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de rijksoverheid een duurzaam inkoopbeleid heeft; 

overwegende dat beleidsdepartementen op verschillende ministeries (I en M, W en R, EZ, BuZa en SZW) betrokken zijn bij een plan van aanpak duurzaam inkopen; 

verzoekt de regering om zich te richten op "total cost of ownership" bij duurzaam inkoopbeleid, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 326 (30196). 

Ik schors de vergadering voor drie minuten, zodat de staatssecretaris de moties kan doornemen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

Excuses! Ik heropen de vergadering, want mevrouw Cegerek wilde ook nog moties indienen. Daarvoor geef ik haar nu de gelegenheid. 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Voorzitter. Ik dacht al, dat gaat wel heel snel! Wij hebben toch lang op dit VAO gewacht. Ik heb drie moties en begin dus meteen met voorlezen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de prioriteit van duurzaam inkopen bij gemeentes en provincies afneemt; 

overwegende dat het van groot belang is dat de overheid het goede voorbeeld geeft; 

overwegende dat het daarom nodig is gemeentes en provincies te stimuleren meer prioriteit aan duurzaam inkopen te geven; 

verzoekt de regering, jaarlijks een prijs uit te reiken aan de gemeente en de provincie met het duurzaamste inkoopbeleid, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Cegerek. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 327 (30196). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het bedrijfsleven een belangrijke rol kan spelen bij het ontwikkelen van nieuwe strategieën voor duurzaam inkopen; 

constaterende dat het plan van aanpak voor duurzaam inkopen is uitgesteld; 

verzoekt de regering, met koplopers uit het bedrijfsleven in gesprek te gaan om daarmee kennisoverdracht en professionalisering voor duurzaam inkopen te verbeteren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Cegerek. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 328 (30196). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de overheid het goede voorbeeld op het gebied van duurzaam inkopen moet geven; 

overwegende dat duurzaam en circulair inkopen evenals energiegebruik hierbij een belangrijke rol spelen; 

verzoekt de regering, duurzaam en circulair inkopen prioriteit te maken binnen de inkoop en aanbestedingen van het Rijk, bijvoorbeeld bij de renovatie van het Binnenhof, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Cegerek. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 329 (30196). 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen en haar reactie op de moties. 

Staatssecretaris Mansveld:

Voorzitter. De moties op stuk nrs. 319 en 320 zijn eigenlijk dezelfde moties over twee verschillende soorten gebouwen: scholen en ziekenhuizen. Ik heb hier de afgelopen tweeënhalf jaar meerdere malen met de Kamer over gesproken. Er geldt reeds een inventarisatieplicht. Er mag niet gerenoveerd, verbouwd of gesloopt worden zonder dat er eerst gekeken wordt naar de aanwezigheid van asbest. Ik heb altijd gezegd: er mag geen spijker in de muur voordat dat duidelijk is. Voor het overige geldt: laat asbest dat veilig, hecht gebonden zit met rust, dan levert dat geen gevaar op voor het binnenmilieu. 

Ik begrijp dat toch de vraag opkomt waarom scholen en ziekenhuizen niet nu al geïnventariseerd moeten worden, los van het voornemen tot verbouwing of sloop. Op het eerste gezicht lijkt dat misschien extra veilig, maar door de extra aandacht die op scholen naar asbest is uitgegaan, is er al extra veel gedaan. 87% heeft op de enquête gereageerd. 66% heeft ook geïnventariseerd. De scholen die niet geïnventariseerd hebben, geven bijvoorbeeld aan dat ze nog aan het plannen zijn of dat ze er nu van afzien omdat een gebouw op de nominatie staat voor renovatie of sloop. Dit zijn voorbeelden. Dus een inventarisatieplicht biedt in die zin een schijnzekerheid. Ik wil niet dat een inventarisatierapport in een la verdwijnt als het niet nodig is voor een geplande bouwactiviteit. 

Ik ga hier zo uitgebreid op in omdat het AO nogal een tijdje geleden is gevoerd, maar ook omdat ik nogmaals wil toelichten aan de indienster van de motie dat het belangrijk is dat wij op het goede moment een inventarisatie hebben liggen. Scholen en ziekenhuizen worden door mij jaarlijks geïnformeerd als er nieuwe ouderraden komen: realiseert u zich wat asbest in uw gebouw zou kunnen betekenen. Om een lange motivatie kort te maken: ik ontraad de moties op de stukken nrs. 319 en 320. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Of we vinden het belangrijk of we vinden het niet belangrijk. Wij vinden het zo belangrijk dat wij het zelfs in de systemen opnemen en het jaarlijks onder de aandacht brengen van scholen. Als de staatssecretaris het belangrijk vindt, zou je het op deze manier een stok achter de deur kunnen geven. Dat 66% van de scholen het heeft gedaan, zoals de staatssecretaris zegt, toont aan dat de meeste scholen het ook belangrijk vinden. Dat belang wordt dus gedeeld. Ik kan niet helemaal geloven dat 34% van de scholen op de nominatie staat om gesloopt dan wel grondig verbouwd te worden. Dat lijkt mij meer dan de hoeveelheid die het dan overigens ook zou moeten gaan doen. Dus daarvoor zou het ook geen bezwaar moeten zijn. Voor welke scholen en ziekenhuizen zou het een bezwaar zijn om het wel te doen? 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik heb aangegeven dat 87% van de scholen op de enquête heeft gereageerd. Mevrouw Van Veldhoven zet twee punten tegenover elkaar: of u vindt het belangrijk of niet. Het ís heel erg belangrijk, maar ik wil dan ook een effectieve manier hebben om te inventariseren op een effectief moment, en ik wil dat scholen en ziekenhuizen zich daarvan bewust zijn. Ik wil geen inventarisatie die op de plank belandt en vergeten wordt. Deze discussie hebben wij inmiddels drie of vier keer gevoerd. Gelet op het bewustzijn bij ziekenhuizen en scholen en de manier waarop wij dat accuraat houden door elk jaar aan het begin van het schooljaar ouderraden en scholen weer opnieuw te informeren in de zin van "weet dat dit een probleem is", vind ik de vergelijking "of u vindt het belangrijk of niet" niet helemaal terecht. Men weet hoe actief mijn ministerie is met deze gebouwen. Ik ontraad dus de motie. 

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven, het is ongebruikelijk dat u nog een keer mag interrumperen, maar het zijn twee moties, dus twee vragen kunnen. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Laat ik het positief aanvliegen. Ik ben blij dat de staatssecretaris het belang deelt. Juist vanuit dat gedeelde belang zouden wij ons iets meer zorgen moeten maken over de spijker die wellicht wel in de muur wordt geslagen. Wat de staatssecretaris betreft gaat er geen spijker in de muur zonder een asbestinventarisatie. Ik ben bang dat dat wel gebeurt. Juist daarom kan het nuttig zijn om tegen alle scholen te zeggen: maakt u dat, want voordat u dat schilderijtje ophangt, kunt u nog even checken of daar geen asbest zit. 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik heb net al aangegeven dat er scholen zullen zijn die op de nominatie staan voor sloop die gewoon gereageerd hebben en gezegd hebben: wij beseffen dat het belangrijk is, maar om deze en deze reden hebben wij dat niet gedaan. Dan zou ik dus een x-aantal scholen alsnog voor een kostenpost zetten, terwijl ze gemotiveerd en heel bewust bezig zijn met het beleid, en heel gemotiveerd daarvan afwijken. Ik denk niet dat dat de intentie is bij deze gebouwen. 

De motie op stuk nr. 321 is ook van mevrouw Van Veldhoven. Ik zie die motie als ondersteuning van beleid. Het is nimmer de intentie geweest om de ambitie te verlagen. Het is juist de intentie geweest om verduurzaming te stimuleren. Ik heb altijd gezegd dat het mijn doel is om de datum van 1 juni 2016 te bereiken. Ik vind het uitstekend dat dat hier bevestigd wordt. 

In de motie op stuk nr. 322 wordt de regering verzocht om bij het plan van aanpak voor duurzaam inkopen duurzame bedrijvenkoepels nauw te betrekken. De strekking van de motie komt overeen met de inzet van het kabinet. Wij zullen deze motie dan ook betrekken bij het plan van aanpak voor duurzaam inkopen, dat u in september zult ontvangen. Ik zie de motie als ondersteuning van beleid. 

De motie op stuk nr. 323 gaat over een benchmark duurzaam inkopen. Ik vind dat een heel sympathiek idee en ik wil dat betrekken bij het plan van aanpak dat u in september ontvangt. Ik zie de motie als ondersteuning van beleid en laat het oordeel aan de Kamer. 

Dan kom ik bij de volledige transparantie van de brandstofmix die gevraagd wordt in de motie op stuk nr. 324. U weet dat de brief uw kant op komt. Dat heeft enige tijd in beslag genomen, omdat er uitgebreid is overlegd met het bedrijfsleven, ook met de ACM en met de NEa. Wij moeten eerst kijken wat mogelijk is en hoe dat mogelijk is. Ik wil eerst de brief naar de Kamer sturen om daarna te horen wat mevrouw Dik-Faber dan zelf met de motie wil. Ik stel voor om de motie aan te houden totdat de brief er is. Als de motie niet wordt aangehouden, ontraad ik die op dit moment. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik hoor graag wanneer die brief naar de Kamer komt. In de tussentijd houd ik de motie aan. 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik zal het spannend maken. Ik hoop dat de brief nog voor het reces komt. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Dik-Faber stel ik voor, haar motie (30196, nr. 324) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik kom bij de motie op stuk nr. 325, waarin gevraagd wordt om helderheid te scheppen in een woud aan criteria. Ik neem dit mee bij de evaluatie van TPAC. Het is belangrijk dat er internationaal harmonisatie komt. U weet dat ik daar actief over in gesprek ben met het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Ik beschouw de motie als ondersteuning van beleid en laat het oordeel aan de Kamer. 

De voorzitter:

U hebt gezien dat de motie op stuk nr. 325 op de achterkant van nr. 326 staat? 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik realiseerde mij zojuist dat dit heel duurzaam is gedaan. 

De voorzitter:

Ja, en daarmee is de boel in verwarring gebracht. Gaat u verder. 

Staatssecretaris Mansveld:

De motie op stuk nr. 326 verzoekt de regering om zich te richten op "total cost of ownership". Die motie is in lijn met het kabinetsbesluit. De total cost of ownership zal worden meegenomen in het plan van aanpak voor duurzaam inkopen dat in september wordt aangeboden. Ik zie de motie als ondersteuning van beleid. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording. Bij de motie op stuk nr. 325 laat zij het oordeel aan de Kamer. Zij ziet die als ondersteuning van beleid. Is het mogelijk om daaraan een datum te koppelen? De motie op stuk nr. 326 wordt mede ingediend namens mevrouw Cegerek, mevrouw Van Veldhoven en mevrouw Mulder. Dank voor de beantwoording. 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik heb gezegd dat ik het meeneem bij de evaluatie van TPAC. Ik weet niet wanneer die voorzien is, maar dan wordt het automatisch meegenomen. 

De voorzitter:

De motie-Remco Dijkstra (30196, nr. 326) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Remco Dijkstra, Cegerek, Agnes Mulder en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 330, was nr. 326 (30196). 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik kom bij de motie op stuk nr. 327 van mevrouw Cegerek. Ik vind een prijs een sympathiek idee. Het is altijd goed om het goede te belonen. Ik zal de motie betrekken bij het onderhanden zijnde plan van aanpak, dat u in september zult ontvangen. Ik laat het oordeel aan de Kamer. 

In de motie op stuk nr. 328 wordt de regering verzocht met koplopers uit het bedrijfsleven in gesprek te gaan. Dat is ook de inzet van het kabinet. Ook deze motie zullen wij betrekken bij het plan van aanpak. Daarin wordt onder andere ingegaan op die kennisoverdracht. Bestaande criteriadocumenten worden ook nu al periodiek geactualiseerd. De normen worden periodiek aangepast. Dat is afgelopen april nog gedaan. Ik zie de motie als ondersteuning van beleid. 

Ik kom bij de motie op stuk nr. 329 van mevrouw Cegerek. De toepassing van duurzaam en circulair inkopen binnen de rijksinkoop valt niet onder mijn portefeuille, maar onder die van collega Blok. Duurzaamheid is bij het Rijk al lang een belangrijk criterium bij het inkoopbeleid. Er zijn criteriadocumenten die aansturen op energie-efficiency en hergebruik van materialen. Aanpassingen van vastgoed worden aangegrepen om creatieve oplossingen te realiseren voor energiebesparing en het verduurzamen van de energievoorziening. Ik beschouw deze motie als ondersteuning van beleid. 

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden. Zo te zien zijn er verder geen aanvullende vragen meer. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven