11 Natuurlijke hulpbronnen en conflictgrondstoffen

Aan de orde is het VAO Nederlandse inzet met betrekking tot natuurlijke hulpbronnen en conflictgrondstoffen (AO d.d. 22/04). 

De voorzitter:

Zeven woordvoerders nemen deel aan dit debat. De eerste die het woord zal voeren, is mevrouw Thieme van de Partij voor de Dieren. Zoals iedereen heeft zij twee minuten spreektijd. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik heb twee moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Europese Commissie tracht het gebruik van conflictmineralen tegen te gaan middels een vrijwillige vorm van conflict due diligence; 

overwegende dat vrijwillige richtlijnen van de OESO en VN bedrijven onvoldoende aanzetten tot het verrichten van mensenrechten due diligence (risico's in de keten opsporen, voorkomen, repareren en rapporteren); 

overwegende dat Europese bedrijven alleen nagaan waar hun grondstoffen vandaan komen als ze onder de Amerikaanse wet daartoe verplicht worden; 

constaterende dat het minimaal vijf jaar duurt alvorens de Europese Commissie de verordening zal evalueren; 

verzoekt de regering, de evaluatie niet af te wachten en per direct in Europees verband voor een bindend karakter voor importeurs van 3TG te pleiten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme en Sjoerdsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 19 (32852). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er niet alleen in conflictgebieden maar in veel bredere zin vaak sprake is van grote misstanden op het gebied van mensenrechten en milieu bij de winning en productie van grondstoffen; 

constaterende dat vrijwillige initiatieven om misstanden in de grondstoffenketens aan te pakken te weinig resultaat opleveren; 

verzoekt de regering, een breder plan van aanpak op transparantie en due diligence in de grondstoffenketens te ontwikkelen zodat alle misstanden die door winning en handel in grondstoffen veroorzaakt en verergerd worden structureel kunnen worden aangepakt, en daarin een meer verplichtende aanpak centraal te stellen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 20 (32852). 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. In het debat hebben we ook gesproken over de beperkte hoeveelheid conflictgrondstoffen die onder de verordening vallen. Daarom heb ik de motie van de heer Sjoerdsma van D66 ondertekend, waarin de regering wordt verzocht om dat breder aan te pakken. 

De voorzitter:

Nou, dan is de spreektijd van de heer Sjoerdsma niet meer nodig! Ik zie hem hierheen lopen; het is dus wel nodig. 

Het woord is aan de heer Sjoerdsma. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Ik heb met veel plezier de motie meeondertekend, die mevrouw Thieme van de Partij voor de Dieren net heeft ingediend. Ik heb zelf twee moties, vandaar dat mijn spreektijd toch nog nut heeft. 

Mijn eerste punt betreft het beperkte aantal conflictgrondstoffen dat onder dit voorstel van de Europese Commissie valt. Het voorstel gaat uit van vier mineralen — ze zijn al genoemd — maar er zijn natuurlijk veel meer mineralen uit de conflictregio's dan de Europese Commissie heeft gedefinieerd: nikkel uit Colombia, diamant uit de Centraal Afrikaanse Republiek en koper uit Peru. D66 vindt de vier gekozen grondstoffen onvoldoende en dient daarom de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Europese Commissie tracht het gebruik van conflictmineralen tegen te gaan; 

overwegende dat de verordening van de Europese Commissie zich slechts richt op vier mineralen en zeventien afgeleide productcodes; 

verzoekt de regering, te pleiten voor de opname van additionele conflictmineralen in de Europese verordening en te pleiten voor een systematiek waarin eenvoudig conflictmineralen aan de lijst kunnen worden toegevoegd; 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 21 (32852). 

De heer Sjoerdsma (D66):

Importerende kleine en middelgrote ondernemingen die onder deze verordening vallen, kunnen problemen van technische of financiële aard ondervinden bij het instellen van systemen voor passende zorgvuldigheid of bij het uitvoeren van controles van toeleveringsketens. Ik dien daarom de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Europese Commissie tracht het gebruik van conflictmineralen tegen te gaan; 

overwegende dat het importerende mkb dat onder deze verordening valt, problemen kan ondervinden bij het instellen van systemen voor passende zorgvuldigheid of bij het uitvoeren van controles van hun toeleveringsketens; 

verzoekt de regering, te pleiten voor financiële steun via het COSME-programma van de Europese Commissie voor het mkb dat mineralen en metalen importeert en systemen voor passende zorgvuldigheid hanteert; 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 22 (32852). 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn fractie zal de moties van collega's Thieme en Sjoerdsma over het meer bindend maken van de regels en het uitbreiden van de lijst van betrokken producten graag ondersteunen. Dat wil ik vast verklappen. Om iets te kunnen doen aan de mate waarin het winnen van mineralen gepaard gaat met conflicten, heb je uiteindelijk een structurele oplossing nodig. Ik dien de volgende motie in, omdat naar de vaste overtuiging van mijn fractie deze oplossing ligt in het werken in de richting van een circulaire economie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat er een omslag nodig is naar een circulaire economie; 

overwegende dat het pakket met beleidsmaatregelen om te komen tot een circulaire economie onlangs door de Europese Commissie is ingetrokken; 

verzoekt de regering, zich ervoor in te zetten dat de Europese Commissie nog dit jaar met een alternatief komt voor het ingetrokken voorstel voor een circulaire economie; 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Ojik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 23 (32852). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg over de inzet van natuurlijke hulpbronnen en conflictgrondstoffen hebben we als Kamer veel argumenten en standpunten gewisseld over de EU-verordening die voorlag. Moeten smelters en importeurs verplicht gecertificeerd worden zoals sommige partijen in deze Kamer willen? Of volgen we het voorstel van de Europese Commissie, een certificering op basis van vrijwilligheid? Het CDA volgt de minister in deze keuze. We zien op dit moment al dat veel bedrijven meewerken aan initiatieven voor due diligence. Wij willen bedrijven en de industrie het vertrouwen geven om legale en verantwoorde handel in hulpbronnen en grondstoffen te realiseren. Dit betekent niet dat het vrijwillig en vrijblijvend is, wat ons betreft. Het is aan hen om dit waar te maken. Wij verwachten dat bedrijven nu verordeningen blijven maken om te komen tot het gezamenlijke doel: het bevorderen van een legale en verantwoorde handel. Over drie jaar is de evaluatie; wij zullen dan verder kijken. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Ik dien een motie in die al eerder is ingediend, maar er is iets misgegaan bij de stemmingen. Dus voordat u denkt "wat staat die vent daar te leuteren", weet u wat er aan de hand is. 

De voorzitter:

Dat zou ik natuurlijk nooit durven denken. 

De heer Smaling (SP):

Ja. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat Kamer en regering van bedrijven in risicosectoren verwachten dat zij convenanten afsluiten over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (imvo); 

constaterende dat de regering voornemens is om vóór de zomer van 2016 een evaluatiemoment in te stellen voor de convenanten van de dertien risicosectoren; 

verzoekt de regering, deze evaluatie aan te grijpen voor aanvullende maatregelen binnen de risicosectoren waarin onvoldoende vordering is bij het afsluiten van convenanten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Smaling en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 24 (32825). 

De heer Van Laar (PvdA):

Voorzitter. De Partij van de Arbeid is in het algemeen overleg helder geweest over de bepaling van haar standpunt. Wij willen toe naar een situatie waarin consumenten bij elk product kunnen zien of daar conflictgrondstoffen in zitten. Om dat te bereiken, moeten we bedrijven dwingen middels een meer verplichtende regeling. We hebben echter ook goed geluisterd naar de andere partijen. Ik dien een motie in die hopelijk kan rekenen op brede steun in de Kamer, zodat we in ieder geval de minister oproepen om de ruimte te pakken en de Europese regeling daarop aan te passen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Europese Commissie een verordening voorstelt die bedrijven vraagt, vrijwillig te rapporteren over waar zij hun grondstoffen betrekken; 

constaterende dat de reeds bestaande Amerikaanse Dodd-Frank Act fundamenteel anders is dan het voorstel van de Europese Commissie; 

overwegende dat bedrijven die grondstoffen winnen in Congo en zijn buurlanden hierdoor met uiteenlopende wetten te maken krijgen; 

verzoekt de regering, zich in te zetten voor een Europese verordening voor grondstoffen uit Congo en zijn buurlanden die beter aansluit bij de Dodd-Frank Act, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Laar. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 25 (32825). 

Er is nog een korte vraag van mevrouw Thieme. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Bedoelt de heer Van Laar met zijn opmerking over beter aansluiten dat de regering in Europees verband moet gaan pleiten voor verplichtende criteria? 

De heer Van Laar (PvdA):

Zoals gezegd heeft de Dodd-Frank Act een aantal elementen die wij aantrekkelijk vinden. De act gaat over alle beursgenoteerde bedrijven, is een verplichte regeling, is veel meer gericht op producten en niet alleen maar op het proces en omvat veel meer dan alleen ruwe grondstoffen. Er is beweging in Europa, bijvoorbeeld vanuit Zweden, om meer daarnaartoe op te schuiven, specifiek voor die regio. Wij roepen de minister op om dat ook te doen. 

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Sjoerdsma nog even kort. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik heb toch even een verhelderende vraag. In het algemeen overleg was de heer Van Laar er voorstander van om dit verplicht te maken voor importeurs wereldwijd. Komt de heer Van Laar daar nu op terug? 

De heer Van Laar (PvdA):

Nee, het voorstel dat we nu doen, gaat veel verder dat dat. Dat weet de heer Sjoerdsma ook. Het gaat ook veel verder dan de heer Sjoerdsma wil. De Dodd-Frank Act betreft alle beursgenoteerde bedrijven. Ons voorstel verplicht alle beursgenoteerde bedrijven om te rapporteren over de grondstoffen en dus niet alleen importeurs. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Ik schors de vergadering vijf minuten en daarna gaan we luisteren naar de minister. 

De vergadering wordt van 16.40 uur tot 16.45 uur geschorst. 

Minister Ploumen:

Voorzitter. Er zijn zeven moties ingediend. De motie van de leden Thieme en Sjoerdsma op stuk nr. 19 gaat over verplichte due diligence. Wij hebben daarover in het AO lang gesproken en het kan geen verrassing zijn dat ik die motie ontraad. 

Ik ben het eens met de analyse in de motie van mevrouw Thieme op stuk nr. 20, maar ik ben het niet eens met de aanpak. Wij zijn voor vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Wij hebben het convenantenproces en wij hebben het initiatief voor conflictvrije tin. Ik ontraad deze motie. 

De motie van de leden Sjoerdsma en Thieme op stuk nr. 21 is ondersteuning van het beleid. Sterker nog: vanmiddag heeft Nederland in de raadswerkgroep al gepleit voor een systematiek in de verordening om nieuwe mineralen op te nemen wanneer de OESO dat doet. Ik kan zeggen dat de motie overbodig is, maar dat is dan weer zo onaardig. Laat ik het zo zeggen: de indieners worden meer dan op hun wenken bediend in dit geval. 

De motie van de leden Sjoerdsma en Mulder op stuk nr. 22 is eveneens ondersteuning van het beleid. De financiële steun via het COSME-programma is reeds toegezegd. Daarvoor geldt hetzelfde als voor de vorige motie, maar het is fijn dat wij het eens zijn over wat er moet gebeuren. 

De voorzitter:

Dus oordeel Kamer? 

Minister Ploumen:

Ja, dat klopt. 

De volgende motie is die van de heer Van Ojik op stuk nr. 23. Mijn collega van I en M is in the lead, maar de regering zet zich er onder haar leiding voor in dat de Europese Commissie dit jaar nog met een alternatief komt. Ik zie de motie als ondersteuning van het beleid en laat het oordeel aan de Kamer. 

De motie van de leden Smaling en Voordewind op stuk nr. 24 is al eerder ingediend en is nu op herhaling. Die motie is ondersteuning van het beleid en ik laat het oordeel aan de Kamer. 

Ook bij de motie van de heer Van Laar op stuk nr. 25 laat ik het oordeel aan de Kamer. Wij willen extra lastenverzwaring door verschillende systemen absoluut voorkomen. Ik kijk heel graag naar een versterkte inzet in het Grote Merengebied. Dat is Congo en de negen buurlanden. 

De voorzitter:

Een korte vraag van de heer Sjoerdsma. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Absoluut, een korte vraag. De minister heeft zojuist een motie van mevrouw Thieme ontraden waarin gepleit wordt voor een verplichtend karakter. Deze motie pleit ook voor een verplichtend karakter, zij het geografisch beperkt. Hoe legt de minister dat uit? 

Minister Ploumen:

De heer Sjoerdsma geeft zelf het onderscheid al aan. Het gaat hier om het Grote Merengebied van Congo en de negen buurlanden. Ik laat het oordeel daarover graag aan de Kamer. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik weet nog helemaal niet zeker of het kabinet, als de motie wordt aangenomen, ook in Europa gaat pleiten voor het verplichtende karakter. Er staat alleen maar "die beter aansluit bij de Dodd-Frank Act". Ik wil weten of de minister straks in Europa voor deze landen inderdaad gaat kiezen voor verplichtende criteria. 

Minister Ploumen:

Ik laat het oordeel graag aan de Kamer. Het lijkt mij verstandig om even af te wachten met pleiten voor het een of het ander tot de stemmingen geweest zijn. Dat is het formele antwoord. Het andere antwoord is dat ik graag wil kijken op welke onderdelen in de Dodd-Frank Act wij beter kunnen aansluiten om te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan maar ook niets wordt vergeten. 

De voorzitter:

De heer Van Ojik kort. 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat is ingewikkeld, want wij moeten straks stemmen over deze motie. Je zou de motie ook zo kunnen uitleggen dat de Europese verordening alleen maar op tien landen betrokken moet zijn. Dan zou het een verslechtering zijn ten opzichte van de huidige situatie. De minister zegt dat zij het oordeel aan de Kamer laat, maar wij moeten straks weten of dit een verbetering is. Dat hangt ervan af hoe de minister de motie straks in Brussel uitlegt. 

Minister Ploumen:

In het AO heb ik gezegd dat ik zou willen inzetten op een versterkte inzet in het Grote Merengebied. Dan zou het merkwaardig zijn als het effect van de motie, als die wordt aangenomen, is dat ik pleit voor minder inzet. Volgens mij komen wij elkaar daar tegemoet. 

De heer Van Laar (PvdA):

Ik heb gezegd dat wij willen aansluiten bij het Zweedse initiatief en dat is om bovenop de huidige regeling voor dit gebied toe te bewegen naar de Dodd-Frank Act. Het is dus en-en. 

De voorzitter:

De heer Teeven nog even. 

De heer Teeven (VVD):

Misschien kan de minister het nog even verduidelijken. Ik begrijp deze motie zo dat de minister in Brussel gaat kijken wat de mogelijkheden zijn om met andere landen na te gaan wat de beste optie is voor Congo en de buurlanden. 

Minister Ploumen:

Ja, als dat is vanuit de gedachte die de heer Van Laar verwoordde, namelijk dat het wel om een versterking en niet om een verzwakking van de inzet zal gaan. Anders zijn wij ver van huis en zijn wij het helemaal niet meer met elkaar eens. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Morgen stemmen wij over de moties. 

Naar boven