10 Kleinschalige specialistische beroepsopleidingen

Aan de orde is het VSO over het behoud van kleinschalige, specialistische beroepsopleidingen (31524, nr. 238). 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Naar aanleiding van het schriftelijk overleg dien ik twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat schaalvergroting in het onderwijs tot onbehagen heeft geleid; 

overwegende dat de regering van mening is dat kleine, unieke opleidingen organisatorisch het beste zijn geborgd binnen een breder roc; 

constaterende dat hiermee nieuwe bestuurlijke schaalvergroting zal ontstaan; 

tevens constaterende dat 75 miljoen euro is vrijgemaakt om kleine opleidingen te beschermen; 

verzoekt de regering, dit extra geld toe te kennen aan kleine, unieke opleidingen, opdat zij — indien zij dat willen — zelfstandig kunnen blijven en niet worden opgeslokt door grote roc's, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Rog. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 241 (31524). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat schaalvergroting in het onderwijs jarenlang is aangemoedigd onder het mom van financiële weerbaarheid, keuzevrijheid en efficiency; 

constaterende dat alle retoriek ten spijt, de schaalvergroting heeft geleid tot enorme roc's, met tienduizenden leerlingen, waarvan sommige failliet gaan als gevolg van bestuurders met grootheidswaan; 

constaterende dat mensen behoefte hebben aan kleinschalige, herkenbare opleidingen waarin de menselijke maat centraal staat; 

van mening dat opleidingen binnen grote roc's de mogelijkheid moeten hebben zich af te splitsen; 

verzoekt de regering, de Kamer te informeren op welke wijze opleidingen binnen roc's verzelfstandigd kunnen worden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 242 (31524). 

Mevrouw Lucas (VVD):

De SP neemt nu een duidelijk standpunt in, maar heeft niet deelgenomen aan het schriftelijk overleg. Ik vraag mij af hoe dat kan. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

De strijd die ik in deze moties heb verwoord, voer ik al jaren. Het schriftelijk overleg was voor mij buitengewoon verhelderend. Ik heb het ook goed nagelezen. Wij hebben hierover debatten gevoerd en ik heb er met de minister over van gedachten gewisseld. Ik heb zelfs eerder een motie ingediend — het is fijn dat mevrouw Lucas mij erop wijst — waarin ik gevraagd heb om te bezien of scholen binnen grotere schoolbesturen zich kunnen afsplitsen. Die motie is aangenomen. Ik reken dan ook op grote steun van u allen, met name voor de tweede motie. De eerste motie is sowieso geweldig, vraag maar aan de heer Rog. 

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Van Dijk. 

Ik zou nu graag het woord geven aan mijnheer Rog, maar ik zie dat hij daarvan afziet. Alles is al gezegd door de heer Van Dijk! 

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Het is altijd fijn als de SP even meehelpt om de 75 miljoen uit te geven die in het herfstakkoord is binnengehaald voor het mbo. Het zou misschien nog beter zijn als de SP zich voortaan ook bij dat soort overleggen zou voegen om mee te strijden voor meer geld voor onderwijs, maar dat terzijde. 

Mijn partij heeft zich wel intensief bemoeid met het kleinschalig specialistisch vakmanschap, zowel in het schriftelijk overleg als in andere overleggen. Het ging er af en toe stevig aan toe, maar ik bedank de minister nu toch graag voor de oplossing die ze uiteindelijk heeft gevonden, ook voor de Dutch HealthTech Academy. 

Voorzitter. Daar laat ik het bij. Ik heb geen moties, omdat het deze keer allemaal goed beleid is. 

De voorzitter:

Waarvan akte. 

De minister geeft aan dat zij direct in de gelegenheid is om te reageren op de ingediende moties. 

Minister Bussemaker:

Voorzitter. In de motie op stuk nr. 241 van de leden Van Dijk en Rog wordt de regering verzocht om dat extra geld, die 75 miljoen waar de heer Van Meenen over sprak, toe te kennen aan kleine unieke opleidingen, opdat zij zelfstandig kunnen blijven en niet worden opgeslokt door grote roc's. Ik ontraad deze motie en niet alleen vanwege het dictum, maar ook vanwege de overwegingen, want daarop valt ook wel het een en ander aan te merken. 

Even naar de feiten. We hebben in 2015 jaarlijks structureel 75 miljoen toegevoegd aan het macrobudget voor het mbo. Deze middelen heb ik via de ophoging van de prijsfactoren toegekend aan technische en andere kostbare opleidingen, waaronder de kleine unieke opleidingen. Deze opleidingen waren ook bedoeld als een forse impuls voor dure techniekopleidingen. 

Eerder zei ik dat het vandaag Wereldboekendag is, maar het is vandaag ook Girlsday. Dat betekent dat verspreid over het hele land meer dan 9.000 meisjes ondervinden wat techniek vermag. Ik heb deze dag vanmorgen in Deventer mogen openen, overigens in het bijzijn van gedeputeerde Van Hijum. Daar hebben we gezien welke kansen kleine technische opleidingen bieden aan meisjes, maar wat mij betreft ook aan jongens. Ik zou het daarom te beperkt vinden om die 75 miljoen alleen aan de kleine specialistische opleidingen toe te kennen. Die hebben het overigens ook niet nodig. 

Ik wijs er nog wel op dat alle opleidingen van de Dutch HealthTec Academy hieronder vallen. Die helpen we op deze manier en dat betekent dus dat ze al meer geld krijgen. Daarnaast krijg ik de mogelijkheid in de voorgestelde plannen om de prijsfactor, dus de bekostiging van bedreigde kleine unieke opleidingen, incidenteel te verhogen. Daar moet dan wel wat aan voorafgaan. Wanneer gebeurt dat namelijk? Dat gebeurt als een instelling een unieke opleiding meldt, omdat die bijna omvalt. Men moet dat melden bij DUO. Daarna vindt er een gesprek plaats met de SBB over haar bijdrage en een mogelijke bijdrage van werkgevers of scholen. Als dat geen uitkomst biedt, komt er een advies van de commissie macrodoelmatigheid. Daarin kan zij mij adviseren om de prijs op te hogen, maar ook om twee instellingen met allebei een kwetsbare kleine opleiding te bewegen die opleidingen samen te voegen. De zorg die uit de motie spreekt, heb ik dus op een andere manier geregeld, wat betekent dat we die 75 miljoen ook aan andere dingen kunnen besteden. Dat is de reden waarom ik de motie ontraad. 

De heer Van Dijk heeft op stuk nr. 242 een motie ingediend, waarin hij de regering verzoekt, de Kamer te informeren op welke wijze opleidingen binnen roc's verzelfstandigd kunnen worden. Die motie ontraad ik ook. Het is van groot belang dat bij roc's aandacht bestaat voor herkenbaarheid en kleinschaligheid. Dat kan op heel veel manieren. Het kan ook klein binnen groot zijn. Ik zie daar ook goede voorbeelden van. Ik zie ook voorbeelden van instellingen die op dat punt echt nog werk te verzetten hebben. Daarbij helpt het echter niet om een opleiding te verzelfstandigen. Een stand-alone opleiding is namelijk buitengewoon kwetsbaar. Zodra studenten een andere studie kiezen of zodra in een regio een bedrijfstak last heeft van de crisis, zou die opleiding onmiddellijk omvallen. Dat zou pas het allerergste zijn. Daarom ben ik op zoek — zie ook mijn brief "Ruim baan voor vakmanschap" van vorig jaar — naar nieuwe modellen om die kleinschaligheid vorm te geven en toch afstemming tussen mbo-instellingen te creëren, bijvoorbeeld via de gemeenschap van mbo-colleges. Daarom ontraad ik deze motie. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik heb erover na zitten denken. Ik dacht al: de minister en ik zijn het niet helemaal met elkaar eens over dit onderwerp, dus laat ik een vriendelijke formulering kiezen. Als deze motie wordt aangenomen, hoeft zij slechts de Kamer te informeren — zij hoeft niet te zeggen dat we dat gaan doen — over de wijze waarop opleidingen verzelfstandigd kunnen worden, indien zij dat willen. Daar zit natuurlijk een groter politiek debat achter, namelijk het onbehagen over de schaalvergroting. Ik dacht dat we elkaar met deze uiterst vriendelijke formulering wellicht zouden kunnen vinden. Er gaat fysiek dus niet zo heel veel gebeuren. Ik vraag de minister slechts om de zaken op een rijtje te zetten. Ik wijs de Kamer er verder op dat met deze motie geen revolutie ontstaat. We krijgen daarmee wel iets meer inzicht in de mogelijkheden die er zijn. 

Minister Bussemaker:

De motie mag heel vriendelijk zijn geformuleerd, maar daarin wordt wel naar de bekende weg gevraagd. In de afgelopen tijd hebben we het hier een- en andermaal, en indringend, over gehad. Dat was naar aanleiding van "Ruim baan voor vakmanschap". We willen namelijk herkenbaar onderwijs, onderwijs waar studenten en docenten elkaar ontmoeten, dat is ingebed in de regio en waar studenten gemist worden als ze er niet zijn. Daarover zijn we het eens. We hebben het ook gehad over de manier waarop we dat doen. Het is buitengewoon, buitengewoon kwetsbaar. Waarom hebben we de Dutch HealthTec Academy uiteindelijk ergens bij een roc ondergebracht? Mede omdat daar heel grote financiële problemen waren en de instelling dus buitengewoon kwetsbaar zou zijn als ze als stand-alone verder zou moeten. Nu hebben we het als volgt georganiseerd. Naar buiten toe kunnen ze zich op precies dezelfde manier presenteren — het merk "Dutch HealthTec Academy" blijft bestaan — maar de voorwaarden zijn gecreëerd om dat niet alleen vandaag en morgen te kunnen doen maar ook overmorgen en volgend jaar. Ik kan hier dus vrij kort over zijn. Gelet op alle discussies die we hebben gehad, vind ik het niet erg zinvol om hier een uitgebreide brief over te sturen, hoe vriendelijk het verzoek ook was geformuleerd. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Het hoeft helemaal geen uitgebreide brief te zijn. Het kan ook één A4'tje zijn. Zeker als het de bekende weg is, zou ik zeggen: u hebt net hiervoor ook het oordeel over een aantal moties aan de Kamer gelaten, omdat ze ondersteuning van beleid waren. Dus waarom zo onnodig afstandelijk over zo'n motie, waarin slechts wordt gevraagd om even kort op een rij te zetten wat roc's en opleidingen kunnen doen? 

Minister Bussemaker:

De heer Van Dijk voert een strijd, overigens in algemene zin met mijn instemming, tegen onnodige bureaucratie en papierverplaatsing. Ik zou zeggen: laten we die les ook voor onszelf trekken en geen overbodige brieven sturen. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

We stemmen komende dinsdag over de ingediende moties. 

De vergadering wordt van 16.17 uur tot 17.01 uur geschorst. 

Naar boven