7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen:

31239-159; 31239-158; 33043-17; 34000-XIII-118; 34000-XVII-31; 34000-XVII-32; 33326-11.

Ook stel ik voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren:

29684-121; 31409-71; 31409-70; 29684-120; 2015Z01363; 29684-118; 29684-114; 33601-10; 29684-108; 33450-24; 33043-36; 34000-A-51; 33750-A-96; 31936-244; 31936-243; 23645-592; 29984-570; 29984-576; 2015Z00641; 34000-A-49; 24691-121; 22112-1905; 33043-35; 31409-66; 31409-67; 31409-64; 29862-25; 29984-485; 33888-7; 31757-57; 29398-433; 24691-122; 31936-242; 29984-572; 33834-24; 31793-110; 31521-83; 32813-77; 29398-383; 33041-5; 33400-XII-78; 21501-08-484; 33750-XII-7; 29984-440; 31305-207; 30175-189; 33750-A-58; 29383-214.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Draagmoederschap, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 5 februari, met als eerste spreker mevrouw Arib van de Partij van de Arbeid;

  • -het VAO Kinderopvang, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 5 februari, met als eerste spreker de heer Ulenbelt van de SP;

  • -het VAO Duurzaamheid, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 5 februari, met als eerste spreker mevrouw Van Veldhoven van D66;

  • -het VSO over het ontwerpbesluit experiment beroepsopleiding gecombineerde leerwegen bol-bbl (31524, nr. 233), met als eerste spreker de heer Van Meenen van D66;

  • -het VAO Uitvoering Wet verlaging bezoldigingsmaximum, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 5 februari, met als eerste spreker de heer Van Raak van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Oskam van het CDA.

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. De laatste maanden is er veel te doen over de verkoop van een voormalig kazerneterrein aan de gemeente Gouda, die het gebouw wil doorverkopen aan de moskeevereniging. Hierover is in Gouda veel onrust ontstaan. Die onrust wordt nu gevoed door berichten van het college van B en W dat er geen beletselen zijn voor die verkoop. Het gaat om een miljoenenproject. Het rapport dat die conclusie moet bevestigen, wordt echter niet openbaar gemaakt. Ook verkoopcontracten en de businesscase worden niet openbaar gemaakt. De minister van Veiligheid en Justitie heeft eerder gezegd dat bij dit soort projecten vaak gelden uit onvrije landen, landen met een salafistische invloed, worden gebruikt. Dat is voor het CDA reden om een debat aan te vragen met de minister van Veiligheid en Justitie over de verkoop, de doorverkoop en de mogelijke financiële geldstromen uit die onvrije landen.

Verder wil ik een brief van de minister van Veiligheid en Justitie over de stand van zaken en alle openstaande vragen die door diverse Kamerleden zijn ingediend. Daarbij wil ik ook de toezegging dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet voordat er gedebatteerd is met de Kamer.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een debat over de bouw van een moskee in Gouda.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik constateer dat de onrust wordt gevoed door het CDA, dus ik geef geen steun voor het debat.

De voorzitter:

Geen steun dus.

De heer De Graaf (PVV):

Ondanks die financiering — dat is een dingetje — is het CDA keihard voor die moskee. Het is goed dat de mensen thuis dat ook weten. Maar ik geef wel steun voor het debat.

De heer Dijkhoff (VVD):

De heer Oskam gaf al aan dat verschillende Kamerleden vragen hebben gesteld, onder wie een Kamerlid van mijn fractie. Ik wil eerst die antwoorden in een brief. Als er aanvullende vragen zijn, dan kunnen wij die inventariseren. Maar ik wil eerst weten hoe het zit en wat onze verantwoordelijkheid is. Verder vind ik er van alles van, maar de VVD in Gouda en de gemeenteraad gelukkig ook. Die hebben daar op 11 maart zelf een debat over. Ik wil hier niet het werk van de gemeenteraad overdoen. Ik wil eerst weten van de minister hoe de landelijke rol is voordat wij beslissen daar een debat over te houden.

De voorzitter:

In ieder geval geeft u op dit moment geen steun voor een debat in de Tweede Kamer.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Wij zijn niet de nationale gemeenteraad. Dit is een zaak voor de Goudse gemeenteraad. Ik geef dus geen steun voor een debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP steunt wel een debat hierover. Naast het debat dat natuurlijk in de Goudse gemeenteraad gevoerd moet worden en wordt gevoerd, zijn er ook aspecten van landelijke wetgeving, met name de financiering vanuit onvrije landen, die het rechtvaardigen om er een debat in de Kamer over te hebben. Wij geven steun.

De heer Marcouch (PvdA):

Een aantal collega's zeiden het al: het is de verantwoordelijkheid van de lokale gemeenteraad. Ook die kijkt naar de geldstromen. Dus wij geven geen steun voor een debat.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie geeft wel steun voor het debat, met name omdat er vanuit deze Kamer verschillende vragen zijn gesteld over de financiering vanuit andere landen. Wij hechten er dan ook aan dat die vragen beantwoord zijn voordat we het debat voeren. Dit is dus ook een oproep aan het kabinet om die vragen snel te beantwoorden.

Mevrouw Karabulut (SP):

Natuurlijk gaat de gemeenteraad over het vestigen van gebedshuizen. Dat kan en mag, ook bij een moskee. Hier zijn alleen een aantal vragen te stellen over de betrokkenheid van een aantal ronselaars, die banden hebben met salafisten, en over de financieringsstromen. Recentelijk was er ook het bericht dat er allerlei eisen gesteld zouden worden, omdat vrouwen niet in het zicht mogen komen, over muurtjes en zo. Dat heeft mijn fractie doen besluiten om schriftelijke vragen te stellen. Ik zou die vragen beantwoord willen zien. Na ommekomst van de antwoorden wil ik een debat.

De voorzitter:

Dus steun voor het verzoek.

Mijnheer Oskam, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat op dit moment. Er is veel interesse in alle antwoorden op de vragen die al zijn gesteld. Die hebt u zelf ook. U hebt wel de steun van ten minste 30 leden voor het houden van een dertigledendebat. U kunt ook even wachten tot de antwoorden binnen zijn en dan een nieuw verzoek indienen.

De heer Oskam (CDA):

Misschien kunnen we het dertigledendebat gewoon noteren en afspreken dat de antwoorden op de vragen voor morgen 12.00 uur binnen zijn. Dan kunnen we beoordelen of er met spoed een debat moet komen. Wat een aantal Kamerleden zegt, is overigens niet helemaal waar: de rijksoverheid speelt hierin ook een belangrijke rol, net als de Rijksgebouwendienst en de minister van Veiligheid en Justitie vanwege zijn uitspraak.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal het debat toevoegen aan de lijst en alvast noteren dat daarvoor dan drie minuten spreektijd per fractie wordt toegekend.

Ik geef het woord aan mevrouw Ellemeet van GroenLinks.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag kwam minister Schippers met een plan om de impasse rond het wetsvoorstel voor aanpassing van artikel 13 te doorbreken. In plaats van een wetsvoorstel doet de minister nu een aantal voorstellen die zij deels bij AMvB wil regelen. Het is een complex pakket aan maatregelen, waar mijn fractie nog veel vragen over heeft, zowel over de uitvoering als over het beoogde terugdringen van de uitgavengroei. Het lijkt mij daarom goed om snel met de minister hierover te spreken. Daarom wil ik graag zo spoedig mogelijk een debat houden over de vrijdag bekendgemaakte plannen.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over het alternatief voor de Zorgverzekeringswet.

De heer Rutte (VVD):

Ik geef van harte steun voor het verzoek van mevrouw Ellemeet. Ik wil graag een debat hebben op hoofdlijnen, want het gaat om allerlei losse maatregelen die we nog gedetailleerd zullen behandelen. Ik wil het debat graag nog deze week houden. Ik zie een verschrikte blik, maar ik wil het debat echt graag deze week nog en dan op hoofdlijnen, zodat er ook snel duidelijkheid komt over de samenhang van deze plannen.

De voorzitter:

Dan wordt het weer laat voor het reces. Ik geef het maar vast mee.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik geef steun voor het verzoek van mevrouw Ellemeet. Ik zou echter ook graag een route-tijdtabel willen hebben. Het is een brief die aaneenhangt van velerlei voorstellen. Ik wil graag weten welk voorstel wanneer naar de Kamer komt en op welke manier, met betrekking tot de Eerste Kamer, de Tweede Kamer, de AMvB en de ministeriële regeling. Dat wil ik graag donderdag voor 12.00 uur weten.

De voorzitter:

U wilt die informatie dus donderdag voor 12.00 uur en u geeft steun voor het debat. Wilt u dat debat ook deze week?

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik wil eerst de route-tijdtabel hebben.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het debat op dit moment?

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Nee.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik denk dat we er zeker over moeten spreken, maar ik stel voor dat we eerst krijgen wat mevrouw Bruins Slot voorstelt. Vervolgens kunnen we een technische briefing organiseren — hoe zit het precies? — of een hoorzitting, want er zijn heel veel ...

De voorzitter:

Dat hoeft u hier niet allemaal te regelen.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wil mijn zin graag afmaken. Ik wil een hoorzitting met heel veel organisaties die hierbij betrokken zijn. Zorgverzekeraars zeggen nu al dat het niet kan. Naar aanleiding daarvan kunnen we dan een debat houden. De eis van de VVD dat het debat per se deze week gehouden moet worden, steunen wij dus niet. We kunnen het reces gebruiken voor de briefing en misschien voor een hoorzitting. Het debat kan dan in de week na het reces.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat deze week.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek wel. We vinden het heel belangrijk dat hierover gedebatteerd wordt. Dat neemt niet weg dat wij heel veel vragen hebben. Ook mijn fractie heeft dus behoefte aan een technische briefing, aan een schriftelijke ronde en aan een hoorzitting. We geven echter toch steun voor dit debat, want ik vind het ook heel belangrijk dat het gevoerd wordt. Over die andere punten moeten we dan in de procedurevergadering met elkaar spreken.

De voorzitter:

Mevrouw Dik, wilt u nog deze week debatteren of niet?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dat verzoek kan ik steunen. Al het andere moet volgens ons ook gebeuren, maar dat kan op een later moment in de procedurevergadering besproken worden.

Mevrouw Klever (PVV):

De PVV-fractie steunt het verzoek om een debat. Dat hoeft niet per se deze week te gebeuren. Wij willen graag eerst de informatie die de CDA-fractie gevraagd heeft, en daarna pas een debat.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

We steunen het verzoek om een debat, maar dat hoeft niet deze week. Ook wij vinden het namelijk belangrijk om een rondetafelgesprek en een hoorzitting te hebben en om alle zorgvuldigheid in acht te nemen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

We steunen het verzoek om deze week een debat te houden. Het doet de Partij van de Arbeid ontzettend goed dat de hele oppositie eerst een brief en feiten en gesprekken wil hebben en dan een debat. Houd die lijn vast.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP-fractie steunt vanzelfsprekend een verzoek voor een debat hierover. Wie wil dat niet? Dat hoeft wat ons betreft niet per se deze week gehouden te worden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik steun twee debatten. Ik zie namelijk al dat de coalitie het wil afdoen met een hoofdlijnendebat en ik voel zomaar aankomen dat ze een debat over de details zal tegenhouden. Het is helemaal niet erg om deze week een debat hierover te voeren, maar het tweede debat over de details moet ook gevoerd worden. Ik stel dus voor om één debat deze week te houden en één vlak na het reces.

De voorzitter:

Er is een ruime meerderheid voor het houden van een debat deze week. Mevrouw Leijten, ik heb u uw zin laten afmaken, maar u wilt er nog één uitspreken, begrijp ik.

Mevrouw Leijten (SP):

Dan gaan we dus twee keer hetzelfde debat voeren. U bent voorzitter en kunt in al uw wijsheid beslissen of u dat zinvol vindt.

De voorzitter:

Gelukkig hoef ik in mijn rol geen inhoudelijk oordeel te vellen. Ik heb gehoord dat het verzoek is uitgebreid en dat een meerderheid het verzoek van mevrouw Ellemeet steunt en het debat graag deze week op de agenda ziet. Als voorzitter geef ik alleen maar mee dat ik inschat dat dit betekent dat we voor het reces weer tot heel laat zullen vergaderen. Als de meerderheid het wil, zullen we het debat proberen in te plannen, met vier minuten spreektijd per fractie.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Het is wel opvallend. Vorige week stonden we hier en toen stonden er al zeven meerderheidsdebatten op de agenda. De voorzitter zei toen dat we die debatten eerst met de fractiesecretarissen goed op volgorde moesten zetten en moesten bekijken welke we als eerste zouden zetten. Nu geeft een brede meerderheid van de oppositie aan dat zij goed wil bekijken wat de consequenties van deze brief zijn, maar kan plotseling wel alles gepland worden. Het voelt wat dubbel, voorzitter.

De voorzitter:

Als iemand erbij zegt — het maakt mij niet uit wie — dat iets deze week gepland moet worden, als daar expliciet om gevraagd wordt en de meerderheid dit steunt, heb ik volgens mij niet de ruimte om anders te oordelen. Vorige week was dit niet zo expliciet aan de orde. Het was geen onderdeel van de vraag. Het is ook pas heel laat ingebracht. Toen heb ik anders geoordeeld. Ik heb erbij gezegd dat ik de urgentie heel goed begreep. Ik heb inmiddels begrepen dat de meerderheid dat debat graag op de agenda wil hebben. Zo doe ik het altijd, dus ook in deze vergadering.

Er komt dus een debat, met vier minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, om alle informatie, waaronder de informatie waar mevrouw Bruins Slot om heeft gevraagd, naar de Kamer te krijgen, in ieder geval voor het debat. Dat voeg ik aan het stenogram toe.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Dank u wel. Ik denk dat het goed is om op hoofdlijnen dit debat te voeren. Er zijn namelijk heel veel vragen. De antwoorden kunnen vervolgens gebruikt worden voor een heel gerichte goede technische briefing en een tweede debat.

De voorzitter:

Er is nu nog maar één debat aangevraagd, zeg ik er maar even voor de zekerheid bij.

Het woord is aan de heer Voordewind van de ChristenUnie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Afgelopen week werd bekend dat in de asielzoekersopvangcentra 2.741 incidenten hebben plaatsgevonden, waaronder 72 geweldsincidenten, 80 zelfmoordpogingen, 47 mishandelingen en 4 zelfverbrandingen. Ik noem maar even de schokkendste cijfers op. De Volkskrant heeft dit rapport naar boven gekregen en het is inmiddels openbaar gemaakt. Dat lijkt mij alle reden om dit in de Kamer te bespreken. Deze cijfers zijn immers niet van de afgelopen jaren, maar van de afgelopen zes maanden. Dit rechtvaardigt naar het oordeel van de ChristenUnie een plenair debat hierover.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de 2.700 incidenten in Nederlandse asielcentra.

De heer Schouw (D66):

Die cijfers zijn schrikbarend. Ik steun dus het verzoek tot het houden van een debat. Dat hoeft niet per se deze week plaats te vinden.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Het is goed om over dit onderwerp te spreken. Mijn suggestie zou zijn om dit te betrekken bij het algemeen overleg van 5 maart. Het wordt lastig om het deze week te doen. Volgende week is een recesweek. Ik ga dus voor een praktische oplossing.

De voorzitter:

Dat betekent dus geen steun voor een plenair debat.

De heer Fritsma (PVV):

Geweldpleging in azc's is een heel groot probleem, dus ik steun het verzoek tot het houden van een debat.

De heer Oskam (CDA):

Steun.

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij kunnen wij hier het snelst een debat over voeren tijdens het algemeen overleg over opvang, dat na het reces gehouden wordt. Dat is de meest praktische mogelijkheid. Ik verleen dus geen steun aan het verzoek om een plenair debat. Laten we gewoon in dat algemeen overleg het debat voeren.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Steun voor het verzoek tot het houden van een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Voordewind, de meerderheid van de Kamer heeft er behoefte aan om het toe te voegen aan een algemeen overleg dat, naar ik heb begrepen, gelijk na het reces gepland is. U hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een plenair debat in deze vorm.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het is niet meteen na het reces. Het zal dan op 5 maart zijn. Dat is dus nog een eind verder weg. Ik ben bereid om het vast te houden, maar ik vind de urgentie hoog. Ik hoop dus dat de collega's dit, als we het in de procedurevergadering bespreken, zo snel mogelijk aan het AO van 5 maart toevoegen. Voorafgaand aan dat debat zou ik nog wel een reactie op deze cijfers willen ontvangen van het kabinet.

De voorzitter:

En die reactie moet dan ruim voor 5 maart aan de Kamer worden gestuurd?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ja, ruim voor 5 maart.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Bashir van de SP.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Er is een aantal investeringsaftrekmogelijkheden waardoor ondernemers op korte termijn liquiditeit krijgen en op die manier werden aangezet om over te gaan tot milieu-investeringen. Inmiddels zijn beleggers er echter met die regelingen vandoor gegaan. We kennen regelingen in de trant van "investeer €100.000 en ontvang €140.000 terug van de Belastingdienst". Hierdoor gaat heel veel belastinggeld uiteindelijk naar beleggers, terwijl er in werkelijkheid, buiten het papier om, weinig goeds mee gebeurt. Ik heb al vaker hier gestaan om een debat over dit onderwerp aan te vragen. Dat doe ik nu wederom. Ik wil hierover een debat houden met de staatssecretaris van Financiën, want deze regelingen zijn goed bedoeld, maar ze worden massaal misbruikt en oneigenlijk gebruikt.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over het misbruik van de fiscale voordelen rond groene projecten.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik steun het verzoek om een debat.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik geef geen steun aan het verzoek om een debat te houden. Het lijkt mij beter om eerst gewoon een brief te vragen aan de staatssecretaris en om dan verder te kijken.

De voorzitter:

Graag een brief. Geen steun voor het debat.

De heer Groot (PvdA):

Ik geef op dit moment ook nog geen steun aan het verzoek om een debat te houden. Ik ben wel heel benieuwd naar de precieze toedracht. Ik ontvang dus wel heel graag een brief waarin een en ander wordt uitgelegd. We bekijken dan vervolgens of we een debat gaan voeren hierover.

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor een debat.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik geef van harte steun aan het verzoek om een brief hierover te ontvangen. Daar is echt heel veel aanleiding toe. Ook gezien de plenaire agenda is dit iets wat ik best graag in een AO zou kunnen en willen bespreken. Ik zal dat ook steunen in de procedurevergadering, zodat dit in maart kan plaatsvinden.

De voorzitter:

Graag een brief, geen steun voor een plenair debat dus. Snel een AO is beter.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is zeker een relevant onderwerp om over te spreken. Sowieso steun voor een brief, maar het lijkt mij beter en sneller om dit onderwerp in een commissiezaal te behandelen.

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, de collega's delen uw behoefte om hier snel over te praten en om nadere informatie te krijgen, maar de voorkeur gaat er dan naar uit om dat zo snel mogelijk in een algemeen overleg te doen. U hebt dus geen steun voor een plenair debat.

De heer Bashir (SP):

Dat heb ik ook gehoord. Het gaat om veel geld. Ik vind het jammer dat we er niet over kunnen spreken in deze zaal, maar een algemeen overleg is wat mij betreft ook akkoord. Dan verzoek ik wel om de brief zo snel mogelijk naar de Kamer te laten komen, zodat we in de commissie dit onderwerp snel kunnen oppakken.

De voorzitter:

Wat is wat u betreft "zo snel mogeljk"?

De heer Bashir (SP):

Eind volgende week.

De voorzitter:

Eind volgende week moet de brief uiterlijk in de Kamer zijn. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Bashir (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Bashir.

Dan geef ik het woord aan de heer Smaling van de SP, want de heer Van Meenen heeft zijn verzoek ingetrokken.

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Ergens in december is er een motie van mij aangenomen, waar ik natuurlijk heel blij mee was. Die motie op stuk nr. 21 (33952) roept het kabinet op geen proefboringen naar schaliegas te doen gedurende deze kabinetsperiode. Ik heb toen om een brief gevraagd maar die is nog steeds niet gekomen. En het is al onwijs lang geleden. Dus ik zou u willen vragen om het kabinet te verzoeken die brief heel snel naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

Die wilt u dan hebben voor het debat van donderdag?

De heer Smaling (SP):

Het hangt er niet direct mee samen, maar het zou fijn zijn als die brief er dan kan zijn. We wachten al zo lang.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Geurts van het CDA.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. Vorige week woensdag stond ik hier om dezelfde reden in de regeling van de werkzaamheden, namelijk in verband met de zogenaamde Natuurambitie Grote Wateren. De meerderheid vond toen een debat niet nodig, maar vanmorgen las ik De Telegraaf, waarin minister Schultz zegt dat het geen beleidsstuk is en dat het meer moet worden opgevat als "mocht je daar nou over dromen". Staatssecretaris Dijksma geeft in dat artikel aan dat de natuurambitie is besproken met het departement van Schultz en daar ook is goedgekeurd. We kregen daarna een brief van het kabinet, maar die geeft hierover geen opheldering. Daarin staat dat de Natuurambitie Grotere Wateren kan worden gezien als complementair. Is dit nu dromerij waar belastinggeld naartoe gaat of niet? Ik zou graag het dertigledendebat willen opwaarderen naar een meerderheidsdebat om toch duidelijkheid te krijgen over de vraag wat Nederland nu gaat beleven met deze ambitie van dit kabinet.

De voorzitter:

Een verzoek om steun om van het dertigledendebat over de Natuurambitie Grote Wateren 2050-2100 een meerderheidsdebat te maken.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Dit is een herhaling van zetten van het CDA. We blijven bij ons standpunt dat er binnenkort een algemeen overleg Waterveiligheid komt. Daarin kunnen wij dit prachtig bespreken.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek ook.

Mevrouw Visser (VVD):

Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Jacobi. We hebben een AO in juni en wij bespreken ook in de procedurevergadering van aanstaande woensdag of de staatsecretaris daarbij aanschuift.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat dus.

Mevrouw Hachchi (D66):

Steun voor het verzoek.

De heer Smaling (SP):

Wat ons betreft liever een heel snel AO.

De voorzitter:

Geen steun dus.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik herhaal dat wij van een heel andere kant komen dan het CDA, maar wij geven wel steun aan het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Geurts, net als de vorige week hebt u niet de steun van de meerderheid, maar ik hoor wel dat er mensen zijn die hierover graag snel een debat voeren in commissieverband. Dus ik stel voor dat u het nog een keer probeert in de procedurevergadering.

De heer Geurts (CDA):

Nederland zal het hiermee moeten doen, maar de verwarring blijft.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. In de laatste week van november spraken wij in deze Kamer over de kwaliteit van verpleeghuizen. Toen heeft de staatssecretaris ons toegezegd dat er nog voor 1 januari een aanvalsplan zou komen. Wij wachten al zeven weken met smart op dat plan, maar nu lazen wij vanochtend in het Algemeen Dagblad dat het af is. Mijn voorstel is dat het per ommegaande naar de Kamer wordt gestuurd en dat we daarover nog deze week met elkaar spreken.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat, nog deze week, over het aanvalsplan aanpak kwaliteit van verpleeghuizen.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Van harte steun voor het verzoek, mede omdat een aantal van deze maatregelen al stamt uit het regeer- en gedoogakkoord van 2010. Daarover kunnen wij dus gemakkelijk deze week spreken.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Het is een beetje apart om een debat aan te vragen op basis van een krantenartikel dat gaat over een rapport dat nog niet naar de Kamer is gestuurd. Dus ik steun het verzoek van mevrouw Leijten om dat rapport zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen. Dan kunnen wij daarna beoordelen wat de beste manier is om erover te debatteren. Dus geen steun voor een verzoek om een debat op basis van een krantenartikel.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor zowel het verzoek om het stuk zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen als voor het debat.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Steun om het stuk zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen en zo spoedig als mogelijk een debat.

De voorzitter:

Zo spoedig mogelijk, dus niet per se deze week, hoor ik u zeggen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie wil zo snel mogelijk de informatie bij de Kamer hebben en dan beoordelen op welke manier wij daarover spreken. Dat kan voor ons in een plenair debat zijn maar ook in een AO, wat maar het snelst is.

De voorzitter:

Maar vooral eerst het stuk naar de Kamer om het dan te kunnen beoordelen.

De heer Van 't Wout (VVD):

Het lijkt mij verstandig om te besluiten hoe je iets behandelt als je ook hebt voorliggen wat je wilt behandelen. Dus nu geen steun voor het debat.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 vindt het belangrijk dat wij de informatie snel krijgen. Dan lijkt het mij goed om ook een debat te voeren.

De heer Knops (CDA):

Steun voor het sturen van het rapport naar de Kamer, en dan bekijken of een debat noodzakelijk is.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt op dit moment wel de steun van de meerderheid om het rapport zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen.

Mevrouw Leijten (SP):

Dan stel ik voor dat wij het vandaag voor 17.00 uur krijgen. Morgenochtend hebben wij een procedurevergadering waarin we iets kunnen afspreken. Anders sta ik hier morgen weer bij de regeling. We spreken al jaren over kwaliteitsverbetering van verpleeghuizen en het lijkt mij dat we daar zeker niet te lang mee moeten wachten.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Ouwehand van de Partij van de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Donderdag spreekt de Kamer over het besluit dat het kabinet heeft genomen over de gaswinning in Groningen. Het zal u niet zijn ontgaan dat daar veel over te doen is. In het land en zeker ook bij de fractie van de Partij voor de Dieren leeft de vraag hoeveel belang het kabinet aan de veiligheid van de Groningers hecht. Ik heb daar vragen over die ik aan de minister-president wil stellen. Ik begrijp echter dat hij in de Europese Raad zit en dus luidt mijn verzoek om de vicepremier uit te nodigen voor het debat over de gaswinning, omdat ik me niet kan voorstellen dat de minister van Economische Zaken in zijn eentje besluit hoeveel belang we wel of niet hechten aan de veiligheid van inwoners in ons land.

De voorzitter:

Het verzoek wordt gedaan om ook de vicepremier uit te nodigen voor het debat over de gaswinning in Groningen.

De heer Jan Vos (PvdA):

De Partij van de Arbeid steunt het reduceren van de gaswinning in Groningen. Wij zijn er bijzonder verheugd over dat nu de veiligheid van de bevolking daar vooropstaat. Wij vinden het echter niet nodig om daarover met andere kabinetsleden dan de minister van Economische Zaken te spreken. Er is eenheid van kabinetsbeleid in Nederland en minister Kamp is tot nu toe uitstekend in staat gebleken om dit dossier te behandelen. Wij hebben er alle vertrouwen in dat dit ook in de toekomst het geval zal zijn. Dus geen steun.

De heer Bosman (VVD):

Het gaat om veiligheid en om gaswinning. Dit kan de minister van Economische Zaken uitstekend zelf, dus geen steun.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Gezien het brede belang voor de Groningers voor hun veiligheid wil ik steun geven aan dit voorstel.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het is een van de belangrijkste debatten van dit kwartaal en de veiligheid van de Groningers staat voorop. Dus ook vanuit de GroenLinksfractie steun voor het voorstel van de PvdD.

Mevrouw Klever (PVV):

De PVV-fractie steunt het voorstel.

De heer Smaling (SP):

Het is een goed voorstel, zoals wel vaker van mevrouw Ouwehand. Steun.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, ik stel vast dat de meerderheid uw verzoek niet steunt, maar dat er heel veel partijen zijn die de behoefte wel hebben. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, waarin veel partijen de behoefte uitspreken dat ook de vicepremier bij het debat aanwezig is, doorgeleiden naar het kabinet, zodat het daarvan op de hoogte is en kan bekijken of het op uw uitnodiging wil ingaan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Prima! Dank u wel!

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Merkies van de SP.

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Wij hebben gisteren een nogal alarmerende brief gekregen van de Algemene Rekenkamer over het Europese bankentoezicht. Het blijkt dat niemand dit bankentoezicht kan controleren, noch de Algemene Rekenkamer noch de Europese Rekenkamer. Ik vind dat een zorgelijk bericht. Wij hebben het in deze zaal vanavond over de bankenunie. Kan het kabinet ons voor vanavond 18.00 uur een reactie sturen op de brief van de Algemene Rekenkamer, zodat we die nog bij het debat kunnen betrekken?

De heer Omtzigt (CDA):

Het zal een van de hoofdpunten van de inbreng van de CDA-fractie zijn. We zijn het op dit punt helemaal eens met de heer Merkies: het kan niet zo zijn dat we een bankenunie inrichten, die ongeveer het duurste onderdeel is waar wij geld aan uitgeven, maar dat er geen toezicht op de toezichthouder is. Wij willen een grondige reactie inclusief een mogelijke oplossing. Die willen wij ruim voor het debat hebben. Als dat niet voor 18.00 uur kan, hoop ik dat u onmiddellijk dat signaal krijgt voor de planning. Dan moet het debat maar iets later beginnen, want hier moet een oplossing voor komen. Het is niet zomaar een brief om nog even opheldering te vragen. Dit is het centrale punt van het debat.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Hiermee is een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. Ik verzoek de leden die dat nog niet hebben gedaan, om de presentielijst te tekenen, zodat wij zo dadelijk snel kunnen stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven