7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie Dik-Faber (31793, nr. 72).

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het dertigledendebat over de brief inzake de gevolgen van het verwerpen van het wetsvoorstel Marktordening gezondheidszorg door de Eerste Kamer van de lijst af te voeren.

Tevens stel ik op verzoek van de aanvrager voor, het debat over het bericht dat het UWV werkzoekenden in de armen van oplichters stuurt en het debat over het bericht dat de kinderbijslag niet gekort mag worden in het buitenland, van de lijst af te voeren.

Op verzoek van de leden Dik-Faber en Geurts stel ik voor, hun motie (34000-XIII, nr. 79) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Toekomstgericht funderend onderwijs naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 15 januari, met als eerste spreker de heer Van Meenen van D66;

  • -het VAO Cultuur in beeld en BIS naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 15 januari, met als eerste spreker de heer Jasper van Dijk.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

De heer Van Dijk staat bij de microfoon om iets te zeggen. Mijnheer Van Dijk, ga uw gang.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik wilde daar graag aan toevoegen dat, gezien de procedure met de adviesaanvraag van de Raad voor Cultuur, het heel fijn zou zijn als dat VAO deze week gehouden kan worden en, nog belangrijker, de stemmingen deze week plaatsvinden. Dat is mijn verzoek.

De voorzitter:

Gezien het spoedeisende karakter van de in te dienen motie gaan wij ervoor zorgen.

Het woord is aan de heer Van Dekken van de Partij van de Arbeid.

De heer Van Dekken (PvdA):

Voorzitter. Ik wil namens de fractie van de Partij van de Arbeid een debat aanvragen over een artikel in de Volkskrant van afgelopen zaterdag betreffende een van de grootste gevaren voor de voetbalsport in Nederland, namelijk dat van matchfixing. Voorafgaand aan dat debat zou ik heel graag een brief ontvangen van de minister van Veiligheid en Justitie.

De voorzitter:

U verzoekt om steun voor een brief en een daaropvolgend debat met de minister van Veiligheid en Justitie over matchfixing.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik steun het verzoek voor een debat. Ik heb inderdaad ook nog wel een paar vragen voor die brief, maar dat kunnen we prima via een procedure doen.

De voorzitter:

Dat zal ik aan het einde afconcluderen.

De heer Van Nispen (SP):

Door goed onderzoek van de Volkskrant weten we nu wat we al vermoedden, namelijk dat er matchfixing is. Ik steun graag het verzoek van de heer Van Dekken om een debat te houden, maar ik vind dat wij ook moeten kijken of het niet eerder kan, in een algemeen overleg. Ik zou het zonde vinden als dit dadelijk een halfjaar moet wachten voordat het ingepland kan worden.

De voorzitter:

Maar in principe steun voor beide verzoeken.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Steun van D66 voor het debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek. Ook ik vraag om te kijken naar mogelijkheden om dit eerder te behandelen. Ik heb een vraag die ik zou willen meegeven ten aanzien van die brief. Wat voor licht werpt dat op de liberalisering van het gokken?

De voorzitter:

We gaan zo meteen, op verzoek van mevrouw Bruins Slot, een inventarisatie afspreken voor de vragen, en dan kan uw vraag daarin worden meegenomen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Dan is dit een vooraankondiging daarvan.

De heer Van Veen (VVD):

Er is inmiddels ook aangifte gedaan, dus wij steunen een brief en een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Van Dekken, u hebt brede steun voor het houden van een debat en ook brede steun voor een brief. Op verzoek van mevrouw Bruins Slot zal ik aan de griffier van de commissie vragen om de vragen te inventariseren die ten minste aan de orde moeten komen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. De spreektijd voor het debat is vier minuten per fractie.

De heer Van Dekken (PvdA):

Ik dank u hartelijk.

De voorzitter:

Ik dank u ook.

Het woord is aan de heer Klaver van GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil graag een debat aanvragen met de staatssecretaris van Financiën, maar ook met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, over het bericht in de Volkskrant dat de vermogenskloof in Nederland, maar eigenlijk in de hele wereld, groeit. Ik zou graag een brief van het kabinet willen ontvangen waarin een reactie wordt gegeven op dit bericht, en specifiek op het rapport dat OXFAM Novib hierover heeft uitgebracht.

De voorzitter:

Verzocht wordt om steun voor een brief en voor daaropvolgend een debat over de groeiende vermogenskloof in Nederland. Wie kan ik het woord geven?

Mevrouw Karabulut (SP):

Steun voor het debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zie nog weinig enthousiasme. Ik kijk nog even naar de collega's van de PvdA. Over het algemeen spreken zij graag over dit soort onderwerpen. Als dat niet zo is, hoor ik dat ook graag.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik ben niet van de PvdA maar laat ik dan maar wat zeggen. We hebben vorige week een AO gehad over inkomen en vermogen. Ik denk dat het goed is als we een brief krijgen waarin het kabinet ingaat op dit soort berichten. Daarna kunnen we bekijken bij welk AO we het op een later tijdstip kunnen betrekken.

De voorzitter:

U steunt het verzoek voor een brief en niet dat voor een debat, omdat het kort geleden aan de orde is geweest.

De heer Groot (PvdA):

Wij sluiten ons daarbij aan. Het zou goed zijn als er een brief komt om de zaak nog een keer te actualiseren. Maar we hebben er vorige week over gesproken en we komen hier nog heel vaak over te spreken, dus voorlopig even niet.

De voorzitter:

Op dit moment geeft u voor dit debat geen steun.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Wij steunen het verzoek voor de brief. Een apart debat steunen we niet.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij steunen het verzoek voor de brief. Een mooi moment om erover te spreken zou zijn als we over het nieuwe belastingstelsel spreken, want daarin moet het volgens mij uitmonden. Daarover zullen ongetwijfeld allerlei debatten gevoerd worden. Het is uitstekend als er ter voorbereiding daarop nog een keer een brief komt.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, u hebt brede steun voor het verzoek om een brief met daarin een reactie op de rapporten die u noemde. Op dit moment hebt u geen steun voor een debat. Wel heb ik de belofte van de Kamer gehoord dat er op een ander moment over gesproken zal worden.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat heb ik ook goed gehoord. Ik kijk daarnaar uit. Ik zou willen vragen of de brief binnen drie weken aan de Kamer gezonden kan worden.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. We hebben deze week de behandeling van de Wet taken meteorologie en seismologie op de plenaire agenda staan. Ik wil graag een verzoek om uitstel daarvan doen. Het meten van aardbevingen is verwant aan het gasdossier in Groningen. In de uitgelekte versie van het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid hebben we kunnen lezen dat er nieuwe inzichten zijn over de manier waarop een en ander samenhangt. Als de Kamer goed wil kunnen oordelen over de vraag hoe we deze publieke taken kunnen borgen, lijkt het mij verstandig dat wij het definitieve, echte rapport van de Onderzoeksraad hebben voor we dit debat voeren. Daarom doe ik het verzoek om uitstel van de wetsbehandeling.

De voorzitter:

Het gaat om een wetsvoorstel dat komende donderdagochtend op de agenda staat. U hebt de steun van de meerderheid van de Kamer nodig om het van de agenda af te halen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het definitieve rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid komt waarschijnlijk binnenkort. Het lijkt de CDA-fractie daarom beter om het bij de behandeling van deze wet te kunnen betrekken. Er zouden daadwerkelijk zaken in kunnen staan die hierbij betrokken moeten worden; ik ken het rapport op dit moment niet. Wij steunen het verzoek dus.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het verzoek wordt mede gedaan namens D66. Laten we eerst met elkaar het totale plaatje helder hebben. Dan weten we ook zeker dat we het juiste besluit nemen over de wet en dat we niet daarna dingen zouden willen aanpassen. Wij zouden het debat dus graag uitstellen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie wil graag zorgvuldige besluitvorming. Daarvoor is informatie nodig. Laten we het debat inderdaad uitstellen. Ik steun het verzoek.

De heer Jan Vos (PvdA):

Namens de fractie van de Partij van de Arbeid steun ik het verzoek, met dien verstande dat we niet alles bij de gaswinning kunnen betrekken. Er moet dus te zijner tijd een separaat debat worden gehouden.

De voorzitter:

Ik heb het zo gehoord dat het uitgesteld wordt tot na dat debat, want ik kan me niet voorstellen dat we een wetsvoorstel gaan behandelen bij het gasdebat. Dat is wat u eigenlijk zegt, mijnheer Vos?

De heer Jan Vos (PvdA):

Dat is precies wat ik zeg, ja, dank u wel.

De heer Madlener (PVV):

Ook de PVV-fractie steunt het verzoek voor uitstel.

De heer Smaling (SP):

Het wetsvoorstel ligt al een tijd te wachten maar om de redenen die mevrouw Van Tongeren geeft, steunen wij het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u hebt de steun van de meerderheid van de Kamer voor uitstel van het debat. Ik zal bekijken of ik voor donderdagochtend iets anders in kan plannen. Ik verzoek de leden die hier aanwezig zijn om goed op te letten of dat misschien een debat is in hun portefeuille.

Ik geef opnieuw het woord aan mevrouw Van Tongeren voor een ander verzoek.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Nog even mijn excuses. Ik deed dit verzoek inderdaad mede namens D66. Wij hebben hier samen naar gekeken en samen bekeken of wij een meerderheid konden krijgen voor het voorstel.

Mijn tweede verzoek betreft het volgende. Op vrijdag hebben wij een werkbezoek gebracht aan Groningen. Daarna heb ik in de berichtgeving gelezen dat ook de PvdA gasmindering wil als dat kan. De minister heeft in zijn schriftelijke antwoorden geschreven dat het inderdaad technisch mogelijk is om de gaswinning in Groningen terug te brengen naar 30 bcm. Dat is precies wat de toezichthouder op het gas, het SodM, adviseert. Ik wil graag een brief van de regering over de wijze waarop er met dit gewijzigde standpunt van de PvdA wordt omgegaan. Als er dan aanleiding toe is, wil ik er graag een debat over hebben.

De voorzitter:

Het gaat om een verzoek om steun voor een brief en een debat.

Mevrouw Klever (PVV):

Met deze draai van de Partij van de Arbeid lijkt zich een meerderheid af te tekenen om minder gas te winnen. Wij steunen het verzoek van GroenLinks om een brief en een debat erover.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Een debat over de hoeveelheid gas die we gaan winnen, staat volgens mij al gepland. De vraag is alleen hoeveel minister Kamp gaat winnen. Wij hebben als Kamerleden een uitgebreide procedure met elkaar voorbereid voor de stappen die wij zullen nemen. Wij moeten dan wel weten over welk voorstel wij het eigenlijk hebben. Een brief van minister Kamp waarin hij de vraag beantwoordt of hij bereid is om een verdere verlaging van de gaswinning serieus te onderzoeken, wil ik graag hebben voor de technische briefing die wij morgen hebben gepland. Als hij namelijk met een aangepast besluit komt — dat moet vraag twee zijn: is hij van plan met een aangepast besluit te komen? — moeten we die technische briefing en de andere stappen uitstellen. Anders praten we over een oud voorstel. Daarom krijg ik graag die brief voor morgen, voor de start van de technische briefing.

De voorzitter:

Ik begrijp dat die technische briefing morgenavond is?

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ja, morgenavond.

De heer Smaling (SP):

Onze meningsvorming over de gaswinning in Groningen vordert. Het werkbezoek van vrijdag maakte daar deel van uit. Ik vind persoonlijk echter niet dat we de meningsvorming bij de Partij van de Arbeid, die blijkbaar nog aan de gang is, met een debat moeten onderbreken. Begin februari staat het grote debat over het gaswinningsbesluit gepland. Mijn enige hoop is dat de Partij van de Arbeid dan zo ver gevorderd is in haar meningsvorming dat we een meerderheidsbesluit kunnen nemen dat goed is voor de Groningers. Ik wil nu niet een partij op haar visie in ontwikkeling aanspreken door daar een debat over te houden.

De voorzitter:

Dat debat staat inderdaad gepland voor de week van 10 februari.

De heer Jan Vos (PvdA):

De Partij van de Arbeid was en is van mening dat bij de gaswinning de veiligheid van de Groningers voorop moet staan. Daartoe hebben wij al vorig jaar, op 4 februari, een motie ingediend die met een meerderheid in de Kamer is aangenomen, waarin het economisch gewin ondergeschikt wordt gemaakt aan de veiligheid. In die zin is het standpunt dus niet gewijzigd. Ik denk dat het heel merkwaardig is als wij de minister van Economische Zaken vragen om te reageren op een standpunt van de fractie van de Partij van de Arbeid als wij daar al een debat over gepland hebben. Het is ook merkwaardig om daar een brief over te vragen. De fractie van de Partij van de Arbeid heeft een eigenstandige verantwoordelijkheid in de Kamer. We willen het verzoek van de fractie van GroenLinks dus niet honoreren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Het wordt voor mij diep in mijn hart steeds onduidelijker waar de fractie van de Partij van de Arbeid voor staat en in hoeverre het standpunt van het kabinet nog op steun van de coalitiepartijen kan rekenen. Ik heb er vooral behoefte aan om de Partij van de Arbeid te vragen waar zij echt staat. Ik wil heel graag het debat voeren volgens de processen die we met elkaar hebben afgesproken en die vragen voorleggen aan de Partij van de Arbeid. Op dit moment heb ik er geen behoefte aan om hierop een reactie van de minister te krijgen. Het lijkt mij niet nodig om hiermee afgesproken processen te doorkruisen. Laten we gewoon het afgesproken pad aflopen en dan zal ik zeker de Partij van de Arbeid indringend aankijken.

De heer Bosman (VVD):

Het gaat over een standpunt van de Partij van de Arbeid. Ik vind het ongepast dat wij aan het kabinet vragen om hierop te reageren. Ik vind dat niet verstandig. Tijdens alle debatten die we de komende tijd nog zullen voeren, kunnen we onderling absoluut nog met elkaar van mening verschillen, onze meningen delen en elkaar bevragen over alle zaken die spelen in het dossier. Ik vind het niet gepast om het kabinet in een debat of een brief te vragen wat de betekenis is van het standpunt van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het is inderdaad een beetje een merkwaardige gang van zaken. De woordvoerder van de Partij van de Arbeid zei net dat er eigenlijk geen rekening gehouden hoeft te worden met haar standpunt, omdat er wezenlijk niks verandert. Toch willen wij wel graag van de minister weten of hij die scenario's nog voor het gasdebat naar ons kan sturen en hoe hij daarover denkt. Dan kunnen we daar een beslissing over nemen. Wij zouden die brief dus wel graag morgen willen ontvangen.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het lijkt mij niet goed om met de regering een debat te voeren over hetgeen de PvdA-fractie vindt. We hebben een tijdpad uitgezet. Het lijkt ons goed om daaraan vast te houden. Wij geven dus geen steun aan dit voorstel.

De voorzitter:

U hebt niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat, mevrouw Van Tongeren. U hebt om een brief gevraagd. Ik wil het stenogram van dit gedeelte van het debat graag doorgeleiden naar het kabinet. Nogmaals, het debat over de gaswinning in den brede, waar de Kamer al heel lang om verzocht heeft, is voorzien voor de week van 10 februari. Dat is al heel snel.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dat laatste begrijp ik, maar als de minister nog een besluit moet nemen en als blijkt dat daar geen meerderheid voor is in deze Kamer, dan lijkt mij dat toch een nieuw punt. Een meerderheid van de collega's verschilt op dit punt echter van mening met mij. Een minderheid zegt wel dat het ongelooflijk nuttig is om die scenario's te hebben, ook voor de meningsvorming binnen de Partij van de Arbeid. Ik hoop dus dat de minister voldoet aan de vraag van de minderheid van de Kamerleden om in elk geval inzichtelijk te maken wat er gebeurt als wij die kraan daar verder dichtdraaien.

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven heeft nog een nabrander. Heel kort graag.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Om alle misverstanden te voorkomen: we willen geen brief over het standpunt van de Partij van de Arbeid; we willen een brief van minister Kamp over de vraag of hij overweegt om de gaswinning aan te passen. Dat zou immers betekenen dat deze Kamer een ander voorstel krijgt. Ook de Partij van Arbeid kan dan weer bedenken wat zij daarvan vindt.

De voorzitter:

Deze opmerking wordt opgenomen in het stenogram dat zo dadelijk aan het kabinet wordt verzonden.

Ik geef het woord aan de heer Van Helvert van het CDA.

De heer Van Helvert (CDA):

Voorzitter. De KLM moet overtollig kasgeld overmaken aan de holding Air France-KLM. Het bestuur van de holding heeft dat bekendgemaakt. Het is voornemens om het komende jaar 1 miljard van de kas van KLM over te hevelen naar de holding zodat Air France een betere positie op de geldmarkt krijgt of daar vliegtuigen voor kan kopen. Wij vinden dat geen goede zaak. Collega Graus heeft daar in het verleden al een debat over aangevraagd. Mijn collega Omtzigt en ik hebben daar vragen over gesteld. In de beantwoording van die vragen gaat de staatssecretaris in het geheel niet in op onze vraag over de greep in de kas door de holding. 5 februari vergadert de holding over de beslissing over het kasgeld. Het is van belang dat de Kamer daar voor 5 februari iets over kan zeggen. Als we dat alleen achteraf doen, is het immers theeleuten achteraf. Mijn verzoek is om het debat dat de heer Graus heeft aangevraagd, te houden voor 5 februari.

De voorzitter:

Het betreft hier een dertigledendebat. Ik stel voor dat ik uw verzoek op een andere manier voorleg aan de Kamer, namelijk als verzoek om er een meerderheidsdebat van te maken, waarbij de Kamer vraagt om het voor 5 februari in te plannen. Het gaat om het 26ste debat op de lijst. Het is inderdaad een debat dat is aangevraagd door de heer Graus. Ik geef hem daarom als eerste het woord.

De heer Graus (PVV):

Uiteraard steun ik dit verzoek. Ik wilde dat al toen ik dit debat in december aanvroeg, maar kreeg daar toen onvoldoende steun voor. Bedankt dus voor dit voorstel. Ik hoop dat er nu meer Kamerleden wakker worden. Ik hoop uiteraard ook dat dit debat van een dertigledendebat wordt opgehoogd naar een plenair debat. Daar doelt de heer Van Helvert immers op.

De voorzitter:

Het gaat om een meerderheidsdebat dat voor 5 februari ingepland wordt.

De heer Leenders (PvdA):

Ik dank de heer Van Helvert voor de heldere schriftelijke vragen die hij heeft gesteld aan de staatssecretaris. Op die vragen hebben wij vanochtend heldere antwoorden gekregen. Dat is wat ons betreft voor dit moment voldoende. De vraag die de heer Van Helvert nu stelt, heeft alles te maken met bedrijfsvoering. Daar moet de onderneming Air France-KLM echt zelf over beslissen. Dus geen steun voor een debat.

De heer Bashir (SP):

Het is niet zomaar bedrijfsvoering. Het is een organisatie waarvan de Staat ook aandeelhouder is. Dus het lijkt mij verstandig dat wij voordat er een greep in de kas bij de KLM wordt gedaan, daarover hier in de Kamer spreken. Dus steun voor het verzoek.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie wil het verzoek om een debat wel steunen als er ruimte voor gevonden kan worden in de agenda; en volgens mij kan dat, want we hebben zojuist besloten dat een ander debat van de agenda gehaald wordt. Dan moet het dus op korte termijn ingepland kunnen worden.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

KLM is een belangrijke economische speler. Het is ook belangrijk dat die als bedrijf goed kan functioneren. Er is eerder een brief gevraagd over de aandeelhoudersinzet. Het lijkt mij goed om daarin mee te nemen dat die er met spoed komt, maar geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Van Helvert, u hebt niet de steun van de meerderheid om het debat om te zetten in een meerderheidsdebat en daarom kan ik uw verzoek om het eerder in te plannen ook niet honoreren. Er is inderdaad een gat in de agenda maar er zijn nog 25 dertigledendebatten die eerder zijn aangevraagd dan dit debat. Ik denk dus dat ik een van die debatten ga inplannen voor de donderdagochtend, althans dat ga ik proberen. Dus helaas kan ik niet aan uw verzoek voldoen.

De heer Van Helvert (CDA):

Dan wil ik graag gebruikmaken van het laatste woord. Het spijt mij namelijk wel, want we hebben deze week drie debatten over paardenvlees maar we kunnen dus niets zeggen over de KLM. Graag zou ik de voorzitter dan wel willen vragen om het verslag van het schriftelijk overleg over de rijksdeelnemingen deze week of volgende week op de agenda te plaatsen, zodat we alsdan een motie kunnen indienen.

De voorzitter:

Dat gaan we doen.

Het woord is aan de heer Klein.

De heer Klein (Klein):

Ik dacht dat mevrouw Helder eerst aan de beurt was.

De voorzitter:

Ik vergis me, dus u mag eerst.

De heer Klein (Klein):

Voorzitter. April vorig jaar is het OESO-rapport over de arbeidsmarktpositie van ouderen, met name over 50-plussers, verschenen. We hebben daarover toen een debat aangevraagd. Het is, bijna een jaar na dato, een beetje onzinnig om dat debat nu te gaan houden, temeer daar er op 11 februari een algemeen overleg over arbeidsmarktbeleid gepland staat. We willen dit daar graag verder aan de orde stellen, want op zichzelf blijft de problematiek van de werkloze 50-plusser wel van belang.

De voorzitter:

Het klinkt sommige mensen wellicht vreemd in de oren. Het ging om een dertigledendebat. U had slechts de steun van 29 andere leden nodig om dat debat op de agenda te krijgen. Nu het er eenmaal op staat, hebt u de steun van de meerderheid van de Kamer nodig om het er weer vanaf te krijgen.

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik heb eerst een correctie op het gestelde door de heer Klein. Het is deze week precies negen maanden geleden dat dit debat is aangevraagd. De kinderen die nu worden geboren, zijn verwekt op de dag dat de heer Klein dat debat heeft aangevraagd. Dat zegt iets over de absurditeit van die dertigledendebatten, maar dat terzijde. En voor de rest: steun voor het verzoek van de heer Klein.

Mevrouw Karabulut (SP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Klein, u hebt daarmee de steun van de meerderheid. Het debat zal van de agenda afgaan en ik zal kijken of ik een ander dertigledendebat op die plek kan inplannen.

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Helder.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een rappel naar de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie doen uitgaan. Tijdens het algemeen overleg over justitiële jeugdinrichtingen op 2 juli vorig jaar heeft hij toegezegd om de evaluatie van de gedragsinterventie "Brains 4 Use" zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen. Ondanks een herhaaldelijk rappel heeft de Kamer deze evaluatie nog niet ontvangen.

De voorzitter:

De reden waarom u hier vandaag staat, is dat het rappel ook al heel vaak via de commissie is gedaan. We hebben vanmorgen ook nog gebeld naar het ministerie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering met klem doorsturen. Ik kijk ook heel streng naar de minister van dat ministerie, die nu in vak-K zit. Wilt u alstublieft zo snel mogelijk dat rapport toesturen aan de Kamer, zoals toegezegd?

Het woord is aan de heer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Na veel onderzoek, veel second opinions en veel debatten tussen de Kamer en het kabinet is uiteindelijk besloten dat de topman van ProRail maximaal €188.000 zou mogen verdienen. Gisteren werden we verrast door een brief van het kabinet waarin staat dat de nieuwe topman van ProRail meer gaat verdienen dan €200.000, namelijk €207.000 exclusief pensioen, een auto van de zaak en andere onkostenvergoedingen. Dat is niet volgens de afspraak met de Kamer. Vandaar dat ik verzoek om zo snel mogelijk een dertigledendebat te houden met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

De voorzitter:

Er is dus een verzoek voor het houden van ten minste een dertigledendebat.

De heer Madlener (PVV):

Ik wil dat verzoek graag steunen, want ik ben ook verbaasd over dit feit. Je zou toch zeggen dat dit niet de afspraak is.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook GroenLinks is verbaasd dat er weer een topman is die blijkbaar niet voor minder dan zo'n fenomenaal bedrag aan de slag kan. Ook zijn we er verbaasd over dat de staatssecretaris dat verdedigt met de woorden dat je anders niemand voor zo'n klus vindt. Alle ministers kunnen dat dan in hun zak steken, want hun werk is blijkbaar minder ingewikkeld. Ik steun dit verzoek voor het houden van een debat dus echt.

De heer Van Helvert (CDA):

Ook het CDA vindt dat er een duidelijke uitleg van de staatssecretaris nodig is bij dit verhaal. Wij vinden het echter wat overdreven om over één persoon een debat te voeren. Het debat zelf zal dan duurder zijn dan de salarisverhoging van de mijnheer over wie het gaat. Geen steun voor het debat dus, maar wel voor uitleg van de minister.

De heer Bisschop (SGP):

In die lijn beweegt zich ook de SGP. Wij voelen er niet voor om over individuele salariëring debatten te voeren in de Kamer. Een uitleg van de staatssecretaris is uiteraard zeer gewenst en noodzakelijk, maar dat kan per brief.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het is prima om de staatssecretaris per brief te vragen waarom in dit geval is afgeweken van de eigen normen. Ik geef geen steun aan het verzoek om een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek.

De heer Hoogland (PvdA):

Ook wij steunen het verzoek om een brief. Daarna kunnen we altijd nog bekijken wat we daarmee doen

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, u hebt brede steun voor een brief waarin wordt uitgelegd waarom er wordt afgeweken van de regel van het ministerie zelf. U hebt geen steun voor het houden van een meerderheidsdebat, maar u hebt wel steun voor het houden van een dertigledendebat. Ik zal het toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten, met drie minuten spreektijd per fractie.

De heer Bashir (SP):

U hebt een heel lange lijst, voorzitter.

De voorzitter:

Ja.

De heer Bashir (SP):

Ik kan me ook voorstellen dat we de brief nu snel naar de Kamer laten komen en, omdat het om de benoeming van een persoon gaat, eventueel via de commissie bekijken of er deze week of volgende week een algemeen overleg kan worden gepland. Dan wordt uw agenda ontlast en spreken we er in commissieverband over. Dan moet de brief wel deze week binnenkomen. Ik verzoek u om het verzoek op de agenda te houden totdat de commissie heeft besloten om een algemeen overleg te houden.

De voorzitter:

Heel slim, mijnheer Bashir. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief het verzoek om de brief nog deze week naar de Kamer te sturen, doorgeleiden naar het kabinet. Ik plaats het verzoek op de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. Als de brief komt, hoop ik dat ik straks iets mag voorlezen in de zaal. Vooralsnog staat de brief op de lijst.

U hebt nog een verzoek.

De heer Bashir (SP):

Ja, voorzitter. Dat is exact de reden waarom ik het vorige verzoek op die manier deed. Op 2 september 2014 heeft de heer Omtzigt een dertigledendebat aangevraagd over de verhoging van de accijnzen. We krijgen het ene na het andere nieuwsbericht met dramatische gegevens waarvan je flink schrikt. In dit geval is de verkoop van diesel met 23% gezakt, vergeleken met 2014. Mijn verzoek is dan ook om het debat dat de heer Omtzigt heeft aangevraagd, om te zetten in een meerderheidsdebat en om dat zo snel mogelijk in te plannen, het liefst volgende week.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het omzetten van een dertigledendebat over de verhoging van de brandstofaccijnzen en de gevolgen daarvan in een meerderheidsdebat en om dat zo snel mogelijk, het liefst volgende week, op de agenda te plaatsen. Ik geef het woord aan de heer Omtzigt, die destijds de aanvrager was van het dertigledendebat.

De heer Omtzigt (CDA):

Van harte steun voor het verzoek om dat debat naar voren te halen. Volgende week heb ik een agendaprobleem, omdat ik een rapport over Snowden moet presenteren, maar het is heel prima om het debat deze week — want er vallen debatten uit — of de week erop te houden. Ik wil daaraan een verzoek toevoegen. Bij de tussentijdse evaluatie van de accijnsverhoging in het voorjaar van dit jaar heeft de regering een zestal grafieken naar de Kamer gestuurd, waarin precies staat wat er gebeurde voor de accijnsverhoging en wat er daarna gebeurt. Sindsdien zijn er drie kwartalen bijgekomen. Wij zouden de grafieken graag uitgebreid zien met de drie kwartalen die hebben plaatsgevonden.

De voorzitter:

Een update van de grafieken.

De heer Omtzigt (CDA):

Ja. Die zouden we eigenlijk graag morgen dan wel overmorgen willen hebben. Dat kan niet zo veel werk zijn. Dan zal het de regering ook op basis van haar eigen grafieken duidelijk zijn dat het beleid niet deugt.

De voorzitter:

U steunt dus het verzoek om het debat om te zetten en zo snel mogelijk in te plannen, maar niet volgende week, want dan komt het niet uit. Dan zal het de week daarna worden. De grafieken moeten nog deze week naar de Kamer komen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ook vanuit de PVV is er steun voor het verzoek. Wat ons betreft mag het vandaag, morgen, overmorgen of volgende week, want hoe eerder we erover praten, hoe eerder we de staatssecretaris misschien tot inzicht kunnen brengen over die belachelijke accijnsverhogingen.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik wil het debat steunen, op voorwaarde dat we het dan ook kunnen hebben over de btw-component en de verhoging van de btw dankzij het CDA, dat de brandstofprijzen immers extra heeft opgekrikt. Ik steun het debat dus.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik zie dingen in kranten staan, maar ik heb nog geen officiële cijfers gezien. Ik steun wel het verzoek om meer informatie en actuele cijfers, ook als kennelijk het CBS met informatie komt. Ik steun het verzoek om daarop snel een reactie te krijgen, maar geef nu nog geen steun aan het verzoek om de zaak te bespoedigen. Laten we kijken wat we doen zodra die informatie er is.

De heer Groot (PvdA):

Daarbij aansluitend wil ik eerst verdere cijfers van het CBS afwachten. Het is uiteraard prima als die grafieken worden aangevuld, dus wel steun voor een brief van het kabinet. Als we al overgaan tot het aanpassen van accijnzen, dan zal dat pas volgend jaar gebeuren. We hebben dus niet echt heel veel haast met dit debat. We zullen er ongetwijfeld over komen te spreken, maar dan aan de hand van de definitieve CBS-cijfers over het vorige jaar.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, u hebt brede steun voor uw verzoek om meer informatie, de meest recente cijfers, op de manier waarop de heer Omtzigt dat net nog specifieker heeft geduid. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering geleid ik in ieder geval door naar het kabinet.

Op dit moment is er geen steun om het dertigledendebat om te zetten in een meerderheidsdebat. Dat deel van uw verzoek kan ik op dit moment niet honoreren. Er is echter niet alleen steun voor meer informatie, maar ook voor het verzoek om die informatie snel naar de Kamer te sturen. Dan zie ik u ongetwijfeld weer terug.

De heer Bashir (SP):

Zeker. Dank daarvoor. Ik wil ook aangeven dat ook mijn agenda heel flexibel is, dus als u de komende dagen of de komende weken een plekje hebt om dit dertigledendebat in te plannen, dan ben ik bereid om mijn agenda daarvoor aan te passen. Graag zelfs.

De voorzitter:

Dank voor deze mededeling.

Ik geef het woord aan de heer Harbers van de VVD.

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter. Ik doe vast een vooraankondiging. Naar aanleiding van het later vandaag te houden AO over Ecofin ben ik voornemens om een Kameruitspraak te vragen. Dat impliceert een VAO met stemmingen, nog vandaag na afloop van het AO te houden of uiterlijk morgen.

De voorzitter:

Ik ga dat doen. Dat betekent dat we waarschijnlijk vanavond het VAO zullen houden en dan morgen de stemmingen. Die kunnen we dan combineren met de stemmingen die zijn aangevraagd door de SP naar aanleiding van het AO over cultuur. Het definitieve schema komt nog naar de Kamer.

Ik geef het woord aan mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Gisteren was er een bijeenkomst van 600 bezorgde boeren. Ze maken zich grote zorgen, want ze hebben te maken met almaar groeiende muizenschade. De schade is inmiddels opgelopen tot ongeveer 75 miljoen. Dit leidt ook tot schrijnende situaties. Er zijn boeren die tot vier, vijf keer hun jaarsalaris aan schade hebben. Ik zou daarom graag een debat met de staatssecretaris van Economische Zaken willen aanvragen, voorafgegaan door een brief. Ik hoop dat dit op korte termijn ingepland kan worden.

De voorzitter:

Verzoek om steun voor een brief en het houden van een debat over de veldmuizenplaag in Friesland.

De heer Geurts (CDA):

Ook wij willen zo snel mogelijk praten over de muizenplaag in Fryslân. Een debat en een brief lijken mij prima, maar wij hebben morgen een AO over de Landbouw- en Visserijraad en daar ga ik het aan de orde stellen, want dat is volgens mij het snelst.

De voorzitter:

Is "prima" een ja?

De heer Geurts (CDA):

Ja, ik geef wel steun aan het debat, als het er komt.

Mevrouw Lodders (VVD):

Een zeer urgent probleem. Ik heb dat niet voor niets 22 september al geadresseerd middels schriftelijke vragen en ik denk dat de boeren en de ondernemers in Friesland wachten op duidelijkheid. Daarom wil mijn fractie het punt morgen tijdens het AO naar voren brengen. Dat betekent geen steun voor een debat dat pas over maanden plaatsvindt.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Er is sprake van een grondwaterstand die kunstmatig extreem laag wordt gehouden en van enorme vossenjacht, waardoor heel veel maatregelen niet genomen worden om dit soort plagen, als er al sprake is van een plaag, te voorkomen. Ik zou heel graag de reactie van de staatssecretaris willen hebben op een aantal van deze zaken en ik zou via de commissie de gelegenheid willen krijgen om die vragen te formuleren, dus steun voor een brief en dan ook steun voor het debat.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Jammer genoeg kon er gisteren geen van onze Kamerleden aanwezig zijn, omdat ze hier in Den Haag actief moesten zijn, maar ik vind het heel goed dat hier volop aandacht voor is. Ook al gaan wij hierover morgen in de voorbereiding op de Landbouw- en Visserijraad spreken, er moet wel een goede brief van de provincie Fryslân komen waarin staat wat er precies aan de hand is, wat de problematiek is, hoe wij die kunnen oplossen …

De voorzitter:

Mevrouw Jacobi, u loopt al zo lang mee dat u weet dat wij via de regeling van werkzaamheden geen brieven aan de gedeputeerden kunnen vragen, maar wel van het kabinet.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Precies. U kunt aan het kabinet doorgeven dat wij die informatie erin willen hebben. Als het nodig is, zullen we hierover dan te zijner tijd een debat houden, maar wij zullen er morgen ook zeker over spreken.

De voorzitter:

U steunt dus ook het verzoek om een plenair debat.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Zeker weten!

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor de aanvraag. Wij zullen hier morgen aandacht aan besteden, maar het lijkt mij goed om hierover ook apart een debat te voeren naar aanleiding van een brief.

De heer Van Gerven (SP):

Ik zou graag een brief van het kabinet krijgen. Voor die brief moet het kabinet nadrukkelijk te rade gaan bij de provincie Friesland om te horen wat het probleem is en wat mogelijke oplossingen kunnen zijn. Ik zou die brief uiterlijk aan het einde van dag willen ontvangen, zodat wij die morgen kunnen betrekken bij het debat over de Landbouw- en Visserijraad. Geen steun voor een debat, maar wel voor de brief vanavond en behandeling in de Landbouw- en Visserijraad morgen.

De heer Schouw (D66):

Ik zal het u makkelijk maken. Ik sluit mij kortheidshalve aan bij de heer Van Gerven.

De heer Graus (PVV):

Er ligt een aangenomen motie van de PVV om een einde aan dit probleem te maken. Als die motie vlug wordt uitgevoerd, zodat ook meer buizerds mogen worden ingezet, is alles opgelost. Bovendien: stop met het afschieten van de vos. Het probleem is dus door de Kamer zelf gecreëerd. Dus geen steun voor het debat.

De voorzitter:

Mevrouw Dik, u hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een debat. Wel is er behoefte aan een brief. Daarover zijn de Kamerleden het niet helemaal met elkaar eens. Sommige leden willen nog vandaag een brief, zodat zij het antwoord morgen in het AO over de Landbouw- en Visserijraad kunnen meenemen. Mevrouw Thieme vroeg zojuist om een inventarisatie van heel veel vragen; daaruit concludeer ik dat die niet allemaal dezelfde dag beantwoord kunnen worden. Wellicht kunnen wij het kabinet om twee brieven vragen. Ten eerste zullen wij het kabinet vragen om een brief waarin kort wordt geïnventariseerd wat er in de provincie Friesland precies aan de hand is. Ten tweede zal ik de griffier van de commissie vragen om een inventarisatie te maken van de vragen die iets meer betrekking hebben op de hele breedte van deze problematiek. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering dan doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ben heel blij met het voorstel om schriftelijk te inventariseren welke vragen er binnen de commissie zijn, want ook mijn fractie heeft nog veel vragen. Gisteren is een rapport over deze problematiek verschenen. Ook daarop zou ik graag een reactie van de staatssecretaris krijgen. Dat hoeft niet vandaag. Ik snap dat wij eerst via de commissie inventariseren welke vragen er zijn en dat de staatssecretaris vervolgens met een zorgvuldig antwoord komt. Dat zou ik liefst wel op korte termijn krijgen, maar ik begrijp dat dit niet vandaag lukt.

Ik heb even om mij heen gekeken en volgens mij heb ik wel steun voor een dertigledendebat. Dat zou ik graag aan de lijst toevoegen, want ik vrees dat wij morgen in het debat onvoldoende zicht zullen krijgen op het geheel van de problematiek en de benodigde oplossingen.

De voorzitter:

Mevrouw Lodders, u hebt al iets gezegd. Een korte nabrander!

Mevrouw Lodders (VVD):

Ja, die gaat over de brief. Alles wat de staatssecretaris aan het eind van de dag kan aanleveren, is zeer welkom voor het debat van morgen.

De voorzitter:

Dat was ook mijn conclusie over de inventarisatie van de Kamer. Dank dat u die onderschrijft. Ik dank mevrouw Dik voor haar bijdrage. Ik zal het debat toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie.

Ik geef het woord aan mevrouw Kooiman van de SP.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Ik zou graag willen rappelleren ten aanzien van de schriftelijke vragen die ik de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie gesteld heb over de problemen bij de uitvoering van de regelingen voor substantieel bezwarende functies (SBF). Er is nu een oplossing gevonden voor het enorme pensioengat van gevangenispersoneel, maar wij hebben donderdag al een algemeen overleg. Daarom sta ik hier, om nu antwoorden te vragen.

De voorzitter:

Daarom stel ik u ook in de gelegenheid om dat nu te doen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik hoop dat u de antwoorden op uw vragen snel krijgt.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. De Amsterdamse burgemeester Van der Laan stelt dat deze stad de gemakkelijkste stad is om aan zware vuurwapens zoals kalasjnikovs te komen. Hij wijt dit aan de open grenzen en ik ben dat met hem eens. Deze wapens komen in handen van jihadisten en zware criminelen; burgers en politiemensen lopen ernstig gevaar. Ik zou hier graag een brief en een debat over willen.

De voorzitter:

U wilt steun voor het houden van een debat, voorafgegaan door een brief over het gemakkelijk verkrijgen van vuurwapens als gevolg van open grenzen.

De heer Van der Steur (VVD):

De recente vangst van zeer zware wapens van een wapenimporteur in Kroatië die bedoeld waren voor Nederland geeft aan dat het een zeer ernstig probleem is. Graag een brief, maar nog geen reden voor een debat. We kunnen dat veel sneller in een algemeen overleg meenemen.

De heer Schouw (D66):

Dit is een serieus probleem en wij hopen dan ook op een inhoudsvolle brief van de minister. Mijn fractie stelt voor om die te behandelen bij de JBZ-Raad, want dan kan de minister de conclusies die de Tweede Kamer daaruit trekt onmiddellijk in Europa bespreken.

De voorzitter:

U wilt dat bij de eerstvolgende JBZ-Raad, en die is wanneer?

De heer Schouw (D66):

De minister weet dit soort dingen allemaal uit zijn hoofd!

De voorzitter:

Ik vraag dit omdat het dan in het stenogram komt te staan. Voor de eerstvolgend JBZ-Raad moet de brief er zijn.

De heer Schouw (D66):

Volgende week woensdag, hoor ik.

De voorzitter:

Dan moet die brief er dinsdag voor 12 uur zijn.

Mevrouw Kooiman (SP):

Het is een groot probleem en ik sluit mij aan bij de woorden van mijn collega Schouw van D66.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor de brief en het inbrengen bij het eerstvolgende algemeen overleg.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun voor de brief voor de JBZ-Raad.

De heer Marcouch (PvdA):

De burgemeester van Amsterdam heeft een punt. Dit soort wapens moeten we internationaal aanpakken, dus steun voor een brief. Nu even geen debat, maar dat kan altijd nog naar aanleiding van de brief.

Mevrouw Helder (PVV):

Steun voor de brief en ook voor het debat, zo snel mogelijk. Dat is dus de JBZ-Raad.

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, u hebt ruim steun van de gehele Kamer voor een brief, te ontvangen voor dinsdag 12 uur, zodat die betrokken kan worden bij het overleg over de JBZ-Raad dat de dag daarna wordt gehouden. Op dit moment is er in de Kamer geen steun voor het houden van een debat.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik vind dat wel jammer. De JBZ-Raad gaat over de Europese context, maar we hebben er ook problemen mee in Nederland zelf. Hoe gaan we die allemaal opsporen? Ik ben er niet blij mee: wel een debat over veldmuizen, maar geen debat over de smokkel van kalasjnikovs. Dat vind ik jammer.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Keijzer van het CDA.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Haastige spoed is zelden goed, dat blijkt wel weer. Er is inmiddels een noodscenario bij de Sociale Verzekeringsbank opgestart, zodat budgethouders hun zorgverleners hun salaris kunnen betalen. We hebben om 12.20 uur een brief van de staatssecretaris gehad waarin hij probeert om de onrust weg te nemen, maar het is alleen maar onduidelijker geworden. Wat gaat er straks gebeuren met mensen die onterecht een budget gekregen hebben omdat er geen duidelijkheid was? Ik wil hierover graag een nadere brief van de staatssecretaris en een debat. Er is ruimte ontstaan in de agenda van deze week. De cijfers verschillen, maar zo'n 160.000 budgethouders in Nederland verkeren in grote onzekerheid.

De voorzitter:

Ik zie uw verzoek als volgt: een debat nog deze week te houden over de noodscenario's voor pgb-houders en de gevolgen daarvan, voorafgegaan door een brief met een nadere uitleg.

De heer Krol (50PLUS):

Het noodscenario is niet voor niets van kracht geworden, dus het is heel dringend geworden om hierover te praten. Donderdag is hiervoor ruimte in uw agenda.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Zonder over uw agenda te willen gaan, voorzitter, steun ik het verzoek van mevrouw Keijzer.

Mevrouw Leijten (SP):

De staatssecretaris heeft ons voor het kerstreces toegezegd dat het allemaal goed zou verlopen. Daar hebben wij nu onvoldoende zicht op, dus het lijkt mij terecht dat wij er snel over spreken. Ik heb geen behoefte aan een nadere brief, wij kunnen er gewoon over debatteren.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor een brief en voor het debat. In de brief zie ik ook graag iets over de onbereikbaarheid en de chaos bij de Sociale Verzekeringsbank terug.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

De staatssecretaris heeft gezegd dat de pgb-houders geen hinder zouden ondervinden van de overgang naar de Sociale Verzekeringsbank. Die hinder is al ondervonden; er is al heel veel stress veroorzaakt bij de pgb-houders. Er is nog onduidelijkheid over een structurele oplossing, los van deze noodoplossing. Ik heb veel behoefte aan een brief en een debat, dus steun voor het verzoek.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Gisteravond was ik in Gouda en heb ik veel mensen gesproken die voor hun zorg afhankelijk zijn van het pgb. Ondanks alle inzet en goede intenties blijken er toch nog heel veel vragen en onzekerheid te zijn. Ook blijkt nog niet alles te gaan zoals we dat met elkaar bedoeld hebben. Ik steun dan ook het verzoek om dit debat.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

De problemen die er nu zijn met het pgb, moeten ook nu worden opgelost. De staatssecretaris doet dat ook. Hij heeft daarover een paar uur geleden een brief naar de Kamer gestuurd. Daarnaast hebben mevrouw Bergkamp en ik eind vorig jaar een motie ingediend over het aanpakken van de regeldruk van het pgb in brede zin. Via de procedurevergadering hebben mevrouw Bergkamp en ik gevraagd om een reactie van de staatssecretaris. Ik ontvang die graag eerst, voordat we eventueel debatteren. De staatssecretaris moet het nu oplossen, en dat doet hij ook. Mijn fractie geeft geen steun aan het verzoek om een debat van mevrouw Keijzer.

De heer Van 't Wout (VVD):

We hebben juist vandaag een brief gekregen waarin staat dat er aan een oplossing wordt gewerkt, waarmee mensen op korte termijn wel de zekerheid krijgen die zij nodig hebben. Op dit moment heb ik dus geen behoefte aan een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, u hebt op dit moment niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat deze week. U hebt wel steun van ten minste 30 leden, dus voldoende steun om een dertigledendebat op de lijst te laten plaatsen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dan moet dat maar. Ik geef overigens wel de collega's van de PvdA en de VVD mee dat er gerekend wordt met 220.000 zorgcontracten. Dat is even belangrijk om mee te geven. Als er 160.000 budgethouders zijn die ieder drie of vier contracten hebben, dan loopt het vast bij de Sociale Verzekeringsbank. Het spijt mij zeer dat de PvdA en de VVD daarover niet willen spreken. Ik voer in elk geval graag een dertigledendebat.

De voorzitter:

U hebt wel de gelegenheid genomen om daarover te spreken en dat is dan in uw voordeel geweest. Het dertigledendebat komt op de lijst te staan. Daarbij wordt een spreektijd gehanteerd van drie minuten per fractie. Er is voorts gevraagd om een nadere brief, in reactie op de brief die al eerder gestuurd is. Daarvoor is ook voldoende steun. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Vorige week is door Altijd Wat en Binnenlands Bestuur een enquête gehouden onder medewerkers en managers van sociale diensten. Daaruit blijkt wat werklozen al langer wisten, namelijk dat de strenge strafwetten van staatssecretaris Klijnsma leiden tot ongelukken. De helft van de medewerkers zegt dat deze wetten mensen met psychische problemen tot wanhoop kunnen brengen. Driekwart zegt dat zij verder in de problemen komen, zowel wat betreft hun gezondheid als financieel. Dat lijkt mij belangrijk genoeg om over te debatteren met staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken. Daarom doe ik dat verzoek.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de regels voor de bijstand.

De heer Potters (VVD):

We hebben eind februari een AO Participatiewet gepland staan. Dat is al redelijk snel. Daarbij zouden de vragen betrokken kunnen worden. Er is dus geen reden voor een debat op dit moment.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ook GroenLinks is zeer verontrust over de uitkomst van die enquête en zou heel graag van de staatssecretaris horen welke conclusies zij daaruit trekt. Ik steun daarom het verzoek van mevrouw Karabulut.

De heer Kerstens (PvdA):

De Partij van de Arbeid spreekt graag met de staatssecretaris over het onderzoek dat heeft plaatsgevonden. Dat onderzoek werd trouwens gehouden voordat de wet waarvoor de staatssecretaris verantwoordelijk is, op 1 januari jongstleden in werking trad. Binnenkort is er een algemeen overleg. Wij vinden dat een goede gelegenheid om dit onderwerp aan de orde te stellen.

De heer Van Weyenberg (D66):

D66 wil het onderwerp graag in het algemeen overleg bespreken, maar ik steun wel het verzoek om een brief. Ik zou daarin graag de expliciete bevestiging van de staatssecretaris krijgen dat mensen met een psychische beperking, waarbij verwijtbaarheid ontbreekt, nooit gesanctioneerd kunnen worden via de bijstandswet.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Volgens mij was deze staatssecretaris al verantwoordelijk voordat die wet inging, zo zeg ik even tegen de heer Kerstens, maar dat terzijde. Het is belangrijk dat hierover gesproken wordt, ook met de nieuwe wet waarin wel ruimte voor maatwerk wordt geboden. Ik hoor daarom graag een reactie van de staatssecretaris op dit rapport. We kunnen dat betrekken bij het AO over de Participatiewet.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor de brief en steun voor het houden van een debat.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik steun het verzoek om een brief. Die kunnen wij dan bespreken tijdens het algemeen overleg.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, u hebt niet de steun van de Kamer om een plenair debat te houden. Er is brede steun voor een brief waarin de staatssecretaris ingaat op de problematiek, zodat die betrokken kan worden bij het algemeen overleg dat blijkbaar al is afgesproken.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dat gaan we dan zo doen. Daarbij wil ik graag dat de staatssecretaris specifiek ingaat op haar belofte dat psychische patiënten niet zouden lijden onder deze wet en op de vraag waar zij dan die ruimte ziet voor maatwerk, want in de praktijk is die er dus niet.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Daarmee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. Ik verzoek de leden die dat nog niet gedaan hebben, de presentielijst te tekenen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven