Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 26, item 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 26, item 7 |
Aan de orde is het VAO Ebola (AO d.d. 08/10).
De voorzitter:
De spreektijd is twee minuten per fractie, inclusief het voorlezen van de moties. Als u een vraag hebt, stel ik voor dat u die aan het einde van de inbreng stelt.
De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter. Er is veel gebeurd sinds het vorige algemeen overleg over ebola. Wij hebben veel activiteit gezien aan de kant van de Nederlandse overheid, maar wij hebben toch nog een aantal suggesties om meer te doen. Ik zal omwille van de tijd heel snel de moties voorlezen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat bij de uitbraak van een infectieziekte het tijdig signaleren, het internationaal afkondigen van een medische noodsituatie en het bewerkstelligen van een samenhangende reactie van het grootst mogelijke belang is voor het tegengaan van de ziekte;
overwegende dat de Wereldgezondheidsorganisatie en de United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs een centrale internationale taak hebben in het geval van een medische noodsituatie;
overwegende dat pas vierenhalve maand na de uitbraak van de ebola-epidemie in West-Afrika de internationale noodklok is geluid, waardoor de reactie van de internationale gemeenschap pas laat op gang kon komen;
verzoekt de regering om een onafhankelijke evaluatie naar het optreden en de slagvaardigheid van de Wereldgezondheidsorganisatie en de United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs in de ebolacrisis te laten uitvoeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de EU de ernst van de ebolacrisis in West-Afrika pas zeer laat heeft onderkend, er beperkt sprake is van gecoördineerde hulpinspanningen van de EU en bijstand door hulpverlening van de lidstaten pas zeer laat beschikbaar was;
van mening dat voor de bestrijding van epidemieën een snelle reactie en inzetbaarheid van medische hulpverleners noodzakelijk zijn om een epidemie tegen te kunnen gaan;
verzoekt de regering, binnen de EU het voortouw te nemen bij het opzetten van een "medische flitseenheid" die inzetbaar is om epidemiologische brandhaarden in een vroegtijdig stadium aan te pakken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de door ebola getroffen landen in West-Afrika een grote behoefte bestaat aan artsen, verpleegkundigen, technici en logistiek experts;
overwegende dat het aantal Nederlandse vrijwilligers tot op heden beperkt is;
verzoekt de regering, te bezien op welke wijze de overheid kan faciliteren dat meer vrijwilligers geworven worden en de Kamer daarover op korte termijn te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Smaling (SP):
Voorzitter. Het AO is alweer een tijdje geleden, maar onmiddellijk na het AO heeft de minister gereageerd met een heel concrete brief. Dank daarvoor. Dat is ook alweer een tijdje geleden. Het probleem is helaas nog niet uit de wereld, maar het heeft veel aandacht van ons allen. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er voedselschaarste is in grote delen van de door ebola getroffen gebieden;
constaterende dat er wel voedselhulp is, maar dat zowel kwantiteit als voedingswaarde van de verstrekte producten te wensen overlaat;
verzoekt de regering, snel te inventariseren hoe deze situatie verbeterd kan worden, daartoe actie te ondernemen en de Kamer te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering middelen in het kader van de bestrijding van ebola ter beschikking heeft gesteld aan de VN of grote ngo's zoals het Rode Kruis en Artsen zonder Grenzen;
overwegende dat er ook kleinere ngo's in Guinee, Sierra Leone en Liberia actief zijn met lokale netwerken, en daar met relatief weinig middelen veel kunnen bereiken;
constaterende dat kleinere ngo's die niet beschikken over een Framework Partnership Agreement (FPA) met de Europese Commissie momenteel niet in aanmerking kunnen komen voor noodhulpfondsen van de Nederlandse regering;
overwegende dat een aanvraag voor een FPA maanden kan duren en veel beslag legt op capaciteit van kleine ngo's, terwijl er nu sprake is van een noodsituatie die snel handelen vereist;
verzoekt de regering, te volstaan met een minder zware toets op kwaliteitseisen aan organisaties, voor zover het aanvragen van beperkte financiële omvang betreft, om zo kleine ngo's in staat te stellen op korte termijn in aanmerking te komen voor noodhulpfondsen in de strijd tegen ebola;
verzoekt de regering tevens, voor de toekomst tevens de mogelijkheden te bezien of ook andere kwaliteitseisen aan organisaties gesteld kunnen worden om in aanmerking te kunnen komen voor middelen uit het noodhulpfonds dan de huidige eis van een FPA,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de naleving van de maatregelen om de ebola-epidemie in te dammen vaak ernstig tekortschiet;
overwegende dat mensen met lokaal aanzien vaak effectiever zijn dan internationale organisaties als het gaat om het implementeren van en toezien op de maatregelen ter bestrijding en preventie van ebola in de getroffen gebieden;
verzoekt de regering, via de lokaal aanwezige ngo's te investeren in de verbetering van de relatie tussen donoren en lokale aanspreekpunten en autoriteiten, zoals stamhoofden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Het is fijn dat de Karel Doorman vandaag goederen aflevert in Freetown. Wij zijn er heel trots op dat onze defensie dat doet.
In het overleg met de minister heb ik haar gevraagd in hoeverre zij de opvattingen van de heer Peter Piot deelt. Zij zei met hem in gesprek te zullen gaan. Ik ben erg benieuwd wat dit gesprek heeft opgeleverd.
De heer Van Laar (PvdA):
Mevrouw Mulder heeft vragen gesteld over de rol van de kleine ngo's bij de bestrijding van ebola. Die vragen zijn net schriftelijk beantwoord. Ik weet niet of mevrouw Mulder de antwoorden al heeft gezien, maar ik vond die vrij overtuigend. Misschien kan mevrouw Mulder een reactie geven op die antwoorden, want nu lijkt het een herhaling van zetten.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Dat vroeg ik mij af. Vandaar dat wij toch deze motie hebben ingediend. Zojuist zat ik in het algemeen overleg over ondernemerschap en bedrijfsfinanciering. Ook daar moest ik goed opletten wat de minister zei, dus ik heb misschien nog niet alle details van de schriftelijke antwoorden tot mij genomen. Ik ben echter erg benieuwd naar de reactie van de minister op onze motie. Zoals de geachte collega van de PvdA-fractie mogelijk weet, zijn er soms organisaties, ook in Nederland, die heel goede dingen doen met noodhulpgeld, maar die straks, doordat zij bepaalde zaken niet hier implementeren maar werken met lokale partners daar, geen toegang meer kunnen hebben tot de noodhulpfondsen. Wij vinden dat een kwalijke ontwikkeling. Als in de brief van de minister staat dat dit uit de wereld wordt genomen, ben ik een heel blije volksvertegenwoordiger. Immers, als organisaties een goed trackrecord hebben en goed hun best doen, zou het gek zijn als zij alleen maar via heel bureaucratische wegen toegang kunnen hebben tot die noodhulp.
De heer Van Laar (PvdA):
Mevrouw Mulder zegt dat het gaat om kleine bijdragen, maar hoe klein zijn die? Volgens mij moet het ministerie aan bijdragen kleiner dan een ton zeker niet beginnen. Bijdragen veel groter dan een ton kunnen de organisaties meestal niet handelen. Ik vraag mij dus af waar mevrouw Mulder precies op doelt en waar zij een probleem ziet.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Wij hebben van meer organisaties uit het veld te horen gekregen dat zij graag in lijn met de grotere organisaties — ik noem het Rode Kruis — aan de slag zouden willen gaan. Het Rode Kruis kan vanwege de positie die het heeft niet altijd alles voor elkaar krijgen, terwijl een kleinere organisatie dat wel kan. Wij hebben in de Tweede Kamer een bijzondere ontmoeting gehad met mensen van KickEbola, die daarover vertelden. Als wij met kleinere bedragen wel goed in de gaten kunnen houden dat het geld goed wordt besteed en wij tegelijkertijd kunnen vaststellen dat het geld echt in de haarvaten van deze landen terechtkomt, waardoor wij meer kunnen bereiken — dat is voor ebola toch echt hard nodig, want het is hartverscheurend wat daar gebeurt — dan zou dat heel erg fijn zijn.
Mevrouw De Caluwé (VVD):
Voorzitter. Het debat over ebola is inmiddels ruim een maand geleden gevoerd. De VVD-fractie heeft zich in het algemeen overleg kritisch uitgelaten over de langzame respons op de uitbraak van ebola. Met name de WHO, de Wereldgezondheidsorganisatie, heeft steken laten vallen. Dat erkent deze organisatie inmiddels ook. Zij heeft aangekondigd zichzelf te zullen evalueren. Als je echter serieus lessen wilt trekken uit een situatie als deze en herhaling wilt voorkomen, moet je een onafhankelijk onderzoek doen. Daarom steunt de VVD-fractie de motie van de D66-fractie over dit onderwerp.
De VVD-fractie heeft tijdens het debat gepleit voor een Quick Reaction Force binnen OCHA van de VN, om in de toekomst sneller te kunnen reageren op crises als deze. Wij zijn dan ook blij met de toezegging van de minister dat zij zich hiervoor wil inzetten.
Tijdens het debat bleek dat er veel internationaal overleg op hoog niveau werd gevoerd, maar dat concrete acties uitbleven. De minister is na het debat nog dezelfde dag gekomen met een brief over de mogelijke inzet van de Karel Doorman. Die brief werd kort daarna gevolgd door berichten met aanvullende concrete acties. Wij zijn daar erg blij over. Vanmiddag hebben we nog een uitgebreide update gekregen die ik, zo moet ik toegeven, slechts even gescand heb. De Karel Doorman is gisteren met hulpgoederen in Freetown aangekomen. Wij willen echter nog graag van de minister weten wat de pendeldiensten van het schip in de Golf van Guinee gaan inhouden.
Ik dien geen moties in.
De heer Van Laar (PvdA):
Voorzitter. De ebola-epidemie grijpt nog altijd om zich heen. De reactie op die epidemie was te laat en te traag. Nog altijd weten we niet of we nu genoeg doen of nog altijd te weinig. Traag is overigens ook de Tweede Kamer. Het heeft namelijk ruim een maand geduurd voordat het VAO ingepland kon worden. Voor zoiets spoedeisends als een ebola-epidemie is dat gewoon te laat.
De Partij van de Arbeid dient samen met D66 een motie in over de discriminatie van hulpverleners. Elke hulpverlener heeft recht op de beste zorg als hij besmet raakt met ebola. Dat geldt voor Nederlandse hulpverleners en voor lokale hulpverleners. Het is goed dat er in de getroffen landen klinieken worden gebouwd waar zorg wordt geboden aan hulpverleners en die voldoet aan onze standaarden. Het is niet bekend of dit genoeg is en of het ook genoeg plekken blijven. We vragen de minister om daar de vinger aan de pols te houden en er goed op te letten of alle hulpverleners de best mogelijke zorg krijgen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat honderden hulpverleners in Sierra Leone, Liberia en Guinee met het gevaar om zelf besmet te raken onmisbaar werk verrichten bij de bestrijding van de ebola-epidemie;
constaterende dat er grote verschillen zijn tussen de kwaliteit van de zorg die hulpverleners krijgen als zij besmet raken, waarbij hulpverleners uit de landen zelf het slechtst af zijn;
roept hulpverlenende organisaties op om geen onderscheid te maken naar afkomst van een hulpverlener om te bepalen welke kwaliteit zorg zij krijgen;
verzoekt de regering om zich ervoor in te spannen dat alle hulpverleners, indien zij besmet raken met het ebolavirus, de best mogelijke zorg kunnen krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Daarmee is er een einde gekomen aan de termijn van de Kamer. De minister heeft aangegeven dat zij direct kan overgaan tot het geven van een reactie op de ingediende moties.
Minister Ploumen:
Voorzitter. Ik dank de leden van de Kamer. Ik loop de moties een voor een langs en zal dan ook de twee vragen die zijn gesteld, graag beantwoorden. De motie op stuk nr. 136, ingediend door de heer Sjoerdsma, over de evaluatie van de aanpak van de Wereldgezondheidsorganisatie, zie ik als ondersteuning van beleid. Ik heb daar inmiddels al met de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie over gesproken. Zij ondersteunt het idee. Ik koers wel aan op één evaluatie en niet op verschillende evaluaties van organisaties. Ik neem echter aan dat de heer Sjoerdsma dat met mij eens is.
De motie op stuk nr. 137 van de heer Sjoerdsma over de medische flitseenheid zie ik als ondersteuning van beleid. Binnen de EU wordt er al gesproken over de "withelmen". Duitsland en Frankrijk zijn bezig met een voorstel; Nederland staat daar positief tegenover. We denken ook mee over de praktische invulling daarvan. Ik zal de Kamer over de voortgang daarvan graag informeren in de reguliere updates die ik heb toegezegd.
De voorzitter:
Ik wil graag weten wat uw oordeel is.
Minister Ploumen:
Ondersteuning van beleid.
De voorzitter:
Het oordeel is dus aan de Kamer?
Minister Ploumen:
Ja.
De motie op stuk nr. 138 over de vrijwilligers zie ik ook als ondersteuning van beleid en dus oordeel Kamer. We hebben een aantal initiatieven ondersteund. Afgelopen maandag nog heb ik een website geopend die is ingesteld door de Giro 555-organisaties en waar anderen belangeloos aan hebben meegewerkt. Dat functioneert als een soort recruitmentcenter. Mensen kunnen zich daar aanmelden, en vervolgens wordt bekeken op welke manier ze inzetbaar zijn.
De voorzitter:
Wat is dan uw oordeel over deze motie?
Minister Ploumen:
Oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 139 van de heer Smaling vraagt om het inventariseren van voedselschaarste. Dat is een buitengewoon belangrijk punt. Nederland draagt bij aan het World Food Programme en de FAO middels ongeoormerkte bijdragen. We weten echter dat beide organisaties zich nu natuurlijk zeer bekommeren om de situatie in de drie gebieden, die is zoals de heer Smaling heeft gesignaleerd. Nederland houdt de vinger aan de pols. De vraag is of wij moeten pleiten voor het opschalen van de voedselhulp door het World Food Programme. Vooralsnog vinden wij dat men goed handelt, wat nog niet wil zeggen dat alle problemen al opgelost zijn. Ik laat het oordeel daarover aan de Kamer.
Dan kom ik bij de motie van mevrouw Mulder op stuk nr. 140 over het toelaten van kleine ngo's, of laat ik het algemener zeggen, ngo's die geen FPA hebben maar waaraan wij eventueel andere kwaliteitseisen kunnen stellen, zodat ze in de toekomst kunnen meedingen naar de financiering die beschikbaar komt van het noodhulpfonds. Die motie moet ik ontraden. Wij hebben nu één kader voor kwaliteit, dat ook door andere Europese collega's wordt gehanteerd. Wij streven met elkaar naar kwaliteit. Wij streven naar eenduidige regelgeving en gaan dus niet nog een ander kader stellen. Ik heb dat al toegelicht bij de vragen, maar mevrouw Mulder heeft die begrijpelijkerwijs nog niet kunnen zien.
De tweede motie die mevrouw Mulder heeft ingediend, de motie op stuk nr. 141, gaat over het gebruik van lokale kanalen en lokale ngo's om de coördinatie te verbeteren en om te zorgen dat lokale aanspreekpunten in positie worden gebracht. Dat is een uitstekend punt. Dat doen wij ook al. Ik zie de motie als ondersteuning van beleid en laat het oordeel aan de Kamer.
Mevrouw Mulder heeft gevraagd of ik de heer Peter Piot al persoonlijk heb kunnen spreken. De gelegenheid die ik daarvoor te baat had willen nemen, deed zich om praktische redenen niet voor. Wij, ook de Ebola-gezant, zijn echter voortdurend in gesprek met alle belanghebbenden. Als er een gelegenheid komt om hem zelf te spreken, zal ik die gelegenheid graag aangrijpen. Ik zal de Kamer dan in reguliere updates daarover informeren.
Mevrouw De Caluwé heeft gevraagd hoe de pendeldiensten in de Golf van Guinee eruit gaan zien. As we speak wordt er gekeken hoe wij de Karel Doorman in de regio nog verder kunnen inzetten. Ik zal de Kamer daarover informeren als er meer duidelijk is.
Dan kom ik bij de motie van de heer Van Laar op stuk nr. 142. Ik zie die als ondersteuning van beleid. Ik ben het zeer met hem eens. Ik laat het oordeel aan de Kamer.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Stemming over de ingediende moties vindt komende dinsdag plaats.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20142015-26-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.