8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het leven gaat door. 

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over: 

  • -de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake het plaatsen van een parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel: Instelling controleur procedurewaarborgen bij Europees bureau voor fraudebestrijding OLAF (33974, nr. 1); 

  • -de motie ingediend bij het wetgevingsoverleg over het jaarverslag SZW 2013. 

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevingsoverleg met stenografisch verslag op maandag 8 september 2014 van 13.00 uur tot 17.30 uur van de vaste commissie voor Financiën over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2015) (33918). 

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om het debat over de zin en onzin van aangifte doen bij de politie, het dertigledendebat over de brief inzake de Regeling langdurig verblijvende kinderen en het dertigledendebat over het bericht "EU moet meer doen tegen illegale immigratie" van de lijst af te voeren. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer en van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet en diverse andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht (Stb. 2013, 144) in verband met het doorvoeren van enkele noodzakelijke reparaties en andere kleine wijzigingen (33919); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de ontwerpen voor bewegwijzering (33899). 

Aangezien voor een aantal stukken de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd. Ik stel dan ook voor, de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen: 23908-(R1519)-115; 24493-R1557-58. 

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 

30952-143; 33625-112; 32623-133; 33625-113; 33750-V-66; 33625-95; 33625-104; 33625-111; 32605-137; 22054-247; 22054-246; 22054-245; 22831-98; 29754-245; 19637-1852; 19637-1808; 33750-VI-27; 33750-VI-108; 19637-1703; 32317-236; 19637-1849; 32317-238; 19637-1851; 29452-169; 19637-1847; 29628-456; 29628-454; 29628-450; 28684-402; 29628-447; 29628-437; 29628-436; 28684-397; 28684-404; 31753-83; 22112-1847; 22112-1848; 2014Z10755; 32706-68; 25928-62; 27830-130; 27830-131; 2014Z10978; 2014Z10673; 31322-242; 31332-27; 31839-375; 31839-373; 31839-385; 31839-383; 31839-376; 29362-233; 30597-425; 30597-421; 32647-26; 32647-24; 30597-453; 30597-452; 2014Z10160; 2014Z09643; 2014Z09639; 33619-15; 31839-360; 32793-142; 31839-353; 31839-355; 32820-104; 31839-338; 31839-339; 26231-23; 26231-24; 26231-22; 31125-24; 31125-20; 32847-122; 2014Z10611; 33750-IX-28; 32847-98; 33436-39; 32847-118; 32847-105; 32847-116; 29323-92; 2014Z09634; 31289-190; 22112-1788; 22112-1731; 31288-362; 32034-3; 26643-295; 30862-99; 30862-98; 31409-62; 30523-82; 31409-61; 31409-60; 2014Z10238; 25928-61; 25928-60; 30597-423; 30597-419; 31839-345; 33864-3; 33750-X-53; 33750-X-44; 26396-98; 26396-99; 27830-127; 29521-233; 27830-125; 27830-123; 33763-45; 32820-107; 21501-34-227; 21501-34-228; 29362-232; 32820-106; 32820-102; 28844-76; 31757-51; 33750-VII-58; 33750-B-14; 28663-56; 31209-164; 22112-1846; 27428-282; 22112-1823; 22112-1801; 30139-131; 33750-X-45; 33750-X-42; 33750-X-46; 33750-X-40; 33763-36; 28676-197; 28676-203; 33841-164; 29521-242; 29521-235; 29521-228; 29521-224; 29521-227; 29521-239; 29521-246; 29521-241; 29521-243; 2014Z11617; 2014Z11407; 31839-387; 2014Z11160; 2014Z09547; 31839-384; 31839-377; 17050-474; 33750-XV-65; 17050-473; 25883-232; 29684-113. 

Ik stel, voor toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Waterveiligheid, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 19 juni, met als eerste spreker mevrouw Jacobi van de PvdA, in te plannen pas na het zomerreces; 

  • -het VSO over het ontwerpbesluit beheer verpakkingen 2014 (28694, nrs. 115 en 116), met als eerste spreker mevrouw Cegerek van de PvdA; 

  • -het VAO Handhaving, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 25 juni, met als eerste spreker de heer Van Weyenberg van D66; 

  • -het VAO Stelselherziening/Transitie Jeugdzorg, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 25 juni, met als eerste spreker mevrouw Siderius van de SP; 

  • -het VAO Veiligheidsonderwerpen naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 26 juni, met als eerste spreker mevrouw Helder van de PVV; 

  • -het VAO 1F-beleid, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 19 juni, met als eerste spreker mevrouw Gesthuizen van de SP; 

  • -het VSO over de termijn indienen klachten seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk, met als eerste spreker mevrouw Gesthuizen van de SP. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Namens mijn collega Gesthuizen wil ik graag het verzoek doen om dat VSO vandaag nog in te plannen, inclusief stemmingen. Het betreft het sluiten van een meldpunt per 1 juli, dus we moeten er vandaag over stemmen. De commissie heeft gisteren pas de brief ontvangen waarover dit VSO wordt aangevraagd, dus we hebben dit niet eerder kunnen voorzien. 

De voorzitter:

Omdat het een wijziging van de agenda van deze week betreft, is daarvoor steun nodig van een meerderheid van de Kamer, ook omdat u om stemmingen vraagt. 

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft geen bezwaar tegen een VSO. Over de stemmingen wil ik het echter wel even hebben. Voor de goede orde: de Kamer gaat hier niet over en er is geen enkele minister die bevoegd is om daar maar iets over te beslissen. De sluitingsdatum is voorzien op 1 juli. Die is overigens in november 2013 al aangekondigd. Ik wil het graag over dit onderwerp hebben, ook met de minister, maar ik denk dat het verstandig is dat we dinsdag gaan stemmen. Dat is vroeg genoeg, want dat is op 1 juli zelf. Dan kan dat signaal aan de kerkelijke autoriteiten worden afgegeven. 

De heer Omtzigt (CDA):

In dit uitzonderlijke geval steun voor het SP-voorstel om dat vandaag te doen, met het verzoek aan de voorzitter om het dan liefst zo snel mogelijk in te plannen. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik steun het verzoek om een VSO te houden, maar ik denk ook dat we met elkaar kunnen afspreken om op 1 juli te stemmen en daarbij het dringende verzoek te doen om voor die tijd geen onomkeerbare stappen te zetten. Als we dat signaal met z'n allen afgeven, helpen we daar volgens mij iedereen mee. Ik probeer daarmee ook tegemoet te komen aan de wens, want die begrijp ik ook goed. Dat zou mijn voorkeur hebben en het is ook in lijn met wat de heer Van der Steur heeft gezegd. 

Mevrouw Leijten (SP):

Het gaat over het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK. Dit betreft een jarenlang lopende kwestie. Wij vragen om de slachtoffers iets meer tijd te geven om zich te kunnen melden. De minister wil dat niet toezeggen in zijn brief. Daarom zouden wij graag vandaag dat VSO willen. Als hij kan toezeggen dat er, voordat er gestemd is over die moties, geen onomkeerbare stappen worden gezet, kunnen we het inderdaad aanhouden. Als hij dat echter niet kan doen, doen wij echt een beroep op de Kamer om vandaag te mogen stemmen, of wij er nou over gaan of niet. Er zijn hierover serieuze debatten gevoerd in de Kamer en volgens mij hoeven we hierin niet tegenover elkaar te staan. Ik kan natuurlijk niet in uw agenda kijken, voorzitter, maar als dit snel ingepland zou kunnen worden, zijn de meeste mensen nog in huis en zou het vandaag kunnen. Anders willen we echt de belofte van de minister dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet totdat er gestemd is over de ingediende moties. 

De voorzitter:

Mag ik een tussenvoorstel doen, meneer Van der Steur, voordat we hierover een discussie krijgen? Ik denk dat u beiden nu probeert tot elkaar te komen. Dat voorstel is om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering met spoed door te geleiden naar de minister, met het verzoek om in ieder geval zo snel mogelijk te reageren met daarbij de toezegging dat hij tot 1 juli, dus tot de stemmingen, geen onomkeerbare stappen zet, en om het VSO dan wel vandaag in te plannen. 

De heer Van der Steur (VVD):

U kunt dat wel aan de minister vragen, maar de minister gaat daar helemaal niet over. Het is een meldpunt van de katholieke kerkelijke autoriteiten. De minister heeft daar geen enkele zeggenschap over. U kunt het stenogram wel doorgeleiden, maar de minister kan dat helemaal niet toezeggen, want het is zijn bevoegdheid niet. Het is prima om dinsdag die stemmingen te hebben, om de moties te bekijken en om met de minister van gedachten te wisselen over de mogelijkheden, maar u kunt de minister niet vragen om iets toe te zeggen waarover hij niet gaat. Voor de goede orde: dat de sluitingstermijn voor de klachten verloopt, wil niet zeggen dat dan ook het meldpunt verdwijnt. Dat is helemaal niet het geval. Die organisatie is nog steeds bezig met het afwikkelen van honderden klachten die er nog liggen. Er verandert dus helemaal niets. De vraag is alleen of je voor of na 1 juli nog een klacht kunt indienen die verjaard is, tegen een overleden dader. Daar moeten we het over hebben, want het is een belangrijk onderwerp. Het gaat om het belang van de slachtoffers. Het is echter niet nodig om daar vandaag over te stemmen. 

Mevrouw Leijten (SP):

Na dit pleidooi van wellicht een toekomstig minister, of misschien was dit een gestuurde minister, hecht ik er aan het volgende op te merken. De minister heeft zelf gezegd … 

De voorzitter:

Ik wil voor de Handelingen opmerken dat hier een Kamerlid van de VVD aan het woord was. 

Mevrouw Leijten (SP):

Hij heeft namens de minister gezegd dat die er niks aan kan doen. De minister heeft in de brief die hij heeft gestuurd, geschreven dat hij er niets aan wil doen. Daar gaat het hier over. 

De voorzitter:

Er is steun om vandaag het VSO in te plannen. Daarin kunt u dit debat verder met de minister zelf voeren. Ik zal proberen om dat zo snel mogelijk in te plannen. De minister zit op dit moment in een wetgevingsoverleg. Ik ga dus proberen om dit zo snel mogelijk in te plannen en dan komt er een nader herzien schema. De stemmingen over de ingediende moties zullen komende dinsdag plaatsvinden, want een meerderheid heeft zich daarvoor uitgesproken. 

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Een kleine twee weken geleden hebben we een debat aangevraagd over de opmars van ISIS. Die opmars is doorgegaan; Irak explodeert. Het lijkt erop dat Saudi-Arabië ISIS helpt en dat zowel de VS als Iran de Iraakse regering helpt. Uit de beantwoording van een Kamervraag van zowel het CDA als de PvdA blijkt dat er ook tientallen mensen terugkomen. Daar wordt onderzoek naar gedaan. Ik had toen al aangegeven dat ik wellicht zou vragen om hierover eerder een debat te hebben. Hierbij wil ik het verzoek doen om dat debat volgende week in te plannen. Daaraan wil ik het verzoek toevoegen dat de PVV-fractie toen deed om ook de minister van Veiligheid en Justitie uit te nodigen omdat hij gisteren buitengewoon heldere antwoorden gaf. 

De voorzitter:

Het verzoek is om het debat over de opmars van ISIS volgende week in te plannen. 

De heer De Roon (PVV):

In het islamitische land Irak hebben moslims voor de zoveelste maal een uitslaande brand gesticht, waarvan de gewelddadige en destructieve gevolgen ook ons land kunnen bereiken. Wij onderschrijven dan ook de urgentie die de heer Omtzigt in zijn verzoek heeft gelegd en steunen dat verzoek van ganser harte. 

De heer Servaes (PvdA):

Over de ernst van wat zich op dit moment in Irak afspeelt, zijn we het allemaal eens. Ik steun het verzoek om een debat volgende week echter niet. Ik vind het ook spijtig dat we dit nu weer op deze manier hier moeten bespreken. Vorige week hebben we hierover uitgebreid van gedachten gewisseld in de procedurevergadering van de commissie voor Buitenlandse Zaken. Daar was het CDA helaas niet bij. Dat kan gebeuren. Ik vind het dan wel spijtig dat er vervolgens delen van de conclusies rondgetwitterd worden, zonder eerst navraag te doen wat daar precies besproken is. Dus geen steun voor een debat. Het is spijtig dat het op deze manier moet. 

De heer Verheijen (VVD):

Ik sluit me van A tot Z aan bij mijn collega Servaes. Geen steun voor een debat volgende week. Er staat volgende week woensdag een AO gepland over jihadstrijders. Daarin zou dit onderwerp behandeld kunnen worden. De heer Omtzigt kan overigens ook altijd een ander AO aanvragen. Nu geef ik geen steun voor een debat volgende week. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De ontwikkelingen in Irak gaan heel snel. We hebben er inderdaad vorige week over gesproken, maar er is nu alle aanleiding om er opnieuw over te spreken, dus steun voor het debat. Ik zou u wel willen vragen om dat gecombineerd met een brief vooraf te doen, met daarin de stand van zaken, met name als het gaat om de positie van christenen in het noorden van Irak. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Van harte steun voor het debat. De nieuwe ontwikkelingen maken het zeker nodig om dat volgende week te doen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Volgens mij gaan we hier over de plenaire agenda. We hadden toen informatie gevraagd. Die informatie was nog niet binnen of er was een procedurevergadering waarbij ik zelf niet aanwezig was. In die vergadering vond men het nodig om een besluit te nemen over een debat dat ik zelf had aangevraagd. Ik vind het raar dat dat op die wijze gebeurt. 

Laten we ons nu even tot de ernst van de situatie beperken. De wereld staat in brand in Irak en Syrië. Ze zitten elkaar daar zodanig te bevechten dat een reactie van de Nederlandse regering geen drie maanden uitstel duldt. Ook al heb ik geen meerderheid, ik doe het verzoek aan u persoonlijk, voorzitter, om dat debat in te plannen. 

De voorzitter:

De Kamer maakt heel duidelijk dat ze niet wil dat dit debat, een meerderheidsdebat, ingepland wordt omdat er volgende week een AO gepland staat waarin dit onderwerp heel goed aan de orde gesteld kan worden. Ik zeg u hierbij toe dat het VAO dat wellicht nodig is, voor de zomer ingepland kan worden, zodat u ook moties kunt indienen. Dit meerderheidsdebat kan ik zonder steun van de meerderheid niet inplannen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat begrijp ik, uw positie begrijp ik. Edoch, het andere debat is een debat met de minister van Justitie; dit is een debat met de minister van Buitenlandse Zaken. Gezien de urgentie van dit onderwerp en gezien alle andere onderwerpen die soms op de Kameragenda komen, was het heel wenselijk en helaas noodzakelijk geweest om hierover te spreken. 

De voorzitter:

Ik heb ook het verzoek gehoord om een brief over met name de positie van christenen in de regio waar dat ernstige conflict bezig is. Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, met het verzoek dat die brief in de Kamer is voordat het algemeen overleg wordt gehouden. Dat is volgende week woensdag, hoorde ik geloof ik. Die brief kan dan betrokken worden bij dat algemeen overleg. Ik hoop dat ik u hiermee zo goed mogelijk accommodeer. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik kijk even naar mijn collega, maar woensdag lijkt mij vroeg genoeg. Het lijkt me echter raar om het daaraan toe te voegen, omdat dat een debat is over de AIVD. Echter, als daarna pas het VAO komt over dat AO dat al geweest is, dan zou het kunnen. 

De voorzitter:

Een VAO is altijd pas nadat een AO geweest is, mijnheer Omtzigt. 

De heer Omtzigt (CDA):

En de brief? 

De voorzitter:

Dit moet u verder in de procedurevergadering met elkaar bespreken. Ik heb gehoord dat mensen hebben gezegd: we kunnen het AO van volgende week hiervoor gebruiken. Vraag een extra procedurevergadering aan om ervoor te zorgen dat het ook daarin aan de orde kan worden gesteld. Ik zal in ieder geval vragen om, vooruitlopend op de besluitvorming die daar zal plaatshebben, deze brief in ieder geval dan in de Kamer te hebben. Daar wil ik het graag bij laten. 

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Geurts. 

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. Ik wil graag rappelleren aan onbeantwoorde schriftelijke vragen over de vergoeding voor het rietlandbeheer. Graag wil ik dat de antwoorden zo snel mogelijk naar de Kamer worden gestuurd. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Pia Dijkstra. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Voorzitter. We hebben de brief ontvangen van beide bewindslieden over wat je wel "het grootste fraudeonderzoek in de zorg tot nu toe" kunt noemen. Wat ons betreft, hebben zij niet aannemelijk kunnen maken dat het OM tijdig en volledig is geïnformeerd over die zaak. Bovendien zijn nog een aantal van onze vragen niet beantwoord. Daarom vraag ik een debat aan over deze kwestie met beide ondertekenaars van de brief. Dat debat dient nog voor het zomerreces te worden gehouden. Wat mij betreft zou het bij voorkeur vandaag nog kunnen plaatsvinden. 

De voorzitter:

Voordat we dezelfde verwarring krijgen als dinsdag: het gaat om een nieuwe debataanvraag. Het gaat specifiek over dit onderwerp. Ik vraag de leden om in hun reactie daarvan uit te gaan. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik steun het verzoek om een debat. De brief bevat veel onduidelijkheden. Een aantal vragen zijn inderdaad niet beantwoord. Dit vraagt om snelle antwoorden, voor het zomerreces. Wat mij betreft mag het vandaag, maar uiterlijk volgende week. 

Mevrouw Leijten (SP):

Het gaat hierbij niet alleen om de geloofwaardigheid van onze toezichthouder in de zorg, de NZa, maar het gaat wat mij betreft ook over de geloofwaardigheid van de minister. Ik zou er graag vandaag over willen spreken. 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ik steun het verzoek om een debat, maar ik heb nog wel twee punten. Veel van onze vragen zijn beantwoord, maar we hebben nog een aantal vragen over. Wij willen graag een nadere technische ronde hebben om die vragen te stellen. Wat ons betreft kan het debat dus sowieso niet vandaag plaatsvinden, want die vragen moeten eerst beantwoord zijn voordat je goed het debat kunt ingaan. Zorgvuldigheid is belangrijk, dus wij willen in ieder geval nog die technische ronde. 

De heer Rutte (VVD):

We hebben vandaag twee zeer uitvoerige brieven gekregen. Wat de VVD betreft, zijn die zeer verhelderend geweest. Ze kunnen worden betrokken bij de debatten die na het reces zijn gepland. Er staat een uitgebreid debat gepland over de NZa, waarin we het over dit punt in zijn volle omvang kunnen hebben. We hebben een uitgebreid debat gepland staan over fraude. Daar past deze discussie ook in. Ik heb geen behoefte aan een apart debat. Als mensen nog behoefte hebben aan opheldering in een extra schriftelijke ronde, kan ik mij daar iets bij voorstellen. Dan moeten we dat gewoon doen. 

De voorzitter:

Mevrouw Dijkstra, een meerderheid steunt het verzoek om een debat op korte termijn, maar ik hoor niet dat het nog deze week zal moeten worden gehouden. Dat zou dan volgende week ingepland kunnen worden, zodat u nog gelegenheid hebt voor een extra vragenronde. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik zou het buitengewoon op prijs stellen als het volgende week ingepland kan worden. 

Mevrouw Agema (PVV):

Sorry, voorzitter, ik zat even niet op te letten. Wij steunen het verzoek ook. Ik moest namelijk even mijn collega feliciteren met zijn verjaardag. 

De voorzitter:

Dat zal ik zo meteen ook even doen. Maar ik zal eerst vertellen dat de partijen bij het debat van volgende week vier minuten spreektijd per fractie hebben. De schriftelijke vragenronde moet u via de procedurevergadering met elkaar afspreken. Daar ga ik verder niet over. 

Mijnheer De Graaf, hartelijk gefeliciteerd met uw verjaardag. 

Hiermee is een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven