Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 99, item 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 99, item 10 |
Aan de orde is het VAO Discriminatieonderwerpen (AO d.d. 21/05).
De heer Ulenbelt (SP):
Voorzitter. Ik beperk mij tot het indienen van twee moties, mede namens mijn collega Karabulut.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende het besluit om de subsidierelatie met het Meldpunt Discriminatie Internet te verbreken;
verzoekt de regering, het besluit om de subsidierelatie met het Meldpunt Discriminatie Internet te verbreken, te heroverwegen en de Kamer hier voor de begrotingsbehandeling over te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
U mag de motie aan de Kamerbode geven.
De heer Ulenbelt (SP):
Ja, het was moeilijk afscheid nemen, voorzitter.
Ik ga verder met de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de versnippering van de lokale antidiscriminatievoorzieningen kan leiden tot inefficiëntie, willekeur en grote verschillen in kwaliteit;
verzoekt de regering om in overleg te treden met antidiscriminatiebureaus, gemeenten en politie en om samen te onderzoeken hoe antidiscriminatievoorzieningen kunnen worden georganiseerd op de schaal van de politie-eenheden, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Yücel (PvdA):
Voorzitter. De Partij van de Arbeid staat voor een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft, ongeacht afkomst, sekse, seksuele geaardheid, religie en leeftijd. Discriminatie is een aantasting van onze essentiële waarden van gelijkwaardigheid en leidt tot uitsluiting. Het is strafbaar en kwalijk. Na de vele rapportages, het maatschappelijk debat over discriminatie, incidenten in de media en het SER-advies was het meer dan tijd voor het debat dat wij onlangs in de Kamer hebben gevoerd. De PvdA kijkt tevreden terug op het debat met de minister. Veel van onze punten, zoals naming and shaming, zijn al meegenomen. Dank daarvoor. Wij zijn ook blij dat de sociale partners werk gaan maken van diversiteitsbeleid bij bedrijven met een diversiteitscharter. We zijn ook erg blij met de toezegging van de minister in het kader van mijn motie over concretisering en versterking van de democratische burgerschapsvorming in het onderwijs. Er wordt gewerkt aan concrete modules ter versterking van deze burgerschapseducatie waarbij discriminatie en antisemitisme belangrijke onderdelen zijn. Worden binnen de thema's "vrijheid" en "democratie" ook belangrijke principes als vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid van man en vrouw en van homoseksueel en heteroseksueel en het zelfbeschikkingsrecht meegenomen, of komt dat in een later stadium?
Tot slot geef ik de minister nogmaals mee dat het lokale antidiscriminatiebeleid in sommige gemeenten onder druk staat. De SP heeft dit ook naar voren gebracht. Ik kijk daarom uit naar de brief over de stand van zaken aangaande de uitvoering van de motie-Yücel/Van Nieuwenhuizen over dit onderwerp.
De heer Azmani (VVD):
Voorzitter. Discriminatie is niet alleen moreel verwerpelijk, maar het is economisch ook gewoon dom. Dat zijn niet mijn woorden, maar de woorden van mijn gewaardeerde collega Mulder van de VVD-fractie. Hij heeft het algemeen overleg gevoerd en aandacht gevraagd voor de negatieve economische effecten van discriminatie. De VVD-fractie dankt de minister voor de brief van 25 juni en de toezegging die gedaan is aan de heer Mulder om een overzicht van de effecten te geven. Ik begrijp dat er in het najaar een overzicht komt met de prestaties van nationale en internationale best practices op het gebied van bevordering van culturele diversiteit. Misschien kan de minister dat nog bevestigen.
Een ander punt zijn de antidiscriminatievoorzieningen. Mevrouw Yücel had het er al over. De SP heeft zelfs een motie ingediend over dit onderwerp. Mijn gewaardeerde collega, ex-collega sinds vandaag, mevrouw Van Nieuwenhuizen, heeft al in een veel eerder stadium gevraagd of je niet meer aansluiting zou moeten zoeken bij de veiligheidsregio's. Volgens mij loopt daar op dit moment al iets en heeft de minister het een en ander in gang gezet middels een pilot. Misschien kan hij dat in zijn termijn bevestigen als reactie op de motie van de SP.
De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):
Voorzitter. Ik heb een korte motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit het onderzoek Antisemitism Worldwide blijkt dat de meeste gewelddadige antisemitische incidenten in West-Europa gepleegd worden door individuen met een islamitische achtergrond;
overwegende dat bij het voorgenomen onderzoek naar triggerfactoren van antisemitisme de islam niet concreet wordt meegenomen als voedingsbodem;
verzoekt de regering, bij het voorgenomen onderzoek ook specifiek de rol van de islam in ogenschouw te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Minister Asscher:
Voorzitter. Ik begin met de vraag van mevrouw Yücel van de PvdA-fractie over de thema's vrijheid van meningsuiting, de gelijkheid van man en vrouw en gelijke behandeling. Dit zijn wat mij betreft inderdaad dé belangrijke thema's. Die maken deel uit van het burgerschapsonderwijs en van de manier waarop ik die motie wil uitvoeren.
Ik kom op de ingediende moties. Ik begin met de motie-Ulenbelt/Karabulut op stuk nr. 71, waarin wordt verzocht om alsnog subsidie te verlenen aan het Meldpunt Discriminatie Internet. Ik ontraad die motie. Uit efficiencyoverwegingen hebben wij die subsidierelatie per 1 januari 2013 beëindigd. De verschillende meldpunten zijn gebundeld en centraal belegd bij één instantie. Dat betekent dat ik er juist vertrouwen in heb dat van daaruit de dienstverlening kan worden verbeterd en dat het niet verstandig is dat besluit weer terug te draaien.
In de motie-Ulenbelt/Karabulut op stuk nr. 72 wordt ons verzocht om in overleg te treden met een aantal partijen om te bekijken hoe de organisatie van antidiscriminatievoorzieningen kan worden verbeterd en daarbij ook te kijken naar het niveau van de veiligheidsregio's. Ik neem dat dat bedoeld is met "politie-eenheden". Ik verzoek om die motie aan te houden. Tijdens het algemeen overleg heb ik naar aanleiding van een eerdere motie van mevrouw Van Nieuwenhuizen over aansluiting bij de veiligheidsregio's toegezegd om die gesprekken te voeren — daaraan wordt al gewerkt — om via de pilot regionale rapportages en kwaliteitsrichtlijnen te bekijken hoe je een impuls kunt geven aan zorgvuldige en efficiënte uitvoering van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen. Daarbij wordt inderdaad gesproken met gemeenten, de bureaus en de politie. Dat betekent dat wij in de Voortgangsbrief Discriminatie van december, die zal worden verzonden door de minister van Binnenlandse Zaken, op deze kwestie terug zouden kunnen komen. Mocht dit dan nog onvoldoende zijn, dan zou de motie in stemming kunnen worden gebracht. Voor dit moment verzoek ik haar aan te houden.
De heer Ulenbelt (SP):
Ik weet dat er met al die partijen wordt gesproken over de rapportageverplichting, maar de motie beoogt het instellen van één loket voor antidiscriminatiemeldingen in een veiligheidsregio. Er bestaat nu een wirwar. De motie beoogt dit beter te organiseren. Zegt de minister dat het overleg ook daarop is gericht?
Minister Asscher:
Zeker, het gaat over een zorgvuldige en efficiënte uitvoering van de taak in de wet. Het gaat er niet alleen om hoe je daarover rapporteert, maar ook hoe je de uitvoering op een zorgvuldige en efficiënte manier organiseert. Daarop ziet het overleg en daarop ziet ook die pilot. In december kunnen wij dan verslag uitbrengen. Het is mogelijk dat dan een andere schaal meer voor de hand ligt, maar de schaal van de veiligheidsregio's is niet vreemd bedacht, gezien de discussies die wij daarover ook eerder voerden.
De heer Ulenbelt (SP):
Ik durf hierover nu nog niet te besluiten. Ik ga even met mijn collega Karabulut in conclaaf over de vraag of wij gaan aanhouden of niet.
De voorzitter:
Vooruitlopend op het geval dat dit besluit niet wordt genomen: wat is het oordeel van de regering als deze motie dinsdag in stemming komt?
Minister Asscher:
Dan zou ik de motie moeten ontraden.
Mevrouw Yücel (PvdA):
Ik geef de heer Ulenbelt nog even mee dat motie-Yucël/Nieuwenhuizen, waarover de minister spreekt, precies het dictum heeft dat in deze motie van de SP staat.
De voorzitter:
Daar is een interruptie niet voor bedoeld. Het is de bedoeling dat u de minister hier interrumpeert, niet dat u met elkaar in debat gaat. U hebt uw punt nu fijn kunnen maken, maar u kunt niet via de interruptiemicrofoon met mijnheer Ulenbelt overleggen. Dat kunt u wel proberen, maar dat sta ik niet toe, want daarvoor is die niet bedoeld.
Mevrouw Yücel (PvdA):
Oké. Dank.
Minister Asscher:
Ik ben nog een preadvies verschuldigd over de motie-Van Klaveren op stuk nr. 73. Daarin wordt verzocht om bij het voorgenomen onderzoek naar de triggerfactoren ook de rol van de islam in ogenschouw te nemen. Ik heb tijdens ons algemeen overleg aangegeven dat wij dat ook doen, dat achtergrondfactoren een rol spelen bij het bekijken welke jongeren geneigd zijn tot antisemitische uitingen. Dat betekent dat ik de motie beschouw als ondersteuning van beleid en aan het oordeel van de Kamer laat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Hiermee is een eind gekomen aan de beraadslagingen. Wij stemmen komende dinsdag over de ingediende moties.
De vergadering wordt van 15.31 uur tot 15.48 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-99-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.