3 OJCS-Raad op 20-21 mei 2014

Aan de orde is het VSO OJCS-Raad op 20-21 mei 2014 (21501-34, nr. 227). 

De voorzitter:

Ik heet de leden, de minister en alle overige aanwezigen, onder wie een oud-collega, welkom. Ook heet ik de mensen die thuis meekijken welkom. 

De eerste spreker is mevrouw Straus. Zij heeft een spreektijd van twee minuten. 

Mevrouw Straus (VVD):

Voorzitter. We hebben een schriftelijke ronde over dit onderwerp gehad, maar de beantwoording was in mijn ogen op één punt wat teleurstellend. Dat gaat over mensen die werkloos thuiszitten, die heel graag aan het werk willen over de grens en die dan vastlopen in de bureaucratie. Ik heb daar een motie over. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat Nederlanders die in een van onze buurlanden willen werken nog steeds geconfronteerd worden met drempels rondom (beroeps)diploma-erkenning; 

constaterende dat er in de regio al veel wordt gedaan om diploma-erkenning te vergemakkelijken en dat er ook heel veel informatie over diploma-erkenning beschikbaar is; 

constaterende dat deze informatie echter versnipperd is en daardoor moeilijk vindbaar, zeker voor mensen die hier niet dagelijks mee te maken hebben; 

overwegende dat per 2016 de nieuwe Richtlijn erkenning beroepskwalificaties ingevoerd zal worden; 

verzoekt de regering om: 

  • -in overleg te treden met de buurlanden om de implementatie van de herziene Richtlijn erkenning beroepskwalificaties zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen; 

  • -de informatievoorziening rondom diploma-erkenning met de buurlanden te stroomlijnen; 

  • -de Kamer uiteindelijk uiterlijk eind 2014 over de voortgang te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Straus en Jadnanansing. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 230 (21501-34). 

Mevrouw Straus (VVD):

Ik heb nog kort de tijd, dus ik wil daar nog even één ding aan toevoegen. Ik zou de ministers namelijk ook willen vragen om de roc's te wijzen op de mogelijkheid van dubbele of zelfs driedubbele accreditatie. Als we dat zeker in de grensregio's beter onder de aandacht brengen, dan tackelen we dit probleem aan de basis en hebben we niet meer de situatie nodig waarin mensen achteraf worden geconfronteerd met deze hele doorloop- en erkenningsprocedures. 

De voorzitter:

Er hebben zich geen andere sprekers aangemeld. We wachten even tot de minister de motie voor zich heeft. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Bussemaker:

Voorzitter. Ik deel met mevrouw Straus de frustratie waar haar motie uit voortkomt. Inderdaad, je zult maar werkloos zijn, aan de slag willen in Duitsland of België en dan in een moeras van bureaucratie en regelgeving terechtkomen! Dat moet dus anders. Dat is simpeler gezegd dan gedaan. Dat moet immers samen met andere landen worden geregeld. Dat moet in samenwerking met Europese organisaties worden geregeld, en ook in samenwerking met beroepsorganisaties, die ook allemaal zo hun eigen voorkeuren hebben. We zijn er echter wel mee bezig. 

De herziene richtlijn, waar ook in de motie naar wordt verwezen, moet echt verbetering brengen. Het gaat daarbij vooral om de toegang tot gereglementeerde beroepen, zoals in de kinderopvang, de zorg en het onderwijs, en om de toestemming die gevraagd moet worden bij de bevoegde autoriteit. Daar zijn overigens ook wel goede redenen voor, want je wilt niet dat iemand zomaar in Duitsland of Vlaanderen bij een kinderopvang gaat werken als je niet zeker weet dat hij of zij ook het beste voorheeft met kinderen. Dus het staat buiten kijf dat dat moet gebeuren, maar de vraag is hoe het gemakkelijker kan. Sommige mensen weten ook niet waar ze terecht moeten, bij Nuffic of bij SBB. In Duitsland komt daar nog bij dat de procedures in de deelstaten geregeld zijn, die ook weer niet allemaal gelijk zijn. Kortom, de herziene richtlijn is daar echt voor nodig, want die kan leiden tot snellere erkenning en meer transparantie. Daarvoor zet ik mij dan ook graag in. 

Dat doe ik dan wel in Brussel, want daar vindt die intensieve afstemming plaats. Lidstaten komen nu al veelvuldig bijeen, ook om te praten over de implementatie van de richtlijn. Ik wil daar dus geen extra overlegstructuur voor creëren. Als ik het eerste deel van de motie van mevrouw Straus en mevrouw Jadnanansing zo begrijp dat we daar vaart achter moeten zetten en dat in ons Brusselse overleg moeten meenemen, dan zie ik dat als een extra aansporing. 

Achter de tweede bullet wordt gevraagd om de informatievoorziening rond diplomaerkenning met de buurlanden te stroomlijnen. Ook dat doe ik graag. Wij kennen daarvoor zoals ik net al zei verschillende organisaties in Nederland, zoals SBB en Nuffic, maar ook nog het IcDW, het loket voor diplomawaardering, en het Europees Platform. Ik heb al eerder aangegeven dat wij willen dat het Europees Platform en Nuffic meer gaan samenwerken, zodat Nederlandse werknemers die iets willen bij één loket terechtkunnen, van waaruit zij wel onvermijdelijk doorverwezen zullen worden als het om bepaalde beroepen gaat. We doen er alles aan om de informatievoorziening beter op elkaar af te stemmen, toegankelijk te maken en te stroomlijnen. Dus ik ben graag bereid om daarover in gesprek te gaan, in ieder geval met Nuffic, SBB en andere organisaties. Vanzelfsprekend ben ik dan ook bereid om uw Kamer daarover eind 2014 te informeren. Alles bij elkaar beschouw ik deze motie als een aansporing om er in het beleid op onderdelen nog een tandje bij te zetten en om alle snelheid die we kunnen bevorderen ook waar te maken. Daarmee laat ik het oordeel over deze motie aan uw Kamer. 

Mevrouw Straus (VVD):

Ik dank de minister voor deze positieve reactie. Ik wil haar nog één ding meegeven. Deze mensen gaan vaak op zoek naar vacatures in het buitenland via vacaturekanalen. Dat zijn vaak grensinformatiepunten of arbeidsbureaus die ook een grensoverschrijdende afdeling hebben. Is het mogelijk dat de minister bij het stroomlijnen van de informatievoorziening ook de mensen die daar die bemiddeling doen, dus die mensen helpen bij het vinden van vacatures in het buitenland, ervan op de hoogte brengt welke instanties zij waarvoor nodig hebben? We zien nu dat alle vragen rond sociale zekerheid en rond belastingen allemaal in één hand zijn, maar dat de diplomaerkenning bij andere organisaties zit. De mensen daar zijn hier niet altijd van op de hoogte. 

Minister Bussemaker:

Laat ik toezeggen dat ik dat in ieder geval meeneem bij de volgende stappen die ik zet en dat ik de Kamer over wat er mogelijk is zal informeren in de brief die ik net heb toegezegd voor eind 2014. Ik moet even uitzoeken hoe dit precies zit, of het in mijn macht ligt om dat te veranderen, wie ik daar verder voor nodig heb en hoe snel het kan. Ik zal overigens, waar mevrouw Straus ook om vroeg, roc's wijzen op de mogelijkheid van samen optrekken. Wij hebben in het mbo geen accreditatie zoals wij wel in het hoger onderwijs kennen. Er kan wel worden samengewerkt, maar dan moet dat via het kwaliteitstoezicht. In de brief die ik net heb toegezegd, zal ik hierop op een later moment terugkomen en aangeven hoe het kan en wat er al gebeurt, want voor zover ik weet, zijn er ook echt al goede voorbeelden. 

De voorzitter:

Mevrouw Straus, voor de laatste keer. 

Mevrouw Straus (VVD):

Om op dat laatste in te haken: er is vanmiddag — toevallig is het op deze dag — een bijeenkomst in Nijmegen van de Ler(n)ende Euregio, waar men onder andere dit punt met elkaar deelt. Er zijn een aantal voorbeelden waarbij roc's in de regio Arnhem-Nijmegen samenwerken met roc's of vergelijkbare beroepsonderwijsinstellingen in het buurland, in dit geval in Duitsland. Ik denk dat het de moeite waard is om in ieder geval de best practices nader te bekijken en om te bezien of andere roc's daar hun voordeel mee kunnen doen. 

Minister Bussemaker:

Op dat punt ben ik het met mevrouw Straus eens. Dat nemen we dus mee. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Ik dank de minister. Dinsdag aanstaande zal over de motie worden gestemd. 

De vergadering wordt van 10.44 uur tot 11.00 uur geschorst. 

Naar boven