8 Asielbeleid in relatie tot antihomowetgeving

Aan de orde is het VAO Asielbeleid in relatie tot antihomowetgeving (AO d.d. 16/04). 

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Ik heb slechts één motie naar aanleiding van dit algemeen overleg. Die motie gaat over de uitleg die de staatssecretaris geeft aan een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het Europese Hof van Justitie stelt dat bij het beoordelen van een asielaanvraag niet van een asielzoeker verwacht mag worden dat deze zich terughoudend zal opstellen ten aanzien van zijn seksuele gerichtheid in het land van herkomst om zo vervolging te voorkomen; 

constaterende dat het bij de beoordeling van vluchtelingschap gaat om de daden van vervolging en niet om daden van de vluchteling; 

overwegende dat de door de staatssecretaris voorgestelde passage in de Vreemdelingencirculaire over deze kwestie onvoldoende in overeenstemming is met de uitspraak van het Europese Hof; 

verzoekt de regering om de Vreemdelingencirculaire zo aan te passen dat er geen terughoudendheid bij de invulling van de seksuele gerichtheid van asielzoekers wordt verlangd en daarin duidelijk te maken dat de mogelijkheid terughoudendheid te betrachten bij het uiten van de seksuele gerichtheid geen rol speelt in de beoordeling van de asielaanvraag, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1861 (19637). 

Ik schors de vergadering enkele ogenblikken om de staatssecretaris de mogelijkheid te geven om de motie in druk te ontvangen, te beoordelen en van een advies te voorzien. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Ter verificatie heb ik even een vraag aan de indieners van de motie op stuk nr. 1861. Ik zie dat in de overweging het zinsdeel "omdat in de tekst de mate van terughoudendheid van LHBT-asielzoekers nog altijd een rol speelt", is doorgestreept. Is dat zo bedoeld? 

De voorzitter:

De indiener meldt dat dit het geval is. Gaat u verder, staatssecretaris. 

Staatssecretaris Teeven:

Tijdens het algemeen overleg over het LHBT-beleid is dit punt uitgebreid met de Kamer besproken. De voorgestelde nieuwe tekst in de Vreemdelingencirculaire geeft, zoals in de brief aan de Kamer is verwoord, een nadere verduidelijking van de huidige tekst van de Vreemdelingencirculaire. Die tekst is naar mijn mening helder opgesteld. Wij hebben die ook een aantal keren bestudeerd. Ik wil de juridische waarborgen benadrukken die het beleid nu met die nadere omschrijving in de tekst van de Vreemdelingencirculaire geeft. Dit zijn waarborgen die veiligstellen dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst de LHBT-asielzoeker — om dat woord maar te gebruiken — op geen enkele wijze terug de kast in stuurt en waarmee de IND bescherming geeft aan degenen die daar daadwerkelijk recht op hebben. 

De voorzitter:

Staatssecretaris, nog één keer, omdat ook anderen ons volgen: "LHBT's" zijn lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenders. Gaat u verder. 

Staatssecretaris Teeven:

Zo is het helemaal, voorzitter. 

Dit betreft een nogal technisch-juridische materie. Ik zal daar enige verduidelijking in proberen aan te brengen. Naar het oordeel van de indieners, en dat blijkt al uit de wijziging van de motie, moet de tekst in de Vreemdelingencirculaire over de aannemelijkheid, los worden gezien van de terughoudendheid. Daarom vroeg ik ook of die zinsnede eruit was. De indieners lijken dat ook zelf in te zien. In dit concrete geval gaat het over de zogenaamde "continuïteitstoets". Deze volgt uit de uitspraak van de afdeling, naar aanleiding van het arrest van het Europese Hof van Justitie. Het loslaten van die toets zou betekenen dat, als een asielzoeker stelt dat hij diens gerichtheid op een veel verdergaande andere wijze zal gaan uiten in het land van herkomst dan hij voorheen deed hier in Nederland of elders, deze uitingen altijd betrokken zouden worden bij de beoordeling, ook als die uitingen volstrekt ongeloofwaardig zijn. Met betrekking tot landen waar LHBT's een leven kunnen leiden dat niet wezenlijk verschilt van dat van heteroseksuelen, maar waar extreme uitingen tot bijvoorbeeld reacties van burgers zouden kunnen leiden die als daden van vervolging moeten worden gezien, zou dat tot een verblijfsvergunning moeten leiden. De kans bestaat echter dat LHBT-verblijfzoekers deze wetenschap zullen misbruiken, en zullen verklaren dat zij extreme uitingen zullen doen, om zo de kans op een verblijfsvergunning te vergroten. 

De beoordeling van de aannemelijkheid van de gestelde activiteiten bij terugkeer volgt uit de jurisprudentie en het beleid, en wordt ook — ik heb dat in het algemeen overleg bij herhaling aangegeven — toegepast bij asielzoekers die zich beroepen op asielmotieven als politiek en religie. Noch op basis van de regelgeving, noch op basis van de jurisprudentie is er aanleiding om ten aanzien van LHBT's een uitzondering te maken. Als je dit alles tot je neemt, volgt dat de Vreemdelingencirculaire zoals deze thans luidt, daarvoor niet verder behoeft te worden aangepast. Om die reden moet ik de motie ontraden. 

De voorzitter:

Dank u voor de gegeven antwoorden naar aanleiding van deze motie. 

Ik stel voor om aanstaande dinsdag over deze motie te stemmen. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De vergadering wordt van 17.50 uur tot 19.00 uur geschorst. 

Naar boven