5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen van financieel-economische criminaliteit (verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit) (33685). 

Voorts stel ik voor, te stemmen over de brieven van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel Biologische productie (33920, nr. 11) en bij het EU-voorstel Herziening van de richtlijn over regels voor bedrijfspensioenfondsen (33931, nr. 5), alsmede over de aangehouden moties-Graus (31936, nr. 175, 32637, nr. 128 en 27858, nr. 250). 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week het debat over de agenda van de Europese Top, met spreektijden van tien minuten voor VVD en PvdA, zeven minuten voor SP, CDA, PVV en D66, vijf minuten voor ChristenUnie, GroenLinks, SGP en PvdD, vijf minuten voor 50Plus/Baay-Timmerman en 50Plus/Klein gezamenlijk, tweeënhalve minuut voor Bontes/Van Klaveren en anderhalve minuut voor Van Vliet. 

Tevens stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van de week van 1 juli het debat over de Voorjaarsnota 2014, met spreektijden van twaalf minuten voor VVD en PvdA, tien minuten voor SP, CDA, PVV en D66, zeven minuten voor ChristenUnie, GroenLinks, SGP en PvdD, zeven minuten voor 50Plus/Baay-Timmerman en 50Plus/Klein gezamenlijk, drieënhalve minuut voor Bontes/Van Klaveren en twee minuten voor Van Vliet. 

Ik stel voor, bij het debat over de Voorjaarsnota bij de sprekerslijst de begrotingsvolgorde te hanteren. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Kaderwet adviescolleges houdende vermindering van het maximum aantal leden en het laten vervallen van de verplichte kabinetsreactie (33817); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken in verband met het opnemen van een grondslag voor het doorberekenen van kosten verbonden aan het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken alsmede enkele andere wijzigingen (33673); 

  • -het wetsvoorstel Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke indeling wordt beoogd (33681); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Tabakswet ter invoering van een verhoogd strafmaximum op overtreding van het rookverbod (Verhoging strafmaximum overtreding rookverbod Tabakswet) (33738); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Warenwet in verband met het verhogen van het maximum bedrag van de bestuurlijke boete en enkele andere wijzigingen waaronder regels inzake het aanprijzen van het aanbrengen van een tatoeage of piercing en wijziging van de Warenwet BES in verband met het eenduidig regelen van de bevoegdheden van de toezichthouders en de eilandbesturen (33775); 

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud bij artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van het op 16 december 1966 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (Trb. 1969, 100) en van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud bij artikel 6, vierde lid, van het op 18 oktober 1961 te Turijn tot stand gekomen Europees Sociaal Handvest (Trb. 1962, 3 en Trb. 1963, 90) (33782)(R2016); 

  • -het wetsvoorstel Aanpassing van het sanctiemechanisme voor decentrale overheden van de Wet houdbare overheidsfinanciën (33961). 

Op verzoek van het lid Graus stel ik voor zijn moties (31936, nrs. 176 en 177) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het VAO Referentieniveaus taal en rekenen van het op 18 juni gehouden algemeen overleg, met als eerste spreker het lid Rog van het CDA; 

  • -het VAO Europese energiezekerheidsstrategie van het op 18 juni gehouden algemeen overleg, met als eerste spreker het lid Van Tongeren van GroenLinks. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 26991-380; 30175-169; 30175-174; 31015-99; 32847-102; 33619-10; 33750-VIII-32; 33750-XVII-27. 

Het woord is aan mevrouw Berndsen-Jansen. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. Ik heb op 2 mei schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat politie en justitie de strijd tegen de georganiseerde drugscriminaliteit niet aankunnen. Ik heb een uitstelbericht gekregen op 3 juni. Ik verzoek nu om ontvangst te krijgen van het antwoord ruim voor 1 juli omdat er dan een algemeen overleg over coffeeshopbeleid plaatsvindt. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Verhoeven. 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Op 10 april heeft een Europese rechter uitgesproken dat de Nederlandse aanpak met de thuiskopieregeling niet geldig is. Op dezelfde dag heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een downloadverbod in Nederland uitgevaardigd. De Kamer heeft daarop besloten om daar zo snel mogelijk een debat over te voeren. Dat kon niet in de plenaire zaal en het werd een algemeen overleg. Dat AO zou gisteren gehouden zijn. Maar toen kwam er ineens een e-mailtje van de VVD, waaruit bleek dat zij nog wilde wachten op een rapport. Het debat zou dan pas na het reces, pas in september, kunnen worden gehouden. Ik concludeer dat wij binnen één dag een downloadverbod in dit land kunnen invoeren en dat wij er pas een halfjaar later over kunnen praten. Ik zou willen zeggen: laten wij dat debat alsnog voor het reces voeren, desnoods hier in de plenaire zaal. 

Mevrouw Helder (PVV):

De PVV is tegen het downloadverbod. Als de staatssecretaris zo'n verbod instelt, moet je daar als volksvertegenwoordiging zo snel mogelijk over debatteren. Ik steun het verzoek. 

De heer Taverne (VVD):

Wij zijn bekend met het standpunt van D66 over het downloadverbod en de thuiskopieheffing. De uitspraak waar de heer Verhoeven aan refereert, is een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Ik vind het bijzonder … 

De voorzitter:

Wel of geen steun? 

De heer Taverne (VVD):

Ik vind het bijzonder dat D66 een uitspraak van dit EU-Hof ter discussie wil stellen, want ik ken de partij als erg pro-EU. De reden waarom ik heb voorgesteld om het AO uit te stellen … 

De voorzitter:

Nee, nee, nee, nee, mijnheer Taverne. Voor of tegen? 

De heer Taverne (VVD):

Tegen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil nu een heel betoog houden over hoe de VVD uitspraken van de rechter als het gaat om natuurbeleid nooit wil respecteren, maar ik ben het eens met de heer Verhoeven dat het niet in het belang van wie dan ook is om hier zo lang onduidelijkheid over te laten bestaan. Ik steun het verzoek om een debat van harte. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik heb de neiging om het voorstel te steunen, maar ik heb er eigenlijk ook wel behoefte aan om te weten waarom de VVD het debat ineens wilde uitstellen. 

De voorzitter:

Dat komt terug in het debat. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Er was een procedurele reden waarom de VVD het debat wilde uitstellen en die was mij niet helder. Ik steun het verzoek om daar snel over te debatteren. 

De voorzitter:

Dus steun voor het verzoek? 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Vooralsnog, maar ik zou graag procedureel willen weten waarom de VVD het graag over het reces heen wil tillen. 

De heer Verhoeven (D66):

Voor het CDA is dat een ja. 

De voorzitter:

Het wordt niet gecorrigeerd, dus misschien hebt u gelijk. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik vind dat het niet kan dat op deze wijze een halfjaar lang een debat geblokkeerd wordt. Ik steun het verzoek. 

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Het is een belangrijk AO. Dat heb ik aangegeven toen ik het debat aanvroeg. D66 blokkeerde dat indertijd, dus ik vind dit verzoek heel bijzonder. Toen is besloten … 

De voorzitter:

Nee, ook voor u geldt voor of tegen. 

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Nee, het moet goed uitgelegd worden. In het AO is besloten om met alle rapporten die er nu nog niet zijn … Ik steun het verzoek dus niet. Ik wil op een goede manier debatteren. 

De voorzitter:

Mijnheer Verhoeven, u kunt ook tellen. 

De heer Verhoeven (D66):

Ik kan tellen. Wij mogen hier niet onze teleurstelling uitspreken en dat zal ik dan ook niet doen. Ik vind het wel heel merkwaardig. Er zit namelijk een procedureel probleem aan. Gisteren hebben wij via een schriftelijke procedure een door de meerderheid van de Kamer gesteund debat zomaar even van de agenda gehaald om vage redenen. Ik zou van de VVD en de PvdA willen horen waarom zij dit debat niet willen. Wij hebben het niet over iets kleins. Wij hebben het over een downloadverbod dat grote gevolgen kan hebben voor burgers. De Kamer gaat er een halfjaar niet over praten, terwijl de staatssecretaris zo'n verbod in één dag kan uitvaardigen. Dat heeft niks met mijn standpunt of het standpunt van de heer Taverne te maken. Het zou gewoon echt iets moeten zijn waar de Kamer over debatteert. 

De voorzitter:

Eigenlijk hoort dit in de commissie te gebeuren, maar als de heer Taverne en mevrouw Oosenbrug een heel kort antwoord kunnen geven, dan mag dat. 

De heer Taverne (VVD):

Dat doe ik graag, want het blijkt dat de heer Verhoeven de uitspraak niet goed heeft gelezen. Een belangrijk gevolg van deze uitspraak betrof de hoogte van de thuiskopieheffing. Die heffing wordt bepaald na overleg in een gremium dat Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoedingen (SONT) heet. Die stichting is nu bezig. Eind juli wordt daar de uitkomst van verwacht. Die uitkomst is van cruciaal belang voor een inhoudelijk debat. Daarom heb ik verzocht om het AO — het is geen debat — te verzetten, en niet meer dan dat. 

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Voor mij geldt eigenlijk hetzelfde. Ik kan het wel blijven herhalen. 

De heer Verhoeven (D66):

Dan vind ik dat de staatssecretaris moet zeggen dat hij wacht met deze maatregel totdat we alle informatie hebben. Dan gaan we de maatregel pas invoeren, nadat alle informatie beschikbaar is. Dat is dan de logische consequentie. 

De heer Taverne (VVD):

Voorzitter. 

De voorzitter:

Nee, nee, ik maak hier een einde aan. Dit is geen debat. Er is geen meerderheid voor uw verzoek, mijnheer Verhoeven, om een debat te houden. U kunt altijd in de commissie een ander verzoek indienen. 

Mevrouw Helder, niet hierover. Een puntje van orde? Dat vindt de heer Verhoeven heel goed. 

Mevrouw Helder (PVV):

Dat wil ik wel maken, want hoe is het gisteren in de procedurevergadering gegaan? Er is besloten om het via een e-mailprocedure voor te leggen. De heer Verhoeven maakt geen deel uit van die commissie. Als hij dan maar een halfuur de tijd krijgt om te reageren, dan is dat wel erg vervelend. 

De voorzitter:

Ja, maar dat gaan we hier niet uitvechten. Het spijt me zeer. Dan moet er maar een extra procedurevergadering worden aangevraagd door de commissieleden. Dank u wel, mijnheer Verhoeven. 

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Tongeren. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Voor het eerst in 2010 heeft mijn GroenLinks-collega Ineke van Gent een punt gemaakt van de grote hoeveelheden geld, miljoenen en miljoenen, die reizigers kwijtraken door de ov-chipkaart. Zij heeft toen ook een aantal praktische voorstellen gedaan. Vervolgens zijn er zo'n beetje om de zes maanden voorstellen gekomen vanuit deze Kamer. Het laatste voorstel was een motie van mijn collega van D66 en mij, waarin de staatssecretaris werd gevraagd om inzicht te geven in hoeveel geld het is. Daar is een toezegging op gekomen, maar die is niet nagekomen. 

Nu lees ik in De Telegraaf dat het gaat om ruim 22 miljoen. Dat is geld van reizigers. Ik vind dat wij nu een debat moeten voeren met staatssecretaris Mansveld hierover, om snel duidelijkheid te krijgen. Het grenst aan diefstal om de reizigers dit soort bedragen af te nemen. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De reizigers moeten hun geld terugkrijgen, dus snel een debat, maar eerst een brief. Dan kunnen we bezien of we daarover snel een algemeen overleg of plenair een debat kunnen voeren. 

De voorzitter:

Dus geen steun voor het debat? 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Eerst een brief en dan is een AO wellicht sneller. Ik steun wel het verzoek om een debat, want ik vind dat we het hier snel over moeten hebben. Gezien de debatwachtlijsten die wij hebben, kunnen we het misschien beter nu alvast op de lijst zetten. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De punten die oud-collega Van Gent inbracht, waren zeer de moeite waard. Ik denk dat ze zelfs meekijkt met deze regeling. Steun voor het debat. 

De heer Elias (VVD):

Namens collega De Boer, die afwezig is, steun ik op zich een debat, maar dat heeft niet zo veel zin, omdat een algemeen overleg vermoedelijk sneller te plannen is. Dat zal ook na de zomer zijn. Wat de brief betreft: er loopt een procedure van schriftelijke vragen. Daarin komt er antwoord op de vragen die mevrouw Van Tongeren heeft. Het antwoord daarop krijgen we waarschijnlijk eerder dan een brief. 

De voorzitter:

Wel of geen steun voor het debat? 

De heer Elias (VVD):

Geen steun voor een debat en geen steun voor een brief, totdat het antwoord op die schriftelijke ronde binnen is. 

De heer Smaling (SP):

Het is een ernstige zaak, maar wij zouden liever een brief zien van de staatssecretaris, waarin zij na overleg met de vervoerders ook kan berichten hoe de vervoerders het binnengehaalde geld denken terug te geven aan de reizigers. Dat kan bijvoorbeeld door liften in te bouwen voor mensen die rolstoelgebonden zijn. Daarna kunnen we bezien of een debat aan de orde is. 

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. 

De heer De Rouwe (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Wanneer schat u dat dit debat zou kunnen plaatsvinden? 

De voorzitter:

Steunt u het verzoek? We kijken eerst of er een meerderheid is, en dan gaan we pas kijken wanneer het plaatsvindt. Zo zijn de procedures. We gaan niet eerst kijken wanneer, en dan pas of het er wel of niet komt. 

De heer De Rouwe (CDA):

Dan is de afweging heel moeilijk, want wij willen graag een snel debat, maar dat zou ook in de vorm van een algemeen overleg kunnen. We hoeven niet per se hier in de plenaire zaal te staan. Vandaar de vraag of het dan nog voor het zomerreces zou zijn of daarna. Is dat misschien een vraag die ik mag stellen? 

De voorzitter:

De kans dat dit debat nog voor het zomerreces plaatsvindt, is heel klein. Er is een grote kans dat een AO sneller kan worden gehouden, laat ik het zo formuleren. 

De heer De Rouwe (CDA):

Dan krijgt mevrouw Van Tongeren alle steun om in een procedurevergadering een AO in te plannen in de eerste week na het zomerreces. Dat is dan de snelste manier om met zijn allen aan de slag te gaan. 

De heer Hoogland (PvdA):

Eens met de heer De Rouwe. Geen steun voor een debat en als we snel een AO plannen, kunnen we dit bespreken. Het lijkt me goed als er een brief komt van het kabinet nadat het rapport is afgerond. 

Mevrouw Agema (PVV):

Steun. 

De heer Slob (ChristenUnie):

Eerst maar een brief. 

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat. Uw collega's hebben gesuggereerd een AO te houden en er is steun voor een brief. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dan beginnen wij met een brief. Ik neem aan dat ook medewerkers van de staatssecretaris meekijken. Na vier jaar is het echt niet meer acceptabel voor de reizigers. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Van Nieuwenhuizen als voorzitter van de commissie voor Financiën. 

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Voorzitter. Ik wil graag namens de hele commissie voor Financiën verzoeken om het debat over de brandstofaccijnzen nog voor het reces te voeren. Het debat is al geaccordeerd. 

De voorzitter:

Dank u wel. Wij zullen ernaar kijken. 

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie wil graag rappelleren, omdat wij vragen hebben gesteld over de strijd tegen hennep en over het dumpen van illegaal afval in Noord-Brabant. Wij hebben die vragen op 2 mei ingezonden en willen heel graag antwoorden ontvangen, omdat ons steeds meer zorgelijke berichten bereiken. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt van 13.58 uur tot 14.04 uur geschorst. 

Naar boven