8 Arbeidsmigratie

Aan de orde is het VAO Arbeidsmigratie (AO d.d. 13/03).

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Wij hebben een vijftal sprekers van de zijde van de Kamer, althans er zijn vijf deelnemers, van wie er twee zullen spreken.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. In de strijd tegen uitbuiting en onderbetaling wil de minister de ketenaansprakelijkheid invoeren. Dat houdt in dat je in het geval van onderbetaling bij een onderaannemer de aannemer daarboven of die daar nog boven aansprakelijk kunt stellen voor je loon. Mijn fractie vindt dat te beperkt. Arbeidsvoorwaarden zijn niet alleen loon, maar bijvoorbeeld ook pensioenen. Daarom wil mijn fractie het uitbreiden. Ik dien daartoe de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering voornemens is, de ketenaansprakelijkheid alleen te laten gelden voor het cao-loon;

van mening dat de ketenaansprakelijkheid ook voor andere arbeidsvoorwaarden dan loon, zoals pensioenafdracht, moet gelden;

verzoekt de regering, de ketenaansprakelijkheid uit te breiden naar alle financiële verplichtingen die voortvloeien uit arbeidsvoorwaardenregelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ulenbelt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 190 (29407).

De heer Ulenbelt (SP):

We zien nu al dat er allerlei constructies worden gebruikt om onderbetaling mogelijk te maken. De minister wil daarvan af. Terecht. Als je dit echter alleen doet voor het loon en niet voor andere arbeidsvoorwaarden die geld kosten, dan bereiken we niet wat de minister wil, zo vreest mijn fractie. Dit is dus een motie om de minister te helpen om situaties die we niet willen, onmogelijk te maken.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. In het algemeen overleg hebben wij uitbundig stilgestaan bij de Wet arbeid vreemdelingen. Het is bekend dat mijn fractie heel kritisch is over de aanscherping daarvan. De minister heeft aangegeven dat hij echt binnen twaalf maanden, zoals hij heeft toegezegd bij de behandeling van het wetsvoorstel, in de Kamer zal terugkomen om te vertellen hoe het feit dat je voortaan voor nog maar twaalf maanden een vergunning krijgt, werkt. Volgens mij leidt dat namelijk tot veel bureaucratische rompslomp. Ik wacht dat dan toch maar af. Het is even wat het is. Ik vraag bij de minister nogmaals aandacht voor mensen die hiernaartoe zijn gekomen in de veronderstelling dat ze na 36 maanden vrij op de Nederlandse arbeidsmarkt aan de slag kunnen. Kan de minister in het toegezegde gesprek met onder meer vertegenwoordigers van de Aziatische horeca ook specifiek op dat punt ingaan? Het door de minister toegezegde gesprek betreft overigens het gesprek dat zijn departement zou voeren met die vertegenwoordigers.

Ik heb tot slot nog een motie. Deze gaat over het in de Eerste Kamer toegezegde maatwerk. Wat mij betreft moet daar wel een kader voor komen, zodat mensen weten waar ze aan toe zijn. Daar gaat het mij uiteindelijk om. Zorg ervoor dat die specialistische chef er komt, ook bij de Aziaat bij mij om de hoek, waardoor er ook werk is voor de Nederlandse serveerster, de afwasser en de leverancier. Dat is niet alleen goed voor de keuze in restaurants maar bovenal ook voor de werkgelegenheid in dit land.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Wet arbeid vreemdelingen is aangescherpt, maar dat de regering tijdens de wetsbehandeling in de Eerste Kamer heeft aangegeven maatwerk te zullen bieden;

overwegende dat Aziatische chefs essentieel zijn voor het voortbestaan van specifieke horecagelegenheden en de daarbij behorende werkgelegenheid;

overwegende dat de regering bereid is om in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van de Aziatische horeca over de afgifte van tewerkstellingsvergunningen voor kernfuncties;

verzoekt de regering, in overleg met de genoemde sectoren tot afspraken te komen over maatwerk die passen binnen gedane toezeggingen in de Eerste Kamer, zodat duidelijk wordt hoe dat maatwerk eruitziet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Weyenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 191 (29407).

We hebben twee moties. Ik kijk of de minister in staat is om die al te becommentariëren. Nee, we wachten even een paar seconden op de tweede motie.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Asscher:

Voorzitter. Ik begin met de motie van de heer Ulenbelt. We hebben het hierover gehad in het kader van de voorbereiding van de Wet aanpak schijnconstructies, de Was. Dat is ook het moment waarop ik het voorstel over de ketenaansprakelijkheid en de inrichting daarvan aan de Kamer zal doen. Ik zou de heer Ulenbelt in overweging willen geven, de motie aan te houden tot dat moment. Dan kan hij beoordelen of de maatregel voldoende is. Zou hij nu toch volharden in stemming, dan moet ik de motie ontraden. Die gaat mij nu te ver. Ik wil eerst de ketenaansprakelijkheid voor cao-loon voor elkaar krijgen. Dat wordt nog een hele toer. Vindt de Kamer dan dat de Wet aanpak schijnconstructies toch nog onvoldoende is, dan kan de motie alsnog in stemming worden gebracht.

Tegen D66 zeg ik: zeker, het overleg met de sector wordt opgestart, conform de toezegging in ons algemeen overleg. De wet kent de mogelijkheid van maatwerk. Het is een wet die dat doet, want iedere aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning wordt individueel getoetst door UWV. Dan wordt beoordeeld of er arbeidsaanbod aanwezig is voor de vacatures en of de gestelde functie-eisen van de individuele werkgever reëel en proportioneel zijn. Culturele eisen kunnen in sommige gevallen reëel zijn. Het is aan UWV om dat te beoordelen. Dat betekent dat een verzoek om in overleg afspraken te maken over maatwerk, juist niet past bij het individuele karakter van de beoordeling door UWV van tewerkstellingsvergunningen. Om die reden ontraad ik de motie.

De heer Ulenbelt (SP):

De minister vraagt mij om mijn motie aan te houden. Betekent dit dat hij in het wetsvoorstel dat nog komt, de ketenaansprakelijkheid uitgebreider maakt dan alleen het loon? Als dat zo is, wil ik het doen, en anders is het een uitnodiging om de wet in voorbereiding alvast uit te breiden.

Minister Asscher:

Het wetsvoorstel is er nog niet. Ik ben niet van plan om dat uit te breiden buiten het loon, maar de wet behelst veel meer dan alleen de ketenaansprakelijkheid. Deze motie zou passen bij die wetsbehandeling. Dan moet de Kamer wegen of het voldoende is of niet. Het is nu dus een beetje vroeg om zo'n motie in stemming te brengen. Als de heer Ulenbelt dat toch zou doen, zou ik haar ontraden.

De heer Ulenbelt (SP):

Dan houd ik mijn motie niet aan. En als het mij tegen die tijd niet bevalt, kom ik natuurlijk niet met deze motie maar met een amendement.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De motie is dus gewoon ingediend. Tot zover dit VAO. Hartelijk dank aan de minister voor dit korte debatje.

De vergadering wordt van 18.41 uur tot 18.52 uur geschorst.

Naar boven