6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande te stemmen over de aangehouden motie-Jan Vos (29023, nr. 159) en de aangehouden motie-Van Weyenberg (33818, nr. 45).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op maandag 7 april 2014 van 15.00 uur tot 18.00 uur van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek in verband met het transparanter en voor een breder publiek toegankelijk maken van de executoriale verkoop van onroerende zaken (33484).

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor, het debat over problemen op het spoor in verband met de staat van het onderhoud en het dertigledendebat over mensen die ziek zijn als gevolg van hun werk van de lijst af te voeren.

Op verzoek van het lid Thieme stel ik voor, haar moties (33400-XIII, nr. 109; 33400-XIII, nr. 113; 33400-XIII, nr. 114; 33400-XIII, nr. 106; 33400-V, nr. 159 en 31389, nr. 101) opnieuw aan te houden. Op verzoek van het lid Ouwehand stel ik voor, haar moties (33605-XIII, nr. 15; 33400-XIII, nr. 117; 33400-XIII, nr. 118; 33400-XIII, nr. 115; 21501-32, nr. 681; 33400-VI, nr. 110; 32813, nr. 31; 31389, nr. 111 en 21501-32, nr. 752) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen.

Aangezien voor de stukken 33881 (R2028), nr. 1 en 33878 (R2027)nr. 1 de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd. Aangezien voor het stuk gedrukt onder de nummer 33808, nr. 1. de termijn is verstreken, stel ik voor, dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 2013Z23437; 23432-361; 21501-02-1352; 21501-02-1358.

Tot slot stel ik voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Ouderenmishandeling naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 26 maart, met als eerste spreker mevrouw Agema van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Ojik van GroenLinks.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren was er in de Kamer brede steun voor een verzoek van GroenLinks om een debat te houden over de uitspraken van de fractievoorzitter van de PVV over mensen van Marokkaanse afkomst in Nederland. De heer Wilders, van wie die uitspraken afkomstig waren, blijkt niet aan dat debat mee te willen doen. Dat was voor een aantal fracties aanleiding om te zeggen: dan vinden we zo'n debat weinig zinvol. Dat gold niet voor mijzelf, als aanvrager van het debat. Ik had dat debat ook wel zonder deelname van de PVV willen voeren, maar ik denk dat het heel belangrijk is dat de fracties in dezen gezamenlijk optrekken. Daarom trek ik hierbij mijn verzoek om hierover een debat te houden, in.

De voorzitter:

Ik neem aan dat daartegen geen bezwaar is. Ik zie geen bezwaren, dus wij zullen het debat van de agenda afhalen.

Het woord is aan de heer Van Weyenberg van D66. Ik zie mevrouw Van Veldhoven naar voren komen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. De bescherming van persoonsgegevens, ook in gemeentes, is een erg belangrijk onderwerp voor D66. Dat gold voor meer leden van deze Kamer. Daarom ben ik blij u te kunnen vertellen dat er gisteren een AO heeft plaatsgevonden over dit onderwerp, waardoor het dertigledendebat van de plenaire agenda van morgenavond af kan. Mijn collega Van Weyenberg heeft mij verzocht, u dat mede te delen.

De voorzitter:

Dat betekent dat het debat dat voor donderdagavond gepland stond, van de agenda afgaat. Ik neem aan dat daartegen geen bezwaar wordt gemaakt. Dat is het geval. Dan zal het van de agenda afgaan. De agenda voor deze week wordt steeds leger.

Het woord is aan mevrouw Dikkers van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter. Wij zijn geschrokken van de conclusies van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid naar aanleiding van een rapport over de veiligheid van ons vlees. Naast grootschalige fraude blijkt er ook van alles mis te zijn met de veiligheid. Wij willen daarom graag op heel korte termijn hierover een debat voeren met de minister van Volksgezondheid en de staatssecretaris van Economische Zaken.

De voorzitter:

Er wordt gevraagd om steun voor het houden van een debat op korte termijn over de resultaten van het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid en de risico's van voedselveiligheid in de vleesverwerkende industrie.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De Onderzoeksraad Voor Veiligheid is heel helder. Er zijn ernstige problemen in de vleessector. De incidenten zijn te ernstig en te talrijk om genegeerd te worden, aldus de Onderzoeksraad. Vandaar ook mijn hartelijke steun voor dit verzoek.

De heer Schouw (D66):

Ook mijn fractie is zich rot geschrokken. Indachtig uw eerdere opmerking willen wij een warm pleidooi houden om hierover morgen een debat te voeren.

De voorzitter:

Dat is een tweede verzoek. Dat breng ik straks in stemming. Ik zal eerst inventariseren hoe de Kamer over het verzoek van mevrouw Dikkers denkt.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Steun.

De heer Slob (ChristenUnie):

Er is ook steun van de fractie van de ChristenUnie. Wij hebben overigens in de procedurevergadering om een reactie van het kabinet gevraagd over het boek "Uitgebeend" van Marcel van Silfhout. Dat boek is twee weken geleden uitgekomen en gaat ook hierover. Wij willen de reactie van het kabinet daarop graag bij het debat betrekken. Het debat zou wel zo snel mogelijk moeten plaatsvinden.

De voorzitter:

Mevrouw Dikkers, u wilt dat het debat op korte termijn plaatsvindt. Wilt u dat het morgenavond plaatsvindt?

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ja, heel graag.

De voorzitter:

Ik kijk nog even naar de Kamer. Mevrouw Thieme, de heer Schouw en de heer Slob hebben al ja gezegd. Ook de CDA-fractie steunt het verzoek. Dat is geen meerderheid die zich daarvoor uitspreekt. Ik heb wel een meerderheid nodig.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ik zie dat de fractie van 50PLUS het verzoek ook steunt.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks steunt het verzoek ook.

De voorzitter:

Mevrouw Agema?

Mevrouw Agema (PVV):

Oké.

De voorzitter:

Dan is er een meerderheid die het verzoek steunt. Ik ga mijn best doen om dat te regelen. De ruimte op de agenda is inderdaad niet het probleem. Het gaat om de aanwezigheid van twee bewindspersonen. We weten van één bewindspersoon dat ze beschikbaar is, want zij zou hier morgenavond al een debat voeren. We gaan even kijken of ook de andere bewindspersoon morgen beschikbaar is.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wacht eventjes. Wij steunen het verzoek om een debat, maar ik ben nog niet zover dat ik zeg dat het per se morgen gehouden moet worden. Ik weet dat er ook verschillende andere belangrijke onderwerpen zijn.

De voorzitter:

U hebt ja gezegd op het verzoek om een debat morgenavond. Die steun hebt u dus zojuist weer ingetrokken. Daarmee is er echter nog steeds een meerderheid die het debat morgenavond wil houden.

Mevrouw Agema (PVV):

Sorry, daarover was dan even verwarring van mijn kant. Wij steunen het verzoek om een debat, maar wij geven de voorkeur aan het debat morgenavond over de vrijlating van Volkert van der Graaf.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid om het debat morgenavond in te plannen, dus dit kan ik dan ook niet zomaar honoreren voor het vergaderschema van deze week. Ik ga kijken wat ik kan doen. Er liggen ook nog andere verzoeken voor in deze regeling, dus ik kan er nu nog niets over zeggen. Maar ik ga me ervoor inspannen om het zo snel mogelijk te plannen, want er is wel een meerderheid die het debat graag wil.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet als het gaat om het verzoek van de heer Slob om de vragen over het boek "Uitgebeend" zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen. De spreektijd is vier minuten per fractie. Houd het schema voor deze week en misschien ook voor volgende week goed in de gaten.

Het woord is aan mevrouw Siderius.

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Op 11 februari heb ik al vragen gesteld over zelfstandigen zonder personeel in de zorg die geen VAR-wuo van de Belastingdienst kunnen krijgen. Daarop is een uitstelbericht gekomen maar hier is echt spoed bij, dus ik wil vragen of wij die antwoorden in ieder geval nog deze week kunnen ontvangen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Agema (PVV):

Het is ook niet het eerste rappel. Er was hier vorige week ook al een rappel met de heer Omtzigt en ondergetekende.

De voorzitter:

Ook van dit deel van de vergadering zal ik het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ypma.

Mevrouw Ypma (PvdA):

Voorzitter. Kindermishandeling laat levenslange littekens achter voor de 119.000 slachtoffers per jaar, eentje per klas. Maar daders gaan vaak vrijuit, ondanks de doelstelling om meer aangiftes en meer daders voor de rechter te krijgen.

De voorzitter:

Wat is uw verzoek?

Mevrouw Ypma (PvdA):

Ik wil daarom graag een debat met minister Opstelten aanvragen, ten eerste om een verklaring te vragen voor het feit dat er nog steeds niet meer aangiftes worden gedaan en ook niet meer daders voor de rechter verschijnen, en ten tweede om van de minister te horen hoe hij dat gaat verbeteren. Dat debat wil ik graag zo snel mogelijk, dus ik vraag om het binnen twee weken te plannen. Want ieder slachtoffer is er een te veel.

De voorzitter:

Verzoek voor steun voor het houden van een debat met de minister van Veiligheid en Justitie over kindermishandeling, te plannen binnen twee weken.

Mevrouw Agema (PVV):

Wij vinden de berichtgeving shockerend dat maar 1% van de zaken tot een uitspraak leidt. We hebben al wel een algemeen overleg in de planning staan. Dat hadden wij twee weken geleden. Dus ik denk dat het goed is om dit onderwerp daaraan te voegen.

De voorzitter:

Dus u geeft geen steun voor een plenair debat maar wilt dat gewoon tijdens het AO bespreken.

Mevrouw Agema (PVV):

Dat klinkt zo raar, want ik steun natuurlijk het verzoek voor een debat, maar we hebben een AO in de planning staan.

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek voor een debat maar wilt het houden in een AO.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dit is diep trieste berichtgeving. Al vanaf het moment dat ik Kamerlid ben, pleit ik voor een goede financiering van het forensisch onderzoek. Nu blijkt hoe belangrijk dat is, dus van harte steun voor dit verzoek. Ik geef alleen in overweging dat als dat AO eerder is, we het daar moeten bespreken.

De voorzitter:

Het verzoek is om het binnen twee weken te houden. U hoeft alleen maar aan te geven of u het daarmee eens bent.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Daar ben ik het mee eens, maar als dat niet lukt, dan in het AO.

De voorzitter:

Mag ik de leden verzoeken om zo kort mogelijk te zijn in hun reactie?

Mevrouw Bergkamp (D66):

Van harte steun voor de aanvraag van een debat. Ik heb nog wel een suggestie, namelijk om ook staatssecretaris Van Rijn uit te nodigen, zeker omdat het ook gaat over de forensische deskundigheid en zorg en over de slechte registratie door de adviesmeldpunten kindermishandeling.

De voorzitter:

U bedoelt ongetwijfeld de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Jazeker.

Mevrouw Berckmoes-Duindam (VVD):

De VVD-fractie steunt ook het verzoek voor het debat. Ik wil er ook bij aantekenen dat de staatssecretaris van VWS er ook bij aanwezig moet zijn. Op 15 mei is het AO, ook met de staatssecretaris van V en J erbij.

De voorzitter:

Het verzoek was hier om binnen twee weken een debat te houden. Dat steunt u.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook GroenLinks kan dit verzoek steunen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ook steun van de ChristenUnie.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun.

Mevrouw Siderius (SP):

Ik steun het verzoek. Ook wil ik graag dat de staatssecretaris van VWS bij het debat aanwezig is.

De voorzitter:

Mevrouw Ypma, u hebt brede steun van de Kamer voor het houden van een debat binnen twee weken. Niet alleen de minister van Veiligheid en Justitie, maar ook de staatssecretaris van Volksgezondheid zal daarbij aanwezig zijn. We gaan dat regelen. De spreektijd zal vier minuten per fractie zijn.

Het woord is aan mevrouw Keijzer van het CDA.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Ik stond hier gisteren omdat de huisartsen alarm geslagen hebben. Nu sta ik hier omdat de onderzoekers van de universiteit in Rotterdam hebben aangegeven dat het misgaat met de zorg als een en ander wordt overgedragen aan de zorgverzekeraars. Daarmee privatiseer je langdurige zorg.

De voorzitter:

Wat is uw verzoek?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik wil heel graag een debat hierover voeren met de staatssecretaris van VWS, voorafgegaan door een reactie op dit specifieke punt: is langdurige zorg geschikt om te privatiseren en over te dragen naar de Zorgverzekeringswet?

De voorzitter:

Er wordt verzocht om steun voor het houden van een debat over de privatisering van langdurige zorg.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja, het rapport van de …

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Meestal vraagt iemand een debat aan omdat hij het oneens is met het beleid. Mevrouw Keijzer is het eens met dit beleid en zij ondersteunt het ook. Daarom snap ik dit verzoek om een debat niet. Daarom kan ik het ook niet steunen, hoewel ik het graag wel zou steunen. Ik snap er helemaal niets van.

De voorzitter:

U steunt het verzoek dus niet.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Volgens mij heeft niemand tijd gehad om het rapport überhaupt te lezen. Ik stel voor om eerst een brief te ontvangen van het kabinet en om op basis daarvan te bekijken of een debat nodig is.

De voorzitter:

U vraagt dus om een reactie van het kabinet op het rapport.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ja.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Ook de Partij van de Arbeid steunt het verzoek om een debat nog niet. Als ik het onderzoeksrapport goed heb gelezen, gaat het over vrij technische zaken die te maken hebben met de overheveling naar de Zorgverzekeringswet. Een goede brief van de staatssecretaris zou helpen. We hebben zo veel debatten staan, ook over dit onderwerp. Daarin kan het volgens mij prima worden besproken.

De heer Klein (50PLUS):

Ik steun het verzoek om een brief met een reactie. Op basis daarvan zullen we beoordelen of een debat nodig is. Ik wil nu nog geen debat.

De voorzitter:

Dus geen steun op dit moment.

De heer Van 't Wout (VVD):

Daar sluit ik mij graag bij aan.

De heer Segers (ChristenUnie):

Hetzelfde geldt voor de ChristenUnie-fractie.

Mevrouw Siderius (SP):

De SP steunt het debat wel. Wat ons betreft, is de zorg geen markt. Daarom steunen wij het verzoek van harte.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik steun het verzoek om een debat op dit moment niet. Ik steun wel het verzoek om een reactie van het kabinet op het rapport.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Wellicht kan ik de fractie van de PVV helpen om steun te verlenen aan dit verzoek door te wijzen op het feit dat wij als CDA er altijd voor gekozen hebben om …

De voorzitter:

Dat gaan wij nu niet doen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Maar dit is mijn antwoord op een vraag die mij werd gesteld. Wij hebben er altijd voor gekozen om langdurige zorg in de AWBZ te houden.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor het verzoek om een debat. Er is wel brede behoefte aan een reactie van het kabinet op het rapport. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Als ik goed geteld heb, is er wel steun voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Nee.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat is dus niet het geval. Het is zeer spijtig dat er voor een debat over zo'n fundamenteel onderwerp geen steun is.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Vanochtend heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie het schokkende voornemen bekendgemaakt om Volkert van der Graaf vervroegd vrij te laten. Dat moet dan gebeuren bijna precies twaalf jaar nadat hij op gruwelijke wijze Pim Fortuyn heeft vermoord. De vrijlating van Volkert van der Graaf moet voorkomen worden en kan ook voorkomen worden.

De voorzitter:

Wat is uw verzoek?

De heer Fritsma (PVV):

Om dat te bereiken, vraagt de PVV om nog deze week een debat hierover te houden. Ik heb nog twee korte punten om het verzoek toe te lichten. De staatssecretaris heeft beloofd om Van der Graaf niet vervroegd vrij te laten. De premier heeft gezegd: als het gebeurt, moet de verantwoordelijke bewindspersoon opstappen …

De voorzitter:

Wat u nu zegt, is echt voor een debat. Uw verzoek is duidelijk. U wilt graag deze week een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de aangekondigde vrijlating van Volkert van der G.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij hebben morgenochtend om 10.00 uur een algemeen overleg over het gevangeniswezen. Daarin zouden wij dit punt direct aan de orde stellen. Over de overige punten zijn wij uitgediscussieerd, dus daarvoor geen steun.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Wij hebben een heldere brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie ontvangen, dus mijn fractie steunt het verzoek niet.

De heer De Wit (SP):

Naar mijn idee is er op dit moment in deze zaak geen rol voor de Tweede Kamer, dus mijn fractie steunt het verzoek om een debat niet.

De heer Bontes (Bontes):

Wel steun voor een debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij collega De Wit: er is geen rol voor de Tweede Kamer. Wij hebben kennisgenomen van de brief en steunen het verzoek om een debat niet.

De heer Van der Staaij (SGP):

Wij hebben op 28 januari al een debat gevoerd over deze zaak en over de vraag wat er zou kunnen gaan gebeuren. Er is toen afgesproken dat wij later op het systeem zouden terugkomen, bij de behandeling van een wetsvoorstel dat nog bij de Kamer voorligt. De SGP wil op die onderliggende systematiek terugkomen bij de behandeling van het wetsvoorstel, maar niet nu hierover opnieuw een separaat debat voeren.

De heer Marcouch (PvdA):

Ook wat de PvdA-fractie betreft is er in deze zaak geen rol weggelegd voor de politiek. Daarom geven wij geen steun aan het verzoek om een debat.

De heer Van der Steur (VVD):

De vrijlating van de heer Van der G. is inderdaad schokkend. Dat is een goede reden om alle vragen die daarover leven, ook bij mijn fractie, morgen in het algemeen overleg aan de staatssecretaris te stellen.

De heer Klein (50PLUS):

Ik sluit mij aan bij de sprekers die geen steun geven aan het verzoek om een debat, om de redenen die zijn genoemd.

De voorzitter:

Mijnheer Fritsma, er is geen steun voor het houden van een debat deze week.

De heer Fritsma (PVV):

Ik heb het begrepen, voorzitter, maar dat vrijwel alle partijen niet eens willen proberen om vervroegde vrijlating van Volkert van der Graaf tegen te gaan, is diep triest. Wat de PVV betreft zijn deze partijen verschrikkelijk diep gezonken.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter, dit kan niet.

Mevrouw Agema (PVV):

Jawel hoor!

De voorzitter:

U spreekt beiden buiten de microfoon. Mevrouw Berndsen, als u wilt iets zeggen, denk ik dat het goed is om dat via de microfoon te doen.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. U zegt steeds dat wij nu geen inhoudelijk debat voeren. Wij moeten kort reageren. Wij worden nu weggezet als partijen die, nu ja, eigenlijk heel erg slecht zijn, zal ik maar zeggen. Ik vind dat niet passen in een procedurevergadering.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Daar komt bij dat diverse leden hebben aangegeven dat zij het morgenochtend om 10.00 uur in het debat aan de orde zullen stellen. Die ruimte is er gelukkig.

De heer De Wit (SP):

De Kamer heeft al uitgebreid een debat gevoerd op 28 januari van dit jaar. Daar was de heer Fritsma niet bij, maar wel zijn collega. Er is dus wel degelijk over gesproken; het verwijt is volstrekt ten onrechte.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik heb mij ook geërgerd aan de opmerkingen van de heer Fritsma, want wij gaan het er juist over hebben. De ruimte daarvoor is er morgenochtend. Ik vind het onjuist dat hij van de gelegenheid gebruikmaakt om allerlei standpunten in te nemen die ook morgen in het algemeen overleg aan de orde kunnen komen.

De heer Fritsma (PVV):

Twee correcties, omdat ik ben aangesproken ...

De voorzitter:

Nee mijnheer Fritsma! Mijnheer Fritsma, ik geef u hiertoe niet de gelegenheid. Wij kennen in ons Reglement van Orde de mogelijkheid van een persoonlijk feit. U hebt hier iets gezegd. Ik heb de leden de gelegenheid gegeven om daar voor de Handelingen hun reactie op te geven. Dit is geen debat en ik geef u daartoe ook niet het woord.

De heer Fritsma (PVV):

Dan wil ik nu een punt van orde maken.

De voorzitter:

U kunt altijd een punt van orde maken, ga uw gang.

De heer Fritsma (PVV):

Het punt van orde dat ik wil maken, is dit. U geeft de gelegenheid aan verschillende woordvoerders om te reageren op het verzoek dat ik heb gedaan. Als die woordvoerders dan suggesties wekken die niet kloppen, dan wil ik de kans hebben om die corrigeren.

De voorzitter:

Zo werkt het niet. U maakt nu van het maken van een punt van orde gebruik om toch het debat te voeren. Ik heb u de ruimte gegeven om vanaf het spreekgestoelte nog een slotopmerking te maken. Daarmee daagde u de Kamer uit. Omdat dit een grove uitdaging was, heb ik de leden conform het Reglement van Orde de gelegenheid gegeven om daarop te reageren voor de Handelingen. Het debat is hiermee voor mij afgelopen.

Het woord is aan de heer Klein.

De heer Klein (50PLUS):

Voorzitter. Op 20 maart hebben wij tijdens de regeling gevraagd om een brief over de koopkrachtontwikkeling naar aanleiding van de CEP-cijfers. Die vraag is naar het kabinet doorgeleid om het verder ook te bespreken in een AO Koopkrachtontwikkeling. Vanochtend heb ik een ANP-bericht gelezen over uitspraken van de CSO over de koopkrachtontwikkeling van met name ook ouderen. Het AO Koopkrachtontwikkeling dat voor morgen gepland stond, is om voor ons onbegrijpelijke redenen ineens afgeserveerd. Ik vraag daarom om een debat met de minister over de koopkrachtontwikkeling, met name voor de ouderen, maar het kan ook breder.

De voorzitter:

Is er steun voor het houden van een debat over de koopkrachtontwikkeling van ouderen of breder?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Drie weken geleden is hier helaas nog een motie van het CDA weggestemd waarin werd verzocht om eindelijk eens goed door te rekenen wat de effecten van het kabinetsbeleid zijn op de koopkracht, ook van ouderen. Het CDA steunt dit verzoek zeker, zodat wij het er dan eindelijk een keer over kunnen hebben.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik vind het heel merkwaardig dat de collega's van het CDA het verzoek steunen tot uitstel van het AO Koopkrachtontwikkeling dat voor morgen gepland stond. Ik zeg dit met nadruk tegen mevrouw Keijzer.

De voorzitter:

Steunt u het verzoek?

Mevrouw Karabulut (SP):

Voor de rest steun voor het verzoek, waarbij ik aanmerk dat ik dit punt dinsdag ook in de procedurevergadering aan de orde zal stellen in de hoop dat wij alsnog in de commissie een vergadering kunnen beleggen over de koopkracht.

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Geen steun voor dit debat. Vanochtend is al een e-mailronde gehouden waarin is geconstateerd dat wij dit punt makkelijk bij een algemeen overleg Arbeidsmarktbeleid kunnen betrekken.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Graaf. Mijnheer De Graaf, dit is echt een slip of the tongue, dit is een heel ernstige slip of the tongue, sorry. Mijnheer De Graaf, u hebt het woord.

De heer De Graaf (PVV):

Excuses aanvaard, ik snap het. Steun voor het debat.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Geen steun voor een debat, maar wel steun om het zo snel mogelijk te betrekken bij een van de volgende AO's van Sociale Zaken, laat ik het dan maar zo formuleren.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Steun om dit belangrijke onderwerp te betrekken bij een volgend AO.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat. Mijnheer Klein, u hebt geen steun voor een plenair debat. Er zijn wel veel leden die het sneller in een AO willen bespreken, wat ook een debat is natuurlijk.

De heer Klein (50PLUS):

Er is inderdaad een e-mailronde geweest over het voorstel om het bij een AO Arbeidsmarktbeleid te betrekken. Dit AO staat voorlopig ook niet gepland. Ik vind het raar om het alleen maar uit te stellen. Ik constateer dat er wel dertig leden aanwezig zijn om dit debat te voeren. Ik verzoek u het aan de dertigledendebatlijst toe te voegen.

De voorzitter:

Heel precies gesteld zijn er meer dan dertig leden geweest die u steun voor dit debat hebben verleend. De aanwezigheid van hen alleen is niet voldoende, maar zij hebben hun steun uitgesproken. Ik zal het onderwerp toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten, met drie minuten spreektijd per fractie.

Voordat er een einde komt aan de regeling van werkzaamheden moet ik nog de opmerking plaatsen dat eerder in het ordedebatje gesuggereerd werd dat de PVV-fractie op 28 januari niet aanwezig was bij het debat over Volkert van der G., maar dat dit onjuist is. De PVV-fractie was zelfs de aanvrager van dit debat. Voor de Handelingen is dit hiermee gecorrigeerd.

De vergadering wordt van 13.41 uur tot 14.01 uur geschorst.

Naar boven