9 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is een extra regeling van werkzaamheden, waarin ik het woord geef aan mevrouw Berndsen-Jansen van D66.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. We hadden tot 16.00 uur de tijd om de brief van de minister te lezen. Maar nu blijkt dat er onvoldoende antwoord is gekomen op de 94 vragen die door de Kamer aan het kabinet zijn gesteld. Wij verzoeken het kabinet om aanvullend met antwoorden te komen op de feitelijke vragen die gesteld zijn, en wel vóór 18.00 uur.

De voorzitter:

Daarmee verzoekt u ook om het debat niet om 16.00 uur te laten beginnen, maar om 18.00 uur.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

We willen wachten op alle informatie waarom gevraagd is.

De voorzitter:

Het verzoek is om het debat dat om 16.00 uur gepland staat, pas om 18.00 uur te laten beginnen en een aanvullende oproep aan het kabinet te sturen.

Mevrouw Helder (PVV):

Het lezen tot 16.00 uur ging gemakkelijk, want er stond lang niet alles in. Ik steun dan ook het verzoek om alle antwoorden die zijn gevraagd, naar de Kamer te sturen, en wel vóór 18.00 uur.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Alleen van het CDA zijn al 21 vragen niet beantwoord. Ik zou die antwoorden wel graag zien vóór 18.00 uur.

De heer Van der Steur (VVD):

Dat een aantal vragen niet beantwoord is, is logisch, omdat het onderwerp van het debat anders is dan datgene waarover heel veel vragen gingen. Ook omdat nog niet alle woordvoerders hier zijn, wil ik vragen om een korte schorsing, opdat we even met alle woordvoerders kunnen overleggen om te bekijken welke vragen er zijn. Mevrouw Berndsen sprak over de feitelijke vragen, waarbij ik aanneem dat ze de feitelijke vragen bedoelt die samenhangen met het onderwerp van het debat. We zouden even kunnen bekijken of we daarin een tussenweg kunnen vinden.

De heer Segers (ChristenUnie):

Van harte steun voor het verzoek van de D66-fractie.

De heer De Wit (SP):

Dat geldt ook voor de SP-fractie.

De heer Van der Staaij (SGP):

Over een aantal vragen heeft het kabinet in de beantwoording gezegd dat het niet verwacht dat het op heel korte termijn die informatie kan geven, aangezien dit nog veel meer informatievergaring vraagt dan alleen even in het kader van deze brief. Dan vraag ik me af of we zo veel opschieten met twee uur uitstel. Wat ons betreft, is er geen reden om nu het debat uit te stellen, en zou ik liever in het debat zelf spreken over wat we al dan niet aan aanvullende informatie nodig hebben.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ten eerste vind ik het wat merkwaardig dat de VVD bepaalt wat het onderwerp van het debat zou moeten zijn. Volgens mij gaat elke woordvoerder daar zelf over, en ook over de informatiebehoefte. Ik steun het verzoek van D66.

De voorzitter:

Ik kijk heel even naar mijnheer Van der Steur. Hij deed eigenlijk een tussenvoorstel, namelijk om het besluit over uitstel nog niet te nemen, maar om een extra regeling van werkzaamheden te hebben om 16.00 uur.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik stel voor om de regeling even, wat mij betreft vijf minuten, te schorsen, zodat we even met de woordvoerders kunnen bekijken waarover het precies gaat en of dat oplosbaar is. Zo niet, dan kan ik me namens mijn fractie uitspreken.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik vind dit een wat merkwaardige gang van zaken. Ik constateer een meerderheid voor mijn verzoek, en als de heer Van der Steur wat anders wil, moet hij maar een extra regeling aanvragen. Ik heb er zelf geen enkele behoefte aan om hier via de heer Van der Steur te gaan inventariseren welke vragen wel of niet beantwoord zijn.

De heer Van der Steur (VVD):

Prima, voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, ik heb u het woord niet gegeven, mijnheer Van der Steur. Ik moet de woorden van mevrouw Berndsen even corrigeren: er heeft zich geen meerderheid uitgesproken voor haar verzoek. Misschien wel een meerderheid van de mensen die wat gezegd hebben, maar dat is niet de manier waarop we hier tellen. We kijken naar het aantal leden dat wordt vertegenwoordigd. De meerderheid heeft geen steun uitgesproken voor haar verzoek.

Mijnheer Van der Steur.

De heer Van der Steur (VVD):

Mijn tussenoplossing wordt niet geaccepteerd, begrijp ik. Dat betekent dat de VVD-fractie, die deze handreiking wilde doen om te bekijken of het mogelijk is om een aantal vragen toch beantwoord te krijgen, het verzoek om uitstel niet steunt.

De voorzitter:

Dan is het misschien handig als ook de PvdA zich uitspreekt.

De heer Recourt (PvdA):

Graag. Alle inhoudelijke vragen zijn beantwoord. Statistische vragen zijn niet beantwoord. Die antwoorden komen later; die komen ook niet binnen korte tijd. Laten we gewoon het debat voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Berndsen, u hebt geen steun voor het verzoek. U kunt de nog niet beantwoorde vragen natuurlijk altijd mondeling aan de orde stellen in het debat. Er is geen steun voor het verzoek om het debat later dan 16.00 uur te laten beginnen.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik vind dit toch merkwaardig, want ieder lid van deze Kamer heeft recht op informatie. Er wordt geconstateerd dat op een flink aantal vragen — mevrouw Van Toorenburg heeft het al aangegeven: op 21 vragen — geen antwoord is gekomen. Dit raakt het individuele recht van ieder Kamerlid. Dit wordt nu kennelijk geblokkeerd door de coalitiepartijen. Ik vind dit heel merkwaardig. Dit is een zeer serieus debat. De onderste steen moet boven komen. Wij hebben voorgesteld om het debat dinsdag te laten plaatsvinden. Dan had het kabinet heel veel tijd gehad om de vragen te beantwoorden. Ook dat is geblokkeerd door de coalitie. Ik kan alleen maar constateren dat de coalitiepartijen de onderste steen kennelijk niet boven willen hebben en ons zelfs het recht van iedere parlementariër op informatie onthouden.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Het is teleurstellend om te moeten constateren dat de coalitie blijkbaar niet de behoefte heeft om 21 vragen beantwoord te krijgen. Tegen u zeg ik dat ik het waarschijnlijk een heel vervelend debat zal vinden als wij nu al die statistische en uitvoerige vragen hier met deze bewindspersonen moeten gaan uitmelken in een debat. Ik kan bijna verzekeren dat dat een drama wordt. Dat willen wij niet.

De voorzitter:

Dank voor deze voorwaarschuwing.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik ben de aanvrager van het debat. Aan de conclusie dat het debat zo snel mogelijk gepland zou worden, waarvoor dank, is de voorwaarde gekoppeld dat er zorgvuldig en uitvoerig geantwoord is. We kunnen concluderen dat dat niet het geval is. Een heleboel vragen die beantwoord hadden kunnen worden, zijn onbeantwoord gebleven. Daar zit nu net de crux. Ik sluit mij dus aan bij de conclusie van mevrouw Berndsen: we zijn onvolledig geïnformeerd en dat komt het debat echt niet ten goede.

De heer De Wit (SP):

Ik ben het van harte eens met mevrouw Berndsen en ik wil nu voorstellen om het debat in ieder geval niet vandaag te laten plaatsvinden, maar te verplaatsen naar dinsdag.

De voorzitter:

Dat verzoek is vanmiddag aan de orde geweest. De Kamer heeft toen in meerderheid gezegd dat daar geen behoefte aan is. Zojuist is ook al in meerderheid gezegd dat de Kamer gewoon wil dat het debat om 16.00 uur begint. Als u erop staat, kan ik het verzoek om het debat dinsdag te laten plaatsvinden, opnieuw aan de Kamer voorleggen. Dat doe ik dan bij dezen. Het verzoek is om het debat niet vandaag om 18.00 uur of om 16.00 uur te beginnen, maar om het debat volgende week dinsdag te houden.

Mevrouw Helder (PVV):

U gaat over de planning van de agenda, maar als Kamerleden aangeven dat zij niet voldoende geïnformeerd zijn, zou het handig zijn — want dat komt het debat, dat daardoor alle kanten op gaat en heel lang uitloopt, echt niet ten goede …

De voorzitter:

Steunt u het verzoek om het debat naar dinsdag te verplaatsen of steunt u dat verzoek niet? Ik neem aan dat u dat verzoek steunt.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik steun het verzoek om het debat naar dinsdag te verplaatsen, zeker.

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg, steunt u het verzoek van de heer De Wit of niet?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik steun het verzoek. Mag ik daar één ding aan toevoegen? Als het verzoek niet kan worden gehonoreerd, weten wij nu al — dat staat in de brief van de minister — dat er nog aanvullende feiten zullen komen. Dan zullen wij straks opnieuw een debat vragen. Dan weten we dat we twee debatten krijgen.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik was even overleg aan het voeren; wat is nu het nieuwe verzoek?

De voorzitter:

Het verzoek is om het debat niet vandaag te houden, maar dinsdag.

De heer Van der Steur (VVD):

Volgens mij hebben wij zojuist hetzelfde verzoek behandeld.

De voorzitter:

Nee, we hebben zojuist het verzoek behandeld om het debat om 18.00 uur te laten beginnen.

De heer Van der Steur (VVD):

O ja. Het zal u niet verbazen dat het standpunt van de VVD-fractie ongewijzigd is: we houden het debat vandaag.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik heb behoefte aan een fatsoenlijke voorbereiding. Als een meerderheid een fatsoenlijke, maximale voorbereiding blokkeert, moeten we bekijken wat dan wel optimaal en haalbaar is. Als de heer Van der Steur aangeeft dat een aantal vragen wellicht nog wel kunnen worden beantwoord voor het debat, zouden we misschien moeten ingaan op zijn suggestie om even overleg te plegen en te bekijken of we daarin een selectie kunnen maken, zodat minimaal een aantal vragen wel beantwoord kunnen worden. Dan zou het dus 18.00 uur moeten worden in plaats van 16.00 uur en dan bekijken we wat we nog kunnen redden van onze informatie.

De voorzitter:

De heer Van der Steur is Kamerlid, terwijl de brief volgens mij door het kabinet wordt beantwoord. Het is een nieuw verzoek, dus dat zal ik straks aan de orde stellen. Het huidige verzoek is om het debat komende dinsdag te houden, in plaats van vandaag. Ik wil graag een antwoord op dat verzoek.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik ben voor de best denkbare voorbereiding. Dat leidt tot een debat op dinsdag, zodat er meer tijd is om alle vragen te beantwoorden. Als dat niet mogelijk is, is de terugvaloptie om het debat ...

De voorzitter:

Dat gaan we straks bespreken.

De heer Recourt (PvdA):

Geen steun. De vragen die beantwoord moeten worden voor het debat, zijn beantwoord. De statistische vragen komen later.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik vind een goede voorbereiding van het debat essentieel. Er zijn partijen die zeggen dat niet alleen antwoorden op statistische vragen ontbreken, maar ook andere. Als die antwoorden vandaag voor 18.00 uur kunnen worden aangeleverd, lijkt het mij een goede optie om het debat op dat moment te starten. Anders steun ik het verzoek om uitstel tot dinsdag.

De voorzitter:

Het verzoek was uitstel tot dinsdag.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Daar eindigde ik ook mee.

De heer Van der Staaij (SGP):

Het verzoek om uitstel tot dinsdag laat zien dat de een aan twee uur voorbereiding niet genoeg heeft en de ander nog meer tijd wil hebben. Ik ben bang dat we niet méér duidelijkheid hebben als we het debat later houden. Mijn voorstel is daarom om het debat gewoon om 16.00 uur te starten. In dat debat kan verder naar voren komen op welke vragen de Kamerleden nog antwoord willen hebben. Daarmee weten we allemaal dat we het risico lopen dat een aantal leden zegt meer te willen weten dan het debat zal ophelderen, en dat er behoefte aan verder debat blijft. Wat ons betreft starten we het debat om 16.00 uur.

De voorzitter:

Er is geen steun voor het verzoek van de heer De Wit om het debat uit te stellen tot dinsdag. Ik heb behoefte om even te overleggen met de woordvoerders. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken en verzoek hen om even bij mij te komen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering om u mede te delen dat het debat vandaag om 16.00 uur begint.

De vergadering wordt van 15.33 uur tot 16.01 uur geschorst.

Naar boven