6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij de EU-voorstellen: Kader klimaat en energie 2030 COM (2014) 15, 20 en 21 (33858, nr. 14).

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de aangehouden moties-Ouwehand (27858, nrs. 125, 127, 128, 152, 155 tot en met 158 en 222; 33400-XIII, nr. 116; 32670, nr. 76 en 33490, nr. 10).

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 31 maart 2014 van 11.15 uur tot 17.00 uur van de vaste commissie van Europese Zaken over de Staat van de Europese Unie.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 28286-681; 28286-685; 28286-686; 28286-689; 28286-684; 28286-692; 28286-690; 28286-693; 33400-VI-82; 31389-107; 30196-215; 31389-108.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Macrodoelmatigheid en kwalificatiedossiers, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 maart, met als eerste spreker het lid Jadnanansing van de PvdA;

  • -het VAO Integratieonderwerpen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 maart, met als eerste spreker het lid Van Klaveren van de PVV;

  • -het VAO Raad Buitenlandse Zaken, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 maart, nog heden te houden inclusief stemmingen, met als eerste spreker het lid Sjoerdsma van D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Dikkers van de Partij van de Arbeid. Het lijkt erop dat zij wordt vervangen door de heer Recourt.

De heer Recourt (PvdA):

Namens mevrouw Dikkers verzoek ik om een debat.

De voorzitter:

Ik vraag u om dat toch te doen op de plek waar wij dat altijd doen. Dat is bij de microfoon van het spreekgestoelte.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag om een debat met de staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht dat commerciële voedsellaboratoria paardenvlees over het hoofd zien.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Van harte steun voor dit verzoek. We krijgen zo langzamerhand het gevoel dat er een parlementair onderzoek moet komen. Ik voer graag een debat met de staatssecretaris en met de minister.

De heer Schouw (D66):

Ik verwachtte mevrouw Dikkers. Dan had ik gezegd: ja, ik wil. In dit geval zeg ik: het lijkt mij prima om hierover het debat te voeren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ontvang graag een brief over deze zaak en betrek die dan liever bij het AO Voedsel, dat nog gepland wordt. Ik steun geen apart debat hierover.

Mevrouw Lodders (VVD):

Geen steun van de VVD-fractie voor dit debat, wel voor het verzoek om een brief om te achterhalen wat er daadwerkelijk aan de orde is.

De heer Geurts (CDA):

Ik had vorige keer al voorspeld dat we vaker over de NVWA zouden spreken. Dat blijkt maar weer. Op dit moment geen steun voor het debat, wel voor een brief.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor het debat. Het is een belangrijke kwestie.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor het debat. Ik hoop dat de uitkomst daarvan is dat de Partij van de Arbeid voorstellen van ons om de NVWA onafhankelijk te maken, zal steunen.

De voorzitter:

Een meerderheid steunt het verzoek om een debat dat de heer Recourt namens mevrouw Dikkers deed. Of toch niet?

De heer Recourt (PvdA):

De griffier zal wel goed tellen, maar ik weet het niet.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik dacht dat het verzoek mede namens ons werd gedaan.

De heer Recourt (PvdA):

Als u dat zegt, is het zo.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Sommige dingen kun je ook als voorzitter niet zomaar weten. Dan is het toch handig als het gemeld is. Bij dezen hebt u dus de steun van een meerderheid voor het houden van een debat. Een aantal partijen heeft behoefte aan een brief. Ik verzoek de leden om zich te melden bij de griffier van de commissie, zodat zij met elkaar over de inhoud van de brief kunnen spreken.

De heer Recourt (PvdA):

Namens mevrouw Dikkers: dank.

De voorzitter:

Ik voeg het debat toe aan de lijst. De spreektijd is vier minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar de regering.

Ik wilde mevrouw Siderius het woord geven, maar ik zie dat de heer Van Gerven naar de microfoon loopt.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik vervang mevrouw Siderius. Het is een dynamische samenleving, ook hier in de Tweede Kamer. Ik verzoek, mede namens mevrouw Siderius, om een debat met de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het feit dat gemeenten thuiszorg op "afslag" — zo heet dat — inkopen. Er worden oma's geveild, er is sprake van loondump en een toenemend aantal zorgverleners trekt als een soort zorgnomaden door het land. Vandaar ons verzoek om een debat met de staatssecretaris.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de veiling van thuiszorg.

Mevrouw Agema (PVV):

Onder het ... sorry, voorzitter, ik moest even hoesten.

De voorzitter:

Doet u maar rustig aan.

Mevrouw Agema (PVV):

Onder de mantra "dicht bij de burger" wordt de Wmo overgeheveld, maar de praktijk is dat hoogbejaarden in pakketten worden verhandeld. Natuurlijk geven wij uitgebreide steun aan dit debat.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Zorg is geen marktplaats. Wat hier gebeurt, is dus raar. Het is goed dat we erover praten, maar het lijkt mij het handigst dat we het onderwerp betrekken bij de behandeling van de Wmo, die al op stapel staat. Volgens mij kunnen we het er beter op dat moment over hebben dan in een apart debat.

De voorzitter:

Geen steun dus.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik voeg mij bij het voorstel van de PvdA. De fractie van D66 vindt het ook belangrijk om het bij een ander debat te voegen. Het is wel goed om een brief te krijgen waarin duidelijk staat of er regels en wetten worden overtreden, ook bijvoorbeeld op het gebied van de cao. Dat zou ik graag willen weten, want we zijn wel systeemverantwoordelijk.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie heeft met verbazing en verontwaardiging het artikel gelezen. Ik wil ook heel graag een brief hierover ontvangen en dit betrekken bij een van de debatten die al gepland staan. Het grote debat over de Wmo lijkt mij het meest voor de hand liggend.

De heer Van Veen (VVD):

Het is een mooi onderwerp voor de gemeenteraden om samen met hun colleges over te discussiëren. Geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, er is onvoldoende steun voor een debat.

De heer Van Gerven (SP):

Ik heb GroenLinks nog niet gehoord.

De voorzitter:

De fracties zijn niet verplicht om zich te melden. Het hoeft niet. Ik hoor mevrouw Agema vragen of het verzoek niet ook namens mevrouw Baaij was.

De heer Van Gerven (SP):

Nee, mevrouw Baaij is er niet.

De voorzitter:

U hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat over dit onderwerp. Een flink aantal partijen heeft wel aangegeven behoefte te hebben aan een brief.

De heer Van Gerven (SP):

Ik stel het volgende voor. Ik wil de brief graag snel ontvangen, en wel uiterlijk volgende week dinsdag om 12.00 uur. We hebben ook schriftelijke vragen gesteld. Ik vraag of deze dan ook beantwoord kunnen zijn. Na ontvangst van de brief kunnen wij verder handelen. Wachten op de wetsbehandeling lijkt mij onverstandig, want er moet snel gehandeld worden. Ik zou die weg willen bewandelen, als u dat goed vindt.

De voorzitter:

Ik vind het goed. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik verzoek de leden om zich te vervoegen bij de griffier van hun commissie om met elkaar te bekijken wat de inhoud van de brief zou moeten zijn. De brief is er in ieder geval voor aanstaande dinsdag om 12.00 uur.

Het staat niet op de lijst, maar mevrouw Helder van de PVV heeft zich gemeld. Haar verzoek houdt verband met het debat dat vanmiddag om 14.00 uur staat gepland. Vandaar dat ik het verzoek toesta.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Gisteren hebben we bij de regeling van werkzaamheden afgesproken dat er zo snel mogelijk een debat gepland zou worden over het sluiten van deals met criminelen. Dat is gebeurd, en het debat staat gepland om 14.00 uur. De Kamer had de nadrukkelijke voorwaarde gesteld dat de vragen voor die tijd op zorgvuldige wijze beantwoord zouden zijn. Ik heb inderhaast begrepen dat de antwoorden inmiddels binnen zijn. Ik vind dat te laat. Daarom verzoek ik om uitstel van het debat. Mijn voorstel is om het tot 16.00 uur uit te stellen, op voorwaarde dat de vragen dan goed beantwoord zijn.

De voorzitter:

We kunnen een rondje maken.

Mevrouw Helder (PVV):

Ter aanvulling: ik denk dat het debat wel uit de agenda zal lopen, dus mocht het om 16.00 uur doorgaan, kan dan misschien het plenaire debat over cameratoezicht van vanavond van de agenda worden afgevoerd?

De voorzitter:

Ik heb van iedereen al begrepen dat er steun is. Mevrouw Berndsen heeft nog een opmerking.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

We hebben inderdaad net de antwoorden binnengekregen. Het blijkt dat wij lang niet alle antwoorden hebben gekregen op de vragen die wij hebben gesteld. Mijn voorstel is: zeker uitstel tot 16.00 uur. We gaan lezen, maar het is mogelijk dat ik vraag om een extra regeling voor extra beantwoording van de vragen waarop wij het antwoord niet hebben gekregen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij hebben 94 vragen gesteld. We hebben een paar kantjes met antwoorden ontvangen. Ik heb ze ook even snel laten screenen en het zijn lang niet alle antwoorden, zeker niet op de vragen over het fiscale deel. Ik wil eigenlijk al voorsorteren op een uitstel naar dinsdag. Als daarvoor een regeling nodig is, is dat prima, maar ik vraag dat nu al.

De voorzitter:

Dit is een nieuw verzoek. Ik ga er toch maar gelijk op in. Het nieuwe verzoek is om het debat van vandaag niet uit te stellen naar later vandaag, maar om het komende dinsdag pas te houden. Is er steun voor dat verzoek?

De heer De Wit (SP):

Dat verzoek steun ik. We hebben een brief ontvangen van vijf kantjes. Het is een algemeen verhaal, dat geen antwoord geeft op 94 gestelde vragen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Wij steunen het verzoek om het debat naar dinsdag uit te stellen.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Wij steunen dat verzoek.

De heer Van der Steur (VVD):

Wij steunen dat verzoek niet. Wij hebben natuurlijk ook gekeken naar de vragen. Een heel groot deel van de vragen ziet op andere aspecten dan waarover het debat gaat, namelijk over de uitzending van Nieuwsuur, zoals het door mevrouw Helder is aangevraagd. Het is een duidelijke brief. Er staat veel in en wij kunnen wat ons betreft het debat gewoon om 16.00 uur voeren.

De heer Recourt (PvdA):

Wij steunen het verzoek om uitstel tot dinsdag niet. Er is wel steun voor het houden van het debat om 16.00 uur. Wij hebben dan ruim de tijd. Voor zover ik het in de gauwigheid kon zien, hebben wij antwoord ontvangen op de concrete vragen die voor dit debat spelen. Wat mij betreft, plannen wij later een debat met wat algemene onderwerpen, maar nu steunen wij het verzoek niet.

De voorzitter:

Geen steun om het naar dinsdag uit te stellen dus, wel om het tot 16.00 uur vanmiddag uit te stellen. Mevrouw Van Tongeren? Ik zie dat u mevrouw van Toorenburg voorrang wilt geven, maar het gaat nu om een verzoek van haar. U kunt daarop nu reageren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Oké. Ik twijfel enigszins. Ik wil wel de vragen beantwoord hebben. Als het nodig is voor de ambtenaren kunnen we om 17.00 uur beginnen, maar op dit moment stelt mijn fractie het debat liever niet uit naar dinsdag. Als wij echter geen aanvullende antwoorden krijgen, neigen wij er wel toe dat het naar dinsdag moet.

De voorzitter:

Maar op dit moment geeft u geen steun aan het verzoek.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik heb toch echt behoefte aan beantwoording van alle vragen, zodat we dit onderwerp goed kunnen beschouwen. Mocht dit inderdaad zo lang gaan duren, dan stel ik toch voor dat wij in ieder geval het debat van vandaag uitstellen. Mocht het al te laat worden, dan verzoek ik toch echt om verplaatsing naar dinsdag. Wij moeten goed de tijd hebben om de antwoorden te analyseren. Ik vind het echt een onzinargument — neem mij niet kwalijk — dat het alleen gaat over de uitzending van Nieuwsuur, want in Nieuwsuur zat gewoon alles.

De heer Van der Staaij (SGP):

Er zijn nu antwoorden binnen. Ik heb ze nog niet zelf allemaal kunnen bekijken. Ze zijn om 13.00 uur binnengekomen. Dit was de gevraagde voorbereiding voor het debat. Ik zou er geen moeite mee hebben om dan in het debat naar voren te brengen op welke punten wij de beantwoording onbevredigend vinden en om wel vanmiddag het debat aan te gaan.

De voorzitter:

Ik ga concluderen.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik moet nog reageren op het aanvullende verzoek. Ik vind het prima om het debat uit te stellen tot dinsdag, maar ik heb ook kunnen tellen en ik geloof dat dat niet gaat lukken.

De voorzitter:

Dat snap ik. Daarom wilde ik al gaan concluderen, want een meerderheid heeft gezegd dat ze het debat wel vandaag wil, maar wel uw verzoek steunt om het tot 16.00 uur uit te stellen. Ik stel voor dat wij vandaag alleen nog maar debatteren over het onderwerp waarover wij het nu hebben en dat wij nu besluiten de VAO's en het debat over cameratoezicht van de agenda te halen, want anders moeten wij daarover heel laat in de nacht nog spreken.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik neem aan dat dit niet geldt voor het VAO Raad Buitenlandse Zaken, waarvoor de minister is gekomen.

De voorzitter:

Dit gaat over alle VAO's die na het debat over het sluiten van deals met criminelen zijn gepland. Het nu geplande VAO gaat natuurlijk gewoon door.

Naar boven