6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het dertigledendebat over het Nederlandse ontmoedigingsbeleid ten aanzien van Israëlische nederzettingen van de lijst af te voeren.

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de moties zoals ingediend bij het notaoverleg over Preventiebeleid.

Ik stel tevens voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 31 mei 2013 te Beijing tot stand gekomen Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Volksrepubliek China tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2013, 104) (33718);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen in verband met aanvulling van de bepaling over de procedure van voortgezette tenuitvoerlegging (33742);

  • -het wetsvoorstel Aanpassing van de Advocatenwet, de Wet op de rechtsbijstand en de Wet tarieven in burgerlijke zaken in verband met de positie van de advocatuur in de rechtsorde (32382);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Wet op het kindgebonden budget, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet studiefinanciering 2000 en enige andere wetten in verband met hervorming en versobering van de kindregelingen (Wet hervorming kindregelingen) (33716).

Op verzoek van het lid Kooiman stel ik voor, haar motie (29398, nr. 386) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Tot slot stel ik voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Aanpassing eigenwoningforfait, naar aanleiding van het algemeen overleg d.d. 16 januari, met als eerste spreker het lid Van Klaveren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. In de Volkskrant van vandaag lezen wij het bericht dat volgens werkgevers en werknemers de zorgpremies als gevolg van de plannen voor de langdurige zorg enorm zullen stijgen. Dat terwijl wij onlangs een debat hebben gehad over de planen voor de langdurige zorg en er expliciet van links tot rechts aan de staatssecretaris is gevraagd of dat niet het geval zou zijn. Dat werd bevestigd door de staatssecretaris. Daarom wil ik een debat over dit bericht met de minister van VWS. Zij gaat immers over de Zorgverzekeringswet.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik heb tijdens het debat hiervoor al aandacht gevraagd. Op dat moment leek er weinig besef van de omvang van dit onderwerp. Ik heb een motie ingediend, die ook is aangenomen, om deze zorgpremie-explosie goed uit te werken. Dit is zo belangrijk dat het CDA een debat hierover van harte steunt. Ik ben bang dat het anders verdwijnt in alle andere effecten van deze ontwikkeling.

Mevrouw Agema (PVV):

De plannen van de staatssecretaris zijn niet alleen verschrikkelijk hardvochtig, ze zorgen ook nog eens voor deze explosie van kosten. Het is volkomen onzinnig. De plannen moeten van tafel.

De voorzitter:

En dus?

Mevrouw Agema (PVV):

Daarom natuurlijk steun voor dit debat. Het is het zoveelste debat, maar wij moeten de staatssecretaris toch op enig moment laten inzien dat dit niet de weg is.

De heer Van Gerven (SP):

We moeten onmiddellijk kappen met dit systeem. Een premiestijging van €200. Er wordt links van mij wel gelachen, maar de mensen moeten dat betalen. Een eigen risico van €400 is volstrekt onaanvaardbaar.

De voorzitter:

Het debat is nog niet begonnen. Wat is uw standpunt?

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Dat debat is permanent. Wij steunen het verzoek om het debat. Ik vraag om een onmiddellijke reactie van het kabinet op de cijfers die vandaag naar buiten zijn gekomen. Ik stel voor om het debat nog deze week te houden. Een praktische suggestie zou wat mij betreft donderdagavond zijn, want dan staat er toch al een debat op het terrein van zorg. Daarvoor kijk ik naar de indiener, mevrouw Agema, de aanvrager van het debat over de zomerstops. Wellicht kan de Kamer tot een vergelijk komen om het debat donderdagavond te houden.

De voorzitter:

We gaan eerst maar eens even kijken hoe het verder allemaal loopt.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik zou graag een reactie van de minister krijgen op deze berichtgeving met uitleg hoe de verschuivingen plaatsvinden. Ik zou onder andere antwoord willen krijgen op de vraag wat de gevolgen zijn voor de nu afhankelijke AWBZ-premie die straks bij de Zvw terechtkomt. Als we die reactie hebben ontvangen, kunnen we bekijken of hier onmiddellijk over gedebatteerd moet worden of niet.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ik kan mij voorstellen dat mensen zorgen hebben naar aanleiding van de berichtgeving in de krant. Mevrouw Keijzer heeft terecht een motie op dit punt ingediend. Het gaat hierbij om de vraag wat de gevolgen zijn. Wij krijgen daar een brief over van het kabinet. Het kabinet zal uitleggen wat de feiten en wat de gevolgen zijn. Zodra die brief er is, weten we allemaal wat er aan de hand is en dan kunnen we het erover hebben. Ik stel voor dat we eerst de feiten afwachten, want er gaat niet vandaag of morgen iets gebeuren. Ik stel voor dat we mensen geen onnodige angst aanpraten, maar dat we eerst de uitwerking afwachten en dat we er daarna over kunnen spreken. Dus nu geen steun voor het debat.

De voorzitter:

Dat is duidelijk.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het lijkt mij goed om eerst de feiten helder te hebben. Het betreft serieuze berichten, maar wat ons betreft ontvangen we eerst de brief en beslissen we daarna wat we gaan doen.

De heer Rutte (VVD):

Geen steun voor het verzoek. Het kabinet heeft naar aanleiding van de motie van mevrouw Keijzer al ruimhartig toegezegd alle benodigde informatie bij elkaar te brengen en de Kamer daarover te rapporteren. Dat moment wachten wij eerst maar eens af.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, de conclusie is dat u geen steun hebt voor een debat. Er is wel voldoende steun voor een brief. Ik zal ervoor zorgen dat het stenogram van dit gedeelte van de vergadering wordt doorgeleid naar het kabinet. Als de Kamer die brief heeft ontvangen, zal dit onderwerp denk ik opnieuw bij de regeling van werkzaamheden aan de orde komen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is wel van belang dat wij die brief ontvangen voordat wij de wetsvoorstellen die hierover gaan, dus de Wmo, de Wet langdurige zorg en de herziening van de Zorgverzekeringswet, in deze Kamer behandelen, zodat wij weten wat de gevolgen voor burgers zullen zijn voordat wij een besluit daarover moeten nemen.

De voorzitter:

Ook dat gedeelte zal ik doorgeleiden naar het kabinet. Het lijkt mij geen onredelijk verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil het verzoek aanscherpen, in die zin dat ik ervoor pleit dat we morgen voor 12.00 uur een brief ontvangen. Mensen lezen ook allemaal een krant en horen die berichten. Het kan niet waar zijn. Er is ontzettend veel onrust. Er moet dus heel snel duidelijkheid komen. Ik wil graag dat er naar aanleiding van de berichtgeving van vandaag een brief komt en dat we morgen om 12.00 uur bekijken hoe het verder moet.

De voorzitter:

Dat beschouw ik als een aanvullend voorstel. Ik hoor graag heel kort uw mening hierover.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het is mij nog niet helemaal duidelijk of mevrouw Voortman heeft gevraagd om er een dertigledendebat van te maken. Ik zou daarvoor pleiten. Ik wil haar graag het volgende in overweging geven. Deze plannen hebben grote zorginhoudelijke consequenties, ze hebben grote consequenties voor mantelzorgers en dus ook grote financiële consequenties.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Daar heeft mevrouw Keijzer gelijk in.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik geef mevrouw Voortman graag in heroverweging om dit onderwerp nadrukkelijk op de agenda te houden. Ik ben bang dat het anders verdwijnt in de grote brij.

De voorzitter:

Mag ik even meedenken met u, mevrouw Voortman? U kunt eerst de brief afwachten en daarna alsnog proberen om het debat plenair ingepland te krijgen. Dat is aan u. U kunt er ook een dertigledendebat van maken. Daar hebt u voldoende steun voor.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dan zouden we inderdaad het voorstel van de heer Van Gerven moeten overnemen dat deze week de brief komt, zodat we dan kunnen besluiten of we alsnog deze week een debat hierover willen voeren. Anders zou ik graag het voorstel van mevrouw Keijzer voor een dertigledendebat willen overnemen.

De voorzitter:

We zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorsturen naar het kabinet. Laten we eerst bekijken of die brief op tijd is. Vervolgens kunt u bekijken of u een plenair debat wilt agenderen naar aanleiding van die brief. Ik stel voor dat u uw verzoek om een dertigledendebat nog even opschort.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Maar dan sta ik hier morgen weer, want dan verwachten we de brief.

De voorzitter:

Dan weet u wel waar u aan toe bent.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Oké, dan doen we dat.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik ga daar alleen mee akkoord als die brief er morgen voor 12.00 uur is. Het ministerie gaat rollebollend over straat met werkgevers …

De voorzitter:

De regeling van werkzaamheden is morgen na 12.00 uur. Dan weet u dus waar u staat.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik vind dat die brief er eigenlijk al had moeten zijn. Maar goed, de afspraak is dat we die brief morgen voor 12.00 uur ontvangen. Anders staan we hier weer.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Precies.

De voorzitter:

Dat is niet de afspraak. Dat is het verzoek dat de Kamer via het stenogram aan het kabinet doet. Daarna zien we wel verder. Het woord is aan mevrouw Jadnanansing namens de PvdA.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Voorzitter. Ik kan kort en krachtig zijn. Het bericht vandaag in de krant dat er op het roc Amsterdam examenfraude is geconstateerd, baart mij grote zorgen. Ik wil daarover graag een debat aanvragen, met als uitgangspunt de vraag of hier sprake is van een trend, een en ander voorafgegaan door een brief.

De heer Van Meenen (D66):

Hoewel ik ontzettend slecht nee kan zeggen tegen een verzoek van mevrouw Jadnanansing wil ik graag eerst de feiten op een rijtje hebben in een brief. Vervolgens kunnen wij bekijken of er een debat nodig is. Ik zou graag zien dat in die brief ook wordt ingegaan op de vraag die mevrouw Jadnanansing al stelde, namelijk hoe het is gesteld met de veiligheid rond examens, met name de landelijke.

De voorzitter:

Vooralsnog geen steun. De heer Beertema van de PVV.

De heer Beertema (PVV):

Het gebeurt steeds maar weer dat er fraude wordt gepleegd bij grote onderwijsinstellingen. Ik ondersteun het verzoek van harte. Het doet ook recht aan de urgentie van het probleem. Een snel debat, liefst plenair en geen dertigledendebat, maar een groot debat waarin wij alles op een rijtje kunnen zetten, inclusief een brief.

De voorzitter:

Steun. De heer Rog namens het CDA.

De heer Rog (CDA):

Steun voor de brief. Ik zou het goede voorbeeld willen geven aan de coalitiefracties, dus ook steun voor het debat, al kan ik mij voorstellen dat wij het debat houden na de brief, maar ik steun beide verzoeken van mevrouw Jadnanansing.

De heer Smaling (SP):

Wij worden inderdaad niet vrolijk van wat wij horen. We kunnen alleen maar hopen dat het meevalt. We zitten niet te wachten op nog een fraudezaak. We steunen het verzoek van mevrouw Jadnanansing. Ik wil wel eerst in een brief lezen hoe het staat met de feiten. Daarna moet het debat volgen. Die lijn lijkt mij logisch, maar wij steunen het verzoek wel.

Mevrouw Straus (VVD):

Ook wij vinden dit een heel zorgelijk bericht, maar wij steunen het verzoek om een debat niet. Wel steunen wij het verzoek om een brief. Wij hebben ook behoefte aan meer informatie over wat er precies aan de hand is. Binnenkort staat er een AO over examens op de rol. Daarin kan deze kwestie eventueel terugkomen. Wij steunen het verzoek om een brief van harte.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voor zover wij begrijpen, is het een lokale kwestie, maar de vraag of al of niet sprake is van een trend is wel belangrijk. Wat ons betreft eerst een brief met de feiten helder op tafel en dan besluiten over een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Jadnanansing. U hebt een meerderheid voor een plenair debat. Ik stel voor, dat in te plannen met spreektijden van vier minuten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik zal dit deel van het stenogram doorzenden aan het kabinet, met het oog op de door u gewenste brief.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Hartelijk dank.

De voorzitter:

Dan is het woord aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Zojuist is het rapport van de Gezondheidsraad over de gevolgen van bestrijdingsmiddelen voor omwonenden gepresenteerd. Uit de zaal kwam de vraag aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu hoe het zit met metam-natrium. De Kamer heeft daar in meerderheid vragen over gesteld op 2 december. Ik heb vorige week al een rappel gedaan, met het verzoek of die antwoorden voor het weekend binnen zouden kunnen komen. We hebben die antwoorden echter nog niet gezien. Ik zou mijn rappel dus willen herhalen. Ik zou het kabinet met het oog op het debat dat wij hebben aangevraagd nog iets anders willen vragen. De staatssecretaris zei vanmorgen bij de presentatie dat zij de Kamer snel van een kabinetsreactie wil voorzien op het rapport van de Gezondheidsraad. Zou het kabinet de Kamer willen informeren over welke termijn het daarbij voor ogen heeft, zodat wij daarmee rekening kunnen houden bij de planning van het al toegestane debat?

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Hartelijk dank.

De voorzitter:

Dan is het woord aan mevrouw Van Veldhoven van D66.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. In het AD konden wij lezen dat de JSF grote problemen heeft. Daarom wil ik namens mijn collega Wassila Hachchi, woordvoerder voor Defensie, graag een debat aanvragen, voorafgegaan door de toezending aan de Kamer van het Pentagonrapport, met een reactie.

De voorzitter:

Wil iemand daar iets over zeggen? De heer Vuijk van de VVD.

De heer Vuijk (VVD):

Geen steun voor het debat. Wat mij betreft wachten wij eerst de brief af, die al door de minister is toegezegd.

De heer Van Gerven (SP):

Van harte steun voor het debat. Een brief is uiteraard altijd welkom, vooral als erin staat dat we kappen met de vliegende Fyra. Wat mij betreft kan er niet snel genoeg gedebatteerd worden over dit wanstaltige voorstel van het kabinet.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook steun voor het verzoek. We kunnen inderdaad beter nu kappen met de JSF dan wachten tot na een parlementaire enquête, waarin geconstateerd wordt dat het allemaal veel te duur is geworden en te weinig heeft opgeleverd.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij steunen van harte dat de toegezegde brief naar de Kamer komt.

De voorzitter:

En dus geen steun voor het debat?

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij kijken altijd eerst naar de brief en dan bezien wij of wij steun geven aan het verzoek.

De voorzitter:

Maar die logica geldt niet voor allen. Vandaar dat ik u heb gevraagd, dat expliciet uit te spreken.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Ik begrijp het verzoek van mevrouw Van Veldhoven, maar de minister heeft in de brief van vrijdag aangegeven dat het rapport op 27 februari uitkomt. De minister zegt niet alleen dat zij een reactie zal geven, maar zelfs dat zij een spoedige reactie zal geven. Ik zou haar de gelegenheid willen geven om die spoedige reactie — binnen twee weken — naar de Kamer te sturen. Dan spreken wij er uiteraard verder over.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun voor het verzoek van mevrouw Van Veldhoven.

De heer Knops (CDA):

Wij wachten de spoedige brief graag af.

De voorzitter:

Dus geen steun voor het debat?

De heer Knops (CDA):

Als ik steun voor een debat had toegezegd, had ik dat expliciet aangegeven. Ik heb dat niet gedaan, dus geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Dank u zeer. Ik vroeg het u expliciet voor de Handelingen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief. Op basis van de brief moet beoordeeld worden of een debat nodig is. Dus nu geen steun.

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven, de Kamer is in meerderheid niet van mening dat het op dit moment goed is om een plenair debat over dit onderwerp te plannen. Er is ruime steun voor een brief en nadrukkelijk is aangegeven dat die met grote spoed moet komen. Mevrouw Eijsink heeft zelfs gesproken over "binnen twee weken". Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

In ieder geval dank voor het feit dat de urgentie door alle collega's is onderstreept. Ik vind de termijn van twee weken heel nuttig. Ik stel voor dat mijn collega op dat moment beoordeelt of zij er een dertigledendebat van wil maken. Ik begrijp dat daar wel voldoende steun voor is. Ik laat dat even afhangen van de brief.

De voorzitter:

Maar dat zien we dan tegen die tijd. Dank u zeer.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven