7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om het debat over de modernisering van de Nederlandse diplomatie en het dertigledendebat over het omgaan met privacygegevens van burgers door bedrijven van de lijst af te voeren.

Ik stel voor, vanavond ook te stemmen over de aangehouden motie-Klein (33664, nr. 19) en de aangehouden motie Dik-Faber/Lodders (28286, nr. 709). Ook stel ik voor, vanavond te stemmen over de brief van het Presidium over de Toekomst- en onderzoeksagenda Tweede Kamer (32224, nr. 8), de brief van het Presidium over het onderzoeksvoorstel van de tijdelijke commissie Fyra (33678, nr. 4) en de brief van het Presidium over een verkenning naar een zogeheten parlementaire ondervraging (33812, nr. 2).

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het voorstel van wet van het lid Bosman houdende regulering van de vestiging van Nederlanders van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in Nederland (Wet regulering vestiging van Nederlanders van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in Nederland) (33325);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet werk en bijstand en enkele andere sociale zekerheidswetten (Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten) (33801);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met Verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PbEU 2011, L 55) (33733).

Op verzoek van het lid Voortman stel ik voor, de motie Voortman/Leijten op stuk nr. 40 (33750-XVI) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Aangezien voor de volgende stukken de termijn is verstreken, stel ik vast dat, wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd:

33174-(R1974); 23908-(R1519)-111; 23908-(R1519)-110; 33793; 33794-(R2019); 33784-(R2018); 33710-(R2017)-2; 33701-(R2012); 33700-(R2014); 33668-(R2013); 33768; 33702-2; 33739-(R2009)-1; 33761-1; 33724; 33725.

Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor een aantal stukken de termijn is verstreken, stel ik voor, de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen:

29689-447; 33567-1; 29477-204; 32154-20; 32812-20; 31409-56; 32308-9; 33666-1; 25422-106; 33750-XII-13; 29023-122; 23908-(R1519)-112; 33287-24; 30597-379; 33457-1; 33473-3; 33766-1; 31293-185; 31322-214; 25424-231.

Tot slot stel ik voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren:

31083-50; 30545-134; 30545-133; 29544-488; 30545-129; 33435-13; 30545-131; 28719-82; 30545-132; 21501-30-320; 29684-109; 32670-84; 29683-174; 22112-1693; 22452-35; 22452-34; 27406-206; 31293-179; 32623-117; 33480-III-3; 33400-B-8; 33400-H-6; 33440-(R1990)-6; 33400-B-6; 33400-B-16; 32201-67; 21501-32-757; 21501-32-755; 33037-79; 33523-11; 22112-1749; 33750-XIII-104; 22112-1732; 22112-1719; 32201-66; 33643-11; 2013Z24508; 21501-32-754; 33400-B-15; 33219-8; 33047-11; 33219-26; 33047-6; 33047-10; 33000-B-8; 33000-B-9; 33000-B-6; 23645-525; 2012Z17443; 32550-40; 31568-115; 28844-65; 33400-B-5; 28844-63; 32761-14; 27859-34; 28481-18; 2012Z21458; 22112-1572; 29614-32; 33471; 33400-VII-68; 27879-46; 22112-1734; 32733-128; 32733-138; 33763-6; 32733-135; 32733-146; 33763-7; 32733-129; 33763-8; 2013Z18507; 32733-132; 33358-4; 21501-02-1306; 2013Z21927; 21501-02-1309; 21501-20-819; 32623-120; 29407-176; 27925-488; 33750-IV-6; 33750-IV-5; 31839-329; 21501-04-157; 33750-IV-4; 33750-IV-9; 32862-53; 32862-54; 26956-184; 25834-81; 26956-183; 26956-177; 26956-182; 26956-180; 30373-49; 26956-176; 33750-XII-58; 26956-175; 26956-179; 2013Z24030; 32620-94; 33497-12; 32620-89; 33578-3; 32620-77; 29247-180; 32620-67; 32620-60; 33750-13; 22112-1740; 21501-08-493; 21501-02-1310; 21501-02-1305; 2013Z23125; 23987-133; 29521-216; 29521-213; 29521-215; 2013Z23916; 2013Z23817; 33750-XVI-75; 20454-109; 31839-331; 22112-1742; 29544-495; 32545-16; 2013Z23349; 28286-641; 32013-39; 33746-3; 33746-4; 28753-31; 33400-XII-63; 33400-XII-58; 33750-XII-60; 33750-XVI-76; 33750-XII-59; 22112-1715; 21501-08-485; 22112-1739; 21501-08-492; 21501-08-494; 29477-265; 33752-74; 32013-42; 31936-165; 33746-1; 29477-219; 30196-125; 32376-40; 31066-184; 33037-47; 33182-53; 31224-38; 32879-(R1960)-1; 31371-376; 2013Z20219; 2013Z14966; 2013Z20375; 2013Z23438; 33613-5; 33483-7; 32347-2; 33704.

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende aangehouden moties zijn vervallen:

28694-97; 31389-108; 33309-9; 29984-431; 29984-433; 26234-145; 31389-105.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Madlener van de PVV.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Ik doe dit verzoek namens mijn collega mevrouw Klever. PwC heeft een breed onderzoek naar fraude gedaan en heeft becijferd dat de fraude in de zorg 2,8 miljard euro bedraagt. De PVV is eerder dit jaar tot een vergelijkbare conclusie gekomen.

De voorzitter:

Gaat u een rappel doen of gaat u een debat aanvragen?

De heer Madlener (PVV):

Ik ga een debat aanvragen.

De voorzitter:

Dan moet u dat toch vanaf de katheder doen. U hebt het toch al een aantal keren eerder gedaan, mijnheer Madlener?

De heer Madlener (PVV):

Oké, sorry. Dan doe ik dat.

De voorzitter:

U mag het helemaal opnieuw doen. Dank u wel.

De heer Madlener (PVV):

Oké. Namens mijn collega mevrouw Reinette Klever heb ik het volgende mee te delen. PwC heeft een breed onderzoek naar fraude gedaan en heeft becijferd dat de fraude in de zorg 2,8 miljard euro bedraagt. De PVV is eerder tot een vergelijkbare conclusie gekomen. Toen waren er bij deze Kamer en de minister grote twijfels over die omvang. Met dit onderzoek van PwC wordt opnieuw bevestigd dat miljarden euro's in de zorg verloren gaan door fraude. Dit bevestigt de noodzaak van een zeer spoedig debat hierover. Er staat reeds een zorgfraudedebat gepland. Ik wil graag aandringen op een spoedige planning van dit debat. Daarnaast wil ik namens mevrouw Klever graag een reactie van de minister, waarin zij uitgebreid ingaat op dit onderzoek en op de cijfers van PwC met betrekking tot deze zorgfraude. Wij ontvangen deze reactie graag ruim voor de aanvang van het debat.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij hebben gisteren bij Nieuwsuur kunnen zien dat het PwC-rapport over fraude breed is. Laat dat nou een debat zijn waar mijn collega Gesthuizen al om heeft verzocht. Dat verzoek is ook al gesteund door de Kamer. Er is ook al gezegd dat, wanneer het standpunt van het kabinet er is, dat debat wordt gepland. Dat standpunt is aanstaande. Volgens mij moeten wij het verzoek om in die brief ook te reageren op het rapport van PwC, zeker meenemen. Ik verzoek u, voorzitter, om het debat na het reces op een redelijke termijn in te plannen zodra de kabinetsstukken er zijn. Het is inderdaad waar dat er een zorgfraudedebat staat. Daarvan hebben we gezegd dat we bekijken of we dat in het fraudedebat schuiven of los doen. Ik zou zeggen dat we dat pas bekijken na ommekomst van de informatie van het kabinet.

De voorzitter:

Ik zet het even op een rijtje. U steunt het verzoek om een brief met een reactie op dit specifieke rapport. Het heeft uw voorkeur om niet het debat over zorgfraude snel te plannen, maar het brede debat over fraude in Nederland. Na ommekomst van de brief, waar u zojuist om hebt gevraagd samen met de heer Madlener, wilt u besluiten of het debat over zorgfraude daaraan toegevoegd kan worden of dat u dat als een separaat debat wilt houden.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik heb begrepen dat het kabinet vrijdag komt met een brief in reactie op het rapport. Dat is prima. De brief is volgens mij in de maak. Ik steun het verzoek om spoedig een breed debat te voeren, zoals aangevraagd door de SP, en spoedig een debat over zorgfraude specifiek, zoals aangevraagd door de PvdA. Ik voeg er iets aan toe. Er komt een algemene brief van het kabinet, maar omdat er voor 2,8 miljard euro gefraudeerd zou worden, zou ik een specifieke reactie van de minister en de staatssecretaris van VWS op prijs stellen.

De heer Rutte (VVD):

Het zorgfraudedebat staat al gepland. Zowel de reactie waar de heer Madlener om vraagt, als het stuk zelf zou wat ons betreft bij dat debat betrokken kunnen worden.

De heer Knops (CDA):

Dat geldt ook voor de CDA-fractie. Wij moeten zo veel als mogelijk combineren. Wij steunen uiteraard de vraag om een brief.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Namens mijn collega Otwin van Dijk steun ik het alternatieve voorstel van mevrouw Bergkamp van D66. Een reactie is altijd welkom, maar het debat is al gepland.

De heer Madlener (PVV):

Het zorgdebat staat gepland, maar het verzoek is om dat zo snel mogelijk in te plannen. Dit gaat echt om zorgfraude. Het lijkt mij dus het beste om het in dat debat aan de orde te stellen. De brief komt eraan.

Mevrouw Leijten (SP):

Zoals ik het begrepen heb, gaat het om fraude in het algemeen. Mevrouw Gesthuizen heeft daarover een debat aangevraagd. Wij moeten later beslissen of wij het nog apart moeten hebben over zorgfraude, maar wij willen een reactie op het hele rapport. Het is zonde om het alleen op de zorg te richten, want het gaat in totaal over 11 miljard euro. 2,8 miljard euro aan zorgfraude is schokkend hoog — de regering heeft het altijd ontkend — maar het moet een onderdeel zijn van de reactie op het rapport van PwC.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Iedereen wil graag een reactie op het rapport van PwC. Er zijn al twee debatten aangevraagd. Ik zal me tot het uiterste inspannen om die debatten zo snel als mogelijk is na het reces in te plannen. Als er tussentijds door de Kamer besloten wordt om ze samen te voegen, denk ik altijd constructief mee in een oplossing die voor iedereen aanvaardbaar is. Maar dat hoor ik dan wel op een later moment.

Het woord is aan mevrouw Yücel.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Voorzitter. Vandaag verscheen het rapport Racisme, antisemitisme, extreemrechts geweld en discriminatie in Nederland. In opdracht van de Anne Frank Stichting verrichtte het Verwey-Jonker Instituut kwantitatief onderzoek naar meldingen bij de politie van overtredingen en misdrijven rond deze thema's. Het aantal racistische incidenten in Nederland in 2012 betrof 2.077, een toename van ruim 25% ten opzichte van 2011. Dat is opvallend en zorgelijk. Er is geen eenduidige verklaring voor de stijging te geven. In ieder geval gaat het niet om een andere registratiewijze of meer aandacht voor het onderwerp binnen de politie. Ik verzoek om een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voorafgaand aan het debat zou ik graag een brief ontvangen.

De voorzitter:

Mevrouw Yücel vraagt steun voor het houden van een debat over de stijging van het aantal meldingen van racisme.

De heer Knops (CDA):

Wij steunen het verzoek om een debat en een brief.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ook namens de fractie van de ChristenUnie steun voor beide verzoeken.

Mevrouw Karabulut (SP):

Er lag al een verzoek om een reactie op het ECRI-rapport dat ook over racisme en discriminatie gaat. Ik steun het verzoek, waarbij ik aan de regering wil meegeven dat wij al maanden wachten op een antidiscriminatie- en antiracismebrief. Het zou fijn zijn als dat tegelijkertijd met deze reactie kan.

De heer Klein (50PLUS):

Wij steunen het verzoek.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor brief en debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Datzelfde geldt voor D66.

De heer Azmani (VVD):

Dat geldt ook voor de VVD-fractie.

De voorzitter:

Mevrouw Yücel, u hebt brede steun voor beide verzoeken. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief het rappel van mevrouw Karabulut, doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal het debat op de lijst plaatsen. Na ommekomst van de brief zal ik het zo spoedig mogelijk proberen in te plannen. Ik ga mij daarvoor inspannen. De spreektijd zal vier minuten per fractie bedragen.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Dank u. Het zou mooi zijn als wij dit snel na het kerstreces konden doen. Natuurlijk is de brief relevant. Ik dank de Kamer voor de brede steun. Dit is een belangrijk onderwerp.

De voorzitter:

Absoluut.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven