6 Vragenuur: Vragen Kooiman

Vragen van het lid Kooiman aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de misstanden in het Justitieel Medisch Centrum in Scheveningen.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Het is een bende bij het Justitieel Medisch Centrum in Scheveningen, een centrum dat goede medische zorg hoort te leveren aan zieke gedetineerden. Maar of er goede zorg wordt geleverd, is maar de vraag. Er is eerder sprake van een puinhoop, zo blijkt uit onderzoek van het radioprogramma Argos van afgelopen zaterdag. De waslijst van problemen is enorm. Ik som ze op. Er zouden problemen zijn met de intake want bij opname van een patiënt is niet altijd duidelijk hoe ernstig de medische problemen zijn. Er zou sprake zijn van communicatieproblemen. Er is onvoldoende zicht op de dossiers, die zouden niet in orde zijn. De rol van de bewakers is niet adequaat. Wat ik het meest schokkende vond, is dat ambtenaren nog wel eens op de stoel van een arts gaan zitten. Als een arts bijvoorbeeld zegt dat een bepaalde patiënt niet kan worden opgenomen, omdat hij eigenlijk te ziek is voor opname, dan zegt ergens in de lijn een ambtenaar: we vinden het toch belangrijk dat die patiënt in het medisch centrum wordt opgenomen, terwijl het die zorg dus niet kan leveren.

Ik heb de volgende vragen. Waarom krijgen we deze informatie via onderzoeksjournalisten? Was het niet verstandig geweest dat de staatssecretaris de Kamer hierover had geïnformeerd? Wat gebeurt er nu met de patiënten die opgenomen zijn in het Justitieel Medisch Centrum? Hoe kan de staatssecretaris garanderen dat deze zorg goed is? Belooft de staatssecretaris dat als een arts in het Justitieel Medisch Centrum besluit dat een patiënt te ziek is voor opname in het centrum, dat hij dan gewoon naar het ziekenhuis gaat en dat een ambtenaar hier niet anders over zal beslissen?

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Dank aan mevrouw Kooiman voor de vragen die zij heeft gesteld over dit onderwerp. Mevrouw Kooiman gebruikt heel grote woorden. Ik heb even mee geschreven. Zij zei: het is een bende bij het JMC, het is een puinhoop en meer van dat soort teksten. Dat mag natuurlijk. Je mag je vragen best zo stellen aan een staatssecretaris. Daar heb ik geen enkel probleem mee, maar het zou wel goed zijn als je dan ook het hele dossier leest en je goed op de hoogte stelt van de feiten.

In 2009 is er een overlijden geweest waar vraagtekens bij werden gezet. Mijn voorgangster heeft zich toen hier in de Kamer daarvoor verantwoord. Dat heeft tot verbeteringen geleid. Dit zijn door DJI ook doorgevoerd. Dat is op enig moment ook geconstateerd door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. In november 2011 is er weer een overlijden geweest in het JMC waar vraagtekens bij werden gezet. Dat heeft geleid tot een onderzoek en tot een interne audit door DJI zelf. Daar is in februari en maart van dit jaar over gerapporteerd. Daar hebben we de inspectie op gezet en er is toen geïntensiveerd toezicht gekomen van de inspectie. De inspectie heeft daarop aanbevelingen gedaan en die zijn inmiddels doorgevoerd door het JMC. Dat had betrekking op de dossiervorming, waar mevrouw Kooiman opmerkingen over maakt, op de medicatieveiligheid en ook op de vraag welke gedetineerden wanneer kunnen worden opgenomen in het JMC. Kunnen artsen dat zelfstandig beslissen of wordt er vanuit de lijn druk op uitgeoefend?

Er is in het JMC wel een discussie gaande tussen justitieel medewerkers en artsen over de detentieongeschiktheid. Dat is een logische vraag. Als mensen zijn veroordeeld door de rechter, maar niet in een gevangenis kunnen verblijven en detentieongeschikt zijn en als ze dan in het JMC komen, is er soms wel een discussie over die detentieongeschiktheid. Maar dat komt ook omdat het een gevangenisziekenhuis is. Feit is in ieder geval dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg in een voorlopig rapport van dit voorjaar — volgend voorjaar komt het eindrapport — heeft geconstateerd dat de aanbevelingen zijn doorgevoerd. Dus het spreken van een bende, zoals de SP-fractie doet, lijkt mij grote woorden, maar weinig wol.

Mevrouw Kooiman (SP):

Dan is het toch zaak dat de staatssecretaris de Kamer informeert. Wij zijn niet de enigen met grote zorgen. De heer Marcouch van de fractie van de Partij van de Arbeid heeft in de uitzending ook zijn zorgen geuit. Hij wil weten of de zorg gegarandeerd is, of het veilig is voor de patiënt. Goede zorg moet altijd voorop staan. In het auditonderzoek komen deze zorgen wel heel duidelijk naar voren. Er staat bijvoorbeeld duidelijk in beschreven dat een ambtenaar op de stoel van een arts gaat zitten of dat dossiers niet op orde zijn. Als het niet heel veel gevraagd is, kan de staatssecretaris deze zorgen wel naar de Kamer sturen. De SP-fractie heeft hierover al vijf jaar geleden Kamervragen gesteld. Gezien het feit dat ik hier vandaag weer sta met dezelfde zorgen, moet de staatssecretaris wel van goeden huize komen om die zorgen weg te nemen en een plan van aanpak naar de Kamer te sturen, waarin hij beschrijft hoe hij die zorgen gaat aanpakken.

Staatssecretaris Teeven:

Dat hoef ik als staatssecretaris niet te doen, want wij hebben de Inspectie voor de Gezondheidszorg goed daarnaar laten kijken. Die zegt juist dat in april en mei de aanbevelingen zijn doorgevoerd, dat de zaak nu op orde is en dat het helemaal niet onveilig is, maar dat er op dit moment een heel veilige situatie bestaat. Als staatssecretaris moet je vooral uitleg geven wanneer er onduidelijkheden zijn en wanneer zaken niet op orde zijn en uitleggen hoe je vervolgens hebt geprobeerd de zaken wel op orde te brengen. Je moet niet alleen maar de zorgen delen met de Kamer. In februari en maart 2013 heb ik geconstateerd dat er zaken niet goed waren. Toen heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg aanbevelingen gedaan. Het gaat erom dat ik die aanbevelingen dan doorvoer. Volgens mij is de Kamer daarover dan tevreden of ontevreden en spreekt zij mij daarover opnieuw aan. Bovendien verschijnt het eindrapport komend voorjaar. Ik zal het graag met de Kamer delen. Ik wijs er ook op dat de Kamer dit onderwerp tijdens een algemeen overleg over het gevangeniswezen nog niet zo lang geleden niet aan de orde heeft gesteld.

Mevrouw Kooiman (SP):

Het was destijds de SP-fractie die dit aan de orde stelde. Ik vind het wel heel gemakkelijk om te zeggen: er zijn allemaal onderzoeken verricht, maar ik stuur de uitkomsten niet naar de Kamer. Er komen zeer zorgelijke resultaten uit het auditonderzoek, waarover wij niet beschikken. Bijvoorbeeld dat de dossiers niet op orde zijn en dat nota bene een ambtenaar op de stoel van een arts gaat zitten. Daarover zegt de SP-fractie: laat in ieder geval een arts de deskundige zijn en niet een ambtenaar. Dat zijn heel duidelijke zorgen. Ik wil graag dat de staatssecretaris dat auditonderzoek naar de Kamer stuurt, samen met de andere inspectieonderzoeken die ook al voorhanden zijn en met een plan van aanpak. Nu stilzitten is geen optie.

Staatssecretaris Teeven:

Dat doet veronderstellen dat ik heb stilgezeten. Dat is juist niet zo. Wij zijn juist opgetreden. De vragen over het JMC zijn in 2009 overigens gesteld door de VVD-fractie en de SP-fractie, maar dat even daargelaten. Er is in deze concrete zaak opgetreden toen er onduidelijkheden en onvolkomenheden waren. Er ligt nu een goed, voorlopig, rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Zodra er geen voorlopig maar een voltooid rapport is, zal ik dat met alle plezier aan de Kamer sturen.

Mevrouw Kooiman (SP):

Om te voorkomen dat ik straks bij de regeling van werkzaamheden toch weer een debat moet aanvragen omdat de staatssecretaris niet de informatie naar de Kamer wil sturen: er loopt momenteel een incidentenonderzoek van de inspectie, er zijn door de inspectie twee tuchtklachten ingediend tegen twee artsen van het Justitieel Medisch Centrum, er loopt een onderzoek naar de kwaliteit van de zorg. Die onderzoeksresultaten kunnen wij inderdaad in het voorjaar verwachten. Er ligt echter momenteel een inspectierapport naar aanleiding van de dood van een patiënt in 2011. Er ligt een auditonderzoek waarin heel veel grote zorgen staan vermeld. Ik verwacht in ieder geval dat de staatssecretaris die twee onderzoeken naar de Kamer stuurt, met een plan van aanpak, zodat wij weten dat de zorg in het Justitieel Medisch Centrum op orde is.

Staatssecretaris Teeven:

Nogmaals, tot slot: naar aanleiding van het incident in 2011 heeft onderzoek plaatsgevonden. Er zijn aanbevelingen van de inspectie gekomen. Die zijn opgevolgd. De zaak is nu op orde. Dat vertel ik de Kamer. De zaak is nu op orde. Het eindrapport van de inspectie volgt volgend voorjaar. Dan zal ik de stukken naar de Kamer sturen.

Naar boven