4 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele van de door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 29683, nr. 180, 33669, nr. 67 en 26991, nr. 401. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Dierenwelzijn, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 4 september, met als eerste spreker mevrouw Ouwehand van de PvdD. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Pechtold. 

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik geloof dat ik het geen rappel mag noemen, vandaar dat ik het een herhaalde vraag noem. Ik heb op 20 augustus 2014 twintig vragen gesteld over de Griekse woning van de koning. De laatste vraag was of ze voor het einde van de week beantwoord konden worden. Daarop heb ik geen antwoord gekregen. Belangrijker is echter dat ik de antwoorden op de vragen nog steeds niet heb. Daarom vraag ik u om aan het kabinet mijn verzoek door te geleiden om aanstaande dinsdag voor 12.00 uur te antwoorden, anders vraag ik een debat aan. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan mevrouw Schouten. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik blijf het gewoon een rappel noemen. Ook ik wil rappelleren aan onbeantwoorde schriftelijke vragen over een lasser die een boete van €12.000 heeft gekregen omdat hij een jongere met afstand tot de arbeidsmarkt in dienst had genomen. Die vraag heb ik op 1 juli jl. ingediend, maar ik heb er nog geen antwoord op gekregen. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet met het verzoek om deze vraag zo spoedig mogelijk te beantwoorden. 

Het woord is aan de heer Bontes. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Gisteravond kwam RTL met het bericht dat cruciale commandanten van de Oekraïense reddingsoperatie niet gehoord zijn door de Nederlandse autoriteiten. Dat werd als een fout bestempeld. Het is ook een fout, want dat hoort wel bij het onderzoek. Zo zijn er meer van dat soort berichten. Wij hebben destijds in de procedurevergadering afgesproken dat er een evaluatiedebat over de MH17 zou worden gevoerd, over de ramp in Oekraïne. Laten we dat debat voor 1 november aanstaande plannen. Minister Timmermans van Buitenlandse Zaken speelt natuurlijk een cruciale rol in dit gehele verhaal. Op 1 november aanstaande is hij weg. Graag een debat onder de noemer "evaluatie MH17", zodat de heer Timmermans daar nog bij kan zijn, want hij heeft een hoofdrol vervuld. 

De voorzitter:

Het verzoek is dat wij een debat houden. U hebt dat informeel afgesproken, maar nog niet plenair, dus dit is het eerste verzoek tot het houden van een debat ter eerste evaluatie van de ramp met de MH17. Daaraan gekoppeld is de vraag om dit debat zo spoedig mogelijk te plannen, zodat de huidige minister van Buitenlandse Zaken, de beoogde Eurocommissaris en dan dus niet meer minister van Buitenlandse Zaken, dit zelf kan doen. Dat vindt u belangrijk. 

Ik geef het woord aan de heer Verheijen. 

De heer Verheijen (VVD):

Wij komen net uit een procedurevergadering van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken — sommigen komen nu binnen — waarin wij afspraken hebben gemaakt over het spreken over de MH17. Op dit moment steun ik een plenair debat niet, want we hebben zojuist procedureel afspraken gemaakt. Ik wil ook zeker geen relatie leggen met het eventuele vertrek van een bewindspersoon, want er is gewoon continuïteit qua bestuur. 

De heer Servaes (PvdA):

Ik sluit mij daar helemaal bij aan. Geen steun. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik ook. 

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, u hebt geen steun van de Kamer voor het houden van een debat, in ieder geval niet op de door u voorgestelde manier. Toen u uw verzoek deed, druppelden er nog mensen binnen uit de procedurevergadering. Ik begrijp dat er zojuist tijdens die procedurevergadering afspraken zijn gemaakt, dus wellicht kunt u aan de collega's vragen welke afspraken precies zijn gemaakt. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik kom net uit een debat over jihadisme, dus ik kon niet bij die vergadering zijn. De vorige keer werd gezegd: nee, Bontes, geen debat in het reces, want er komt een afrondend en evaluerend debat. Nu vraag ik dat aan, met minister Timmermans nog, en krijg ik geen gehoor. Dat stelt mij echt teleur! 

De voorzitter:

Ik was ook niet bij die procedurevergadering aanwezig, maar ik zie ja knikken, dus daar is een debat afgesproken. En anders kunt u hier altijd terugkomen om uw verzoek te herhalen. 

Het woord is aan de heer Klaver. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren kregen wij een brief van de staatssecretaris van Economische Zaken over het feit dat er een vergunning voor het winnen van zout in de Waddenzee is verleend aan Frisia. De Waddenzee is werelderfgoed, dus daar moeten we zeer zorgvuldig mee omgaan en zeer voorzichtig mee zijn. Ik wil dan ook zo spoedig mogelijk een debat met de staatssecretaris over deze vergunningverlening voeren, want wat mij betreft gaat de zoutwinning daar niet door. 

De voorzitter:

Er is dus een verzoek om steun voor het houden van een debat over de zoutwinning in de Waddenzee. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Je voelt je bijna een beetje lullig, want we weten ook dat de minister van Economische Zaken grote druk heeft uitgeoefend. De staatssecretaris heeft echter dit besluit genomen, dus zij moet dat hier komen uitleggen. Wat ons betreft gaat dit besluit van tafel. 

De voorzitter:

Dus steun voor het verzoek. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Mijn fractie heeft in de Kamer een motie ingediend waarin wordt verzocht om zorgvuldig om te gaan met de zoutwinning. Die motie is ook aangenomen door een Kamermeerderheid. Desalniettemin meent het kabinet dat de huidige wetgeving niet de mogelijkheid geeft om de zoutwinning te verbieden. Voor mijn fractie is dat aanleiding om die wetgeving, de Mijnbouwwet, nu aan te passen. Een debat is wat mij betreft niet nodig omdat het standpunt van het kabinet helder is, evenals het standpunt van de Kamer. Dat betekent dat wij nu aan de beurt zijn. 

De voorzitter:

Dus geen steun voor het verzoek. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij is er een heel heldere afweging gemaakt. Ook loopt er nog een bezwaarprocedure. Dit lijkt dus niet het moment voor een debat. 

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek dus. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Geen steun voor het verzoek. 

De heer Smaling (SP):

Ik zou een debat wel willen steunen, maar gezien de reacties van de collega's is het misschien goed om via de commissie voor Economische Zaken spoedig een algemeen overleg over de Waddenzee te houden, waarbij dit dan aan de orde kan komen. 

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Wellicht kunt u het via de procedurevergadering opnieuw aan de orde stellen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat zal ik zeker doen. Ik wil nog even heel kort iets opmerken. De heer Vos geeft aan dat het kabinet geen enkele ruimte ziet om tot een ander besluit te komen. Ik heb dat ook begrepen uit de brief, maar ik ben … 

De voorzitter:

Dat debat moet u echt op een andere plek voeren. U hebt niet de steun van de Kamer gekregen om dat debat plenair te voeren. Ik stel voor dat we verdergaan met de regeling van werkzaamheden. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zie dat er geen meerderheid is voor een debat. Ik wil daar nu ook niet op persisteren, want dat gaat niet gebeuren. Ik wil, en dat kan wel in deze zaal, vragen om een brief waarin wordt toegelicht waarom het kabinet geen enkele andere mogelijkheid ziet dan dit besluit te nemen. Mijn vragen gingen daarover en wellicht neemt de brief veel onhelderheid weg. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ruim driekwart jaar geleden heb ik hier gestaan en voorgesteld om te debatteren over het SER-akkoord. Ik heb toen een aantal zaken aangestipt omdat ik dacht met dit SER-akkoord de Europese doelstelling niet te kunnen halen. De intenties zijn goed, maar het ontbreekt aan de uitwerking. Nu lijkt, onder andere vandaag in Trouw, bewaarheid te worden wat GroenLinks toen al te berde bracht. GroenLinks wil dan ook echt dat dit debat, dat driekwart jaar geleden al kon rekenen op een meerderheid van de Kamer, met spoed wordt ingepland. 

De voorzitter:

Ik ben benieuwd. Ik heb al een aantal keren geprobeerd het in te plannen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dat weet ik, voorzitter, maar driekwart jaar lang is dat niet gelukt en nu is het echt aan de orde. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

In het artikel in Trouw van vandaag stond dat er nog enkele rapporten aankomen. Het lijkt ons zinvol om die rapporten hierbij te betrekken. Iedereen kan al van mijlenver zien aankomen dat het allemaal heel moeizaam verloopt. Het lijkt ons dus goed om het daarover te hebben, maar dan wel pas nadat die rapporten er zijn. 

De voorzitter:

Dus een spoedige planning kan alleen maar als die rapporten er zijn. Ik begrijp dat het dan dus niet zo heel spoedig is. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dat hangt af van hoe snel ze met die rapporten komen. 

De voorzitter:

Maar dat de rapporten er zijn, is belangrijker dan spoed. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voor ons geldt het omgekeerde: laten we het maar eens hebben over dat moeizame, voortmodderende energieakkoord. Steun voor het verzoek dus. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Het eerste deel van de inbreng van mijn CDA-collega was heel verstandig. Het is inderdaad beter om de rapporten van het PBL en het ECN hierbij te betrekken. Volgens mijn informatie moeten die rapporten er binnen enkele weken kunnen zijn. We zouden dan praten op basis van rapporten in plaats van op basis van krantenberichten. Over het energieakkoord zou ik willen zeggen dat ik heel veel waardering heb voor de moed van het kabinet om zo grootschalig in te zetten op een vernieuwing van onze duurzame-energieopdracht. 

De heer Leegte (VVD):

Toen de Chinese president Deng Xiaoping werd gevraagd om zijn visie op de Franse revolutie te geven, zei hij: daarvoor is het te vroeg. We zijn net begonnen met het energieakkoord. Er staat nu een uitgelekt bericht in Trouw. Laten we in vredesnaam rustig blijven, onszelf serieus nemen en wachten tot alle informatie er is. Dus geen steun voor deze overijverigheid. 

De heer Smaling (SP):

Wij steunen het voorstel, maar dan wel in de wetenschap dat de Nationale Energieverkenning waarschijnlijk half oktober verschijnt. Ik zou willen voorstellen om het verzoek van mevrouw Van Tongeren onmiddellijk te honoreren wanneer die datum bekend is. Als het samenvalt met de begrotingsbehandeling, dan kunnen we altijd nog bezien hoe we het het beste aanvliegen. Verder wel steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, ik stel vast dat u geen steun hebt voor uw verzoek. Een aantal partijen wil wachten totdat een aantal rapporten binnen is. Ik wacht op een signaal vanuit de procedurevergadering, want ik houd natuurlijk niet zelf bij of die rapporten er zijn. Ik zal proberen om het debat zo snel mogelijk daarna in te plannen. 

Het woord is aan de heer Van Raak van de SP-fractie. 

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Gisteren werd aan de patatbalie gelekt over de Prinsjesdagplannen voor de AIVD. Gisteravond werd er bij RTL gelekt over de belastingen en de zorgpremies. Alles lekt uit. Gisteren vroeg ik hier om de Miljoenennota per ommegaande naar de Kamer te sturen. Ik kreeg een briefje van de regering waarin staat dat dat niet kan, omdat dit in strijd zou zijn met de Grondwet. Blijkbaar kun je al die plannen niet naar de Kamer sturen, maar wel naar de krant, naar de media. Daarom verzoek ik de regering om alle plannen die zijn gelekt en de plannen die nog niet zijn gelekt, met hun uitwerking naar de Tweede Kamer te sturen. Als plannen goed genoeg zijn voor de krant, zijn ze ook goed genoeg voor de Kamer. En dat kan allemaal nog vandaag. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Daar zijn we het zeer mee eens. Dus steun voor het verzoek. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Ik heb nog een voorbeeld. Vanochtend stond in het AD dat de AOW'ers extra gekort worden. Het lijkt mij dus verstandig om te weten wat die plannen precies inhouden. Dus steun voor het verzoek. Als de regering die informatie niet op deze manier naar de Kamer wil doorsturen, krijg ik graag een brief van de regering over wat zij vindt van wat er vanochtend in het AD en in de andere perspublicaties hierover heeft gestaan. 

De heer Bosma (PVV):

De coalitie en de gedoogoppositie — of hoe dat tegenwoordig ook moge heten — hebben alle informatie en de rest van de Kamer niet. Laten we één lijn trekken en gewoon alle informatie aan alle Kamerleden geven. Volgens mij is dat niet in strijd met de Grondwet. 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik zou namens de fractie van GroenLinks het verzoek van collega Van Raak graag ondersteunen met de kleine kanttekening dat ik het ook prima zou vinden als het voor het weekend is. Hij vraagt "vandaag nog". Dat is misschien een beetje ambitieus en daarom zou ik zeggen: als het voor het weekend kan, dan ben ik ook tevreden. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Raak? 

De heer Van Raak (SP):

Voor het weekend, vooruit. Maar het is natuurlijk wel al klaar, hè. Het is immers al gelekt en je kunt alleen lekken wat al klaar is. Dat kan allemaal naar de Kamer. Plannen die naar de krant kunnen, kunnen ook naar de Kamer. Een excuusbriefje aan de echte oppositie is daarbij natuurlijk ook heel erg welkom 

Ten slotte heb ik nog een vraag voor de minister-president en wel of er al een strafrechtelijk onderzoek is gestart naar de lekker. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, waarbij het eerdere verzoek om het vandaag nog naar de Kamer te sturen, is aangepast. Het is iets breder geworden: het moet voor het weekend naar de Kamer komen. 

Ik geef het woord aan de heer Van Hijum van de CDA-fractie. 

De heer Van Hijum (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik zou bijna "alweer" zeggen, want vandaag liet de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in De Telegraaf weten dat er wat hem betreft onder geen beding een uitbreiding van de opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers komt, ook niet als de uitspraak van de Raad van Europa daartoe aanleiding geeft. Tegelijkertijd neemt de staatssecretaris in dat artikel afstand van de rol die gemeenten nu uit eigen beweging oppakken, maar laat hij daar wel weer ruimte voor door te zeggen: ik wil er niet aan meebetalen. Het is mijn fractie echt volstrekt onduidelijk wat het kabinetsbeleid op dit punt is, of de opvatting die de staatssecretaris vandaag in De Telegraaf verkondigt, eigenlijk wel het kabinetsstandpunt is. Het stoort mij ook zeer dat we er tot nu toe geen enkele mededeling over hebben gekregen. Ik wil daarom een brief op korte termijn, deze week. Ik doe ook het verzoek om het debatverzoek dat hier dinsdag nog is afgewezen en dat is omgezet in een dertigledendebat, alsnog op te waarderen tot een volwaardig debat. Dat is het voorstel dat ik zou willen doen. 

De voorzitter:

Wat ik voorleg, is het verzoek om het dertigledendebat over de opvang van illegalen om te zetten in een meerderheidsdebat. 

De heer Fritsma (PVV):

Aan uitgeprocedeerde asielzoekers moet geen opvang worden aangeboden. In dat licht dus geen steun voor het debat, omdat dan allerlei partijen weer gaan proberen om toch opvang te regelen voor uitgeprocedeerden, en uitgeprocedeerden daar zelf ook weer op gaan wachten. Wel steun voor de brief, die ik ook dinsdag heb gevraagd, waarin de staatssecretaris kan aangeven hoe hij gemeenten aanpakt die tegen de afspraken in toch opvang aan uitgeprocedeerden bieden. 

De voorzitter:

U doet een pragmatisch voorstel om de brief die al gevraagd is, uit te breiden met het verzoek van de heer Van Hijum. 

De heer Van Nispen (SP):

Uiteraard steun voor de brief. Ik heb dinsdag ook het debatverzoek gesteund. Dat doe ik opnieuw. Ik doe ook opnieuw de suggestie dat het ook in een algemeen overleg kan. 

De heer Azmani (VVD):

Steun voor de brief en nog geen steun voor een debat. 

De heer Van Weyenberg (D66):

D66 steunt zowel de brief als een debat. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Net als dinsdag steun voor een brief. We hebben die toen ook gevraagd. Daarna bekijken we of we een debat willen hebben. Geen steun voor het debat nu. 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Er is haast bij. Ik heb dat dinsdag ook gezegd. Al die verzoeken worden ook gedaan naar aanleiding van de zeer dramatische ontwikkelingen die zich vorige week hebben afgespeeld. Ik steun beide verzoeken. Er kan kennelijk wel uitgebreid in de kranten worden gecommuniceerd. Ik vraag u, voorzitter, of we dit debat nou eens hier, in de Kamer, waar het thuishoort, zonder verder uitstel kunnen voeren. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor de brief en steun voor het debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Hijum, ik stel vast dat u niet de steun van de meerderheid hebt om het dertigledendebat om te zetten. Er is eerder deze week al om een brief gevraagd. Mijn voorstel zou zijn om de commissiegriffier te vragen om te inventariseren welke vragen aanvullend op de brief van dinsdag nog beantwoord moeten worden. Dan kunt u in de procedurevergadering afspreken hoe u er verder mee om wil gaan. 

De heer Van Hijum (CDA):

Natuurlijk, wij kunnen dat in de commissie doen. Ik zou er zeer aan hechten om dan wel met elkaar te besluiten dat we deze week graag een brief willen hebben. Ik ben het namelijk helemaal eens met de heer Van Ojik dat het raar is dat de staatssecretaris wel in de krant zijn standpunt naar buiten brengt — ik mag aannemen dat hij spreekt namens het hele kabinet, maar dat vraag ik mij af — maar de Kamer iedere keer maar niet informeert en wij daarover niet eens met elkaar in gesprek kunnen gaan. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief uw verzoek om de brief nog deze week naar de Kamer te sturen, doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal de commissiegriffier vragen om de nadere vragen die er wellicht nog zijn, te inventariseren. 

Het woord is aan mevrouw Keijzer van het CDA. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie probeert al een hele tijd om de premiegevolgen van de hervorming in de langdurige zorg helder te krijgen. Gisteren tijdens de procedurevergadering heb ik dan ook gevraagd om een brief voor 12.00 uur vandaag waarin duidelijk aangegeven wordt wat die premiegevolgen zijn; AWBZ-premie, Zorgverzekeringswetpremie, de inkomstenbelastingschijven en alle zaken die daarmee samenhangen. Om 13.30 uur kwam er een brief en in die brief staat wat we allemaal al weten: ramingen, verwachtingen van hoe het mogelijk eruit zou kunnen gaan zien, en hoe het systeem in elkaar zit. Dat wisten wij al. Wat trouwens wel opvalt, is dat de brief te laat was. Het gebeurt de laatste tijd vaker dat gevraagde informatie van de regering heel laat naar ons toe komt. 

In de brief die wij gekregen hebben, staat eigenlijk in de laatste alinea waar de CDA-fractie om gevraagd heeft, namelijk de definitieve premieramingen, de hoogte van het verplicht eigen risico, de Wlz-premie en de belastingtarieven. Dat willen wij graag hebben. De CDA-fractie heeft dat ook nodig om de Wet langdurige zorg goed te kunnen behandelen. Dus mijn vraag aan u, voorzitter, is of u dat wilt doorgeven aan de regering, zodat wij zo snel mogelijk die brief krijgen. 

Mevrouw Agema (PVV):

In de brief staat het voornemen dat, waar de zorgpremie stijgt, de AWBZ-premie daalt. Maar waar mevrouw Keijzer om gevraagd heeft, en wat ik ook steun, is dat ze zeggen dat het dat ook wordt. Volgende week behandelen we hier de Wlz. Wij willen weten of het definitieve besluit is dat de Wlz-premie omlaaggaat, want als dat niet zo is, dan is dat een extra lastenverzwaring. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet en verzoeken om per ommegaande met een reactie op uw verzoek te komen, mevrouw Keijzer. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Kunnen we daar ook een tijdstip aan hangen voor vandaag? 

De voorzitter:

Dat kan altijd. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dan kunnen we namelijk het volgende beoordelen. Hoe ziet het er nou uit? Wordt het nog wat? Of moeten wij vandaag nog terugkomen voor een regeling van werkzaamheden? 

De voorzitter:

Dan zou het om 17.00 uur kunnen zijn en zou u ook nu meteen kunnen aankondigen dat er rekening gehouden moet worden met een extra regeling van werkzaamheden. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik wil in ieder geval duidelijkheid krijgen van het kabinet over de vraag of wij deze informatie kunnen krijgen. Nogmaals, die is van het grootste belang, want de financiële houdbaarheid van die nieuwe Wet langdurige zorg is onderdeel van het debat dat wij hier met elkaar moeten gaan voeren. Dat staat op de agenda voor volgende week. Dan kom je ook in de rare situatie terecht dat een groot deel van de Kamer al die effecten wel in beeld heeft bij de behandeling van de wet, en een groot gedeelte, waaronder de CDA-fractie, niet. Ik doe een beroep op de regering om die onduidelijkheid weg te nemen, nu ook graag een keertje op tijd. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik heb u goed gehoord en deel ook mee aan de Kamer dat er rekening mee moet worden gehouden dat er wellicht vandaag nog een extra regeling van werkzaamheden komt, na 17.00 uur, als die brief binnen is. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. De huurstijging, of huurexplosie kan ik beter zeggen, is onhoudbaar. Vandaag blijkt uit cijfers van het CBS dat de huren de afgelopen twee jaar met meer dan 9% zijn gestegen. In alle afgelopen jaren waarin wij een inflatievolgend beleid hadden, is dit nooit zo hoog geweest. Ons bereiken ook andere signalen, van het Nibud, dat mensen met de laagste inkomens de huren al niet konden betalen, en nu al helemaal niet. Kortom, dit is een onhoudbare situatie. Minister Blok voor Wonen kan en mag zijn ogen hiervoor niet langer sluiten en ik wil dus graag een debat. 

De voorzitter:

Het verzoek is steun voor een debat over de huurstijging. 

De heer Fritsma (PVV):

Die vreselijke huurverhogingen moeten inderdaad zo snel mogelijk van de baan. De PVV-fractie steunt het verzoek dus. 

De heer Verhoeven (D66):

In het bericht staat ook dat de huurstijging het grootst was voor huurders met een hoog inkomen in een sociale huurwoning. Oftewel, het scheefwonen is succesvol aangepakt. Als mevrouw Karabulut een debat wil voeren over het succes van het woonakkoord en het aanpakken van het scheefwonen, dan steun ik haar volmondig, maar ik denk niet dat dit haar bedoeling is. 

De voorzitter:

Dus geen steun voor het verzoek. 

De heer Verhoeven (D66):

Wel steun. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Wel steun. Ik ga graag in debat over dit scheefpraten. Graag. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Wij zijn nog in afwachting van een brief over de huurprijzen. Die willen wij afwachten. Daarom geven wij nu geen steun voor dit verzoek. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het verzoek. 

De heer Van der Linde (VVD):

Wij gaan het hele najaar praten over woningcorporaties en wetgeving daaromheen. Er zit een AO Woningcorporaties in de pijplijn, dus wij hebben geen enkele behoefte aan een debat. 

De heer Monasch (PvdA):

Het bericht gaat volledig voorbij aan wat er gebeurt met de huurtoeslag en de compensatie voor de lage inkomens op dat gebied. Er zijn allerlei andere zaken die het CBS overslaat. Het lijkt mij verstandig om een brief te vragen aan het kabinet en die brief te betrekken bij het debat in de geplande AO's hierover. 

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, u hebt op dit moment niet de steun van een meerderheid voor het houden van een debat, maar wel een meerderheid voor het houden van een AO. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Juist, maar ook een meerderheid voor het voeren van een dertigledendebat. Ik zou graag het verzoek willen omzetten naar het voeren van een dertigledendebat. En ik zou de heer Monasch met name willen adviseren om eens te peilen onder huurders wat er zoal leeft. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Hij kan namelijk wel zijn ogen sluiten, maar de situatie is werkelijk dramatisch. De korting op de huurtoeslag … 

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut … 

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter, als u dit soort opmerkingen toelaat, dan gaan wij debatteren, maar wij zijn hier in een procedurevergadering. Dat lijkt mij geen plek om dit soort uitspraken te tolereren van uw kant, voorzitter. 

De voorzitter:

Au! 

Dank u wel, mevrouw Karabulut. Een kleine correctie: u hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een dertigledendebat, maar wel de steun van 39 leden voor het houden van een dertigledendebat. Ik zal het dus toevoegen aan de lijst. De spreektijd is drie minuten per fractie. Ik geef het advies om toch te proberen om er voor die tijd misschien nog een algemeen overleg van te maken. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Tja, u ziet het, voorzitter. 

De voorzitter:

Er is een verzoek gekomen van de heer Pechtold om nog een verzoek te doen in de regeling van werkzaamheden. Omdat het een spoedverzoek is dat anders had geleid tot een extra regeling van werkzaamheden heb ik dat toegestaan. Het woord is aan de heer Pechtold. 

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Dank voor die coulance en dank ook aan de collega's. Zij zullen zich hier misschien even op moeten voorbereiden. Het gaat om een persbericht dat zojuist is binnengekomen van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Wat is er aan de hand? Het gaat over de privacybescherming bij onderzoeken van de AIVD op social media. De AIVD heeft de laatste jaren veel geïnvesteerd in onderzoek doen op internet. Nu blijkt uit het onderzoek van de CTIVD dat de toepassing van de regels van privacy achterbleven, dat er onrechtmatigheden zijn geconstateerd en dat het heimelijk binnenhalen van informatie van een aantal grotere algemene webfora disproportioneel was. 

Gelukkig zit er ook al een brief van de minister bij. Daar hoeven wij dus niet om te vragen. De minister zegt dat hij alle aanbevelingen van de CTIVD onderschrijft en opdracht geeft om ze te implementeren. Ik wil daar toch graag een debat over voeren, want ik wil weten waarom er niet van tevoren bij deze grote operatie over is nagedacht wat er in de tussentijd is misgegaan; zo kan ik nog wel wat meer vragen bedenken, maar daarvoor voer ik graag dat debat. Het hoeft voor mij geen spoeddebat te zijn, het kan een normaal debat zijn. De minister zegt dat hij het gaat doen, maar het lijkt mij vanuit onze controlerende rol toch goed om te bekijken wat er is gebeurd. 

De voorzitter:

Ik probeer het in de regeling af te handelen. Als u meer tijd nodig hebt om tot een besluit te komen, kunnen we altijd een extra regeling houden. Het zou echter fijn zijn als het niet hoeft. 

De heer Dijkhoff (VVD):

De indruk is een beetje gewekt dat we niet sowieso in een AO hierover zouden debatteren. Wij bespreken ieder CTIVD-rapport; meestal voeren we dan eerst een zorgvuldig gesprek met de CTIVD, omdat een onrechtmatigheid ook kan betekenen dat de motivering beter moet, maar dat de wet niet is geschonden. Dat lijkt hierbij in een paar gevallen ook zo te zijn. Ik hecht dus aan wat we als Kamer altijd doen met een CTIVD-rapport, namelijk met de CTIVD spreken, weten waar het over gaat, het hele rapport lezen en dan in AO-vorm een debat met de minister voeren. 

De voorzitter:

Dus geen steun voor het verzoek. 

De heer Van Raak (SP):

Stel dat we bij elk Kamerstuk dat we via de e-mail binnenkrijgen meteen naar de microfoon rennen en een debat aanvragen. Volgens mij wordt het gewoon in de commissie behandeld en gaan we daar een debat over voeren. Natuurlijk gaan we dat doen. We gaan het dus eerst lezen en bestuderen, en we gaan in gesprek met de CTIVD. Vervolgens vragen we een debat aan en bereiden we dat voor. We rennen echter niet naar de microfoon om meteen een debat aan te vragen, terwijl de procedure loopt, en er dan ook nog bij te zeggen dat het geen spoed heeft. 

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek. 

De heer Recourt (PvdA):

Eveneens geen steun voor het verzoek. Dit gaan we, zoals we dat altijd doen, goed voorbereid behandelen in een algemeen overleg. 

De heer Segers (ChristenUnie):

De ChristenUnie-fractie sluit zich aan bij de drie voorgaande sprekers. 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Niet alle rapporten en conclusies zijn hetzelfde. Het feit dat wij het altijd op een bepaalde manier doen, is op zichzelf geen reden om dat ook nu op deze manier te doen. Ik zou het verzoek van de heer Pechtold dus willen steunen. 

De heer Bosma (PVV):

Geen steun voor dit populistische verzoek. 

De heer Pechtold (D66):

Als een toezichthouder — die altijd net taalgebruik bezigt — spreekt van "onrechtmatigheden" en "disproportioneel" et cetera, dan vind ik het prachtig dat we gebruikelijke procedures aflopen, maar als er geen gebruikelijke procedures door de AIVD en de inlichtingendienst zijn doorlopen, dan lijkt mij er alle reden voor om dat te doen. Bij de SP merk ik een zeer gouvernementele houding. Dat belooft veel goeds voor de toekomst. Dat ik zei "geen spoed", was puur omdat ik niet op uw lijstje wilde, voorzitter. We zullen kijken hoe we het anders agenderen. 

De voorzitter:

Daarmee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven