6 Algemene financiële beschouwingen

Aan de orde zijn de algemene financiële beschouwingen,

en de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IX) voor het jaar 2013 (33400-IX).

De (algemene) beraadslaging wordt geopend.

De heer Plasterk (PvdA):

Voorzitter. Het is misschien behulpzaam voor de leden die van plan zijn om op onderdelen via interrupties in discussie te gaan, om voordat ik begin, in één zin te zeggen hoe ik mijn verhaal zal opbouwen. Ik zal een iets langere algemene inleiding houden en daarna kort ingaan op de onderwerpen die door de toevoeging van de Ecofin en het IMF aan de agenda ook aan de orde zijn. Daarna zal ik ingaan op de begroting voor 2013. Mocht ik in mijn algemene inleiding raken aan onderwerpen die bij de begroting voor 2013 terugkomen, dan kan ik mij voorstellen dat we die discussies even tot dat moment uitstellen.

Het zou kunnen dat dit een dag is zoals vele, in een regenachtige week, zoals er zoveel zijn en in een jaar dat vervliegt in de geschiedenis. Maar het kan ook dat over vijfhonderd jaar in de boekjes zal worden teruggekeken en dat men zich dan de vraag zal stellen of wij reddeloos, redeloos en radeloos waren. Was 2012 een rampjaar of was het een keerpunt ten goede?

Het zijn tijden die grote veranderingen en gebeurtenissen in zich dragen. Laat ik klein beginnen. In ieder geval schrijven we parlementaire geschiedenis, want de situatie die we nu in deze zaal hebben, heeft ons parlement nog niet eerder meegemaakt, dacht ik. Gisteren is gepresenteerd wat iemand in de pers creatief aanduidde als een precoalitie, dus een nog niet bestaande coalitie van partijen die voornemens zijn met elkaar een regering te vormen en die voorstellen tot amendementen voor de begroting van 2013 presenteerden, waar de preoppositie kritische vragen bij stelde. Vandaag zit in vak-K een minister van Financiën van een van de partijen die we als preoppositie zouden kunnen aanduiden.

Voordat ik verderga, wil ik even stilstaan bij de minister van Financiën. Niemand weet wat de toekomst in het verschiet heeft, maar ik wil toch graag van de gelegenheid gebruikmaken om te zeggen dat ik als oppositiepartij de minister de afgelopen jaren met zeer veel respect heb zien opereren. Hij heeft op immens lastige onderwerpen, zoals de euro en de eurocrisis, heel veel werk gedaan en daarbij, als het erop aankwam, altijd kunnen rekenen op de steun van mijn partij. Dit geldt ook voor andere terreinen, die wellicht minder aandacht krijgen, zoals het stapje voor stapje proberen om de financiële markten een betere inbedding te geven. Dat is echt een lang traject waarvoor heel veel wetgeving aan de orde is geweest en dat veel werk met zich mee heeft gebracht. Daar neem ik mijn petje voor af. Ik dank de minister bij de gelegenheid van dit debat, dat gaat over zijn Miljoenennota, voor zijn voortdurende immense inzet voor 's Rijks financiën. Mijn dank gaat natuurlijk ook uit naar de staatssecretaris, die naast hem zit.

Heb ik het goed begrepen dat de minister bij deze behandeling bereid is om niet alleen de vragen over zijn Miljoenennota te beantwoorden, maar ook om in technische zin vragen te beantwoorden over de juistheid en de financiële soliditeit van de voorstellen die door de VVD en de Partij van de Arbeid zijn gedaan, ook wanneer hij die voorstellen wellicht zelf niet ter tafel zou hebben gebracht? Is hij ook bereid om samen met zijn departement deze voorstellen, indien zij door de Kamer worden aangenomen, verder in uitvoering te brengen?

Ik zei al dat het roerige tijden zijn. Nederland is een van de meest welvarende landen ter wereld. Voor zover je geluk kunt meten, is het volgens veel criteria een van de landen waar men zich het beste bevindt of het meest gelukkig is. Die situatie is niet per se stabiel. We worden bedreigd, niet door één crisis, maar door vier crises. De eerste is de duurzaamheidscrisis, want we teren in op energie en grondstoffen, maar ook op de diversiteit in de natuur en zelfs in de cultuur. De tweede is de financiële crisis die is ontstaan door de te ver geliberaliseerde financiële sector. Dat werd manifest bij het omvallen van de zakenbank Lehman in 2008, waardoor ons land structureel bijna 35 miljard achterop is gezet. Als we niets doen, kan er een nieuwe eruptie komen vanuit dezelfde financiële sector. De derde is de crisis in onze muntunie, als gevolg van een onvoldoende doordacht in elkaar gestoken monetaire zone. En ten slotte noem ik, niet onbelangrijk, een crisis van vertrouwen en democratie, waarbij de burger niet meer voldoende het gevoel heeft dat de overheden van hen, voor hen en door hen werken. Denk hierbij ook aan Brussel, maar denk overigens ook aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties en scholen.

Die vier crises hebben met elkaar te maken. Je kunt de ene niet oplossen zonder de andere. Om maar één voorbeeld te noemen: de eurocrisis vergt grote ingrepen, maar die ingrepen moeten wel democratisch gelegitimeerd zijn. Degene die de ingrepen doet, moet dus democratisch gelegitimeerd zijn en vertrouwd worden door de bevolking.

Een volgend kabinet zal dus veel meer moeten doen dan alleen op de kas passen. Er zal een stevige economische groei moeten komen om inkomsten te genereren. Uiteindelijk zullen innovatie en groei de oplossingen bieden voor de grote problemen van deze tijd. Ik noemde al de energiecrisis, maar men moet, zeker bij een vergrijzende bevolking, ook denken aan de grote ziektes die nog steeds mensen bedreigen, zoals kanker, alzheimer en hartziektes. Die groei en innovatie moeten er dus komen. Ook zullen de financiële markten moeten worden beteugeld en zal de nu gammele constructie van Europa en de eurozone stabiel moeten worden gemaakt. Dat moet worden gebaseerd op gemeenschappelijkheid – denk bijvoorbeeld aan de bankenunie – maar zonder dat dit gebeurt op een manier die verkeerd gedrag uitlokt. Er zal gewerkt moeten worden om het vertrouwen in de overheidslagen te herstellen, zodat die in grote efficiëntie, soberheid en dienstbaarheid de kwalitatief zeer goede diensten kunnen leveren die men van de publieke sector mag verwachten, en ook nog dicht bij de burger staan en democratisch en transparant zijn.

Een komende regering zal dus zeer veel op de schop moeten nemen, zij zal ons land op onderdelen stevig moeten verbouwen, zodat het land klaar is voor de toekomst. De economie en de financiën moeten solide zijn en de aanpak moet solidair zijn.

Ik zal drie onderwerpen aansnijden. Ik ga allereerst kort in op de Ecofin, op de voorbereiding van de volgende top van ministers van Financiën. Ik zal daarna ingaan op het IMF en ik zal ten slotte spreken over de begroting.

Ik heb een paar vragen over de komende Ecofin-Raad. Kan de minister toelichten wat hij met de andere triple-A-crediteurlanden, dus met Finland en Duitsland, op 25 september heeft besloten? De indruk is ontstaan dat met de voorwaarde dat er bij de herkapitalisatie van de banken geen aansprakelijkheid zal worden genomen voor oude schulden, de zogenaamde legacy assets, wordt teruggekomen van eerdere afspraken. Kan de minister toelichten of dit het geval is en, zo nee, waarom dat dan niet het geval is?

We lezen elke dag weer in de krant over de situatie in Spanje. Er stond vanochtend nog een bericht in Het Financieele Dagblad. Hoe beoordeelt de minister het feit dat Spanje nog steeds niet van plan lijkt te zijn zich aan te melden voor een steunaanvraag? Heeft hij daar een opvatting over? Is die aanvraag in zijn ogen niet onvermijdelijk?

Over Griekenland alleen al zouden we een hele dag kunnen praten. Dat gaan we bij deze gelegenheid niet doen. De PvdA houdt vast aan het afwachten van het rapport van de trojka. Heeft de minister vorige week ook de berichten van het persbureau Reuters gezien dat het IMF de houdbaarheid van de Griekse schulden betwijfelt als er geen extra nieuwe steun komt? Hoe beoordeelt de minister dit zelf? Kan hij bevestigen dat ook voor hem de uitslag van de trojka leidend zal zijn?

Zoals bekend is de Partij van de Arbeid een voorstander van een bankenunie. Het gaat niet alleen om een werkelijk Europees toezicht maar ook om het uitspreken van de ferme intentie om dat snel te laten volgen door een resolutiemechanisme en een depositogarantiestelsel. Natuurlijk zit daar een volgordelijkheid in. Je kunt geen gemeenschappelijke verantwoordelijkheid nemen als het toezicht niet effectief geregeld is. Maar anderzijds, om de markten tot rust te brengen, is het nodig dat er ook een ferme intentie wordt uitgesproken dat zodra het ook maar enigszins kan na het zetten van die eerste stap van het gemeenschappelijk toezicht, er doorgepakt zal worden op het punt van een gemeenschappelijk resolutiemechanisme. Ik ben bang dat als we zeggen dat we het eerste doen en dat we over een paar jaar wel terugkomen op de rest, dat niet de rust in de markt zal brengen, waardoor de problematiek zich te snel zal vergroten.

Ik heb een paar vragen over het IMF. We hebben eerder in een algemeen overleg met de minister al gesproken over de verandering van de bezetting van de zetels in het IMF. Dat verrast ons dus niet. Wij gaan daarmee akkoord. Dat hebben we ook al eerder aangegeven. Ik heb nog wel een paar vragen over de gevolgen daarvan. Blijft de rapportage aan de Kamer ongewijzigd na het samengaan van de Nederlandse en de Belgische kiesgroep? Op welke wijze is of zal worden besloten over de invulling van de twee vrijkomende Europese stoelen? Is de doelstelling van een betere afspiegeling van de nieuwe economische verhoudingen hiermee nu bereikt of zijn er nog vervolgstappen? Wat is de laatste stand van zaken rond de meeropbrengst van de goudverkoop? Komt die ten goede aan de IMF-buffer, wat de inzet van de regering leek te zijn? Of komt die ten goede aan concessionele leningen, zoals in een persbericht van het IMF werd vermeld? Laatste vraag over het IMF: hoe kansrijk is de Nederlandse inzet om de factor "openheid van de economie" mee te nemen in de IMF-quotaformule?

Ik kom nu toe aan de begroting voor 2013. Wij zijn tevreden dat wij erin zijn geslaagd om in korte tijd een aantal in onze ogen zeer onwenselijke onderdelen uit de Miljoenennota te vervangen door voorstellen die wij aanmerkelijk wenselijker achten. Ik noem er een paar, ze zijn gisteren al uitgebreid besproken in de Kamer. Ten eerste de forensentaks. Verder de langstudeerboete, die wij een onding vonden en vinden. Wij zijn dan ook blij dat wij daarmee kunnen stoppen en dat wij er met terugwerkende kracht voor kunnen zorgen dat de boete voor niemand zal gelden. Zeer belangrijk zijn de maatregelen uit het pakket dat de verhoging van de AOW-leeftijd in onze ogen op een sociale manier inbedt. Het valt uiteen in drie factoren. De overbruggingsregeling waardoor mensen die nu al VUT of prepensioen hebben, niet, zonder dat zij daaraan nog iets kunnen doen, klappen achteruit zullen maken door de snelle invoering van de AOW-leeftijdverhoging. In wat nu voorligt, is dit hersteld. De tweede factor is de werkbonus waardoor lage tot middeninkomens er toch eerder uit kunnen dan de verhoogde AOW-leeftijd zonder dat zij er financieel op achteruitgaan. Tot slot de mobiliteitsbonus die werkgevers stimuleert om oudere werknemers in dienst te hebben. Ik noem dan nog een programma van 100 miljoen, toch een aanzienlijk bedrag, dat is bedoeld om jonge leraren aan te trekken en te begeleiden. Verder is voor de Partij van de Arbeid heel belangrijk het terugdraaien van de eigen bijdrage voor de geestelijke gezondheidszorg en het niet invoeren van het liggeld in ziekenhuizen van € 7,50. Ten slotte noem ik het niet invoeren in de begroting van de maatregel om werknemers met korte contracten die ziek worden, in zeer korte tijd financieel zeer sterk te korten. Dat zijn zes elementen waarover ik bijzonder enthousiast ben.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik dank de heer Plasterk voor de opsomming van deze maatregelen die wij natuurlijk gisteren al in de brief konden lezen en waarover wij gisteren ook een debat hebben gevoerd. Mijn vraag heeft betrekking op een maatregel die daar niet in staat, namelijk de bezuiniging op de kinderopvang. Ik kan mij toch goed herinneren dat van de kant van de PvdA, maar ook van de kant van de VVD, veel kritiek is geuit op de bezuiniging op de kinderopvang. Er is ook aangekondigd dat die bezuiniging zou worden teruggedraaid, zeker voor 2013. Ik vind dit in deze voorstellen niet terug. Kan de heer Plasterk toelichten waarom dit element daarin niet is opgenomen?

De heer Plasterk (PvdA):

Dat en nog een aantal andere maatregelen als de nullijn voor leraren en politieagenten en het terugdraaien van de btw-verhoging, stonden in ons verkiezingsprogramma. Als wij van de kiezers een Kamermeerderheid zouden hebben gekregen, zouden wij dat ook stante pede uitvoeren. Wij zouden dan exact doen wat in ons verkiezingsprogramma staat. Wij hebben inderdaad niet alles kunnen realiseren. Dat is niet anders. Ik voeg hieraan overigens toe dat wij vandaag alleen praten over de begroting voor 2013. Daarmee is dus nog niets gezegd over wat er in een coalitieprogramma voor de jaren daarna zal kunnen verschijnen. Ik wil geen verwachtingen wekken, maar ik wil ze ook niet dempen.

De heer Van Hijum (CDA):

Mijn vraag heeft ook betrekking op 2013. De heer Plasterk zegt dat er geen Kamermeerderheid is, maar die is er wel. Zijn fractie heeft samen met de fractie van de VVD een Kamermeerderheid en als ik de verkiezingsprogramma's mag geloven, willen beide partijen de bezuiniging op de kinderopvang terugdraaien. Dus nogmaals: waarom is dit niet in deze plannen opgenomen?

Dan toch ook nog maar een vervolgvraag. Ik merkte gisteren een klein openingetje op om misschien toch nog zaken te kunnen doen met andere partijen in het parlement. Is de heer Plasterk bereid om met ons te zoeken naar mogelijkheden om die bezuiniging alsnog terug te draaien?

De heer Plasterk (PvdA):

Allereerst een antwoord op een inderdaad logische vraag. Als beide partijen een bepaalde uitgave willen doen, waarom doen zij dat dan niet? Op die vraag is een even voor de hand liggend antwoord: je moet het ook over de dekking voor die uitgave eens kunnen worden. Laat daarover geen misverstand bestaan. Bij vergelijking van de verkiezingsprogramma's zal blijken dat de VVD en de Partij van de Arbeid heel verschillende opvattingen hebben over de vraag waar het geld vandaan kan worden gehaald. Dat beperkt de mogelijkheden om zelfs bij uitgaven die je allebei graag zou willen doen, een plus te zetten.

Dan de vervolgvraag of het mogelijk is om wat nu voorligt nog te veranderen. Daarover heeft naar ik meen Samsom namens mijn partij gezegd dat wij, als er een briljant voorstel komt, dat in overweging zullen nemen. Daaraan voeg ik wel toe dat de mensen die nu ergens anders in dit gebouw zitten te onderhandelen, met hun zessen al redelijk briljant zijn. Ik verwacht dus niet dat we, als we het blaadje omdraaien, meteen een briljant alternatief dekkingsvoorstel zullen tegenkomen. Maar dat kan natuurlijk altijd.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik proef een kleine opening, wellicht kunnen we in het vervolg van het debat daarover verder spreken. Over één zaak in het bijzonder maak ik me wel zorgen; misschien kan de heer Plasterk daarop reageren. Hij zei dat er natuurlijk vervolgonderhandelingen zullen zijn over de definitieve invulling van het akkoord, dus dat het dan alsnog op tafel kan komen. Kan hij bevestigen dat daarbij expliciet zal worden gekeken naar de dekking van andere gezinsregelingen, zoals de kinderbijslag en het kindgebonden budget? Dat zijn namelijk ook bezuinigingen van beide partijen gemeenschappelijk, waarover wij ons grote zorgen maken.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik kan en wil op geen enkele manier vooruitlopen op wat daar nu op tafel ligt; dat zou het proces van informatie schaden. We praten nu over de begroting van 2013. De taakstelling daarin, waarmee mijn partij een structurele balans in de begroting van 2017 wil bereiken, ligt in de orde van grootte die eerder is becijferd rond een saldoverbetering van 15 miljard. Heel veel ruimte om dingen te doen is er op voorhand dus niet zomaar.

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. Ik moet u zeggen dat ik even in verwarring ben. De heer Plasterk begon daarstraks zijn betoog met de mededeling dat hij hier staat namens een oppositiepartij. Kan de heer Plasterk dat kort toelichten? Dat zou mij namelijk helpen bij mijn vervolgvraag.

De heer Plasterk (PvdA):

Dat is juist. De regering zit in vak-K en ik ben slechts een eenvoudig lid van Hare Majesteits meest loyale oppositie. Ik heb daar overigens het woord "precoalitie" – dat vond ik wel goed gevonden door die journalisten – aan toegevoegd: we kunnen natuurlijk niet voorbijgaan aan het feit dat elders in dit gebouw wordt gepraat over de formatie van een nieuw kabinet en dat de informateurs hier gisteren, als onderdeel van die formatie, de Kamer hebben meegedeeld dat de VVD en de Partij van de Arbeid het eens zijn over de begroting voor 2013. Maar naar het staatsrecht – en nu kijk ik even naar de voorzitter – zijn wij oppositiepartij. Dat verklaart ook de sprekersvolgorde.

De heer Van Vliet (PVV):

Mooi, "oppositiepartij" Partij van de Arbeid! Dan heb ik de volgende vraag aan de heer Plasterk van de oppositiepartij PvdA. In het verkiezingsprogramma stond dat voor de Begroting 2013 zou worden gestreefd naar een tekort van 3,5%. Ik hoorde echter over precoalitieonderhandelingen, waarin de PvdA zou instemmen met een tekort van 2,7%. Er zit een megagat tussen die twee. Zo kom ik tot een heel belangrijk punt. De heer Plasterk heeft het net in zijn opsomming van al die fantastische maatregelen niet gehad over de zwaarste en belangrijkste, namelijk die de Nederlandse burger al voor zijn kiezen heeft gehad: de btw-verhoging van 19% naar maar liefst 21%. Ik maak het sommetje even voor de heer Plasterk van de oppositiepartij PvdA. Als wij nu met zijn allen deze btw-verhoging terugdraaien – ik ga daar in mijn termijn ook even op in – spreken we grosso modo over 0,6% van het totale tekort. Dat zou betekenen dat de heer Plasterk van 2,7% teruggaat naar ongeveer 3,3%. Dat doet hij dan nog beter dan in zijn verkiezingsprogramma. We zijn er dan toch uit?

De heer Plasterk (PvdA):

Ik kan de heer Van Vliet grotendeels volgen, maar ik wil wel één ding zeggen: ons verkiezingsprogramma streefde niet naar een tekort van 3,3%. In onze opvatting zou dat tekort nog acceptabel zijn geweest, als dat nodig was om de maatregelen te nemen die wij wilden nemen. Maar de som van de heer Van Vliet klopt natuurlijk. Als iedereen nu zijn zetels bij ons inlevert, kunnen we het gaan doen op onze manier; dan laten we het tekort inderdaad wat verder oplopen en is die btw-verhoging niet nodig, en wellicht ook de nullijn voor leraren en politieagenten niet. Dit is de uitkomst van de onderhandelingen met de VVD, en die hebben op dit punt tot dit resultaat geleid. Het is een kwestie van geven en nemen, en van gunnen. Voor de VVD was het cruciaal om, binnen die 3%, zelfs niet over die 2,7% heen te gaan. Voor ons was het cruciaal dat de begroting op een aantal punten, die ik net heb genoemd, werd bijgesteld. Dit is het resultaat van de onderhandelingen.

De voorzitter:

Voor de laatste keer, mijnheer Van Vliet. En een beetje kort alstublieft.

De heer Van Vliet (PVV):

Iedereen is van mij gewend dat ik normaal kort ben, voorzitter, en ik zal proberen om die traditie te handhaven. Vóór het reces hebben wij samen met de PvdA geknokt om deze btw-verhoging van tafel te krijgen. Wij weten namelijk allemaal dat die maatregel de inflatie alleen maar aanwakkert en dat is zeker in crisistijd niet goed. Ik doe daarom nog eenmaal een klemmend beroep op de heer Plasterk om samen met de PVV en de andere echte oppositiepartijen te bezien hoe wij die maatregel kunnen terugdraaien.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik kan kort zijn. Het antwoord is nee. Wij hebben met de VVD afspraken gemaakt over de manier waarop wij de begroting voor 2013 zullen amenderen en wij staan voor onze afspraken.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

De PvdA en de ChristenUnie zijn het niet altijd eens, maar op een punt kunnen wij elkaar wel altijd vinden en dat punt is onze zorgen over de ontwikkelingen in de bouw. De PvdA heeft in de verkiezingscampagne een banenplan voor de bouw gepresenteerd. De heer Monasch verliet zojuist de zaal, maar hij heeft zich hier altijd sterk voor gemaakt. De PvdA was een warm pleitbezorger voor stimuleringsmaatregelen voor de bouw. In het duurzaamheidspakket zaten een aantal punten die heel goed waren voor de bouw. De PvdA schaft die nu echter op eigen initiatief af. Is de liefde van de PvdA voor de bouw opeens bekoeld?

De heer Plasterk (PvdA):

Die liefde is er nog steeds, maar het pakket van 155 miljoen dat wij uit de begroting hebben geschrapt, bestond uit maatregelen die niet in het verkiezingsprogramma van de PvdA stonden. Dat geldt ook voor de VVD. Het was verder een pakket om door middel van subsidies energievriendelijk gedrag te stimuleren. Bij een onderdeel, de zonnepanelen, hebben wij overigens al gezien hoe dat kan uitwerken. Die markt draaide redelijk fatsoenlijk, maar is hierdoor opeens helemaal stilgevallen. Dat illustreert wel dat er terecht bezwaren ingebracht kunnen worden tegen sommige van die subsidies. Het is met andere woorden geen concessie van de PvdA aan de VVD, maar een punt dat wij, zonder daarover rouwig te zijn, uit de begroting hebben verwijderd.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik constateer dat de heer Plasterk niet eens weet wat hij heeft afgeschaft. Als hij het lijstje wel goed had bekeken, had hij gezien dat er ook maatregelen in zaten om de isolatie van woningen te stimuleren. De heer Plasterk beweert dat er geen maatregelen voor de bouw in zaten, maar die zitten er dus wel degelijk in.

De PvdA heeft zich ook altijd hard gemaakt voor een tijdelijk laag btw-tarief voor de bouw. Is dat een punt waar de PvdA zich nog wel hard voor wil maken? Ik vraag dat, omdat deze sector het heel erg zwaar heeft en er heel veel werkgelegenheid verloren gaat. Vind ik de PvdA aan mijn zijde?

De heer Plasterk (PvdA):

Iedereen kan het in de Handelingen nalezen, maar ik heb volgens mij echt niet gezegd dat er in het pakket niets voor de bouw zou zitten. Ik ben verder op de hoogte van dit pakket. De 70 miljoen van die 155 miljoen die op de bouw was gericht, valt niet onder de categorie "zonnepanelen". Dat wil zeggen dat het geen maatregel is die ik echt ongewenst vind. Het valt onder de categorie "op zichzelf gewenste maatregelen", maar dan moet er natuurlijk wel budgettaire ruimte voor zijn. We hebben een plaatje opgesteld voor 2013 en daarin zit die ruimte niet.

Veruit het beste wat er voor de bouw zou kunnen gebeuren, is dat de woningmarkt weer op gang komt. Dat geldt overigens niet alleen voor de bouw, maar voor een hele keten van economische activiteiten. Maar dan heb ik het over een groot onderwerp dat op dit moment ter tafel ligt bij de besprekingen tussen de PvdA en de VVD.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

De heer Plasterk zegt dat dit pakket gebruikt moest worden om een aantal andere maatregelen te dekken. Dat betekent dus dat de PvdA bewust een politieke keuze heeft gemaakt. Dat mag natuurlijk, maar dan zou de heer Plasterk dat ook moeten durven uitspreken, want de bouw moet nu lijden door de PvdA-keuze voor een overgangsregeling. Uiteindelijk is het adagium "u kunt beter werken, dan thuis zitten" niet aan de PvdA besteed. Deze partij laat het op dit punt liggen en daarmee benadeelt zij de bouw.

De heer Plasterk (PvdA):

Al onze keuzes hebben wij inderdaad bewust gemaakt. Daarover hoeft geen twijfel te bestaan.

Mevrouw Schouten doet die overgangsmaatregelen af als onbelangrijk, maar wij hechten er zeer aan dat er flankerend beleid komt voor de verhoging van de AOW-leeftijd, want het moet voor oudere mensen natuurlijk wel op een acceptabele manier gebeuren. Daar doet het feit dat wij voor die verhoging zijn, helemaal niets aan af. De keuzes die wij hierbij hebben gemaakt, hebben wij bewust gemaakt!

De heer Koolmees (D66):

Het Herfstakkoord bevat een paar positieve elementen. Zo blijft het saldo op 2,7% steken, gaat de AOW-leeftijd versneld omhoog en is de langstudeerboete van tafel. De afgelopen maanden is er veel gediscussieerd over het Lenteakkoord en in die discussie heeft de PvdA vier redenen genoemd om niet mee te doen aan het Lenteakkoord. De PvdA heeft vier redenen genoemd om niet mee te doen aan het Lenteakkoord: de 3%, de verhoging van de AOW-leeftd, de verhoging van de btw en de nullijn voor ambtenaren, leraren en agenten. Ik heb nu een gewetensvraagje voor de heer Plasterk. Had de PvdA achteraf gezien niet toch moeten meedoen met het Lenteakkoord, gelet op de totale begroting voor 2013?

De heer Plasterk (PvdA):

Het antwoord op deze gewetensvraag is nee. Ik ben benieuwd of u die gewetensvraag achteraf ook aan de heer Klaver van GroenLinks wilt stellen, maar goed, dat is aan u.

De heer Koolmees (D66):

Ik stel de vraag aan de heer Plasterk, niet aan de heer Klaver.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik geef daarop een helder antwoord. Dit antwoord is nee. Van twee van de vier punten die u noemt en die wij destijds bezwaarlijk vonden, constateer ik dat wij echt een verbetering hebben kunnen aanbrengen in wat er nu ter tafel ligt. Dit betreft het flankerend beleid bij de verhoging van de AOW-leeftijd en het hele pakket maatregelen dat wij buitengewoon wenselijk vinden. Ik heb het hele pakket zojuist genoemd, dus ik ga dat niet nog een keer herhalen. De 3% is voor ons natuurlijk nooit een doel geweest, dat heb ik zojuist al aangegeven. Wij hebben nooit gezegd dat wij per se meer willen uitgeven dan 3%. Wij hebben gezegd: wij vinden niet dat wij ons op voorhand daaraan moeten verbinden, gezien de maatregelen die daarvoor nodig waren. De partijen van het Lenteakkoord waren akkoord gegaan met de langstudeerboete. Het was onderdeel van de begroting waarvoor D66 en de andere partijen hebben getekend. Ik ben blij dat wij die nu kunnen verwijderen. Het is mooi dat de heer Koolmees zegt dat hij blij is dat de forensentaks eruit is, maar hij had wel zijn handtekening gezet onder het document waar deze in stond. Ik ben ook blij dat wij dat hebben kunnen verwijderen. Je kunt niet alles binnenhalen.

De heer Koolmees (D66):

Dit vind ik toch iets te gemakkelijk van de heer Plasterk. Wij hebben de afgelopen maanden heel veel debatten gevoerd over het "kapot bezuinigen van de economie". Hij heeft marktkooplieden toegesproken en gezegd dat de btw-verhoging een schande was en dat de Kunduzcoalitie de economie kapotmaakt. De verhoging van de AOW-leeftijd zou pas in 2020 komen; er was een pensioenakkoord. Het was echt een schande dat dit kapotgetrokken werd. Dat is de retoriek van de afgelopen maanden geweest. Ik constateer dat, met de Miljoenennota die vandaag voorligt en het Herfstakkoord dat wij gisteren hebben gekregen, alle punten waar de PvdA de afgelopen maanden heel stevige punten van heeft gemaakt – de btw-verhoging, de slechte economie, het kapotbezuinigen – nu allemaal door de PvdA zijn geslikt. Vandaar mijn gewetensvraag: had de PvdA niet toch moeten meedoen? Wat betreft het punt van de AOW dat de heer Plasterk noemt: de kritiek die toen losbarstte luidde dat de sociale partners in de steek werden gelaten. In het Herfstakkoord versnelt hij echter de verhoging van de AOW-leeftijd. Het vitaliteitspakket kleedt hij uit. Hoe is dat de rijmen met de eerdere uitspraken van de heer Plasterk?

De heer Plasterk (PvdA):

Nu breekt mijn klomp. "Het vitaliteitspakket kleedt u uit"? Nee, het vitaliteitspakket was door de Lentepartijen geheel gesloopt uit de begroting voor 2013. Wij hebben dat voor een fors deel weer weten aan te brengen. Ik ben daar buitengewoon trots op ... sorry, ik bedoel het flankerend AOW-beleid. Nee, van dat vitaliteitspakket zijn wij nooit voorstander geweest en dat hebben wij dus weggehaald. Dat stond ook niet in ons verkiezingsprogramma. De VVD noch de PvdA vond dit een zeer wenselijke vorm. Ik geloof dat het CPB eerder zei dat het geen gewenste gedragseffecten opleverde, dus hebben wij zonder dikke tranen kunnen verwijderen.

De voorzitter:

Mijnheer Koolmees, u mag een laatste conclusie trekken, als u het deze keer echt kort doet.

De heer Koolmees (D66):

Ik concludeer dan maar dat alle retoriek van de PvdA van de afgelopen maanden voor de bühne was, dat er na de verkiezingen een nieuwe situatie is ontstaan en dat alle beloftes worden ingetrokken. Ik vind het spijtig om dat te constateren.

De heer Plasterk (PvdA):

Die conclusie laat ik geheel voor rekening van de heer Koolmees. Ik heb zojuist een hele lijst genoemd van punten waarop de begroting nu is verbeterd. Wij zijn daar buitengewoon trots op. Ik concludeer overigens dat allerlei partijen nu zeggen dat zij heel blij zijn dat de langstudeerboete en de forensentaks zijn afgeschaft, terwijl zij dit voorjaar hier allemaal stonden te juichen omdat zij hun handtekening daaronder hadden gezet. Wat dat betreft zeg ik: doucement!

De heer Klaver (GroenLinks):

Om nog op de vraag van de heer Plasterk in te gaan: ik heb er geen seconde spijt van dat wij hebben meegetekend. GroenLinks stond er op het moment dat Nederland het nodig had dat er een begrotingsakkoord zou worden gesloten. Ik had gehoopt dat de PvdA op dat moment had meegedaan. Ik ben wel teleurgesteld als ik zie hoe snel de PvdA haar duurzaamheidambities overboord heeft gezet. Het hele pakket van 155 miljoen aan vergroeningen is overboord gegooid. Mijnheer Plasterk kan dan wel zeggen dat er geen dekking voor kon worden gevonden, maar politiek gaat over het maken van keuzes. Ik constateer dat voor de PvdA duurzaamheid in ieder geval geen prioriteit is. De heer Plasterk heeft het over flankerend beleid voor de AOW en over een overgangsregeling. In 2013 zit daar 30 miljoen in. Er zit ook een vermogenstoets op. Voor hoeveel mensen gaat deze regeling nu echt werken?

De heer Plasterk (PvdA):

De heer Klaver stelt twee punten aan de orde, allereerst de vergroening. Ik vind dat GroenLinks zichzelf hier tekort doet. Dat vond ik gisteren ook toen mevrouw Sap zei dat het ging om spiegeltjes en kraaltjes. Door toedoen van GroenLinks, overigens samen met D66 en de ChristenUnie, zijn er in de begroting van CDA, VVD en PVV die voorlag op het punt van de vergroening zeer ingrijpende wijzigingen aangebracht. Ik noem bijvoorbeeld 200 miljoen voor de natuur, maar ook fiscale maatregelen als de rode diesel en de kolenbelasting, die in de begroting voor 2013 volledig overeind blijven. Dat zijn geen spiegeltjes en kraaltjes; dat is geen klein spul. Dat zijn grote maatregelen waarvoor ook de PvdA, die overigens bij de doorberekening door het Planbureau voor de Leefomgeving net zo groen scoorde als GroenLinks, met alle plezier tekent. Inderdaad is er op één punt een aanpassing gepleegd, waar net al naar werd gevraagd, te weten de pot van 155 miljoen aan subsidies. Dat is een instrument dat wij niet wenselijk vonden. Daarover hebben wij ook helemaal geen verwachtingen gewekt. Het stond niet in de doorberekening in ons verkiezingsprogramma en ook niet in dat van de VVD, dus wij waren daarover snel klaar.

Het tweede punt dat aan de orde is gesteld, is de AOW. Laat ik in ieder geval zeggen dat het flankerend beleid dat wij hebben toegevoegd volledig ontbrak in datgene waarvoor GroenLinks een handtekening heeft gezet in het afgelopen voorjaar. Dus in ieder geval ten opzichte van dat beleid wordt het socialer.

Op de specifieke vraag aan hoeveel mensen dit ten goede komt, moet ik op dit moment het antwoord schuldig blijven. Ik zou willen verwijzen naar de behandeling van de begroting van Sociale Zaken, waarbij de woordvoerders op dat terrein hierop veel gedetailleerder kunnen ingaan.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zal er geen wedstrijdje verplassen van maken …

De heer Plasterk (PvdA):

Ik doe niet mee!

De heer Klaver (GroenLinks):

… maar lees de doorrekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving er maar op door. GroenLinks scoort daar vele malen beter dan de PvdA als het gaat om verduurzaming van de economie. Maar de vraag die ik stel, is natuurlijk wel cruciaal. Want de heer Plasterk heeft het er voortdurend over dat de AOW-plannen een verbetering zijn ten opzichte van wat er in het Lenteakkoord lag. Op één punt ben ik het met hem eens. De leeftijd gaat sneller omhoog. Eigenlijk wordt nu de leeftijd verhoogd op de wijze waarop GroenLinks dat ook doet in haar verkiezingsprogramma, net als D66. GroenLinks heeft ook een overgangsregeling in haar doorrekening staan.

De heer Plasterk (PvdA):

Maar niet in het Lenteakkoord.

De heer Klaver (GroenLinks):

Wij hebben daarover veel moeten steggelen met het CPB. Voor die overgangsregeling hebben wij 155 miljoen moeten uittrekken om het alleen voor de allerlaagste inkomens te kunnen regelen. Dus de vraag is wel zeer cruciaal. Ik hoop dat de heer Plasterk daarop anders in zijn tweede termijn wil terugkomen. Voor hoeveel mensen gaat die overgangsregeling van 30 miljoen nu echt gelden, waarvan de PvdA zegt: kijk, dat hebben wij binnengehaald, dat maakt het AOW-voorstel echt sociaal? Er zit een vermogenstoets op en het geldt voor een maximum van 150% van het minimumloon. Graag een eerlijk antwoord.

De voorzitter:

Uw vraag is helder. Voor hoeveel mensen geldt dit nu echt?

De heer Plasterk (PvdA):

Daarop heb ik reeds antwoord gegeven. Daar laat ik graag de collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij die behandeling op terugkomen. Overigens, toen GroenLinks aan de knoppen zat …

De voorzitter:

Over uw antwoord en uw verwijzing was ik nu juist zo enthousiast!

De heer Plasterk (PvdA):

Hier wordt iets aangehangen door de vraagsteller. Daarop moet ik reageren.

De voorzitter:

Wilt u dat kort doen?

De heer Plasterk (PvdA):

Toen GroenLinks aan de knoppen zat bij het Lenteakkoord was er nul voor het begeleidend beleid bij de verhoging van de AOW-leeftijd. Wij hebben dat teruggedraaid in de begroting voor 2013. Daarover zijn wij buitengewoon tevreden en daarop zijn wij buitengewoon trots. Het kan best wezen dat in het verkiezingsprogramma van GroenLinks inmiddels allerlei andere plannen staan, maar toen men meepraatte bij het Lenteakkoord, in het gezelschap van de vijf partijen daar, heeft men daar geen poot voor uitgestoken.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, een korte slotvraag alstublieft, want u hebt straks een termijn waarin u een eigen betoog kunt houden.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik had de heer Plasterk een heel duidelijke vraag gesteld. Hij verwijst mij voortdurend naar de begroting van Sociale Zaken. Ons is verteld dat wij bij de financiële beschouwingen over het Herfstakkoord zouden kunnen spreken. Dit is een cruciale vraag. Dus ik vraag aan de heer Plasterk of hij toch voor deze informatie kan zorgen. Ik weet niet aan wie ik anders deze vraag zou moeten stellen. Dat is hij op zijn minst aan de Kamer verplicht als woordvoerder van een onderhandelende partij. Voor hoeveel mensen geldt deze maatregel?

De heer Plasterk (PvdA):

Ik heb daarop antwoord gegeven. Het pakket is groter dan het pakket van nul waarvoor GroenLinks eerder heeft getekend. Voor hoeveel mensen dit precies uitwerkt, is namelijk helemaal geen simpele vraag. Dat is een complexe kwestie, die ik ook niet in een korte schorsing kan beantwoorden. Het komt erop neer dat mensen die nu al in VUT en prepensioen zitten er niet op achteruitgaan als gevolg van deze maatregel. Het komt erop neer dat mensen met een inkomen tot 150% van het wettelijk minimumloon eerder kunnen uittreden zonder dat zij er in inkomen op achteruitgaan. Dat zijn de maatregelen zoals zij zijn opgetekend. Dat is hiermee in feite besloten. Om welke aantallen het precies gaat, kan ik hier op dit moment niet beantwoorden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil de heer Plasterk twee vragen stellen. De heer Samsom zei gisteren ook al dat er niets wordt gewijzigd in de afspraken over de natuur die in het Lenteakkoord zijn gemaakt. Mijn eerste vraag is of het de bedoeling is dat dit structureel wordt.

Mijn tweede vraag gaat over wat eufemistisch het "vrijvallen van de duurzaamheidsenveloppe" wordt genoemd. Ik deel op verschillende punten de kritiek van de Partij van de Arbeid op de maatregelen die in het Lenteakkoord zijn opgenomen. Die maatregelen zijn niet per se het beste voor duurzaamheid. Als je echter wel iets wilt doen, heb je daarvoor geld nodig. Waarom heeft de Partij van de Arbeid die enveloppe niet overeind gehouden? Waarom heeft zij er niet voor gekozen om de maatregelen anders in te vullen? Dat had ook gekund.

De heer Plasterk (PvdA):

Dat had wellicht gekund. De enveloppe voor 200 miljoen investeringen in natuur, die in het Lenteakkoord is overeengekomen, laten wij echter volledig intact in de begroting voor 2013. Wij waren op zichzelf al niet voor dit pakket, zoals ik al eerder heb gezegd. Het kan daarom niet verbazen dat wij dit niet overeind hebben gehouden.

Mevrouw Ouwehand stelde ook de vraag of wij dit structureel willen laten doorwerken. Die vraag loopt vooruit op de behandeling van de begrotingen voor 2014 tot en met 2017. Het is tijdens de informatie aan de onderhandelaars om daarop nader in te gaan. Op die vraag kan ik dus helaas nog geen antwoord geven.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb nog geen duidelijk antwoord gekregen op de vraag waarom de duurzaamheidsenveloppe volledig is geschrapt. De Partij van de Arbeid had andere ideeën over wat effectief is voor duurzaamheid dan de partijen die het Lenteakkoord hebben gesloten. Dat snap ik. Wij waren daarover ook kritisch. In het partijprogramma van de Partij van de Arbeid zie ik echter ook verschillende dingen staan waarvoor je gewoon geld nodig hebt. Er is geld nodig om de inzet naar een duurzame samenleving te maken. Laat ik zeggen dat ik er weinig vertrouwen in heb. Mag ik aan de heer Plasterk voorleggen dat voor 2013 de boeken misschien wel gesloten zijn op deze manier, maar dat de kosten voor een echte overgang naar een land dat draait op duurzame energie alleen maar zullen oplopen als je nu die transitie niet in gang zet?

De heer Plasterk (PvdA):

Bij de laatste woorden over die transitie kan ik mij volledig aansluiten. Ik meen dat ik, toen ik het over vier crises had, de duurzaamheidscrisis als eerste noemde. Die heeft dus zeer mijn en onze aandacht. Er zijn echter meer manieren om de transitie in gang te zetten dan alleen het nog weer wat aantrekkelijker maken van zaken die marginaal rendabel zijn, zoals het isoleren van de woning of het aanbrengen van zonnepanelen. Dit is dus een instrument waarin wij weinig fiducie hebben. Wij kiezen voor andere instrumenten. Die zullen ongetwijfeld ook bij de coalitieonderhandelingen nog aan de orde komen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil het graag allemaal geloven. Ik wil graag geloven dat de Partij van de Arbeid ook gaat voor duurzame energie en dat zij ook de natuur wil beschermen. We moeten hier echter toch constateren dat 2013 op dit punt een verloren jaar is. Er wordt immers per saldo structureel op de natuur bezuinigd. De 155 miljoen die beschikbaar was voor duurzame investeringen, wordt bovendien gewoon aan de kant gezet.

De heer Plasterk (PvdA):

Die constatering is niet juist. In deze begroting wordt nu 200 miljoen overeind gehouden die in het Lenteakkoord was toegevoegd aan de begroting ongewijzigd beleid. Wij steunen dat.

Wij hebben het nog helemaal niet over de dekking gehad. Dat is misschien ook nog wel een interessant onderwerp. Sommige punten zijn bij interrupties al wel aan de orde geweest. Ik noemde al het vitaliteitssparen. In het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid staat al dat wij daar niet voor zijn, in ieder geval niet in deze omvang. Dit is een vorm van belastingvrij sparen die met name ten goede komt aan de mensen die niet de laagste inkomens hebben. Deze vorm van sparen leidt tot uitkeringen die mensen inderdaad zouden kunnen gebruiken om eerder uit te treden. Ze kunnen van het geld echter ook een boot kopen of er iets anders mee doen. Daarbij leggen wij niet de hoogste prioriteit.

De belasting op verzekeringen wordt gelijkgetrokken met de btw op alle andere diensten en goederen. Ik vind het niet onlogisch dat dit gebeurt. Er ontstond een incidentele lastenruimte doordat de Miljoenennota niet alle ruimte uit de kaders van het Lenteakkoord had gevolgd. Verder wordt de dekking gevonden in een pakket subsidies, waarover we het zojuist al hadden en waar we in ons verkiezingsprogramma ook al niet voor waren.

Niet alle wensen zijn vervuld in de begroting. Diverse leden hebben maatregelen opgesomd die wij zeker op een andere manier hadden genomen als de Partij van de Arbeid het in haar eentje voor het zeggen zou hebben gehad. Al met al is er echter nu, ondanks de hoge tijdsdruk, een begroting voor 2013 tot stand gekomen waar de Partij van de Arbeid voor tekent, omdat wij ervan overtuigd zijn dat deze begroting ons sterker en socialer uit de crisis kan helpen.

Ik rond af. Ik ben er trots op dat de Partij van de Arbeid en de VVD erin zijn geslaagd om een brug te slaan en voor 2013 een begroting op te stellen die solide en solidair is. Wij tekenen daar ten volle voor. Je kunt natuurlijk altijd kanttekeningen plaatsen bij een begroting. Toch hopen wij dat andere partijen deze begroting uiteindelijk ook zullen steunen. Wij hopen dat de brug die wij nu slaan tussen de PvdA en de VVD, meer zal zijn dan een brug tussen alleen deze twee partijen. Wij hopen dat het ook een brug zal zijn naar andere partijen en ook als een brug in de samenleving zal functioneren. Ik hoop en verwacht dat wij daarmee een keerpunt kunnen creëren, zodat onze kindskinderen, als zij terugkijken op deze roerige periode, zullen zeggen: toen het nodig was, toen waren ze er en toen hebben ze het goede gedaan.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de heer Merkies voor zijn eerste vraag als Kamerlid.

De heer Merkies (SP):

Ik heb nog even gewacht, want ik was benieuwd of er nog wat kwam van de heer Plasterk over 2013, maar dit is het dus. Ik verbaas mij daarover. In de lente stelde de PvdA dat een van de belangrijkste punten om niet mee te doen met het Lenteakkoord de fixatie op de 3% was. De PvdA wilde ook stimuleren. De PvdA wilde de economie niet kapot bezuinigen. De heer Samsom stelde dat, als je je fixeert op de 3%, je in een jaar tijd zoveel moet snijden dat je de fragiele economie in de knop breekt. Wat is er sindsdien gebeurd? De PvdA zat op 3,5%, maar nu committeert de PvdA zich aan 2,7%. Is dat een punt dat de PvdA in de onderhandelingen met de VVD heeft verloren, of is dit een kwestie waarover de PvdA van mening is veranderd?

De heer Plasterk (PvdA):

Het antwoord is ja. Verloren is een groot woord, maar dit is een punt dat wij anders hadden gedaan als wij het in ons eentje voor het zeggen hadden gehad. De heer Van Vliet maakte de optelsom zojuist al. Als wij deze begroting nemen, maar de btw-verhoging en de nullijn voor leraren, politieagenten en andere overheidsdienaren terugdraaien, dan komen wij ongeveer op het saldo zoals wij dat voor ogen hadden. Op dit punt hadden wij in ons eentje een ander beleid gevoerd dan wij nu in de coalitie met de VVD doen. Overigens is die 3% als zodanig voor ons nooit een doelstelling geweest. Wij zeiden daarvan: als het nodig is om er iets overheen te gaan om de maatregelen te nemen die wij wenselijk vinden, dan zijn wij daartoe bereid.

De heer Merkies (SP):

Dat was het ook, want anders, zo stelde de heer Samsom, zou de economie in de knop worden gebroken. Dat had te maken met die 3%. U geeft ruiterlijk toe dat u dit punt in de onderhandelingen heeft verloren. Daarnaast heeft u echter ook de nullijn verloren. Politieagenten, leraren gaan er allemaal op achteruit volgend jaar. Ook heeft u de btw verloren. Dat zijn toch …

De voorzitter:

Wilt u via mij praten?

De heer Merkies (SP):

De PvdA heeft de btw ook verloren. De PvdA heeft dus drie belangrijke punten verloren, maar dat heb ik maandag tijdens de persconferentie niet gehoord. Dit waren toch drie speerpunten van de PvdA? Waren dit achteraf gezien toch geen drie speerpunten, of heeft de VVD zulke ijzersterke onderhandelaars?

De heer Plasterk (PvdA):

Ik ontken niet dat dit voor ons belangrijke punten waren, maar ik heb zojuist ook een lijst opgesomd van andere belangrijke punten die de VVD wellicht niet uit eigener beweging zou hebben opgenomen in de begroting 2013. Ik denk aan het terugdraaien van de langstudeerboete en de forensentaks en het inbedden van de AOW-leeftijdsverhoging in flankerend beleid. Wij hebben op een aantal punten onze zin gehad. De heer Merkies formuleert het nu heel erg in termen van winnen en verliezen, maar je kunt het ook formuleren in termen van het van elkaar accepteren dat het een voor de ene partij heel belangrijk is en dat iets anders voor de andere partij heel wezenlijk is. Wij hebben gekeken naar wat voor ons het meest wezenlijk is. Wij zijn voor de verhoging van de AOW-leeftijd. Daar waren wij ook in ons programma voor. Dat mag desnoods wat sneller gebeuren dan wij van plan waren, mits het wordt ingebed in goed beleid. Dat is nu gebeurd.

De heer Merkies (SP):

Ik zal u vertellen wat voor u wezenlijk was.

De voorzitter:

Als u dat via de voorzitter doet, vind ik dat een goed plan.

De heer Merkies (SP):

Ik zal de heer Plasterk zeggen wat voor hem en de PvdA wezenlijk was. Op de billboards op alle stations stond te tekst te lezen: "Hoe gaan we de economie op gang brengen? Door gezinnen te ontzien, dus geen hogere btw." Dat stond er in koeienletters. Er stond niet in kleine letters onder: "Wij gaan dit een week na de onderhandelingen alweer prijsgeven." Hier heeft de PvdA toch een enorm punt laten liggen? Ik hoor de heer Plasterk verder niet over de btw-verhoging.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik geloof dat anderen mij er wel over hebben gehoord. Ik heb gezegd dat wij daar voorstander van zijn, maar dat wij dit niet hebben binnengehaald. We ontzien de gezinnen overigens wel, omdat ze wat betreft het woon-werkverkeer nu geen belasting hoeven te betalen over de vergoeding die ze krijgen. Dat is die forensentaks. Dat is een grote bijdrage aan het inkomen van de gezinnen. Dat hakt er zwaar in. Dat zou veel gezinnen € 100 tot € 200 per maand hebben kunnen kosten, maar dat draaien wij nu terug. Ik ben daar buitengewoon tevreden over.

De voorzitter:

De heer Plasterk is klaar, maar de heer Klaver heeft nog een korte vraag.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het reiskostenforfait is door de PvdA omgedoopt tot forensentaks. Waarom was het zo belangrijk dat die van tafel ging?

De heer Plasterk (PvdA):

Omdat wij het land zo hebben ingericht dat mensen gestimuleerd zijn om te gaan wonen in Almere en te werken in Amsterdam. Omdat in relaties vaak beide partners een baan hebben. Ik herinner mij dat, toen dit aan de orde kwam, de woordvoerders van GroenLinks zeiden: dan verhuist men maar naar de plek waar men werkt. Ik dacht toen: in mijn omgeving hebben man en vrouw of man en man of vrouw en vrouw vaak beiden een baan, op verschillende plekken. Dan kun je niet zomaar verhuizen naar de plek waar je werkt, als de woningmarkt dat al zou toestaan. Wij vinden het buitengewoon onverstandige en onwenselijke ontmoedigen van het woon-werkverkeer niet verantwoord.

De heer Klaver (GroenLinks):

Een forens is iemand die voor zijn werk naar een andere stad reist.

De heer Plasterk (PvdA):

Ja, dank u voor de toelichting.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat wij dat even helder hebben. In de doorrekening van het programma van de PvdA wordt gewerkt met een kilometerheffing en een spitstarief. Forensen reizen volgens mij voornamelijk in de spits. Mijnheer Plasterk, kunt u aangegeven waarom dit wel gerechtvaardigd is? Of was het gewoon opportunistische politiek van de PvdA om de afgelopen maanden tijdens de verkiezingscampagne tegen de forensentaks te hoop te lopen, maar in de eigen doorrekening gewoon hetzelfde te doen? Gaat u straks in een nieuw regeerakkoord afspraken maken over een kilometerheffing met een spitstarief die de forensen mogen gaan betalen?

De heer Plasterk (PvdA):

Ik wil de heer Klaver graag het verschil tussen beide uitleggen. Iemand die met de trein naar zijn werk gaat, betaalt geen kilometerheffing. Dat zou GroenLinks toch moeten aanspreken? Hij krijgt echter wel van zijn werkgever de kosten voor het woon-werkverkeer vergoed. Dat kan nu onbelast blijven gebeuren en dat vinden wij een groot goed. Mensen die op de fiets, te voet of met de trein naar hun werk gaan, zullen daar buitengewoon blij mee zijn. De kilometerheffing daarentegen is een instrument om de files te beteugelen. Daar zijn wij voor. Overigens pompen wij in ons verkiezingsprogramma de opbrengst van de kilometerheffing terug naar dezelfde mensen die de kosten maken.

De heer Harbers (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Sinds de Miljoenennota van een jaar geleden is het economische beeld fors verslechterd. De Nederlandse economie zit, net als de meeste Europese economieën, in een moeilijke fase. De gevolgen van de Europese schuldencrisis raken ons hard. Het bruto binnenlands product is nu ongeveer 8% lager dan in 2008 voorzien. Zie daar de gevolgen van de economische crisis waar wij nu, anno 2008, mee te maken hebben. Tegelijkertijd zijn de vooruitzichten voor Nederland voor 2013 ietsje beter. Onze economie lijkt zich licht te herstellen, al blijft de Europese schuldencrisis het belangrijkste neerwaartse risico. Om het in beeldspraak te zeggen: hevige slagregens veranderen in gewone regenbuien en in 2013 zijn er misschien bescheiden opklaringen in aantocht, al weten wij niet zeker of de wind niet gaat draaien en er wederom storm uit Zuid-Europa komt.

Tegelijkertijd zal iedereen in Nederland volgend jaar de crisis in zijn portemonnee voelen. De ombuiging in de overheidsuitgaven begon immers niet meteen bij het uitbreken van de kredietcrisis in 2008, maar pas in het begrotingsjaar 2011. Dus is het nog steeds tijd om orde op zaken te stellen in de overheidsfinanciën. Wij moeten verloren terrein herwinnen.

Tegen die achtergrond is het cruciaal dat er een begroting voor 2013 is opgeleverd met een tekort dat is teruggebracht tot 2,7%, terwijl datzelfde tekort nog niet zo lang geleden werd geraamd op 4,2%. Dat is niet alleen binnen de Europese afspraak van 3%, maar vooral ook een teken voor financiële markten en investeerders in Nederland dat wij erin slagen om goede stappen te zetten op weg naar houdbare overheidsfinanciën. Van de bijbehorende vertrouwenseffecten zullen wij in Nederland op termijn veel plezier hebben.

Voor de zomer bespraken wij bij twee gelegenheden het begrotingsakkoord voor 2013. Zoals ik net al aangaf, was en is het goed dat veel partijen hun verantwoordelijkheid hebben genomen voor een begroting die Nederland in de eredivisie van stabiele landen houdt. In dat akkoord zaten echter ook enkele maatregelen die de VVD liever niet had willen nemen. Het afschaffen van de onbelaste reiskostenvergoeding sprong er in dat opzicht uit. Maar om zulke maatregelen terug te kunnen draaien, heb je wel dekking nodig en een Kamermeerderheid voor die dekking. Men kent de VVD: ook al willen wij onderdelen van de begroting anders, wij doen dat alleen als er geen financiële gaten worden geschoten in de begroting. Precies dat is nu gelukt aan de onderhandelingstafel bij de informateurs: een solide begroting in de vorm van een tussentijds begrotingsakkoord, een deelakkoord over de begroting voor 2013.

In dit deelakkoord worden enkele impopulaire maatregelen teruggedraaid. De gehate forensentaks, zoals die is gaan heten, wordt teruggedraaid. Deze taks wordt ervaren als een straf voor mensen die naar hun werk reizen. Ook wordt de langstudeerdersboete teruggedraaid, die met terugwerkende kracht niet wordt ingevoerd. Tegelijk bevat het akkoord ook een pakket met versnelde verhoging van de AOW-leeftijd, die nodig is om ook voor toekomstige generaties de AOW betaalbaar te houden. Dit doet recht aan het gegeven dat we gemiddeld genomen steeds ouder worden, wat een heel mooie ontwikkeling is. Tegenover het schrappen van de forensentaks en de langstudeerdersboete staan ook nog andere maatregelen ter dekking, zodat de begroting blijft binnen de kaders van de ontwerpbegroting en het geraamde tekort van 2,7%. Dat is een belangrijk gegeven voor de VVD, want zoals bekend geeft de overheid te veel uit. Daarom streven wij naar begrotingsevenwicht.

De heer Van Vliet (PVV):

Ik hoor het interessante betoog van de heer Harbers. Ik vraag aan hem of het mogelijk is dat ik en een heleboel andere Nederlanders ons bankrekeningnummer opgeven bij de VVD.

De heer Harbers (VVD):

Wij ontvangen graag de bankrekeningnummers, maar slechts voor twee doeleinden: of men wordt lid van de VVD of men doet een donatie aan de VVD.

De heer Van Vliet (PVV):

Die donatie doet iedereen in Nederland aan de VVD, want de VVD is de partij van de belastingverhogingen. Tjakka! Waarom zou ik mijn rekeningnummer aan de VVD willen geven? Dat zou ik niet om die twee redenen doen. Nee, we hebben met zijn allen € 1.000 tegoed van de heer Rutte. Nu lezen wij dat de VVD de assurantiebelasting dramatisch gaat verhogen. Dit betekent dat het gemiddelde huishouden in Nederland € 100 per jaar moet lappen. Heeft de VVD voorzien in een verrekeningsmethodiek dat wij tien jaar lang die € 100 extra kunnen verrekenen met de € 1.000 van de heer Rutte? Ik zou in 2013 dus graag € 900 op mijn rekening willen ontvangen. Kan dit?

De heer Harbers (VVD):

Nee, dat kan niet. Als de heer Van Vliet goed de Keuzes in Kaart, de doorrekening van het CPB, had gelezen, had hij al geweten dat de € 1.000 uit het verkiezingsprogramma van de VVD niet voor 2013 in de boeken stond. Ik breng in herinnering – ik vermoed dat we dat in dit debat nog heel vaak aan elkaar gaan uitleggen – dat het deelakkoord van afgelopen maandag geen regeerakkoord is. Het is een eerste stap, uitsluitend voor de begroting van 2013. Er zijn tientallen, zo niet honderden onderwerpen waarover je in een regeerakkoord afspraken maakt. Op dat moment kan een balans worden opgemaakt zoals de heer Van Vliet die graag wil opmaken.

De heer Van Vliet (PVV):

Dan plaats ik mijn vraag toch nog even in het licht van wat de heer Harbers net zei, namelijk dat er sprake is van schuldencrises. Die moeten allemaal opgelost worden et cetera. Als we spreken over "zoet naar zuur", kunnen we zeggen dat we nu zuur op zuur op zuur op zuur stapelen met de VVD als kampioen belastingverhogingen. Gelooft de heer Harbers van de VVD nog steeds dat de miljarden die we naar Athene hebben gepompt, terugkomen, zoals de VVD altijd heeft verkondigd?

De heer Harbers (VVD):

Goh, u bent tien minuten te snel, want straks komt pas het blokje Europa. Op dit moment heb ik geen reden om te veronderstellen dat het geld niet terugkomt. De heer Van Vliet kent de aanpak die we hebben in Europa. We laten iedere drie maanden in Athene door de trojka toetsen hoe de Grieken ervoor staan. Leninggeld gaat naar Grieken alleen op het moment dat men zich houdt aan de overeengekomen afspraken. Wat betreft het zoet en het zuur, heb ik zojuist in mijn inleiding al aangegeven dat iedereen de crisis volgend jaar in de portemonnee gaat voelen. Met het akkoord van afgelopen maandag wordt de rekening op een iets andere manier neergelegd. Die wordt niet uitsluitend neergelegd bij de mensen die voor hun werk forenzen. De rekening wordt neergelegd in bijvoorbeeld de vorm van verhoging van de assurantiebelasting, die in de portemonnee van iedere Nederlander wordt gevoeld, maar dan wel in mindere mate dan het geval zou zijn bij de reiskostenvergoeding.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik denk dat de VVD terecht heeft vastgehouden aan het uitgangspunt van de -2,7%. Ik denk dat het een verstandige keuze is om binnen die kaders na te denken over alternatieven. Maar waarin vind ik het belang terug dat ook de VVD zei te hechten aan het creëren van banen, het perspectief op werk en inkomen? Het enige wat ik in de plannen terugzie, zijn lastenverzwaringen voor ondernemers en het terugdraaien van investeringen die bijvoorbeeld de bouwsector ten goede zouden komen. Kortom, waar kan ik het perspectief op werk en inkomen terugvinden?

De heer Harbers (VVD):

Ik hoop dat u dat perspectief straks kunt terugvinden als de PvdA en de VVD erin slagen om samen een regeerakkoord te vormen. Ik breng nogmaals in herinnering dat dit geen regeerakkoord is. Dat is gisteren tijdens het debat met de fractievoorzitters ook vaak gezegd. Dit is niet de alomvattende visie voor de komende vier jaar. Dit is een overeenkomst tussen twee partijen die tegen elkaar hebben gezegd dat ze sommige maatregelen niet willen nemen in de begroting van 2013 en die daar vervolgens andere maatregelen tegenover hebben gezet.

De heer Van Hijum (CDA):

Dat begrijp ik heel goed. Ik begrijp ook dat het een kwestie is van geven en nemen en dat je nooit alles wint. In deze fase van de crisis, waarin de werkloosheid oploopt en bedrijven, ook die in het mkb, het moeilijk hebben, heeft de VVD er echter voor gekozen om de loondoorbetalingsmaatregelen in de sfeer van de WW niet terug te draaien en de lasten voor het bedrijfsleven met 600 miljoen te laten oplopen. Per saldo lijkt het perspectief dat mensen hebben op werk en inkomen hierdoor te verminderen. Ik begrijp niet dat de VVD hierop heeft kunnen toegeven.

De heer Harbers (VVD):

Voor de VVD geldt dat er tientallen maatregelen zijn die in dit akkoord niet zijn genomen. Ik neem aan dat dit ook voor de PvdA geldt. Dat wil niet zeggen dat ze nooit zullen worden genomen. We wachten op datgene wat aan de onderhandelingstafel wordt bedacht. Dan kunnen er andere maatregelen komen. Het wil ook niet zeggen dat de maatregelen in het deelakkoord van afgelopen maandag per definitie een vernietigend effect hebben op de werkgelegenheid, zoals de heer Van Hijum een beetje doet voorkomen. Ik denk dat het niet door laten gaan van de omstreden reiskostenmaatregel met opluchting is ontvangen door werkgevers en werknemers. Ik denk namelijk dat werkgevers zich wel een beetje zorgen maakten en bang waren dat de hogere rekening die hun werknemers zouden moeten betalen om op het werk te komen, zich vroeg of laat zou vertalen in hogere looneisen. Die hobbel hebben we weggehaald voor de werkgevers.

De heer Van Hijum (CDA):

Dan adviseer ik de heer Harbers toch om de reacties van VNO-NCW en MKB-Nederland, het georganiseerde bedrijfsleven, op deze plannen er nog eens op na te lezen. Die zijn op dit punt namelijk buitengewoon kritisch. Voor 2013 staan de plannen nu vast. Wij hopen dat 2013 een buitengewoon belangrijk jaar wordt voor de omslag naar het creëren van perspectief, juist op het gebied van werk en inkomen. Dit is dus echt een gemiste kans.

De heer Harbers (VVD):

Het is ook niet mogelijk om binnen één week onderhandelen, in de zwaarste economische crisis die we sinds decennia meemaken, ineens geld te toveren. Ik neem tegelijkertijd waar dat werkgevers vijf maanden lang onze e-mailpostbussen hebben gebombardeerd met pleidooien om vooral de reiskostenmaatregel niet door te laten gaan. Je kunt op dit moment niet heel gemakkelijk zuur door zoet vervangen. Het ene zuur is vaak vervangen door het andere zuur. Dat is ook de boodschap die ik in het begin al gaf.

De heer Merkies (SP):

Ik heb een vraag over die € 1.000 die de VVD heeft beloofd aan alle werknemers. De heer Harbers zei net dat die € 1.000 pas later komt, en dus niet in 2013. In welke jaren dan wel?

De heer Harbers (VVD):

Volgens mij staat er in ons verkiezingsprogramma, uit mijn hoofd, dat dit gebeurt vanaf 2015. Je maakt een verkiezingsprogramma voor de hele periode. Dat wil niet zeggen dat alle verkiezingsbeloftes gehonoreerd worden. Het zegt ook niets over de mate waarin ze gehonoreerd zullen worden. Ik verwijs voor alles wat niet in het deelakkoord van afgelopen maandag staat naar de onderhandelingstafel. Ik wacht op het moment dat twee partijen daar, al onderhandelend, een akkoord bereiken. Vervolgens kan iedereen nagaan wat er voor de ene partij in zit en wat er voor de andere partij in zit.

De heer Merkies (SP):

U weet toch ook dat het Centraal Planbureau koopkrachtplaatjes heeft gemaakt, ook van uw plannen? U weet toch dat het koopkrachtplaatje van de VVD voor de werknemers voor de hele periode van 2013 tot en met 2017 uitkomt op 0%? In de komende periode gaan werknemers er bij de VVD dus niks op vooruit.

De heer Harbers (VVD):

Wij hadden in onze plannen een totaalpakket van alle maatregelen. Bij elkaar zorgden deze er inderdaad voor dat werknemers er niet op vooruit gingen, maar ook niet op achteruit. Dat vind ik heel belangrijk. Het gaat altijd om het totaal. Overigens, als er een regeerakkoord komt, wordt dat vanzelfsprekend ook weer doorgerekend op alle effecten, koopkracht, werkgelegenheid en economische groei. Ik vermoed zomaar dat we er op dat moment verder over zullen debatteren.

De heer Merkies (SP):

U verwacht dus wel dat de onderhandelingen meer koopkracht zullen opleveren dan die 0% die nu in uw plannen staat?

De heer Harbers (VVD):

Ik verwacht helemaal niets. Ik zie wel wat er straks al onderhandelend gebeurt. Het heeft echt geen zin om hier vandaag een rondje koffiedik kijken te gaan doen, want daar is het nog net iets te vroeg voor.

Voorzitter. Ik wilde nu eigenlijk beginnen aan het langslopen van de maatregelen die we genomen hebben, maar de vorige spreker heeft ze al allemaal opgesomd. Ik zal het de Kamer dus niet aandoen om weer hetzelfde lijstje op te sommen. Iedereen heeft ze ook gezien in de brief van de informateurs en kan daarin ook zien hoe de dekking is georganiseerd. Zoals de vorige spreker al zei, er zitten maatregelen bij waar wij als VVD-fractie blij mee zijn en natuurlijk ook maatregelen die wij zelf niet zo bedacht zouden hebben. Datzelfde gold overigens ook al voor het begrotingsakkoord in het voorjaar. Zoals gezegd, ik ben blij dat wij als VVD dit deelakkoord hebben kunnen bereiken met de PvdA, vooral omdat wij op die manier in ieder geval van de forensentaks en langstudeerdersboete af kunnen komen.

Zoals reeds door de informateurs werd gemeld, zullen de fracties van de PvdA en de VVD al die aangepaste voorstellen voor gaan leggen aan de Kamer. Daar zijn wij nog heel even mee bezig maar er zullen uiteindelijk waarschijnlijk zo'n vier amendementen worden ingediend op verschillende begrotingshoofdstukken en het Belastingplan. Voor enkele onderdelen van het akkoord die niet per amendement kunnen of behoeven te worden geregeld, houd ik voor de tweede termijn een motie achter de hand om ons als Kamer te kunnen uitspreken over de maatregelen waarover onze fracties een akkoord hebben bereikt. Verder kondig ik alvast aan dat de VVD – de vorige spreker heeft het er niet over gehad maar ik denk dat het zomaar ook geldt voor de PvdA – tegen het reeds ingediende wetsvoorstel herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer zal stemmen. Ik stel voor dat we er in de commissie Financiën verder over spreken op welk moment we dat gaan doen, maar ik geef het hier toch maar alvast mee aan de collega-financieel woordvoerder die zich anders wellicht nog voorbereiden op een uitvoerige inhoudelijke behandeling van dat wetsvoorstel. Daarmee heb ik de lijnen voor de begroting 2013 wat de VVD betreft weergegeven, maar het is zoals gezegd ook een deelakkoord, een tussentijds akkoord. De formatie gaat verder en daarin moet ook de vraag worden beantwoord hoe de overheidsfinanciën in de komende jaren, na 2013 verder op orde komen. Dat valt buiten het bestek van deze algemene financiële beschouwingen over de begroting 2013 en zal wat mij betreft te zijner tijd aan de orde komen.

De heer Koolmees (D66):

Ik heb nog een vraag aan de heer Harbers over eventuele amendementen of wijzigingen die wij vandaag en morgen nog zouden kunnen aanbrengen op de begroting. De heer Samsom heeft gisteren in het debat gezegd dat hij openstaat voor briljante voorstellen. Mijn vraag is of dit ook voor de VVD geldt.

De heer Harbers (VVD):

Ik heb de neiging in deze Kamer om alle voorstellen te beoordelen, de briljante natuurlijk helemaal maar ook de wat minder briljante. Ik beoordeel ze in ieder geval langs de lijn dat een voorstel nog zo mooi kan lijken maar dat niet alleen de dekking deugdelijk moet zijn maar dat het ook niet het formatieproces moet gaan doorkruisen. De dekking moet dus ook briljant zijn. In de bijna drie jaar dat ik in de Kamer zit, heb ik overigens nog niet heel vaak voorstellen gezien die aan alle criteria voldoen, maar ik sta er voor open.

De heer Koolmees (D66):

Ik ben blij met die open houding van de VVD. Dus we gaan ons best doen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Gisteren gaf de heer Rutte aan dat het wat betreft de lastenverzwaring voor volgend jaar nu eenmaal een kwestie van geven en nemen is. Ik wil graag weten wat de inzet van de VVD is. Kan zij beloven dat zij per saldo in deze kabinetsperiode "overall" lastenverlichting gaat realiseren? Zal dat het criterium zijn voor de VVD bij de vraag of zij al dan niet hierin meegaat?

De heer Harbers (VVD):

Bij eerdere gelegenheden heeft mijn fractievoorzitter, de heer Mark Rutte, al aangegeven dat het criterium voor ons is een stabiel kabinet dat Nederland sterker uit de crisis haalt. Verder ga ik op dit moment niet allerlei subcriteria meegeven. De toets en de beoordeling daarvan vinden plaats als de informateurs constateren dat er een onderhandelingsakkoord is.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

De VVD had inderdaad beloofd dat de lasten verlicht zouden gaan worden. Voor 2013 gaat ze dat niet halen. Ik hoor de heer Harbers nu dus zeggen dat het voor hem niet de doorslaggevende factor is bij de vraag of zijn partij straks gaat tekenen voor een pakket dat er dan eventueel ligt.

De heer Harbers (VVD):

Mevrouw Schouten legt mij nu woorden in de mond die ik niet heb uitgesproken. Dat is de conclusie die mevrouw Schouten daaraan verbindt, maar die conclusie trek ik niet. Ik beoordeel straks wat het totale onderhandelingsresultaat betekent voor de toekomst van Nederland, voor de toekomst van ondernemend Nederland, voor banen in Nederland et cetera. Net als mijn fractievoorzitter zal ik tot die tijd niets zeggen wat het informatieproces in de wielen kan rijden. Ik hoop dat mevrouw Schouten dat begrijpt.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik snap dat de informatie gaande is, maar de belofte die de VVD tijdens de verkiezingen heeft gedaan, was zo hard dat ik graag wil weten of wij echt kunnen uitsluiten dat er nog verdere lastenverzwaringen komen of, andersom, dat wij er echt zeker van kunnen zijn dat er lastenverlichtingen zullen komen. Ik denk dat die helderheid toch gegeven moet kunnen worden aan degenen die de VVD hebben gekozen. De VVD heeft het immers beloofd.

De heer Harbers (VVD):

Ik ken mevrouw Schouten. Zij zal ongetwijfeld ook zelf die balans opmaken op het moment dat er een regeerakkoord is. Tegelijkertijd kennen de verkiezingsprogramma's, niet alleen van ons, maar ook van de PvdA en andere partijen, tal van beloften die de komende periode betreffen. Er zaten niet zo vreselijk veel beloftes over de begroting voor 2013 in het verkiezingsprogramma van de VVD. Mevrouw Schouten zal zich dat herinneren. Zij was immers een van degenen met wie ik in het voorjaar heb onderhandeld. Daar ben ik haar overigens nog steeds dankbaar voor. Toen hebben wij samen ook een begrotingsakkoord in elkaar gezet dat voor 2013 de nodige lastenverzwaringen bevat. Daar is de VVD niet blij mee, maar wij vinden het noodzakelijk om de begroting op orde te krijgen. Mijn fractievoorzitter, de heer Mark Rutte, heeft dat hier gisteren ook al uitgelegd.

De heer Van Vliet (PVV):

Ik vroeg mij af of de heer Harbers klaar was met zijn betoog.

De heer Harbers (VVD):

Nog lang niet.

De heer Van Vliet (PVV):

Dan wacht ik nog even.

De voorzitter:

Gaat u verder, mijnheer Harbers.

De heer Harbers (VVD):

Ik ga ook nog spreken over Europa. Ik zei zojuist al dat de kans bestaat dat de financiële wind keert en donkerder wolken deze kant op komen in de vorm van de eurocrisis. Dat is nog steeds een belangrijk neerwaarts risico voor de overheidsfinanciën. Nog altijd zijn er zorgen over het bezuinigingsprogramma van Griekenland, over de Spaanse bankensector en over de Spaanse overheidsfinanciën. Er zijn ook hier en daar lichtpuntjes. Ik noem de nieuwe bezuinigingsvoorstellen van de Spaanse overheid. De programma's van Ierland en van Portugal kregen recentelijk een positieve beoordeling van de trojka. Er is ook weer een hobbel genomen in de aanpak van de Europese schuldencrisis en dat is de instemming door het Duitse constitutionele hof met het oprichten van het Europese noodfonds, het ESM. De toestemming of instemming heeft plaatsgevonden onder condities die, zoals ik vaststel, vergelijkbaar zijn met de toezeggingen die de minister in mei aan de Tweede Kamer heeft gedaan, toen we het wetsvoorstel voor het ESM-verdrag behandelden.

De voorzitter:

Ik zie dat er leden zijn die willen interrumperen. Ik stel voor, dat de heer Harbers het blokje over de EU afmaakt en dat daarna wordt geïnterrumpeerd.

De heer Harbers (VVD):

De instemming door het Duitse constitutionele hof leidt ertoe dat volgende week de inaugurele bijeenkomst van het ESM wordt gehouden. Ik begin even aan het langslopen van de vergaderingen die de minister de komende weken allemaal heeft.

De zeventien eurolanden, zo zegt de minister, hebben een verklaring ondertekend die eigenlijk de randvoorwaarden van het Duitse constitutionele hof bevestigen. In deze verklaring wordt in feite gezegd dat Duitsland, en dus ook Nederland en de andere vijftien landen, binnen het verdrag blijven en dat de bijdragen aan het ESM niet zomaar kunnen worden opgehoogd. Wat is nou precies de juridische waarde van deze verklaring van de zeventien eurolanden? Is het de bedoeling dat de tekst van deze verklaring te zijner tijd in het verdrag wordt opgenomen bij een wijziging?

Dan kom ik op mijn andere vragen over inaugurele bijeenkomst van volgende week. Op de agenda staat onder andere het benoemen van plaatsvervangend gouverneurs. De gouverneur kennen we: dat is onze minister. Ik vraag mij af wie plaatsvervangend gouverneur zal worden. Is dat een politieke ambtsdrager, de staatssecretaris of een andere minister, of wordt dat een ambtenaar? Verder is er blijkbaar een roulatieschema overeengekomen voor de rekenkamers in de board of auditors. Ik vraag mij af hoe de huidige programmalanden daarin zijn vertegenwoordigd. Draaien zij mee in het roulatieschema? Kan in ieder geval worden gewaarborgd dat niet meer programmalanden tegelijkertijd in de board of auditors zitten?

Tot slot dank ik de minister voor de toezending van de behandelprocedures voor ESM-besluiten in het verkeer tussen de Tweede Kamer en de minister. Mijn enige vraag daarover is nog hoe en wanneer dat wordt gevat in een informatieprotocol tussen de minister en de Tweede Kamer. Misschien kan de minister aangeven hoe de Tweede Kamer daarin dienstig kan zijn om dit zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen?

De minister heeft tussentijds overleg gevoerd met zijn collega's in Finland en Duitsland. Ik dank hem daarvoor, want het is goed om juist met gelijkgezinde landen in de aanpak van de eurocrisis regelmatig de klokken gelijk te zetten.

De minister spreekt volgende week in het verband van de Ecofin weer met zijn Europese collega's. Daarover wil ik ook nog enkele punten aan de orde stellen. In de voorbereidende agenda lees ik dat Spanje een bankensteun van 59,3 miljard euro nodig heeft. Dit leidt bij mij tot de vraag of de 100 miljard euro die kort voor of net aan het begin aan de zomer daarvoor is gereserveerd door de andere eurolanden, nog steeds in de volle omvang beschikbaar blijft. Hoe is de onderbouwing van het bedrag van 59,3 miljard tot stand gekomen? Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen de baseline eb adverse scenario's die daar blijkbaar onder liggen? Lees ik het tijdschema goed als ik zeg dat de komende maanden nog een aantal stappen moet worden gezet die ertoe leiden dat op zijn vroegst in december, maar waarschijnlijk pas in januari, voor het eerst een lening aan Spanje wordt uitgekeerd?

Onlangs kregen wij de appreciatie van het kabinet van de Europese voorstellen voor het bankentoezicht. Die laten zien dat het tijdpad van het bankentoezicht heel ambitieus is. Op 1 januari aanstaande zou er toezicht moeten zijn op banken die steun ontvangen, op 1 juni 2013 zou er toezicht moeten zijn op alle systeembanken in Europa en een half jaar later op alle banken in de eurozone, naar ik meen zo'n 6.000. Acht de minister dit tijdpad haalbaar? Ik verwijs bijvoorbeeld naar de opstelling van een single rulebook. Zal het lukken om zonder kwaliteitsverlies al die systeembanken nog dit jaar en alle andere 6.000 banken een jaar later in dat toezichtmodel te krijgen?

Voor een gelijk speelveld en behoud van de interne markt kunnen ook niet-eurolanden besluiten om zich onder dat Europese bankentoezicht te plaatsen, de zogenaamde opt-inmogelijkheid. Tegelijkertijd wordt de ECB in dit voorstel eindverantwoordelijk voor het toezicht. In die Europese Centrale Bank zijn nu juist de niet-eurolanden niet vertegenwoordigd. Het kabinet geeft al aan dat niet-eurolanden voldoende zeggenschap moeten krijgen in de Raad van Toezicht van de ECB. Wil de minister hierop ingaan in zijn eerste termijn? Hoe ziet hij bijvoorbeeld in dit licht de verhouding tussen de 27 EU-landen en de 17 eurozonelanden? Hoe kan, ter voorkoming van tegenstrijdige belangen, worden gewaarborgd dat niet-eurolanden toch zeggenschap krijgen in het monetaire beleid van de eurolanden? Bovendien is het de vraag in hoeverre het realistisch is dat landen buiten de eurozone meedoen aan dit Europese bankentoezicht. De hamvraag is natuurlijk hoe de minister voor zich ziet dat deze voorstellen in de richting van de Tweede Kamer komen opdat wij daarop inhoudelijk verder kunnen ingaan.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik roem de heer Harbers om zijn duidelijkheid. Ik dank hem voor zijn collegialiteit nu hij zegt dat zijn fractie toch tegen het voorstel voor een forensentaks zal stemmen. Dat scheelt voorbereidingstijd.

Misschien kan hij ons ook op een ander punt helpen. Als er weer een steunaanvraag komt voor Griekenland, zegt de heer Harbers dan dat zijn fractie sowieso zal tegenstemmen en dat wij ons niet hoeven voor te bereiden?

De heer Harbers (VVD):

Het leuke van aanvragen en dat soort dingen is, dat je erover oordeelt op het moment dat ze voorliggen. De trojka is om dit moment in Athene en er ligt geen oordeel voor over de positie van Griekenland. Ik bewaar het antwoord op de vraag van de heer Klaver dan ook tot het moment dat de Tweede Kamer wel iets wordt gevraagd.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat is een zeer boeiend antwoord, want de partijleider van de VVD, de heer Mark Rutte, heeft tijdens de verkiezingen gezegd dat er geen cent meer naar Griekenland gaat. Nu hoor ik dat er wordt teruggekomen op die verkiezingsbelofte. Er wordt nu gezegd – en corrigeer mij vooral als ik het mis heb, mijnheer Harbers – dat de VVD als er een extra steunaanvraag komt, die aanvraag op dat moment zal beoordelen. De verkiezingsbelofte van de VVD: geen cent naar Europa, is dus niets waard gebleken.

De heer Harbers (VVD):

Ik corrigeer de heer Klaver, hij vroeg daar ook om. Er kunnen twee zaken aan de hand zijn met Griekenland. De trojka kan constateren dat Griekenland, zij het met vereende krachten, back on track is en zich daarmee kwalificeert voor het lopende steunprogramma. De heer Klaver weet ook dat dit in tranches per kwartaal wordt uitbetaald. Of de trojka komt tot een ander oordeel, dat waarschijnlijk zal zijn: Griekenland ligt niet op koers en zou uitsluitend kunnen worden geholpen met een derde steunpakket. De heer Klaver kent de uitspraken van mijn partij en mijn fractievoorzitter daarover.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik begrijp dit echt niet meer, maar ik snap wel hoe het in elkaar steekt. Er zou een nieuw steunpakket moeten komen. Mark Rutte heeft daarover in de verkiezingscampagne gezegd: dat gebeurt niet, daar gaat de VVD nooit mee akkoord. Staat die belofte nog steeds, of gaat de VVD die aanvraag beoordelen op het moment dat deze komt? In dat geval moeten we concluderen dat de VVD terugkomt op haar verkiezingsbelofte. Maar dat is niet erg, daar ben ik zelfs heel blij mee

De heer Harbers (VVD):

Ik zou een beetje willen pleiten voor de inflatie van het woord "belofte". Het is gewoon onze mening. Het is al heel lang de mening van de VVD dat het na het tweede steunpakket voor Griekenland wel over is. Overigens zijn we daar niet uniek in, want de meeste landen om ons heen vinden dat ook. Wij kijken dus naar wat het IMF binnenkort zal oordelen. Ik hoop dat het IMF tot de conclusie komt dat Griekenland wel binnen de marges is gekomen van het lopende steunpakket. Tegen de achtergrond van wat we de laatste maanden in de kranten hebben gelezen, vermoed ik dat dit met vereende krachten zal zijn. Maar dat zou het beste zijn voor heel Europa

De heer Van Vliet (PVV):

Ik hoorde de heer Harbers net spreken over het Bundesverfassungsgericht in Karlsruhe. Dat het hoogste rechtscollege in Duitsland heeft geoordeeld dat de centen naar het ESM mogen, ziet hij als een hobbel die is weggenomen. Ik moet hem even corrigeren: het feit dat alle Duitsers nu naar het – even in goed Duits – "pfeifen" van mevrouw Merkel mogen "tanzen", is daar in Duitsland natuurlijk de grootste gerechtelijke dwaling aller tijden. Maar we spreken nu over een bankenunie, en de heer Van Rompuy heeft al gezegd dat die de opmaat is naar de grote politieke unie. Minister De Jager zei daarop: prima op termijn, die bankenunie, fantastisch. Die bankenunie is gerelateerd aan het ESM. De VVD stond achter de ESM-garanties voor miljarden aan Griekenland. Is de heer Harbers het ermee eens dat deze bankenunie er komt, wetende dat die de voorbode is van een politieke unie?

De heer Harbers (VVD):

De heer Van Vliet begon zijn inleiding met het constitutionele hof. Ik ga geen oordeel geven over het Duitse rechtssysteem, maar ik heb gezegd dat Nederland vooruit heeft gelopen op hetgeen het hof concludeerde. Dat is namelijk precies hetzelfde als wat minister De Jager in mei aan de Tweede Kamer toegezegde, namelijk dat hij altijd zou terugkomen naar de Kamer; net zoals nu in Duitsland de minister wordt opgeroepen om altijd naar de Bondsdag terug te komen als er iets gebeurt wat buiten de lijntjes komt van hetgeen we in het verdrag hebben afgestemd. Volgens mij is er geen voorstel gedaan om akkoord te gaan met een bankenunie. In dit huis hebben we daarover buitengewoon veel discussies gevoerd. Het onderdeel dat de VVD voluit steunt, is dat er een Europees bankentoezicht moet komen. Maar voordat je verdere stappen kunt zetten in de richting van wat wenselijk en haalbaar is, moet je eerst kunnen constateren dat er een bankentoezicht is en weten hoe dat bankentoezicht in de praktijk werkt. Om die reden heb ik zojuist een aantal vragen gesteld aan de minister. Ik vind dat dit zo snel mogelijk moet komen, maar zonder verlies van kwaliteit. Uiteindelijk zal bankentoezicht moeten leiden tot inzicht in de kwaliteit van alle banken in Europa, zodat we weten dat deze banken solide zijn gefinancierd en wat het risico is dat deze omvallen. Ik ga dus ook niet mee in al die grote woorden. Voor mij is het geen gegeven dat een simpel bankentoezicht zal leiden tot een politieke unie

De heer Van Vliet (PVV):

Ik merk dat de heer Harbers de hele tijd schuift tussen de termen "bankenunie" en "bankentoezicht". Ik heb het over "bankenunie"; een breder begrip, dat overal uitgebreid aan de orde is geweest. Van Rompuy heeft gezegd dat een bankenunie de opmaat is naar een politieke unie. Als wat van Rompuy beweert waar is, vraag ik de heer Harbers en de VVD of zij voorstander zijn van zo'n bankenunie in Brussel.

De heer Harbers (VVD):

We kunnen natuurlijk nog uren praten over de vraag of het waar is wat de heer Van Rompuy beweert. Ik lees krantenartikelen over wat de heer Van Rompuy zou vinden. Vindt de heer Van Vliet het niet heel verstandig om gewoon even te wachten tot we volgende week op papier krijgen wat de heer Van Rompuy echt van de lidstaten gaat vragen? Ik kan de heer Van Vliet op een briefje geven dat een politieke unie op dit moment een brug te ver is. Je moet geen ondoordachte stappen zetten en dat doe je als je alleen een eindperspectief schetst en vergeet om in de tussentijd effectieve stappen te zetten. Laten wij ons eerst maar eens concentreren op wat er echt nodig is en dat is inzicht in de kwaliteit van de Europese banken. Laten wij eerst maar eens bepalen of er banken op omvallen staan.

De heer Van Vliet (PVV):

Is het blokje over Europa het laatste blokje van de heer Harbers?

De heer Harbers (VVD):

Nee, maar er komt niet veel meer.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik zou graag van de heer Harbers horen waar wij met de VVD bij de bankenunie aan toe zijn. De regering heeft de Kamer een zogenaamde appreciatie gestuurd van de voorstellen van de Europese Commissie voor een toezichtsmechanisme. In die brief staat – het is een brief die namens de regering naar de Kamer is gestuurd – dat Nederland voorstander is van het invoeren van een Europees geïntegreerd financieel kader, een bankenunie. Dat kader zou in ieder geval moeten bestaan uit toezicht, maar ook uit een Europees depositogarantiestelsel, een Europese resolutiefonds en een autoriteit, in combinatie met een Europees publieke achtervang. Dat is dus de inzet waarmee de regering de komende dagen en weken Europa in gaat. Steunt de VVD die inzet?

De heer Harbers (VVD):

Ik kies voor een stap-voor-stapbenadering. De regering heeft dat bij eerdere gelegenheden ook gezegd. Zo herinner ik mij goed het beroemde woord van de minister "geen kalenderfixatie". Je weet in welke volgorde je de stappen moet gaan zetten, maar zo'n stap kun je pas zetten als de vorige met succes is afgesloten. Europa is daar niet goed in. Europa schetst graag een heel wijds perspectief om vervolgens ook nog eens met de laatste stap te beginnen. Volgens mij is vriend en vijand van de euro het er inmiddels over eens dat het juist daardoor zo met de euro is gelopen. Daardoor hebben wij de laatste jaren vrij veel debatten over de euro in de Tweede Kamer. Ik focus mij nu op de eerste stap en die is goed geïntegreerd Europees bankentoezicht. Als dat goed werkt, weten we hoe de banken eraan toe zijn en kunnen wij de volgende stap zetten op weg naar een geïntegreerd depositogarantiestelsel of een resolutiemechanisme.

De heer Van Hijum (CDA):

Dit antwoord stelt mij teleur. Op het punt dat de timing belangrijk is om goede stappen te zetten, kan ik een heel eind met de heer Harbers meegaan, maar de regering gaat wel een stukje verder. De regering schetst namelijk ook het perspectief van waar wij met elkaar naartoe willen. Het bevreemdt mij dat de heer Harbers de route en het eindperspectief die de regering schetst, niet durft te omarmen. De regering schetst die namelijk heel duidelijk in haar brief en bovendien gaat zij daar straks mee naar Brussel, tenzij de heer Harbers zegt dat dit niet mag.

De heer Harbers (VVD):

Ik ga geen grote woorden gebruiken en ik ga zeker niet zeggen dat het niet mag. Dat doe ik alleen als slechts de laatste stap wordt gezet en alle eerdere stappen worden overgeslagen. Ik waarschuw de politiek voor de werkwijze waarbij het perspectief maar meteen wordt ingevoerd, omdat wij het daarover eens zijn. Dat leidt namelijk tot overhaaste besluitvorming, want iedereen wil dan eerder dan de ander dat perspectief hebben ingevoerd. Daar voel ik helemaal niets voor, omdat er nog steeds ongelooflijk ingewikkelde hobbels moeten worden genomen bij de eerste stap, het geïntegreerde bankentoezicht. Ik vroeg er de minister niet voor niets naar.

De heer Van Hijum (CDA):

Dan is het toch mijn conclusie dat de heer Harbers de inzet van het kabinet eigenlijk gewoon steunt. Ook het kabinet zegt namelijk dat je dingen in de goede volgorde moet doen en oog moet houden voor de risico's die je onderweg tegenkomt. Het zou natuurlijk raar zijn om je gezonde verstand overboord te zetten. Wij gaan met andere woorden gewoon met een duidelijk perspectief toewerken naar een bankenunie. De heer Harbers geeft de regering namelijk ook de ruimte om daarmee aan de slag te gaan.

De heer Harbers (VVD):

Ik ga niet over de conclusies en de teleurstelling van de heer Van Hijum. Hij had ook met zijn laatste opmerking kunnen beginnen en dan hadden wij waarschijnlijk een heel ander interruptiedebatje gehad. Ik proefde bij de heer Van Hijum wel heel duidelijk dat hij uitsluitend met het eindperspectief bezig is. Ik vermoed dat er voor die tijd nog ongelooflijk veel hobbels te nemen zijn. Zoals zojuist uit mijn vragen bleek, is het volgens mij nog maar de vraag of wij in de komende tweeënhalve maand alle stappen weten te zetten die noodzakelijk zijn om de systeembanken in een Europees systeem voor geïntegreerd bankentoezicht onder te brengen.

De laatste vergadering waar de minister naartoe gaat is de IMF-jaarvergadering. Die geeft mij geen aanleiding voor inhoudelijke opmerkingen, maar wel voor een compliment aan het adres van de minister. Bij het IMF speelt de reductie van het aantal Europese zetels in de Raad van Bewindvoerders. Ik geef de minister een compliment voor zijn inspanning om in dit veranderende krachtenveld de invloed van Nederland maximaal te houden via de voorgenomen samenwerking en het delen van een zetel met België en daarachter Luxemburg.

Ik ben ingegaan op de Rijksbegroting voor 2013 en op de Europese schuldencrisis. Voor beide geldt, om mijn beeldspraak af te maken: wij weten niet of het gaat stormen, regenen of misschien opklaren. Een ding weten wij zeker: in vrijwel alle gevallen hebben wij een stevige paraplu nodig. De combinatie van de Miljoenennota, het Lenteakkoord en het deelakkoord is daarvoor de goede basis.

Tot slot: evenals de vorige spreker vind ik dit het moment om groot respect uit te spreken voor de beide bewindsleden, zeker voor de minister. Ik noem zijn inzet, ook recentelijk in het zomerreces, op het Europese toneel en zijn persoonlijke betrokkenheid sinds april voor de totstandkoming van deze begroting voor het jaar 2013, samen met vele Kamerfracties.

De heer Van Vliet (PVV):

Wij constateren met elkaar dat de forensenbelasting niet wordt ingevoerd. In bepaalde kranten lees ik dat dit een vooruitgang is voor de werkende mens die naar zijn werk reist. Dat is natuurlijk flauwekul, want er is nu nog geen forensentaks. Als die niet doorgaat, blijft alles hetzelfde. Het is dus helemaal geen vooruitgang. Wat wel een achteruitgang is, is de verhoging van de btw, van de loon- en inkomstenbelasting, van de assurantiebelasting, van de kolenbelasting, de frisdrankenbelasting, de leidingwaterbelasting, de alcoholaccijnzen, de tabaksaccijnzen en de energiebelasting. Dan heb ik het nog niet over het eigen risico in de zorg. Nu vraag ik via u, voorzitter, aan de heer Harbers het volgende. De VVD staat achter al deze lastenverzwaringen en belastingverhogingen. Dan is het toch de Volkspartij voor Verarming en Debitering, en niet meer de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie? Kan de heer Harbers daar nu eens op reageren als liberaal?

De heer Harbers (VVD):

Volgens mij is dit exact hetzelfde interruptiedebat als dat wat ik een kwartier geleden al had. Ik ben het eens met de heer Van Vliet dat wat de forensentaks betreft, de onbelaste reiskostenvergoeding, alles exact blijft zoals het is. Door velen zal dit toch als een opluchting worden ervaren, omdat er wel degelijk vijf maanden lang het doembeeld heeft gehangen dat die onbelaste reiskostenvergoeding zou verdwijnen. Inderdaad, alle andere maatregelen die de heer Van Vliet opsomt zijn lastenverzwaringen. De VVD is daar niet blij mee. Wegens de grote noodzaak om de begroting voor 2013 op orde te brengen hebben wij daar uiteindelijk mee ingestemd. Op zulke korte termijn zijn er heel weinig andere maatregelen waarmee je de begroting in deze mate op orde kunt krijgen. Wij zijn er niet blij mee, maar het was noodzakelijk. Ik denk dat wij de komende jaren nog heel veel plezier zullen hebben van het vertrouwensvotum dat Nederland daardoor heeft gekregen van financiële markten en investeerders.

De heer Van Vliet (PVV):

Volgens mij was de rente historisch laag en blijft deze dat nog een tijd. Dat komt niet door dit belastingverzwaringspakket. Brussel had gezegd 3%. VVD en PvdA komen uit op 2,7%. Zelfs als je al die 3% zou willen nastreven – ik heb het dan niet over het PVV-standpunt maar over dat van de VVD – zit er nu nog ruimte in. Zou dat niet op zijn minst in het kader van de begroting voor 2013 voor de VVD kunnen beteken dat een aantal van deze belastingverhogingen geschrapt kan worden?

De heer Harbers (VVD):

Het hangt er maar net vanaf hoe je tegen het begrotingstekort aankijkt. De heer Van Vliet heeft gelijk dat het binnen de Europese bandbreedte blijft, maar tegelijkertijd is het niet voldoende om ook voor de langere termijn de Nederlandse overheidsfinanciën gezond te maken. Ik ken de partij van de heer Van Vliet als een partij die zegt: dat maakt ons ook helemaal niet uit. Dat is een beetje het scenario van "na ons de zondvloed". Ik sta een andere benadering voor. Wat de VVD – en gelukkig ook heel veel andere partijen in de Kamer – betreft gaan wij wel de route op naar houdbare overheidsfinanciën en naar een begroting die uiteindelijk in evenwicht is. Als wij volgende generaties ergens een plezier mee doen, is het dat wel.

De heer Van Vliet (PVV):

Wat de houdbare overheidsfinanciën betreft: als de heer Harbers net als ik heeft gekeken naar de uitkomsten van de CPB-berekeningen, weet hij dat er bij de PVV in 2017 sprake is van 1,3%, terwijl de VVD maar net iets beter scoort. Daarmee zitten wij op zijn minst in de top van alle partijen hier. Dus over houdbare overheidsfinanciën kunnen wij nog wel een keer een debat opzetten.

De heer Harbers (VVD):

De heer Van Vliet houdt terecht voor zijn eigen gemak even het jaartal 2017 aan. Daarom gaf ik zojuist ook de kwalificatie "na ons de zondvloed", want in de jaren na 2017 gaat het rap bergafwaarts. Ook de heer Van Vliet weet, of hoort te weten, dat je bij houdbare overheidsfinanciën uiteindelijk wel kijkt naar de structurele doorwerking. Dat is na 2017.

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. Ik begin met een mededeling van huishoudelijke aard. Normaal zou hier mijn collega Tony van Dijck hebben gestaan in dit debat, maar wegens zeer dringende privéomstandigheden was hij daartoe niet in staat. Onze gedachten zijn bij hem en zijn familie.

Ik sta hier namens de PVV om deze algemene financiële beschouwingen te voeren. Ik begin met een felicitatie aan het kabinet-Samsom I met liberaal aanhangsel. Eerder werkten VVD en PvdA samen, wat men toen Paars noemde. Zoals u aan mijn schoenen en mijn verdere outfit kunt zien, staat echt paars hier. De bril die ik nu op heb, is mijn oudste bril, uit 1997, de paarse tijd van de heer Kok die ons het kwartje afnam. Wij zagen toen de rokende puinhopen ontstaan, dus als ik door deze oude bril kijk, zie ik die puinhopen weer op ons afkomen, met iets nieuws, namelijk Samsom I met liberaal aanhangsel. Vandaar deze felicitaties.

Wij hebben het hier over een begroting voor 2013 die wat mij betreft in ieder geval in het Guiness Book of Records kan komen als de meest rondgepompte en aangepaste begroting aller tijden. Ik moet ook felicitaties maken aan de SP, aan de PVV zelf, aan de SGP, aan 50PLUS en aan de Partij voor de Dieren, want dat zijn de enige partijen in dit huis die niet in de bedorven soep hebben zitten roeren die ons nu wordt geserveerd. Dus ik zou niet graag in de schoenen van de minister willen staan. Ik kan mij voorstellen dat hij niet meer achter dit wanproduct staat dat wij nog begroting durven noemen en dat hij dadelijk nog wel moet verdedigen. Is de minister is nog bereid is om deze begroting voor 2013, met eerst het akkoord van het slopersgilde Kunduz en nu weer een akkoord van het kabinet-Samsom I met liberaal aanhangsel, te verdedigen?

Dat ter inleiding. De eurocrisis woekert voort en de regeringsleiders blijven maar zakken met euro's op het vuur blijven gooien, in de hoop dat het vuur dan dooft, maar niets is minder waar. De probleemlanden willen hun schuldenberg versneld wegwerken door extra te bezuinigen maar in wezen levert dat alleen lastenverzwaringen op. Daardoor krimpen de economieën van die landen alleen maar harder, met als gevolg meer werkloosheid, minder belastinginkomsten aldaar, voor zover zij al belastingen innen, en dus een nog groter tekort en een nog hogere staatsschuld. Wij bevinden ons dus, als wij naar die landen kijken, in een neergaande spiraal. Het wordt van kwaad tot erger. De Griekse economie krimpt, nu weer met 4%, en wel voor het zesde jaar op rij. Inmiddels is die hele economie voor een kwart verdampt. De staatsschuld daar is hoger dan ooit, met 180% van het bbp. De enige echt lachende derde is de financiële sector, want die kan ongelimiteerd haar giftige bezittingen op het bordje van de belastingbetalers dumpen. Onder druk van de financiële markten is zelfs de ECB in Frankfurt nu van plan om ongelimiteerd staatsobligaties op te kopen, met name van deze zuidelijke probleemlanden.

Eindelijk dan een koper voor deze rommelobligaties. Wall Street kan feestvieren en Henk en Ingrid mogen weer lappen! Dat de aanpak van de schuldencrisis verkeerd uitpakt, zien wij dagelijks om ons heen. Zuid-Europa staat in brand, met faillissementen en stakingen. In Griekenland wordt overigens inmiddels meer gestaakt dan gewerkt. In Spanje heeft men tegenwoordig een impuls gegeven aan de rubberindustrie, want daar vliegen de rubber kogels je om de oren. Ook in Portugal is de geest weer uit de fles. De werkloosheid breekt daar het ene record na het andere. Inmiddels zijn zo'n 18 miljoen mensen in de eurozone volgens Eurostat werkloos. Athene is een spookstad, waar bijna de helft van de winkels gesloten is. Nog eventjes en heel Griekenland is een spookland en in Europa worden wij een spookcontinent. De PVV heeft al tweeënhalf jaar gezegd dat je een onhoudbare schuld niet oplost met meer schulden en belastingverhogingen. Er zal massaal moeten worden afgestempeld. Bovendien moeten deze economieën gewoon weer concurrerend worden. Dat zal uiteindelijk de echte oplossing blijken te zijn. Weer concurrerend worden zij niet alleen door de lonen en pensioenen te verlagen, zoals nu gebeurt, maar door herinvoering van een eigen munt. Daardoor zal door devaluatie en een eigen, verstandig rentebeleid de concurrentiekracht vanzelf toenemen. That is the only way out. Verlos ons alstublieft dus alsnog van die euro. Als wij daaraan vasthouden, wordt die onze ondergang.

De regeringsleiders houden echter vast aan de Europese droom die steeds meer op een nachtmerrie begint te lijken. De euro is voor deze regeringsleiders geen betaalmiddel, maar een heilig doel op zich. Het is een doel dat alle middelen heiligt. Het is een heilig geloof waarmee uiteindelijk de federale unie kan worden afgedwongen. "The United States of Europe" in de woorden van mijnheer Verhofstadt, een collega van de heer Harbers. Zij vergeten dat zij hier met soevereine staten en met democratieën te maken hebben. Een land laat zich niet de wet voorschrijven. Ik vermoed dat de Grieken nog liever droog brood eten dan dat ze naar de bekende "Pfeifen" van "Frau Merkel" moeten "tanzen". Dit is correct Duits.

Het bezuinigingsvirus is nu ook al overgeslagen naar Nederland. Het kabinet wil als het braafste jongetje van de Europese klas koste wat het kost voldoen aan het Brusselse dictaat van maximaal 3% tekort in 2013. Daarbij wordt zij in Nederland geholpen door het slopersgilde van Kunduz. Dat de regering daarvoor de lasten met meer dan 10 miljard moet verhogen en dus de economie kapot bezuinigt, is blijkbaar niet zo belangrijk. Het CPB heeft al berekend dat deze lastenverhoging ons minimaal een half procent van ons bbp zal kosten. Ook is het blijkbaar maar een bijzaak dat in eerste instantie 50.000 mensen extra hun baan verliezen en dat de werkloosheid blijft stijgen tot boven een half miljoen. Wederom geldt dat het doel, namelijk de heilige euro, de middelen heiligt. De PVV werkt hieraan nog steeds niet mee.

Alles wordt uit de kast gehaald. Aan de horizon worden de puinhopen langzaam zichtbaar. Het eigen risico wordt verhoogd met € 110 naar € 350, zogenaamd om de zorg betaalbaar te houden. De AOW-uitkering wordt later uitbetaald, zogenaamd om langer doorwerken te bevorderen. Huren worden verhoogd, zogenaamd om scheefwonen tegen te gaan. De energiebelasting wordt verhoogd, zogenaamd om het verbruik te verminderen. De WW-duur wordt verkort, zogenaamd om participatie te bevorderen. We zien dat de hypotheekrenteaftrek wordt aangetast, zogenaamd om de woningmarkt te stimuleren. Nou, de PVV laat zich niets wijsmaken door Rutte en zijn nieuw benoemde kaalplukteam. Zij staan alleen maar klaar om Nederlanders te knippen en te scheren. De burger mag van elke honderd euro die hij verdient grosso modo de helft inleveren. Als het aan de regering ligt, wordt dat meer en meer en meer.

Het ergste is, dat er sprake is van een btw-verhoging die eergisteren al is ingegaan. Hiervoor kon men geen excuus verzinnen. Deze maatregel is een ordinaire belastingverhoging. Hij is genomen, gewoon omdat het kan, omdat het mag en omdat het van Brussel moet. Er gaat 4 miljard even lekker, gemakkelijk, snel, hup, tjoeng, kassa in de zak. Dat ieder Nederlands huishouden door deze maatregel € 330 minder te besteden heeft in 2014, is blijkbaar ook niet belangrijk. Wilt u een huis kopen? Die nieuwbouwwoning is wel zo'n € 5.000 duurder nu. Dat is een mooie stimulans voor de bouwsector. Wilt u een mooie middenklasser bestellen? Tja, die is wel eventjes 700 eurootjes in prijs gestegen. Hup, daar gaan weer een paar autodealers naar de filistijnen. Hebt u de verwarming al aangezet nu de zomer weer voorbij is? Denkt u daar dan wel even over na, want dankzij de regering betaalt u € 160 per jaar extra. Tjoeng! Als klap op de vuurpijl kan Nederland zich sinds gisteren aanmelden bij opnieuw het Guinness Book of Records. Nederland heeft namelijk de hoogste brandstofprijs van heel Europa. In Nederland betaal je ongeveer € 1,90 voor een litertje euro loodvrij. Wat betaalt men in Spanje daarvoor, dus in een van die roemruchte probleemlanden? Daar betaalt men 1 eurootje 46. Tjoeng, dat klinkt nog eens goed! De Nederlandse automobilist mag echter de hoofdprijs betalen. Zo is het verdeeld in dit mooie Europa. De PVV is de enige partij die bereid is om het kwartje van Kok terug te geven. Wij verlagen ook nog eens de btw van 19% naar 18%. Dat zou een geweldige impuls opleveren voor de economie. Bij de PVV zou zo'n litertje euro loodvrij dus € 0,20 goedkoper zijn dan nu.

Het nieuwe kabinet-Samsom I met liberaal aanhangsel, dat straks zal aantreden, draait deze btw-verhoging blijkbaar niet terug. Het was toch een verkiezingsbelofte om die btw-verhoging terug te draaien? In ieder geval de PvdA heeft dat beloofd. Voor de bühne draait men nu de onzalige forensentaks terug, maar die wordt vervangen door weer andere belastingen. Ik noem de drastische verhoging van de assurantiebelasting. Ik heb als fiscalist nog nooit zo'n verhoging in één keer meegemaakt. Daar is natuurlijk elke Nederlander de dupe van. Wat lees ik dan tot mijn verbazing in de linkse kranten die dit beleid nu al aan het verdedigen zijn: dat de Nederlanders oververzekerd zijn. De oplossing van de assurantietaks van Samsom I is dus dat wij ons maar minder moeten verzekeren. In die oplossing geloof ik niet. De assurantiebelasting moet gewoon niet op deze drastische wijze worden verhoogd. Of je nu door de kat of de hond wordt gebeten, bloeden zul je uit je wonden. De PvdA wilde ook geen sprintje trekken naar die 3%, maar rent Kunduz nu zelfs voorbij door vast te houden aan een tekort van 2,7%. Wij wisten al dat de heer Samsom het braafste jongetje van Europa wilde zijn, maar deze actie maakt hem tot de grootste opportunist van Europa.

Eerlijk is eerlijk, de VVD kan er natuurlijk ook wat van. De VVD ging de verkiezingen in met de slogan "Werkend Nederland verdient belastingverlaging". Dat stond er echt, maar wat krijgt werkend Nederland terug? Een verhoging. Ik heb het zojuist al opgesomd: de btw-, de ib- en de accijnsverhogingen, het eigen risico, de frisdrankbelasting, de kolenbelasting en nu ook nog de assurantiebelasting van 21%. Lekker bezig, die VVD. Volgens mij stond er een drukfout op die posters: Nederland verdient belastingverhoging. Dat is de enige conclusie die je kunt trekken als je dit allemaal de revue laat passeren.

De PVV heeft in zijn verkiezingprogramma laten zien hoe je de btw zelfs met 1% kunt verlagen en tegelijkertijd het tekort toch kunt terugdringen. Ik had het er zojuist in het debatje met de heer Harbers over dat wij ons gaan focussen op 2017. Ik hoor dan wel eens het verwijt dat de PVV zou redeneren: na ons de zondvloed. Eigenlijk wil ik dat verwijt teruggeven aan de partijen die vinden dat je moet letten op de periode na deze kabinetsperiode. Wie in Nederland kan zien en voorspellen à la Nostradamus hoe de economie er dan voor staat? Is China dan de baas, gaat het hier economisch wel of niet goed, zijn we inmiddels al een politieke unie, zoals zo ongeveer de rest van de Kamer wil? Dat zijn allemaal factoren die van invloed zijn op hoe de Nederlandse economie zich ontwikkelt. Na 2017, daar kan niemand iets over voorspellen. 2017 vinden wij bij de PVV een prima horizon om ons op te oriënteren. Dan zul je zien dat ons tekort gigantisch is teruggedrongen.

Wij kiezen niet voor 10 miljard aan lastenverzwaring. Wij kiezen voor het snijden in de overheidsuitgaven. Dat is het grote verschil. Het is de overheid die in Nederland elke dag bijna 50 miljoen te veel uitgeeft. Toch legt dit kabinet de rekening opnieuw praktisch helemaal bij de burger en gaat zelf door met het over de balk smijten van heel veel geld. Voor de PVV is dat onacceptabel. Dat is voor ons een uitgangspunt om heel stevig oppositie te voeren. Door slim te bezuinigen en lasten te verlichten, creëert de PVV als enige economische groei en 40.000 extra banen. Wij geven mensen ook nog eens meer geld in de portemonnaie. Door de economie te stimuleren, hoeven we ook veel minder te bezuinigen om het tekort uiteindelijk terug te dringen tot, bij de PVV, 1,3% in 2017. De PVV geeft de economie in Nederland een heel groot krat Red Bull in plaats van een pot met cyaankalipillen. Zelfs de heer Teulings van het CPB en ook anderen, bij het IMF en de OESO, waarschuwen dat Nederland in tijden van recessies niet extra moet bezuinigen en al helemaal niet de belastingen moet verhogen, maar toch gaat het kabinet dat doen. Dat verdiept de recessie met als gevolg een lager bbp, het vergroot de werkloosheid en het heeft slechts een zeer beperkt effect op het tekort. Wij vinden de ingeslagen weg daarom dom beleid. Waarom houdt deze demissionaire minister van Financiën hieraan vast? Met de rug tegen de muur verzwaart de minister de lasten met meer dan 10 miljard in een jaar, 2013. Daarbij verschuilt hij zich achter Brussel en Kunduz, maar dit kabinet maakt de economie meer kapot dan je lief is. Voor de PVV is dit geen begaanbare weg.

Ik maak ten slotte de voorlopige balans op. Ik ben zelf fiscalist. Ik doe dat aan de hand van de debet- en de creditzijde. Aan de debetzijde zien wij de overheid met de VVD als volkpartij van verarming en debitering. Wie staan er aan de rechterkant? Henk en Ingrid, want die mogen lappen. Dat zijn de crediteuren. Die balans in tijden van historisch lage rente kan ik niet accepteren. Die voorlopige balans keur ik als accountant af. Ik zet er geen handtekening onder.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Ik zou bijna zeggen: mag ik ook wat van die Red Bull?

Ik wil beginnen met een woord van waardering – wat dat betreft sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Plasterk – voor de minister van Financiën, die in de aanloop naar vandaag, de dag waarop wij de begroting voor het komende jaar behandelen, samen met vijf partijen een heel belangrijke basis heeft gelegd voor het herstel van de overheidsfinanciën, in elk geval voor het jaar 2013. Ik herinner er nog maar even aan dat zonder het pakket dat voorlag, het tekort 4,4% zou bedragen. Ook als je het in internationaal verband bekijkt, zet Nederland een enorme stap op het terrein van tekortreductie. Die inzet moeten wij nu wel afmaken. Het resultaat is dat wij nu op -2,7% zitten. De komende jaren zullen wij het tekort echter stapsgewijs nog verder moeten afbouwen, zoals andere collega's ook al hebben gememoreerd. Wij zijn blij dat de coalitiepartners in spe die gezonde basis van -2,7% als uitgangspunt voor de gesprekken hebben genomen.

Hoewel de minister niet verantwoordelijk is voor het amendement dat wij verwachten, wil ik de minister vragen of hij ook wat technische bijstand kan verlenen als het gaat om de waardering van hetgeen voorgesteld wordt. Zo begrijp ik nog niet helemaal hoe het houdbaarheidsverlies van 600 miljoen als gevolg van het voorstel precies te verklaren valt. Er wordt van alles verschoven op de begroting, maar het resultaat is dat de houdbaarheid met 600 miljoen verslechtert. Ik begrijp dat niet helemaal. Rekenen de partijen zich niet rijk met de besparing van 600 miljoen op het vitaliteitssparen? Het gebruik van en het beroep op deze regeling zou weleens wat minder groot kunnen zijn dan verondersteld, zo viel vandaag te lezen. Wat dat betreft sluit ik mij aan bij de heer Harbers, die zegt: het moet niet alleen geniaal zijn, maar ook deugdelijk. Het lijkt mij dat wij dezelfde toets ook mogen loslaten op het amendement van de PvdA en de VVD. Ik verneem graag een inschatting van de minister.

Mede in reactie op de heer Plasterk heb ik al aangegeven dat wij een correctie op de bezuiniging op de kinderopvang missen. Wij zullen de komende twee dagen – immers, vandaag en morgen spreken wij met elkaar – een poging doen om samen met de VVD, de PvdA en andere partijen in de Kamer te zoeken naar een dekking voor het ongedaan maken van die bezuiniging. Er zijn nog meer posten waarmee wij grote moeite hebben. Mevrouw Schouten refereerde net aan de bezuiniging op maatregelen die niet alleen goed zijn voor natuur en milieu, maar ook voor de werkgelegenheid in de bouw. Uiteindelijk raakt het ook de portemonnee van de burger, die aan energiebesparing kan doen. Wij zullen bekijken of wij met iets geniaals kunnen komen. Wij rekenen daarbij natuurlijk op de medewerking van de fracties.

Ik wijs er ook nog even op dat wij ons wel moeten realiseren dat er voor 2013 nog een aanzienlijk bedrag, namelijk ruim 2 miljard, nader moet worden ingevuld aan bezuinigingen en dat er nog ruim 1 miljard in wetgeving moet worden omgezet. Zonder die bezuinigingen komen wij niet eens onder de grens van -3%. Welke wetsvoorstellen moeten nog voor 31 december aanvaard worden om die doelstelling te halen? Zijn er aanvullende besparingsverliezen te melden doordat maatregelen niet op tijd haalbaar zijn? Ik wil ook graag een toelichting op de suggestie in een artikel in het FD van vorige week dat departementale taakstellingen op apparaatskosten soms worden afgewend op incidentele meevallers en op programma-uitgaven. Ik zeg er meteen bij dat dit iets is wat wij bij de deelbegrotingen ook nadrukkelijk zullen toetsen. Ik wil de minister echter vragen naar de juistheid van deze suggestie.

Het debat van gisteren ging, net als dat van vandaag, in belangrijke mate over het verschuiven van stukjes van de legpuzzel voor 2013. De grote opgave van het nieuwe kabinet in wording is natuurlijk niet de vraag hoe wij hier en daar wat bezuinigingsmaatregelen verleggen, maar de vraag hoe wij dat enorme tekort waar wij voor staan – ook in 2013 geven wij maar liefst 17 miljard meer uit dan wij binnenkrijgen – stapsgewijs verder afbouwen. De heer Plasterk noemde net een saldoverbetering van 15 miljard; daarnaar zou gestreefd worden. Dat lijkt mij een stap in de goede richting. Echter, wie de programma's van de VVD en de PvdA analyseert, ziet vooralsnog heel veel verschillen. De PvdA kort fors op infrastructuur en defensie en verzwaart een aantal lasten. De VVD bezuinigt vooral op zorg, op uitkeringen en op ontwikkelingshulp. Uiteraard zijn wij zeer benieuwd waar het midden gevonden wordt.

Op een aantal punten lijken beide partijen het eens. Als je kijkt naar de doorrekeningen van het CPB, kunnen in elk geval decentrale overheden, dus provincies, gemeenten en waterschappen, hun borst natmaken. Dat geldt ook voor gezinnen vanwege de miljardenbezuiniging – ik kwam opgeteld tot een gemeenschappelijke basis van 1,8 miljard – op de kinderbijslag, het kindgebonden budget en regelingen voor ouderschapsverlof en vanwege fiscale kortingen voor alleenstaande ouders. Uiteraard neem ik geen voorschot op wat er niet ligt. Een definitief akkoord zullen we op zijn merites moeten beoordelen. Toch geef ik alvast een politieke waarschuwing aan beide partijen: handen af van de kindregelingen.

De essentie van de opgave in de komende jaren is niet en niet in de eerste plaats het op orde krijgen van de boekhouding. We zullen de economie aan de praat moeten krijgen, we zullen perspectief moeten bieden op werk en inkomen, we zullen het consumenten- en producentenvertrouwen moeten herstellen zodat men meer durft uit te geven, durft te investeren en durft te verhuizen. We zullen de economische structuur moeten verbeteren door in te zetten op onderwijs, kennis en innovatie en door schulden af te bouwen en vermogensopbouw weer centraal te stellen. Het is ook een kwestie van moraal en van mentaliteit: eerst verdienen en dan uitgeven in plaats van alleen maar leven op krediet. Wat de CDA-fractie betreft, heeft ook het afbouwen van hoge hypotheekschulden een heel hoge prioriteit. De heel hoge hypotheekschuld waarmee we zitten maakt onze economie kwetsbaar, maakt de financiële sector kwetsbaar en maakt huishoudens kwetsbaar, die soms te maken hebben met een waarde die vermindert terwijl de hoogte van de lening blijft staan. Ook daar zullen we echt actie op moeten ondernemen. Daarom stellen wij voor om naast de zilvervlootregeling, die we in het verleden samen met de ChristenUnie hebben bepleit, bouwsparen in te voeren. We hebben het idee om gezinnen en starters op de woningmarkt in staat te stellen om kapitaal op te bouwen dat kan worden ingelegd bij de aankoop van een eerste woning. Ik vraag de andere partijen in de Kamer nadrukkelijk om daarover mee te denken. Hoe kijkt de minister tegen dit idee aan? Zouden we op die manier de mentaliteitsomslag die we ook op dat terrein nodig hebben, kunnen ondersteunen?

In het verlengde daarvan wil ik een reactie op een suggestie die onlangs is verwoord door de heer Bovenberg om ook pensioenfondsen een rol te geven in de hypotheekmarkt en om hun rol bij de vermogensopbouw te verbreden door de domeinen wonen en pensioen nadrukkelijk met elkaar te verbinden. Een andere suggestie is onlangs aangereikt door de RMU: geef werknemers een mogelijkheid om het werknemersdeel van de pensioenpremie te gebruiken voor aflossing van de hypotheekschuld. Ik vraag de minister om een reactie op deze plannen. Zou hij hierover in overleg willen treden met pensioenfondsen en banken?

Voorzitter. Ik zie geen overzicht van mijn spreektijd. Ik weet niet hoe ver ik gevorderd ben.

De voorzitter:

Zevenenhalve minuut.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik heb bewondering voor uw intuïtie.

De voorzitter:

Ach, ik heb een heel grote klok hier.

De heer Van Hijum (CDA):

Oké.

Voorzitter. Ik kom op een aantal zaken die aan de ontwikkelingen op Europees terrein raken. De vaststelling van deze begroting en de onderhandelingen tussen de beoogde coalitiepartners vinden plaats in een economie die, hoe vervelend ook, stagneert. De werkloosheid loopt op. De financiële sector is zwaar verzwakt, zowel in Nederland als in andere landen. Daarnaast is er de aanhoudende eurocrisis. Het CDA vindt dat Nederland op het internationale toneel moet blijven bijdragen aan een oplossing. Onze toekomst ligt echt in Europa. Ik hoop echt dat het paars dat wij wellicht zullen krijgen, een ander paars is dan het paars van de heer Van Vliet. Ik zeg er wel bij dat het CDA niet het enthousiasme deelt van met name de SP over het opkoopprogramma van de ECB voor de staatsobligaties van perifere landen. We denken dat het goed is dat de ECB alles op alles zet om de euro te redden, maar dat zal in de eerste plaats ook echt van de landen zelf moeten komen. Zij moeten hun begroting op orde brengen en, nog belangrijker, zij moeten hun concurrentiepositie en hun verdienmodel verbeteren. Het infuus van de ECB schept tijd, maar het illustreert ook dat we te traag progressie op andere terreinen boeken. Het schept ook een risico op achterover leunen, om maar te zwijgen over het inflatierisico als gevolg van de kwantitatieve geldverruiming, die de koopkracht van pensioenen en spaartegoeden en de koopkracht van werkende gezinnen kan uithollen. Niet voor niks is inflatiebestrijding dé opdracht van de centrale bank. De lidstaten zullen echt zelf de eurocrisis geloofwaardig moeten aanpakken door de budgetdiscipline te vergroten en problemen bij banken op te lossen. Zij moeten stappen zetten – dat heb ik net ook gezegd tegen de heer Harbers – in de richting van de bankenunie. Wel vragen wij de minister of hij vindt dat de Europese Centrale Bank zich hiermee aan het mandaat houdt. Welke voorwaarden worden precies gesteld aan een lidstaat indien wordt overgegaan tot opkoop van staatsobligaties?

De heer Van Vliet (PVV):

De heer Van Hijum sprak over het paars van de heer Van Vliet. Dat was natuurlijk alleen een statement. Wij willen namelijk helemaal geen paars. De heer Van Hijum zei dat Nederland internationaal zijn verantwoordelijkheid moet blijven nemen betreffende de zuidelijke probleemlanden. Betekent dit dat het CDA bij nieuwe tranches en nieuwe plannen om Griekenland uit het moeras te trekken, heel helder zegt daaraan opnieuw mee te betalen?

De heer Van Hijum (CDA):

Wij hebben daarover voorafgaand aan de verkiezingen bewust geen verwachtingen willen wekken. Slechts één ding is hierbij van belang, namelijk het oordeel van de trojka – dat zijn de instanties die nu de gezondheid en de inspanningen van Griekenland beoordelen – of het land daarmee op schema ligt of niet. Het oordeel van de trojka is doorslaggevend. Het was een initiatief van mijn voormalige collega Blanksma om het IMF aan dat college toe te voegen als een instantie die scherp let op de voortgang en de doorvoering van verbeteringen in het land. Dat zal bepalend zijn voor de vraag of er überhaupt sprake kan zijn van een volgende tranche.

De heer Van Vliet (PVV):

De heer Van Hijum sprak net over een aantal concrete maatregelen. Over een week of drie zullen wij met de staatssecretaris van Financiën het Belastingplan 2013 uiteenrafelen en kijken wat daarvan overblijft. Bij de behandeling van het Belastingplan zal de PVV voorstellen doen om alle pijn van het terugdringen van het overheidstekort vooral bij de overheid zelf neer te leggen. Is het CDA bereid om mee te denken over de wijze waarop je die pijn in eerste instantie bij de overheid kunt leggen en pas daarna te kijken wat je nog nodig hebt van de burger?

De heer Van Hijum (CDA):

Als wij vandaag of morgen voorstellen doen, hoop ik dat andere partijen daar constructief naar willen kijken. Wij zullen hetzelfde doen bij voorstellen van de PVV bij de behandeling van het Belastingplan. Dat hebben wij ook in het verleden gedaan. Ik vind het een gezond uitgangspunt dat je in de eerste plaats snijdt in de uitgaven om overheidstekorten terug te dringen. Ik heb net al aangegeven dat de rekening voor de lastenverlichting, die bedoeld was ter compensatie van de hogere ziektekostenpremie, in het deelakkoord dat nu voorligt echt te makkelijk is neergelegd bij het bedrijfsleven.

De heer Van Vliet (PVV):

We komen elkaar al een stukje tegemoet, denk ik. De heer Van Hijum zegt dat de rekening volgens hem te gemakkelijk is neergelegd bij het bedrijfsleven. Bedoelt hij daarmee ook dat de rekening te gemakkelijk is neergelegd bij de burger?

De heer Van Hijum (CDA):

Je moet de rekening niet te makkelijk bij de burger en het bedrijfsleven willen neerleggen. Wij hebben, in het kader van het akkoord dat er nu ligt, ook zelf een aantal maatregelen genomen die de lasten voor burgers raken – dat geef ik eerlijk toe – maar in ons eigen verkiezingsprogramma hebben wij door middel van de vlaktaks, door middel van lastenverlichting voor gezinnen, een hoge prioriteit gegeven aan het stimuleren van de arbeidsdeelname. Dat zullen wij bij de beoordeling van het Belastingplan opnieuw inbrengen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

De heer Van Hijum sprak net behoorlijk kritische woorden over de ECB, de monetaire verruiming en de kans dat deze tot inflatie zou leiden. Nu heeft de ECB een aantal weken geleden aangekondigd ongelimiteerd staatsobligaties te zullen opkopen indien dit nodig is. Het kabinet-Rutte, waarin een minister van Financiën van het CDA zit, zei dat dit een goed besluit is. Kan ik nu uit de woorden van de heer Van Hijum opmaken dat de fractie van het CDA dit geen goed besluit vond?

De heer Van Hijum (CDA):

Nee, dat kan mevrouw Schouten niet. De Europese Centrale Bank is onafhankelijk en hoeft geen verantwoording aan het parlement af te leggen. Ik heb hier echter wel zorgen over. Het illustreert dat wij niet voldoende meters maken op de andere terreinen waarop wij voortgang zouden moeten boeken, namelijk het geloofwaardig terugdringen van overheidstekorten en het met elkaar op Europees niveau uit de crisis komen. Het illustreert voor mij ook de urgentie om hiermee nu aan de slag te gaan. Ik denk namelijk echt dat het uiteindelijk toch een paardenmiddel is.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Dat laatste deel ik in ieder geval met de heer Van Hijum. Ik constateer echter dat het kabinet wel een kwalificatie heeft gegeven van de actie van de ECB. De ECB is inderdaad onafhankelijk, maar de CDA-fractie kan er een inhoudelijk oordeel over hebben. We kunnen de ECB echter niet ter verantwoording roepen. Uit de woorden van de heer Van Hijum concludeer ik dat hij het geen goed besluit vindt.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik heb wel degelijk begrip voor dat besluit. We zien allemaal het belang van de euro en het behoud van de eurozone. Ik heb er echter tegelijkertijd ook zorgen bij. We kunnen ons hier zorgen maken over de koopkracht van gepensioneerden en spaartegoeden, maar we kunnen straks ook met een enorme inflatie te maken krijgen. Daar hadden we ons dan eerder zorgen over moeten maken. Daar zit mijn belangrijkste zorg. Ik zie er ook geen opdracht in om nu datgene te kwalificeren wat de ECB nodig vindt om de euro te redden. Ik zie er een opdracht in om langs de Europese route heel hard te werken aan een vertrouwenwekkende aanpak van de eurocrisis.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is dus van allebei een beetje. Ik constateer toch dat de heer Van Hijum op basis van zijn kritische woorden en zijn opdracht – die opdracht zie ik ook – wat meer afstand zou moeten nemen van datgene wat het ECB aan het doen is. Dat staat los van het feit dat we de ECB niet ter verantwoording kunnen roepen. Ik hoop toch wel dat heer Van Hijum op dit punt wat meer kleur wil bekennen.

De heer Van Hijum (CDA):

Volgens mij ben ik buitengewoon helder geweest. Ik heb aangegeven waarom ik mij zorgen maak over die maatregel. Dat laat onverlet dat ik er best begrip voor kan hebben dat je, in de huidige omstandigheden, moet roeien met de riemen die je hebt en een dergelijke keuze maakt. Laten we daar echter de les uit trekken dat we langs de Europese route met een geloofwaardige aanpak komen. Dan kunnen we voorkomen dat het instrument op grote schaal wordt ingezet.

De heer Merkies (SP):

Het is mij nu toch onduidelijk. Het ene moment zegt de heer Van Hijum dat hij best begrip heeft voor de maatregel en het andere moment maakt hij zich er zorgen over. Welke van de twee is het?

De heer Van Hijum (CDA):

Ik ben begonnen met de opmerking dat ik het enthousiasme van uw fractie over deze maatregel niet deel. Hoe kun je je aan de ene kant zorgen maken over de koopkracht van gepensioneerden en aan de andere kant staan te juichen bij een geldverruimende maatregel? Deze zou eigenlijk niet nodig moeten zijn als Europa zijn aanpak op Europees niveau op orde heeft. Laat u daar eens enthousiast over worden.

De heer Merkies (SP):

Het gaat natuurlijk om onconventionele maatregelen, dat weten we allebei. In deze tijden moet je kijken naar andere mogelijkheden. U laat zich er echter niet over uit. Bent u het nu eens met deze maatregel van de ECB of niet?

De heer Van Hijum (CDA):

De ECB heeft het gedaan. Ik heb gezegd dat ik er, gelet op de omstandigheden, begrip voor heb, maar dat ik er een opdracht in zie. Ik zal u dat straks ook vragen en ik hoop dat u er ook op ingaat als u hier staat.

De voorzitter:

Mijnheer Merkies heeft als financieel woordvoerder het geluk dat hij vandaag zijn maidenspeech mag houden. U wijst hem er nu even op hoe wijs het is als hij daar uitgebreid gebruik van maakt. Daar is hij u vast dankbaar voor.

De heer Van Hijum (CDA):

Dan stel ik hem nu een wedervraag.

De voorzitter:

Dat kunt u proberen, maar dat zal ik niet toestaan. Ik zou het overigens wel fijn vinden als u via mij praat. Dat geldt voor u beiden.

De heer Van Hijum (CDA):

Dat zal ik zeker doen. Ik beoordeel de situatie zoals die op dit moment is. Ik zie er een opdracht in, ook voor de landelijke politiek, om op het Europese toneel meters te maken met de aanpak van de eurocrisis. Met alle respect, maar ik heb de SP daar nog nooit een constructieve bijdrage aan horen leveren, behalve dan dat er uiteindelijk een oplossing werd gezocht in geldverruiming. Ik kan me de debatten hierover met de heer Roemer, die nu verontwaardigd zit te doen, nog goed herinneren.

De heer Merkies (SP):

Ik ben blij dat ik de heer Van Hijum toch nog een beetje de gelegenheid heb gegeven om de interruptie die hij blijkbaar had voorbereid, te plegen. Het CDA wil dus blijkbaar praten over constructieve oplossingen, ook met betrekking tot de ECB. Ik hoop dat wij de komende tijd in de Kamer kunnen praten over de rol van de ECB.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik constateer dat die rol eigenlijk behoorlijk duidelijk is. Die rol is vastgelegd in het verdrag. De eerste opdracht van de Europese Centrale Bank is inflatiebestrijding. Daar valt binnen de bank ook van alles over te lezen. De effecten van wat men nu doet, zijn wel een beetje op het randje. Daar maak ik mij zorgen over want die inflatie willen we niet met elkaar. Ik neem aan dat dit ook voor de heer Merkies geldt. Mijn opdracht om te voorkomen dat dit gaat plaatsvinden zie ik vooral in een geloofwaardige aanpak op het Europees toneel. En daar zitten we zelf als lidstaat aan het roer. Ik hoop ook dat de SP over die oplossingen wil meedenken.

Voorzitter. Wij steunen de inzet van het kabinet om eerst het Europees toezicht op orde te brengen voordat er verder van herkapitalisatie van banken via het ESM sprake kan zijn. Wij steunen in grote lijnen ook de appreciatie van de voorstellen van de Europese Commissie. Wel heb ik er nog een aantal vragen over. Is het echt nodig om alle banken onder het toezicht van de ECB te brengen? Er komt een mogelijkheid voor een opting-in van niet-eurolanden. Hoe wordt echter de samenwerking met die niet-eurolanden op het terrein van het toezicht gewaarborgd? Wat zijn de concrete stappen in de richting van een geharmoniseerd depositogarantiestelsel en Europees resolutiefonds? Wanneer kan ook het instrument van herkapitalisatie via het ESM concreet operationeel zijn? Ik sluit mij ook aan bij de vragen die zijn gesteld over de stand van zaken rond de mogelijke steunaanvraag van Spanje.

Belangrijk is dat we ook nationaal doorgaan met het op orde brengen van de financiële sector door kapitaaleisen te stellen en door toezicht te plegen om te voorkomen dat de risico's op de belastingbetaler worden afgewenteld. We wachten op dat punt ook met heel veel interesse de voorstellen van de commissie-Wijffels af. Ik zeg wel: er hoort ook een cultuuromslag bij. De dienstbaarheid van de financiële sector aan de samenleving moet weer nadrukkelijk centraal komen te staan. Wij zijn blij met de toezegging die de minister de vorige week heeft gedaan om ook de rol van het tuchtrecht in de financiële sector te onderzoeken. We hebben er al heel veel positieve reacties uit de sector zelf over ontvangen en we zullen ook zelf onze gedachten daarover verder bepalen in de komende tijd.

Ten slotte heb ik nog een vraag over de monitoring en beheersing van risico's als gevolg van staatsgaranties en leningen. De leningen als gevolg van de kredietcrisis bedroegen eind 2011 46 miljard en de garanties 34 miljard. Hoe staat het nu met de uitvoering van het advies van de Algemene Rekenkamer om de Tweede Kamer periodiek en integraal inzicht te geven in de risico's voor de overheidsfinanciën zodat we nut en noodzaak kunnen heroverwegen? Ik heb wel gezien dat er inmiddels een tabel is verschenen waarin die garanties ook zichtbaar zijn, maar de suggestie van de Rekenkamer ging volgens mij iets verder, namelijk om iedere keer af te wegen of die garanties kunnen worden afgebouwd zodat de risico's voor de belastingbetaler uiteindelijk afnemen. Ik vraag de minister om die tabel van die aanvulling te voorzien.

De heer Van Vliet (PVV):

Als een bankenunie een opmaat is naar de politieke unie, onderschrijft het CDA dan die bankenunie?

De heer Van Hijum (CDA):

In een aantal interrupties en ook in mijn inbreng heb ik duidelijk gemaakt dat er wat de CDA-fractie betreft echt stapjes gezet worden in de richting van een bankenunie. Ik onderschrijf ook de stap-voor-stapbenadering die het kabinet daarbij voorstaat. Wat betreft een politieke unie: wij zijn wel voor een Europese samenwerking waarin de lidstaten en de nationale parlementen een belangrijke rol houden. Dus de vraag is wat de heer Van Vliet daarmee precies bedoelt.

De heer Van Vliet (PVV):

Bij een politieke unie krijgen nationale parlementen juist aanzienlijk minder te vertellen en krijgen de ongekozen instituten in Brussel juist meer te vertellen. Dat is dat communicerende vat dat dan in het nadeel uitvalt van de democratie in Nederland. Is dat waar het CDA naar streeft als we het hebben over een politieke unie en de uitlatingen van de heer Van Rompuy daarover?

De heer Van Hijum (CDA):

We moeten natuurlijk ook de voorstellen en het debat daarover afwachten. Voor het CDA is het volstrekt helder dat we op het terrein van de aanpak van de financiële crisis en van de economie meer zullen moeten samenwerken en dat we misschien ook zullen moeten toestaan dat je af en toe gewezen wordt op tekortkomingen in je eigen economische structuur. Dat is eigenlijk wat we met het sixpack al hebben afgesproken. Als het gaat om de inhoudelijke samenwerking op tal van terreinen: er zijn heel veel dingen die je als lidstaat beter kunt doen dan op Europees niveau. Een heel gezonde gedachte die ik de heer Van Vliet zou willen voorhouden is de subsidiariteit. We moeten dingen op het goede niveau regelen en dat begint decentraal en eindigt Europees en niet andersom.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan komen we nu toe aan de inbreng van de heer Merkies van de SP. Ik refereerde er net al even aan. Mijnheer Merkies is een nieuw lid van deze Kamer en houdt vandaag zijn maidenspeech. Dat doet hij overigens onder het toeziend oog van onder meer zijn ouders, die ik van harte welkom heet. Ik herinner de leden er nogmaals aan dat het gebruik is dat leden tijdens hun maidenspeech niet geïnterrumpeerd worden.

Mijnheer Merkies, ik wens u veel plezier. Ga uw gang.

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. De afgelopen zes jaar heb ik in een andere rol in de bankjes achter in deze zaal al heel wat maidenspeeches en financiële beschouwingen voorbij zien komen. Vaak heb ik daar achter de schermen een bijdrage aan mogen leveren. Nu sta ik hier. Ik vind het een enorme eer om namens de SP te mogen spreken.

Er is in die zes jaar ontzettend veel gebeurd. Ik noem de kredietcrisis en de eurocrisis. Tegelijkertijd kun je zeggen dat er in die periode ook ontzettend veel niet is gebeurd. Ik hoef maar te verwijzen naar het Global Financial Stability Report van het IMF, dat afgelopen week is verschenen. Daarin staat dat vijf jaar na het begin van de financiële crisis de wereldwijde financiële sector nog weinig is veranderd. Het systeem, zo zegt het IMF, is nog altijd te complex en banken kunnen makkelijk nieuwe regels ontduiken. Mijn eerste vraag aan de minister is of hij deze constatering onderschrijft. Bij het aanbieden van de Miljoenennota zei de minister het volgende. De crisis wilde in de afgelopen jaren maar niet wijken. Steeds stuwde de gure economische tegenwind het water weer hoog tegen de dijken op. Maar, zo zei hij, de dijken hebben het gehouden.

Toch weer die verwijzing naar een natuurramp. In de Miljoenennota zelf staat het ook: het aanhoudend hoge water dat de dijken aantast. Het is de makkelijkste manier om de verantwoordelijkheid van je af te schuiven. Laat ik het maar voor de zoveelste keer herhalen: dit is geen natuurramp. Het financiële stelsel en de manier waarop wij onze economie organiseren zijn door onszelf bedacht. Je kunt die dijken zoveel versterken en verhogen al je wilt, het helpt niet als je niets aan het systeem zelf verandert. Als de uitkomsten van het beleid niet zo mooi zijn als je je had voorgesteld, kun je jezelf voordoen als slachtoffer van externe factoren. Je kunt je ook afvragen hoe afhankelijk je van die externe factoren wilt zijn. Natuurlijk, Nederland kent een open economie, maar inzetten op het alsmaar groter maken van onze bankensector omdat ons financiële centrum moet concurreren met Londen en Dubai? We hebben een bankensector die vierenhalf keer groter is dan onze economie. Niet alleen de banken zelf zijn too big to fail, de sector als geheel is dat ook. In de Miljoenennota erkent het kabinet dat die afhankelijkheid van de financiële markten Nederland kwetsbaar maakt. Financiële markten nemen overheden steeds meer de maat, zo staat er. Is de minister daar eigenlijk over verbaasd, of had hij dat wel zien aankomen?

Vindt de minister net als wij dat speculatie aan banden moet worden gelegd om nieuwe zeepbellen te voorkomen? Welke plannen heeft hij daarvoor in petto? Vindt de minister bovendien, net als wij, dat het aangaan van schulden moet worden ontmoedigd? Onze economie is immers al veel te lang gebouwd op schulden. Omdat het AO over de Ecofin bij het debat van vandaag is getrokken, vraag ik maar meteen in aanvulling daarop naar de transactietaks. Er ontstaat een kopgroep. Inmiddels hebben zich al zes landen gemeld, maar misschien is de minister bekend dat zich nog meer landen hebben gemeld. Het is zomaar mogelijk dat, als Nederland zich ook aanmeldt, het aantal van negen landen worden bereikt dat nodig is voor de kopgroep. Ik ben benieuwd of de minister bereid is om meedoen met die kopgroep als een afscheidscadeau – ik weet natuurlijk niet hoelang de minister er nog zit – te regelen. Als dat niet zo is, wend ik me maar tot de nieuwe minister van Financiën. Misschien zit hij hier al ergens in de zaal. Wie weet.

Vandaag bespreken we in feite de plannen van de Kunduzcoalitie en, sinds afgelopen maandag, de toevoeging daarop: Kunduz II. Ik heb mij in de media al positief uitgelaten over het laten vallen van de forensentaks, waar wij van begin af aan al tegen waren, over het schrappen van het liggeld voor het ziekenhuis en het schrappen van de eigen bijdrage voor de ggz. De dekking van deze laatste twee maatregelen wordt gevonden in premies en eigen bijdragen. Ik maak mij vooral zorgen over de toevoeging "en eigen bijdragen". Wat betekent dit? Welke eigen bijdragen gaan omhoog? Hoe zit het met de premies? Ik kan mij wel iets voorstellen bij een inkomensafhankelijke premie. Komt zo'n premie er?

Een andere dekking waarbij ik vraagtekens zet, heeft betrekking op oudere werknemers. Gisteren was het acht jaar geleden dat het Museumplein vol stond met mensen die protesteerden tegen het kabinetsbeleid. Vooral oudere werknemers voelden zich in hun zekerheden aangetast. Toch werden in 2006 de fiscale faciliteiten voor VUT en prepensioen afgeschaft. Vervolgens werd een hele reeks regelingen ingevoerd om niet veel later weer te worden afgeschaft. Hoe kun je dan spreken over een efficiënte en betrouwbare overheid?

Zo werd de levensloopregeling ingevoerd om eind vorig jaar weer roemloos ten onder te gaan onder gelijktijdige afschaffing van de arbeidskorting voor ouderen, de doorwerkbonus en de spaarloonregeling. Ter compensatie kregen wij vitaliteitssparen waarmee mensen kunnen sparen om eerder te stoppen, en een werkbonus om 62-plussers te stimuleren te blijven werken. Die werkbonus werd in het Kunduzakkoord weer afgeschaft, en bovendien kwamen de werkbonus voor werkgevers en de mobiliteitsbonus voor 55-plussers te vervallen. In het Kunduz II-akkoord wordt die bonus wel voor 150 miljoen gerepareerd, maar Kunduz I sloeg een gat van meer dan 800 miljoen in die werk- en mobiliteitsbonussen. Dat is toch maar een kleine reparatie. Bovendien komt nu het vitaliteitssparen te vervallen nog voordat die regeling het eerste levenslicht zag. De mensen worden hiervan horendol. Ik begrijp dat niemand hieraan nog een touw kan vastknopen. Dat is ook mijn kritiek.

Om bezuinigingen beter te kunnen verkopen, worden er steeds nieuwe regelingen bedacht die maar een kort leven zijn beschoren. Nu al die maatregelen zijn afgeschaft, is het de vraag wat deze coalitie in wording te bieden heeft aan ouderen die willen werken. Lopen wij niet het risico dat 65- en 66-jarigen hun AOW versneld verliezen zonder dat hen perspectief op werk wordt geboden?

Mijn belangrijkste kritiek op het zojuist gesloten akkoord heeft echter betrekking op wat er niet in staat. Heeft de Partij van de Arbeid hiermee haar akkoord gegeven aan het overgrote deel van de plannen van Kunduz I? Hoe heeft de PvdA zo snel het verzet tegen de nullijn kunnen opgeven? Wat gebeurt er met de studiefinanciering? Waar is het verzet gebleven tegen het kapot bezuinigen van de economie omwille van de 3%-norm, en tegen de btw-verhoging? Hebben wij de PvdA nog aan onze zijde in de strijd tegen deze belasting die uiteindelijk leidt tot hogere prijzen in de winkels, de bestedingen afremt en daarmee de economie? Ook in andere landen, Spanje, Griekenland en Italië, heeft men er last van als wij de btw verhogen. Daardoor kan er minder worden geëxporteerd naar Nederland. Wij op onze beurt hebben er last van als men daar de btw wil verhogen. Wordt het geen tijd om in Europa afspraken te maken over het stopzetten van die btw-verhogingen? Anders remmen wij immers alleen maar onze economie af. Tot slot: btw is niet progressief en werkt dus als een soort poll tax waarbij arm en rijk evenveel betalen. Datzelfde geldt natuurlijk voor de enorme verhoging van de assurantiebelasting. Haalt die niet de solidariteit uit het systeem?

Bovenop al die lastenverhogingen komen bezuinigingen. Het kabinet schrijft in de Miljoenennota: "In een economische neergang zoals wij nu meemaken, kunnen de effecten van de bezuinigingen slechter zijn voor de economie dan in normale tijden." Ook het CPB waarschuwt in de Macro Economische Verkenningen voor de gevolgen van snelle bezuinigingen. Hoe kan dan worden verklaard dat het kabinet ieder jaar opnieuw weer verrast is over de tegenvallende cijfers? Het kabinet zal volgend jaar weer onaangenaam verrast zijn en het jaar daarop ook als het niet in samenwerking met andere Europese landen afstapt van de harde bezuinigingspolitiek die ook in de jaren dertig heeft bewezen niet te werken. Ook de ongekend hoge stijging van het aantal faillissementen, sinds begin dit jaar al 1.330 bedrijven, spreekt niet in het voordeel van het gevoerde beleid. Hoe verklaart de minister deze stijging, waarmee Nederland wereldwijd, na Portugal en Griekenland, op de derde plaats staat? Ik heb het daarmee niet eens over de sociale consequenties. Ik heb gisteren begrepen dat dit het is voor het jaar 2013; meer komt er niet. We hebben nu dus alle plannen voor 2013 compleet. Is de minister, nu het beeld compleet is, bereid om de koopkrachtcijfers te laten doorrekenen? De koopkrachtplaatjes van Kunduz I laten zien dat in 2013 de verschillen tussen arm en rijk worden vergroot. Kunduz II draait dit niet terug. Kunnen we niet gewoon vaststellen dat de inkomensverschillen volgend jaar verder worden vergroot? Deze zijn de laatste jaren al vergroot, of je nu kijkt naar inkomens of naar vermogens. In Nederland zijn, na Polen, de vermogens het meest ongelijk verdeeld. Wat vindt de minister van deze twijfelachtige eer? Vindt hij dat wenselijk?

Drie jaar geleden begon Ewout Irrgang zijn financiële beschouwingen met lovende woorden over IJsland. Die waren een ironische zinspeling op de lovende woorden die de OESO vlak voor de crisis had geuit, over het neoliberale beleid van liberalisering en deregulering van de financiële sector. Toch wil ik deze keer iets positiefs zeggen over IJsland, en dat bedoel ik wél serieus. Uit het verrassend snelle economische herstel van IJsland valt een belangrijke les te trekken, zo zei het IMF recentelijk in het rapport dat het over IJsland uitbracht. Het stelde dat IJslands volharding in de uitvoering van het programma en in zijn beslissing om de verliezen van de banken op de schuldeisers af te wentelen, in plaats van op de belastingbetaler en de bescherming van de sociale welvaartsstaat, het eiland de weg op heeft gezet naar zijn redding. De werkloosheid is er in de afgelopen drie jaar gedaald van 9,3% naar 4,8%, terwijl de werkloosheid in andere landen, waaronder Nederland, toenam. Het kan verkeren. Zelfs een land dat zich dankzij zijn neoliberale beleid zo in de nesten had gewerkt dat iedereen dacht dat het nog decennia lang daaronder zou moeten lijden, lukte het om op een sociale manier uit de crisis te komen, onder andere door verliezen te laten neerdalen in de vermogenssfeer en juist niet door de rekening van de crisis neer te leggen bij de mensen die toch al moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Een sociale uitweg uit de crisis is dus mogelijk; de kosten daarvan hoeven dus niet te worden neergelegd bij ziek, arm en oud. Het zijn politieke keuzes. De kosten voor de zorg gaan omhoog, dus we laten mensen die ziek zijn meer betalen. Dat is toch bizar? U en ik, de mensen die gezond genoeg zijn om naar hun werk te kunnen gaan, wij die kunnen genieten van onze gezondheid, zouden die kosten toch moeten betalen, en niet de mensen die de pech hebben om ziek te worden? Dat is toch een kwestie van beschaving, zo vraag ik ook de minister. Natuurlijk zal ik in mijn tweede termijn met een voorstel komen om die enorme verhoging van het eigen risico naar € 350 van tafel te vegen.

Een sociale uitweg uit de crisis is mogelijk. Het is daarbij niet mogelijk dat bibliotheken in het hele land hun deuren moeten sluiten, en dat culturele instellingen ermee moeten ophouden, zoals het Metropole Orkest, of Toneelgroep De Appel, hier in Den Haag. Je moet zuinig zijn op je culturele erfgoed. Iets wat je afbreekt, krijg je niet gemakkelijk meer terug. Een sociale uitweg uit de crisis is mogelijk door mensen bescherming te bieden, juist in deze onzekere tijden. Niet door die af te breken, zoals door het Kunduzakkoord is gedaan; bijvoorbeeld met de ontslagbescherming. Kan de minister beamen dat dit in het akkoord niet nodig was om Brussel tevreden te stellen? In het coalitieakkoord mag daar toch geen letter van heel blijven?

Ten slotte is een duurzame uitweg uit de crisis mogelijk. Ja, dat kost geld. En nee, de voordelen daarvan zijn niet goed in geld uit te drukken, en worden daarom door economen en financieel specialisten nog wel eens onderschat. Door groene investeringen direct te schrappen, maakt het pas verloofde stel dat zo meteen een coalitie wil vormen, een slechte start. Ik wil daarom juist bij deze financiële beschouwingen het belang van duurzaamheid benadrukken. Iets wat je afbreekt, krijg je niet zo gemakkelijk meer terug. Dat geldt zeker voor onze leefomgeving. Ik zie er daarom naar uit om in de komende jaren, samen met mijn collega's hier in de Tweede Kamer, keihard voor het behoud daarvan te gaan knokken.

(applaus)

De voorzitter:

Dank u wel. Ik schors zo dadelijk voor enkele ogenblikken de vergadering, zodat de leden en uw ouders u even kunnen feliciteren. Ik ga u als eerste feliciteren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Nederland is een ontwikkeld en welvarend land. Dat is de eerste zin van de Miljoenennota 2013. D66 wil dat deze zin in ieder geval in de volgende tien miljoenennota's terugkomt. Maar dan is er wel werk aan de winkel! Mensen maken zich zorgen over hun baan en hun huis. En eerlijk is eerlijk: wij staan er slechter voor dan in 2008. De huizenprijzen zijn met 15% gedaald en er kwamen 200.000 werklozen bij. Al met al is onze economie 8% kleiner dan wij toen dachten. Wij kunnen het tij keren met een Europese oplossing voor de eurocrisis en met krachtige economische hervormingen in Nederland. Alleen dan kunnen wij Nederland echt ontwikkeld en welvarend houden.

In mijn betoog ga ik in op vier punten. Ik begin met de eurocrisis. Daarna behandel ik de Nederlandse situatie, het begrotingsakkoord en het Herfstakkoord, en ten slotte een aantal overige punten op de begroting 2012.

Zolang de eurocrisis voortwoekert, blijft de Nederlandse economie zwak. De opstelling van D66 is bekend. Wij pleiten voor vijf maatregelen. In de eerste plaats willen wij een Eurocommissaris met tanden, in de tweede plaatse een groter noodfonds, in de derde plaats de oprichting van een totale bankenunie, in de vierde plaats een Europese groeiagenda met afspraken over macro-economische onevenwichtigheden en in de vijfde plaats meer democratische controle. Wij moeten nu doorpakken als wij de eurocrisis echt achter ons willen laten en wij een nieuwe crisis over tien jaar willen voorkomen.

In vak-K zit een demissionaire minister en voorlopig is er nog geen nieuw kabinet, maar de Europese Unie staat niet stil. In oktober komt er een plan van de heer Van Rompuy over de verdere integratie van de eurozone en op 18 en 19 oktober vindt een Europese top over dit onderwerp plaats. Dat wordt ongeveer de twintigste top sinds het uitbreken van de crisis! De potentiële coalitie van VVD en PvdA is verdeeld, want de heer Rutte drukte op het rode knopje en de heer Samsom drukte op het groene knopje.

Vanmorgen stonden in de Financial Times de uitgelekte plannen van Van Rompuy. Die plannen behelzen eigenlijk drie onderwerpen: contracten tussen lidstaten en de Europese Unie over het hervormen van de economie en de overheidsfinanciën, meer centrale eurozonebudgetten en meer belastingopbrengsten voor de eurozone, en een bankenunie. Ik zag de minister bij het tweede punt al heel vies kijken, maar toch hoor ik graag zijn reactie op deze uitgelekte plannen. Wat is de stand van zaken? Wat is de appreciatie van de Nederlandse regering van deze plannen? Er lopen al ambtelijke consultaties over dit stuk van Van Rompuy. Ik vind het daarom heel belangrijk dat wij duidelijkheid krijgen van de regering over haar inzet. Ik hoop dat de minister van Financiën die duidelijkheid kan geven.

Gezien de demissionaire status van het kabinet is het belangrijk dat het kabinet de komende weken en maanden nauw betrokken blijft bij het proces. De komende maanden kunnen namelijk wel eens cruciaal blijken te zijn voor de toekomst van de eurozone. Het is belangrijk dat het hele parlement, ook al is er geen missionaire regering, betrokken blijft bij de gedachtevorming en de standpuntbepaling. Hoe ziet de minister de rol van de Kamer eigenlijk? Hoe en wanneer wordt de Kamer geïnformeerd en betrokken bij de besluitvorming? Heeft de minister hierover overlegd met de minister-president en met de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken?

Binnenkort valt er ook een besluit over de derde tranche aan Griekenland. Het Nederlandse standpunt was helder: we wachten het advies van de trojka af. Ook D66 staat op dat standpunt. Maar Rutte, kandidaat Rutte, zei tijdens de campagne dat Griekenland geen extra tijd of extra geld krijgt. Ook nu hoor ik graag wat het standpunt van het demissionaire kabinet is. Er bestaat namelijk een groot risico dat er extra geld of tijd beschikbaar moet worden gesteld. Of wijst Nederland dat bij voorbaat af? Mij is in ieder geval niet duidelijk wat het standpunt van het kabinet is.

Dan kom ik nu op mijn tweede punt, de Nederlandse situatie. De oplossing voor de eurocrisis moeten wij in Europa vinden, maar ook in Nederland moeten wij orde op zaken stellen. Volgens D66 moeten er drie dingen gebeuren. In de eerste plaats moeten de overheidsfinanciën op orde worden gebracht. Door de economische crisis is onze economie 8% kleiner. Er zijn nog veel onzekerheden en risico's, zoals de eurocrisis en de huizencrisis. Misschien wel het belangrijkste is dat Nederland vergrijst. Dat staat heel netjes in de Miljoenennota, voor de tekst waarvan ik de minister een compliment geef. Ook dit remt de economische groei. Nederland gaat structureel minder verdienen dan vroeger. De situatie is nu fundamenteel anders dan bijvoorbeeld in de jaren zeventig en tachtig. Toen rekenden wij namelijk nog op 3% of 4% economische groei per jaar, terwijl er voor de komende jaren 1% à 1,5% economische groei is. Dat is een wereld van verschil als je kijkt naar de stand van de overheidsfinanciën. Tegelijkertijd stijgen de uitgaven voor de AOW en de zorguitgaven de komende jaren fors door. Dat is de nieuwe werkelijkheid: door de lagere economische groei zullen wij onze uitgaven moeten aanpassen aan die lagere economisch groei. Wij zullen dus ook de overheidsfinanciën structureel moeten aanpassen.

Het tweede wat wij moeten doen, is onze economie hervormen door de zorg, de woningmarkt en de arbeidsmarkt te hervormen. Hierbij kunnen wij leren van onze oosterburen. De Duitsers hebben al in 2003 hun arbeidsmarkt hervormd. Zij staan er nu een stuk beter voor dan wij. De Duitse economie groeit weer en is een voorbeeld voor heel Europa. Die ambitieuze hervormingen zijn nodig, en ik hoop dat de onderhandelende partijen VVD en PvdA goed naar ons verkiezingsprogramma kijken om wat broodnodige inspiratie op te doen voor de komende weken. Er staan een heleboel goede ideeën in.

In de derde plaats moeten wij een duurzame groeiagenda maken. Wij moeten de economische groei aanjagen om onze welvaart te kunnen behouden in de toekomst. Wij moeten slimmer en dus productiever gaan werken. Daarom wil D66 2 miljard investeren in onderwijs. Wij moeten ook langer en meer gaan werken, vandaar ons voorstel voor een standaardwerkweek van 40 uur. Verder pleiten wij al jaren voor een hogere AOW-leeftijd. Alleen meer produceren en consumeren is echter niet houdbaar. Grondstoffen worden steeds schaarser, onder andere door de economische vooruitgang van ontwikkelingslanden. Dat zie je bijvoorbeeld in China, waar in 2009 meer auto's zijn verkocht dan in Amerika. De groeiagenda moet dus vergroening, kennis en innovatie inhouden. Wij moeten weg van de traditionele grondstoffen. Wij moeten vooruit naar duurzame productie, al was het maar uit welbegrepen eigenbelang.

Dan ben ik nu toegekomen aan mijn derde punt: het begrotingsakkoord. Sinds gisteren ligt er naast het begrotingsakkoord ook een deelakkoord; het Herfstakkoord. Ik noem dit het begrotingsakkoord met een sausje, namelijk een zoetzuur sausje. Het zoete zit daarin dat het tekort in 2013 niet uitkomt boven de 2,7%. Ik heb dat zojuist ook tegen de heer Plasterk gezegd. Ik vind dit positief. De langstudeerboete is geschrapt en ook dat vind ik positief. Verder wordt de AOW-leeftijd sneller verhoogd. Het Herfstakkoord heeft echter ook een zuur randje, omdat de lasten weer met 400 miljoen stijgen. Daarnaast wordt het bedrag van 155 miljoen dat wij hadden gereserveerd voor duurzaamheid, juist om de groene economie vorm te geven, weer geschrapt. Er zullen 10% meer files komen en het structurele tekort is op de lange termijn 600 miljoen. Als vertegenwoordiger van D66, een van de partijen die het Lenteakkoord heeft ondertekend, zeg ik dat het verstandig is dat 90% van het begrotingsakkoord overeind is gebleven. Maar die 10% is eerder een verslechtering dan een verbetering.

Ik heb een aantal feitelijke vragen aan de minister over het deelakkoord. Ik zal geen politieke vragen stellen, omdat dat in deze situatie te ingewikkeld is. Wellicht kan de minister van Financiën technische assistentie verlenen bij de beantwoording van vragen die ook bij mij leven. Hoeveel mensen komen er in aanmerking voor de overbruggingsregeling voor de AOW? Welk deel van het aantal mensen dat jaarlijks uittreedt is dat? De heer Plasterk kreeg eerder een vraag van de Klaver over dit punt. Misschien kan de minister van Financiën technische assistentie verlenen door dit te verduidelijken. Hoeveel mensen maken aanspraak op de doorwerkbonus en hoeveel bedraagt die doorwerkbonus? Hoeveel gaat de assurantiebelasting een gemiddeld huishouden kosten? Welk deel van de assurantiebelasting slaat neer bij gezinnen en welk deel bij bedrijven? Wat is volgens de minister van Financiën het effect van de lastenverzwaring op de economie en op de werkgelegenheid? Nog een feitelijke vraag: Hoe is de lastenverzwaring voor het bedrijfsleven opgebouwd? Gisteren hebben wij van de informateurs een overzicht gekregen van lasten voor bedrijven en gezinnen, maar daarin staat niet hoe een en ander uit verschillende maatregelen is opgebouwd. Ik vraag mij af of de minister van Financiën hierin inzicht kan geven.

Na deze feitelijke vragen ontkom ik er niet aan om mijn verbazing uit te spreken over de VVD en de Partij van de Arbeid. De VVD – ik zie de heer Harbers verschrikt opkijken – beloofde tijdens de campagne voor 2010 lastenverlichtingen. In de campagne van 2012 was weer het credo: werkend Nederland moet meer geld overhouden. Dankzij het kabinet-Rutte I hebben wij nu de hoogste belastingdruk van deze eeuw. Deze zomer ging daar nog een schepje bovenop. Iedereen zou er 1.000 euro netto bij krijgen, zoals ook de heer Van Vliet net al zei. Het eerste wat wij zien van de nieuwe coalitie is toch een lastenverhoging van 400 miljoen euro. Ik zou bijna tegen de heer Harbers willen zeggen: nu doet u het weer! Ook de PvdA verbaast mij, die ik tijdens de campagne in alle debatten van de afgelopen maanden heb horen zeggen dat het begrotingsakkoord het einde van de wereld was. Want de btw-verhoging zou de economie kapotbezuinigen, de agenten en de leraren betaalden de rekening van de crisis en de leeftijdsverhoging voor de AOW was een steen in de vijver van de polder. Het is goed om te constateren dat de PvdA nu voor 90% onder datzelfde akkoord een handtekening zet. Zo ziet u maar weer dat het kan verkeren!

Ik ben wel blij met deze nieuwe realiteitszin van de PvdA. Het zou alleen de heer Plasterk wel hebben gesierd als hij dit had gedaan voor de verkiezingen.

Bij het kopje "overig" ga ik in op vijf punten uit de begroting die vandaag voorligt, in de eerste plaats de invulling van de investering in natuur, in de tweede plaats de invulling van de departementale taakstellingen, in de derde plaats het eigen huis, in de vierde plaats het infrastructuurfonds en in de vijfde plaats duurzaamheid.

Wat de investeringen in natuur betreft, hebben wij in het Lenteakkoord afgesproken om hiervoor 200 miljoen euro te reserveren. Dat staat niet op de begroting van EL&I maar op de aanvullende post bij de minister van Financiën, terwijl de uitvoeringsregelingen, dus de bestemming van het geld, al wel gedeeld zijn met de provincies en andere partijen, betrokken bij het akkoord. Nu kan de Kamer het budgetrecht niet uitoefenen. Kan de minister toezeggen om die 200 miljoen aan gereserveerde gelden over te boeken naar de begroting van EL&I, zodat wij daarover ook nog iets te zeggen hebben? Graag een reactie van de minister.

Dan kom ik bij de departementale taakstellingen. De overheid moet snijden in het eigen vlees. Ook in het begrotingsakkoord hebben wij een taakstelling opgenomen op de begrotingen. Dit zijn structurele taakstellingen, die naar mijn gevoel niet altijd structureel worden gedekt maar vaak met incidenteel geld of met meevallers. Misschien kan de minister van Financiën mij corrigeren. Is het juist dat dit met meevallers is gedekt en dat er niet een structurele oplossing voor is gevonden? Kan de minister toezeggen dat deze structurele dekkingen wel worden gevonden?

Ik ontkom niet aan een opmerking over de huizenmarkt, een standaardpunt in mijn betoog. Alle economen zijn het erover eens dat wij de huizenmarkt verder moeten hervormen, niet alleen voor nieuwe gevallen maar ook voor bestaande gevallen. Dat geldt zowel voor de huur- als voor de koopsector. D66 wil de handschoen oppakken en verdere stappen zetten voor de hypotheekrenteaftrek. Een van de zaken die wij binnenkort gaan behandelen met de staatssecretaris van Financiën is het voorstel uit het Lenteakkoord over de forfaitaire of de annuïtaire vermogensaftrek.

De voorzitter:

U wilde een waarschuwing als u op elf minuten zat.

De heer Koolmees (D66):

Ik ben bijna klaar voorzitter. Nog één minuut extra!

De voorzitter:

U zit nu al op twaalf minuten.

De heer Koolmees (D66):

Dan sla ik dit punt even over en kom ik daar straks in de tweede termijn op terug.

In het deelakkoord is 155 miljoen euro voor duurzaamheid geschrapt. Eerder in mijn betoog ben ik ingegaan op het belang van een groene groeiagenda. Hoe denkt de minister over het schrappen van de duurzaamheidsenveloppe en welke onderdelen uit het duurzaamheidspakket vervallen precies? Daarover hebben wij gisteren ook gesproken. Hiervoor vraag ik iets meer aandacht.

Concluderend, Nederland is een ontwikkeld en welvarend land. Ondanks het feit dat het nu economisch tegenzit, hebben wij alle kansen om dat te blijven. Maar dan moeten wij wel doorpakken, in Europa en in Nederland.

Tot slot feliciteer ik de heer Merkies met zijn maidenspeech in dit huis en wens ik hem een succesvolle periode toe.

De heer Van Vliet (PVV):

De heer Koolmees van Democraten 66 wil ik via u, voorzitter, het volgende vragen. D66 is in dit huis de enige echte grote voorvechter van de forensentaks. Die komt er nu niet, zo hebben wij tot onze vreugde kunnen constateren. Is de heer Koolmees dadelijk ook de enige echte grote voorvechter van de extreme verhoging van de assurantiebelasting? Met andere woorden, wat vindt hij daarvan?

De heer Koolmees (D66):

Deze discussie heb ik eerder gevoerd met de heer Van Vliet. Ik was en blijf inderdaad voorstander van een forensentaks of reiskostenbelasting. Dat is eigenlijk een lichte vorm van rekeningrijden. Dit is ook de discussie die wij hebben gevoerd met de PvdA. Het is bekend dat mijn partij al jaren voorstander is van het invoeren van rekeningrijden. Je zag dat de effecten van die maatregel heel positief waren. Dit zou leiden tot 10% minder files. De effecten voor de natuur en de luchtkwaliteit zouden ook heel positief zijn. Over de financiële dekking heb ik ook al eerder gesproken met de heer Van Vliet tijdens een debat. Linksom of rechtsom, burgers zullen toch wel voelen dat er wordt bezuinigd en dat de lasten worden verzwaard. Dat zie je nu ook in het Herfstakkoord. Ja, de reiskostenbelasting is van tafel. Daarvoor in de plaats komt een assurantiebelasting. De mensen zullen het dus, linksom of rechtsom, toch zelf moeten betalen.

De heer Van Vliet (PVV):

De heer Koolmees spreekt over linksom of rechtsom. De forensentaks is nu van de baan. Daarvoor in de plaats komt nu een extreme verhoging van de bestaande assurantiebelasting. De lasten daarvan worden uitgesmeerd over alle verzekerde Nederlanders. Nu lees ik deze ochtend in de Volkskrant dat dit allemaal niet zo erg is, omdat Nederlanders zijn oververzekerd. Zij zouden moeten schrappen in hun pakketten. Wat vindt D66 van de impact van deze extreme verhoging van de assurantiebelasting? Is die impact volgens D66 inderdaad zo beperkt als ons door dit krantje wordt voorgehouden?

De heer Koolmees (D66):

In de eerste plaats zal, als er inderdaad nu wordt geschrapt in de verzekeringspakketten, deze maatregel niet de 1,4 miljard euro opleveren die nu is ingeboekt. Als dat dus gebeurt, hebben we opnieuw een budgettair probleem.

In de tweede plaats zeg ik dat als je de overheidsfinanciën op orde wilt brengen, je vervelende maatregelen moet nemen. De assurantiebelasting zat ook in ons pakket. Wij hadden daartegenover echter wel lastenverlichting op arbeid staan. Op dat punt heb ik ook kritiek op het Herfstakkoord. Er was al een lastenverzwaring in het Lenteakkoord opgenomen. Die was fors, maar ik heb er wel verantwoordelijkheid voor genomen, omdat ik vind dat het nodig is om daarvoor nu te kiezen. Nu komt er, met het Herfstakkoord, nog eens bijna 400 miljoen lastenverzwaring bovenop. Dat vind ik een slecht teken. Dit had ook kunnen worden opgelost door te bezuinigen op de overheidsuitgaven. Daarover zijn de heer Van Vliet en ik het waarschijnlijk eens.

De heer Van Vliet (PVV):

Zeker. Bij het laatste sluit ik mij van harte aan. Dit opent perspectieven. Onze partijen zullen straks gezamenlijk oppositie voeren. Wellicht kunnen wij elkaar bij de behandeling van het Belastingplan op punten vinden. Ik houd mij aanbevolen.

De heer Koolmees (D66):

Briljante ideeën steunen wij altijd.

De heer Van Vliet (PVV):

Mooi.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik wil op één punt nog wat meer helderheid van de heer Koolmees. Hij sprak met veel warmte over wat nu voorligt. Hij leek veel van de voorstellen te steunen. Hij deed ook alsof de verschillen met het Lenteakkoord niet zo groot zijn. Een belangrijk deel van de dekking van de voorstellen in het Herfstakkoord wordt inderdaad gevonden in de verhoging van de assurantiebelasting, die ook in het verkiezingsprogramma van D66 staat. Is de heer Koolmees geneigd om de begroting te steunen zoals die nu voorligt?

De heer Koolmees (D66):

Daarover ga ik nog eens even heel diep nadenken. Ik heb namelijk ook een belangrijk kritiekpunt, namelijk de extra lastenverzwaring. Ik had liever gezien dat een en ander was opgelost met een bezuiniging op de overheidsuitgaven. Het zou volgens mij ook mogelijk zijn om het op die manier op te lossen. Ik zei al dat 90% van de begroting eigenlijk nog steeds de begroting van het Lenteakkoord is. Onder dat Lenteakkoord hebben wij onze handtekening gezet, dus natuurlijk steunen we die 90%. Naar het amendement dat de VVD en de Partij van de Arbeid gaan indienen om de overige 10% te wijzigen, moet ik nog eens goed kijken. Ik ben immers geen voorstander van het totale pakket van de extra lastenverzwaringen. Ook is voor mijn partij een belangrijk punt dat het duurzaamheidspakket is geschrapt. Dat vind ik een slecht teken. Wij gaan er in de fractie dus nog eens diep over nadenken.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik ben benieuwd wat daaruit komt. In het Lenteakkoord staat uiteraard voor meer dan 8 miljard aan lastenverzwaringen. Er staat nu een aflopende lastenverzwaring die meer dan tienmaal zo klein is in de dekking die nu voorligt. Ik meen dus dat dit niet heel dramatisch is. Het is van tweeën een. Enerzijds zegt de heer Koolmees: ach, het verschil met het Lenteakkoord is zo groot niet. Als dat zo is, zou dat ook voor D66 een reden kunnen zijn om, alles afwegende, de begroting voor het jaar 2013 te steunen. De partij van de heer Koolmees kennen wij immers als een constructieve partij. Ik ben dus erg benieuwd naar het resultaat van het nadenken in de fractie.

De heer Koolmees (D66):

Ik heb zojuist al gezegd dat de begroting die voorligt, eigenlijk dezelfde is als die uit het Lenteakkoord. Die laatste begroting steunen wij sowieso, want daaronder staat onze handtekening. Het amendement van de heer Harbers van de VVD en de heer Plasterk van de PvdA, dat daaroverheen komt, vormt een wijziging van die begroting uit het Lenteakkoord. Ik ga in de fractie beraadslagen of wij dat amendement ook gaan steunen. Het ligt wel erg voor de hand dat ik de begroting zal steunen, omdat het grotendeels onze eigen begroting is.

De heer Plasterk (PvdA):

Dat het Lenteakkoord door D66 wordt gesteund, is helder. Dat was mijn vraag niet. Stel dat het amendement wordt aangenomen. De heer Koolmees zegt dat hij zich moet beraden op de vraag of hij de aldus geamendeerde begroting zal steunen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat D66 dat doet.

De heer Koolmees (D66):

Een van de belangrijkste punten – ik gaf dat zojuist al aan – betreft de bezuiniging op het duurzaamheidpakket. Dat vinden wij een slechte bezuiniging vanuit de bouwsector en de groene agenda om Nederland duurzamer en innovatiever te maken. Die bezuiniging valt ons zwaar op de maag. Wij gaan er ook alternatieven voor aandragen morgen per motie dan wel bij amendement. Onze steun hangt daar ook van af. Mijn fractievoorzitter, de heer Pechtold, heeft in dat kader gisteren aan de heer Samsom gevraagd wat ik zojuist heb gevraagd aan de heer Harbers, namelijk of het überhaupt wel mogelijk is om amendementen op een amendement in te dienen. Als dat mogelijk is, heb ik helemaal een open blik.

De heer Dijkgraaf (SGP):

De heer Koolmees heeft de afgelopen maanden de nodige ervaring opgedaan met het onderhandelen met toen vijf partijen. Nu zijn twee partijen tot een akkoord gekomen. Ik hoor graag de appreciatie van de heer Koolmees wat dit betreft. Je moet natuurlijk wat, je moet vooruit, je moet richting de begroting 2013 met een akkoord komen. Volgens mij was er in deze Kamer zware kritiek tijdens dit debat geuit als er nog geen deelakkoord was geweest. Dan hadden wij de redenering volgens mij precies omgedraaid. Hoe apprecieert de heer Koolmees dit vanuit zijn ervaring?

De heer Koolmees (D66):

We hebben een Lenteakkoord gesloten. Dat was voor D66 een goede begroting voor 2013. Daar zat pijn in, maar het bevatte ook goede maatregelen voor de lange termijn. Die zaken steunen wij sowieso. Daarna is er discussie ontstaan over twee belangrijke dossiers, de reiskosten en de langstudeerboete. Ik zei zojuist al tegen de heer Plasterk dat ik het goed vind dat de langstudeerboete van tafel is. Wij hebben nooit afstand genomen van de maatregel met betrekking tot de reiskostenvergoeding. Ik zei tegen de heer Van Vliet dat mensen dat linksom of rechtsom toch in de portemonnee zullen voelen. Kijkend naar het amendement van de PvdA en de VVD begrijp ik dat het vervelende punt van de reiskostenaftrek van tafel moest voor de begroting 2013, maar ik vind het totaal geen verbetering. Ik juich het van harte toe dat die twee partijen overeenstemming probeerden te bereiken. Sterker nog, ik hoop dat wij snel een stabiel en ambitieus hervormingkabinet krijgen dat de hervormingen die ik zojuist noemde, een zwiep gaat geven.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dan de lasten voor kleine bedrijven. Daar hoor ik tot nu toe bijna niemand over. Ik had eigenlijk verwacht dat D66 wat dat betreft ook met kritiek richting de VVD zou komen, als medeliberale partij. Vindt de heer Koolmees niet dat de lasten voor kleine bedrijven momenteel de pan uitrijzen en niet in verhouding staan tot de risico's die de bedrijven nemen, waardoor de groei wordt geremd?

De heer Koolmees (D66):

Twee antwoorden. Dat is ook de kern van mijn kritiek op dit Herfstakkoord, omdat er nog meer lasten bij komen. Ik heb de minister van Financiën gevraagd om voor morgen inzichtelijk te maken waar die lasten neerslaan, bij welke gezinnen en bij welke bedrijven. Ik wil ook weten hoe de assurantiebelasting weer terugkomt bij de huishoudens, dan wel de bedrijven. Ik wijs echter ook op de 650 miljoen euro lastenverzwaring die bij de werkgevers terechtkomt, in het arbeidsongeschiktheidsfonds. Ik heb de minister van Financiën in dat kader gevraagd naar de werkgelegenheidseffecten ervan. Dat zijn voor mijn fractie belangrijke overwegingen om al dan niet in stemmen met het amendement van de VVD en de PvdA. Dat heeft dus zeker onze aandacht.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik preciseer mijn vraag even, want meestel krijgen we dan een lastenverdeling tussen gezinnen en bedrijven. De bedrijven vormen echter een nogal bonte verzameling. Moeten we eigenlijk ook niet weten wat de prikkels zijn voor zzp'ers om te groeien naar kleinere bedrijven of voor kleine bedrijven om te groeien naar grotere bedrijven versus het grootbedrijf?

De heer Koolmees (D66):

Ik vind twee punten interessant, in de eerste plaats de vraag aan de minister van Financiën om onderscheid te maken tussen het grote en het kleine bedrijf. Ik stel die vraag dus aan de minister. Het tweede punt is interessant voor de behandeling van het Belastingplan. Hoe zorg je ervoor dat kleine ondernemers die groter willen worden, niet worden belemmerd door hogere lasten door bijvoorbeeld meer personeelskosten? Wij zijn al eerder samen opgetrokken toen het ging om de kwestie van het belastinggebied. Misschien dat wij dat wat dit betreft ook kunnen doen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Dit zijn bijzondere algemene financiële beschouwingen, niet alleen vanuit staatsrechtelijk oogpunt, maar ook omdat het waarschijnlijk de laatste financiële beschouwingen zijn van deze minister van Financiën. Daar wil ik toch eerst even bij stilstaan.

Zes jaar lang heeft de minister het kabinet gediend, waaronder een aantal jaren gezamenlijk met onze fractie in een coalitie. Wij hebben altijd goed met elkaar samengewerkt, ook al waren wij het regelmatig niet met elkaar eens; dat moet kunnen. Ik wil dan ook allereerst veel respect en dankbaarheid uitspreken aan het adres van de minister van Financiën voor al het werk dat hij heeft verricht namens het kabinet.

De minister is echter nog niet klaar, want de begroting voor 2013 ligt nog voor. Die begroting is gebaseerd op het Lenteakkoord waarbij vijf partijen, waaronder de onze, de verantwoordelijkheid voelden om de overheidsfinanciën voor 2013 op orde te krijgen. Sinds maandag is daar een deelakkoord bij gekomen. De minister moet nu een begroting gaan verdedigen namens het kabinet waarvan de primus inter pares in zijn rol van onderhandelaar van een nog te vormen kabinet heeft aangekondigd de begroting op onderdelen alweer te willen amenderen. Dat moet de minister toch wel in een lastig parket brengen. Immers, welke begroting wordt hij nu geacht te verdedigen? Neemt de minister de uitvoering van een begroting voor zijn rekening die hij niet zelf zo heeft ingediend?

Gisteren legde de partijleider van de minister de bal bij de leden van het kabinet neer. Volgens hem moesten zij beslissen of zij hiermee konden leven of niet. Vandaar de volgende vraag aan de minister: kunt u dat? Ik vraag dit heel concreet op een aantal punten, te beginnen bij de lastenverzwaringen voor het bedrijfsleven die in dit deelakkoord zitten. Vindt de minister het verantwoord dat in een tijd waarin veel bedrijven failliet gaan of dreigen te gaan en waarin de werkgelegenheid al onder druk staat, de lasten met nog eens zo'n 600 miljoen verhoogd zullen worden? Ik noem ook de verslechtering van het structureel EMU-saldo van 600 miljoen die het pakket met zich meebrengt. Kan de minister daarvoor verantwoordelijkheid nemen?

Gisteren kregen wij een summier lijstje waarin de doorwerking van het pakket op de lasten en uitgaven wordt aangegeven. Dat lijstje riep vragen op. Als ik de maatregelen uit het deelakkoord naast de gepresenteerde saldi leg, kom ik tot andere lastenverzwaringen, namelijk hogere, voor het bedrijfsleven. Kan de minister de gepresenteerde cijfers toelichten? De heer Koolmees vroeg hier ook al naar. Ik sluit mij ook aan bij zijn vragen op het terrein van de koopkracht- en de werkgelegenheidseffecten. Is de minister bereid om voor de tweede termijn een indicatie te geven van de effecten van het deelakkoord? Ik weet dat het niet zijn akkoord is, maar ik ga ervan uit dat zijn ambtenaren altijd wel bereid zijn om te kijken wat er kan. Hoeveel mensen krijgen nu te maken met de overbruggingsregeling voor de verhoging van de AOW-leeftijd? De heer Plasterk wilde hierop niet ingaan. Hoe hoog is die overbrugging per persoon?

De heer Van Vliet (PVV):

Ik hoorde mevrouw Schouten praten over 600 miljoen extra aan lastenverzwaringen. Zij vroeg of dat allemaal nog te verdedigen valt door deze minister. De ChristenUnie heeft getekend voor het Kunduzakkoord. Voor 2013 hield dat een pakket in van zo'n 9 miljard aan lastenverzwaringen. Die 600 miljoen is procentueel niet dermate schokkend dat het een substantiële afwijking is van het Kunduzpakket. Is het realistisch dat mevrouw Schouten dat wel schokkend vindt en er vragen over stelt? Kan zij dat met droge ogen beweren? Zij heeft zelf toch ook getekend voor die 9 miljard?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het klopt dat wij hebben getekend voor die 9 miljard, omdat u destijds wegliep. Als het aan u had gelegen, had er helemaal geen begroting voor 2013 gelegen of hadden wij het land in een economische wanorde gestort. Die verantwoordelijkheid hebben wij overgenomen. Inderdaad zijn er pijnlijke lastenverzwaringen. Ik heb dat ook nooit ontkend. Voor ons was het een bedrag waarmee wij een soort grens trokken. Nu zien wij dat er nog eens 600 miljoen bovenop komt voor 2013, een jaar waarin heel veel bedrijven het toch al heel zwaar hebben. Ik wil van de minister weten of hij daarmee kan leven. Hij zal een en ander straks misschien moeten uitvoeren, afhankelijk van de vraag hoe snel de onderhandelaars klaar zijn.

De heer Van Vliet (PVV):

Ik begon mijn betoog ook met de vraag of de minister ermee kan leven. Mevrouw Schouten spreekt mij rechtstreeks aan, maar ik spreek haar netjes via de voorzitter aan. De ChristenUnie tekent voor 9 miljard aan lastenverzwaringen in plaats van vooral te snijden in het vet van de overheid, iets wat de PVV zou doen om de burger in Nederland te sparen. Vanwaar die geschoktheid over 600 miljoen extra? Dat is immers geen substantiële wijziging van het Kunduzpakket. Is dat te verdedigen?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik kan mijn antwoord herhalen. U hebt het telkens over de puinhopen van Paars. Of hoe noemde u het precies? "Een paars puinhoopkabinet"? Ik wil u er toch fijntjes op wijzen dat het de PVV zelf was die deze puinhoop heeft veroorzaakt door geen verantwoordelijkheid te nemen voor moeilijke keuzes die gemaakt moesten worden in 2013. Uw fractievoorzitter heeft onderhandeld in het Catshuis over een pakket waar ook enorme lastenverzwaringen in zaten. Op het moment suprême trekt u uw handen ervan af en zegt u dat u de burger niet gaat belasten. Mijnheer Van Vliet, u verkoopt hier echt heel zoete broodjes waar u dat ook zelf niet kon. Sterker nog, u wilde er geen verantwoordelijkheid voor nemen.

De voorzitter:

Mijnheer Van Vliet, tot slot.

De heer Van Vliet (PVV):

Ik heb tien keer "u" en "mijnheer Van Vliet" gehoord. Ik spreek via u, voorzitter.

Wat zien we hier? De tactiek van mevrouw Schouten is gewoon geen antwoord geven, weglopen voor het antwoord. Ik vraag aan de ChristenUnie wat het verschil is tussen het Kunduzakkoord en dit nieuwe Herfst- of deelakkoord dat het zo schokkend maakt dat het dan voor haar plotseling niet meer te accepteren is. Ik heb het niet over de PVV, maar over de ChristenUnie en het verschil tussen Kunduz en het nieuwe deelakkoord.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het verschil is een lastenverzwaring voor bedrijven en gezinnen van per saldo zo'n 400 miljoen. Dat is het verschil. De heer Van Vliet zegt dat ik zo geschokt reageer. Ik vraag alleen of de minister dit kan verantwoorden. Ik vind het moeilijk om in tijden van crisis de lasten voor bedrijven nog meer te verhogen. Mijn antwoord aan de heer Van Vliet ben ik begonnen door te stellen dat ook wij accepteerden dat we lastenverzwaring voor het bedrijfsleven zouden doorvoeren. Daarvoor zijn we nooit weggelopen. We hebben er nooit over gelogen door te zeggen dat we het helemaal tot de laatste cent zouden kunnen gaan terugdraaien. Ik geef toe dat wij hebben getekend voor een pakket waarin die lastenverzwaringen zaten. Ik vraag mij af of de minister van Financiën een verdere verhoging voor zijn rekening kan nemen.

Voorzitter. Nederland sterker uit de crisis halen is een van de randvoorwaarden voor de VVD om toe te treden tot dit kabinet. De PvdA ging tot aan de verkiezingen voor het investeren in de economie. Het is winst dat de VVD de PvdA een lesje begrotingsdiscipline heeft geleerd, maar de wijzigingen op het Lenteakkoord kunnen onmogelijk een versterking zijn van de economie. Het duurzaamheidspakket dat geschrapt wordt, bevatte juist diverse maatregelen om noodlijdende sectoren als de bouw, maar ook de agrosector op duurzame wijze te stimuleren. Het is onbegrijpelijk dat zowel de VVD als de PvdA dit zomaar terzijde schuift. Dat constateren niet alleen wij, maar ook VNO-NCW en LTO Nederland. Daar sta je dan als vriend van de werkgevers, zeg ik tegen de VVD. Mijn fractie wil het duurzaamheidspakket behouden voor volgend jaar. Wij zullen kijken of we daarvoor een amendement kunnen indienen.

Ook tegen studenten zeg ik: juich niet te vroeg. De langstudeerboete is van tafel, maar jullie krijgen er een sociaal leenstelsel voor terug. Dat levert heel veel effecten op. Onder andere heeft het CPB berekend dat 20.000 tot 35.000 studenten afzien van een studie als gevolg van het sociaal leenstelsel. Hoe wil Nederland een kenniseconomie zijn wanneer het de eigen studenten ontmoedigt om te gaan studeren? Bovendien hebben studenten meteen een schuld van € 13.000 aan de broek als compensatie voor een te vermijden boete van € 3.000. Het moge duidelijk zijn dat de VVD en de PvdA nu het zoet hebben gepresenteerd, maar dat het zuur voor de studenten ook nog gaat komen.

Ik kom te spreken over Europa. Deze financiële beschouwingen spelen ook tegen de achtergrond van onzekere financiële tijden, helemaal waar het gaat om de ontwikkelingen in de eurozone. Elke dag zien we de beelden van massale protesten in een aantal zuidelijke lidstaten. Door het gebrek aan devaluatiemogelijkheden van de munt door noodlijdende landen vindt er interne devaluatie plaats, met als effect dat er een vicieuze cirkel naar beneden ontstaat. Het wordt tijd dat we dit ook eens onder ogen durven te zien en dat we durven uit te spreken dat landen niet letterlijk koste wat het kost bij de eurozone gehouden zouden moeten worden. Heel concreet doet deze situatie zich voor in Griekenland. De trojka is daar weer op bezoek. We wachten op zijn rapportage. We hoeven geen waarzeggers te zijn om te kunnen concluderen dat Griekenland niet aan de gestelde voorwaarden voldoet. Dit betekent weer meer geld voor de Grieken. Tijd is in dit verband ook geld. Tijdens de verkiezingscampagne heeft minister-president Rutte duidelijk aangegeven dat er geen cent meer naar de Grieken gaat. Deelt de minister van Financiën deze mening?

Spanje speelt ook al maanden een kat-en-muisspel met Europa. Spanje ontkent in alle toonaarden nu hulp te gaan aanvragen. De ECB ziet zich daardoor gedwongen, de uitspraak te doen dat de bank onder voorwaarden ongelimiteerd staatsobligaties gaat opkopen. Dat is niets meer of minder dan een vorm van monetaire financiering, waarvoor de rekening bij de noordelijke lidstaten komt te liggen. Hoe taxeert de minister de situatie van Spanje? Hoe lang laat hij toe dat dit land de eurozone in zijn greep houdt?

Over het bankentoezicht komen wij later nog uitgebreid te spreken, maar ik wil er nu alvast een aantal opmerkingen over maken. Het kabinet geeft aan dat een complete bankenunie een optie is, maar een bankenunie kent veel afwentelingsgevaar en kan leiden tot risicovol gedrag van banken en overheden. Als het misgaat, wordt de rekening gedeeld en betalen wij met ons allen mee. Het kabinet wil pas een bankenunie als het Europees toezicht functioneert. Zelf constateert het kabinet dat dit lang kan duren. Ik kan er dus van uitgaan dat het kabinet zich, zowel bij de Ecofin-Raad als bij de Europese Raad, zal verzetten tegen elke verdere stap in de richting van de bankenunie zonder dat het Europees toezicht is geregeld. De heer Van Rompuy heeft de uitspraak gedaan – dat is ook te lezen in de kranten – dat hij bij de volgende Europese Raad versnelde uitspraken van de verschillende lidstaten wil over het invoeren van een bankenunie. Gaat de minister van Financiën hier dan niets op antwoorden, of zal hij stellen dat de voorbereidingen voor een bankenunie verder vormgegeven kunnen worden voordat wij überhaupt weten of het hele toezicht al rond is?

Een ander punt is dat de bankenunie kan leiden tot een tweedeling in Europa. Het Verenigd Koninkrijk zal hier nooit in meegaan. Wij accepteren dus straks dat er een Europa van twee snelheden zal ontstaan. Welke gevolgen zal dit hebben voor andere besluiten die nog in Europees verband genomen zullen worden? De Europese Unie komt hiermee verder onder druk te staan. Onderkent de minister dit gevaar?

Ons land staat volgend jaar voor een aantal fikse macro-economische uitdagingen: de kosten van de ouderenzorg blijven fors stijgen, de pensioenen staan onder druk, de woningmarkt zit op slot en de balansen van de kredietverstrekkers moeten verkort worden, wat gevolgen heeft voor de investeringen in het bedrijfsleven. Een nieuw kabinet zal deze uitdagingen moeten aanpakken om de economie te versterken en de solidariteit tussen de generaties te behouden. Buiten dit huis wordt er al veel en vaak nagedacht over de vraag hoe de terreinen van pensioenen, wonen en zorg met elkaar verbonden kunnen worden. Volgens de fractie van de ChristenUnie moet je die thema's inderdaad met elkaar verbinden om een adequate reactie te kunnen formuleren op de uitdagingen waar we voor staan. Deelt de minister deze visie? Wij willen graag dat de SER zich buigt over de vraag hoe de terreinen van pensioenen, wonen en zorg met elkaar verbonden kunnen worden en wat hiervoor nodig is in wet- en regelgeving. Is het kabinet voornemens om op dit punt een SER-adviesaanvraag te doen? Zo niet, dan overweegt mijn fractie om op dit punt een motie in te dienen, opdat de Kamer wellicht zo'n adviesaanvraag kan doen.

Eén concreet punt wil ik alvast uitleggen. Volgens de ChristenUnie moeten werknemers ervoor kunnen kiezen, het werknemersdeel van de pensioenpremie tijdelijk in te zetten voor de aflossing van de eigenwoningschuld. Hiermee snijdt het mes aan twee kanten. Enerzijds wordt hierdoor de veel te hoge eigenwoningschuld in Nederland verlaagd en zal dit de hypotheekverstrekking ten goede komen. Anderzijds bouwen mensen zo via het eigen huis zeker vermogen op, dat later ingezet kan worden als pensioen. Ziet het kabinet ook deze voordelen van het plan? Is het bereid om na te gaan wat hiervoor de mogelijkheden zijn?

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het is een prachtige suggestie. De heer Van Hijum deed deze net ook. De RMU is ook bij ons langs geweest. Wij hebben het ook in ons verkiezingsprogramma staan. Er moet natuurlijk een heleboel uitgewerkt worden; dat zal mevrouw Schouten direct met mij eens zijn. De SER kijkt hier ook naar. Wat is het tijdpad van dat traject? Is dit te koppelen aan dat van de minister? Als het nog heel lang duurt, moeten wij er misschien eerder bij zijn, maar anders kan het misschien mooi aan elkaar geknoopt worden, zodat we via de SER nog een hoop informatie over dit traject kunnen krijgen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Naar mijn weten ligt er nog geen adviesaanvraag bij de SER over de koppeling van de drie terreinen. Ik heb de suggestie gedaan om die vraag daar wel neer te leggen. Het zijn heel grote uitdagingen en er moeten heel veel zaken geregeld worden. Dit onderwerp zou daar inderdaad onderdeel van uit kunnen maken. Als de minister zelf al mogelijkheden kan schetsen en kan aangeven wat ervoor nodig is, vind ik dat op dit concrete punt ook prima. Dit zal echter ongetwijfeld ook onderdeel uit gaan maken van een eventuele SER-adviesaanvraag die ofwel via het kabinet ofwel via deze Kamer gedaan kan worden.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Als het goed is, ligt er in ieder geval een SER-adviesaanvraag over de koppeling van de grote thema's. Ik weet zeker dat het in ieder geval gaat over zorg en pensioenen, maar over de woningmarkt weet ik het niet zeker. We zullen morgen ongetwijfeld van de minister horen hoe de aanvraag er nu ligt en hoe deze in die richting aangepast kan worden. Die vraag hebben we in ieder geval gezamenlijk.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Prima, dat is goed om te horen.

Tot slot heb ik nog enkele concrete vragen over de begroting. Ik begin met de bouwsector. Ik zei net al in mijn interruptie op de heer Plasterk dat het met de bouwsector nog steeds heel slecht gaat. Bedrijven gaan massaal failliet en ongeveer 30.000 banen staan op de tocht. Vorig jaar heeft mijn fractie al aandacht gevraagd voor dit probleem en ik stel het nu weer aan de orde. Graag zien we dat het btw-tarief in de bouw in 2013 voor één jaar wordt verlaagd naar 6%. Ook de PvdA heeft hier al voor gepleit in haar banenplan voor de bouw. Wij zullen zien of we dit eventueel kunnen regelen. Ik denk namelijk dat dit voor de bouw een welkome en broodnodige verlichting zou zijn.

Ik heb nog een vraag over de technische uitwerking in de begroting. In het algemeen zijn de afspraken uit het Lenteakkoord goed nagekomen, maar op één punt, de bezuinigingen op het Infrastructuurfond, is het niet volgens de afspraken gebeurd. Bij deze bezuiniging is afgesproken dat het spoor en het Deltafonds, onze bescherming tegen hoog water, zouden worden ontzien. Dat was niet voor niets. De opgave om ons land goed te beschermen tegen het hoge water is immens, een miljardenopgave die nog grotendeels financieel gedekt moet worden. Een derde van de dijken voldoet bijvoorbeeld niet aan de wettelijke normen.

Wat schetste echter onze verbazing? Vanaf 2014 kiest het kabinet ervoor om ook het spoor en het Deltafonds aan te slaan. Dat moet toch een vergissing zijn. Deze minister is als Zeeuw immers doordrongen van het feit dat een goede bescherming van ons land tegen het water van levensbelang is en zou daar toch oog voor moeten hebben. Dat bleek ook overduidelijk uit zijn aanbiedingsspeech op Prinsjesdag. Hij gebruikte veelvuldig de metafoor dat de schuldencrisis de overheidsfinanciën aantast, zoals aanhoudend hoog water de dijken aantast. Reparatie en versterking daarvan verdragen geen uitstel. We moeten nog veel werk verzetten om het land hoog en droog te houden, aldus de minister. De bezuiniging op het Deltafonds telt op tot zo'n 600 miljoen euro in 2028. Wij vragen de minister deze vergissing te herstellen, niet alleen vanwege de gemaakte afspraken en het inhoudelijke belang, maar ook omdat er politiek breed draagvlak voor deze afspraak is. Dat bleek bijvoorbeeld ook uit het feit dat geen enkele partij in de doorrekening van de verschillende verkiezingsprogramma's op het Deltafonds bezuinigde.

Ik wil graag voor morgen of voordat de tweede termijn aanvangt een uitsplitsing van de generieke taakstelling en de specifieke bezuiniging op het Deltafonds en het spoor. Ik hoor graag van de minister of hij deze fout gaat herstellen. Anders moeten wij eventueel een amendement indienen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Allereerst mijn hartelijke felicitaties aan de heer Merkies voor zijn eerste woorden hier in de Kamer.

Vandaag spreken wij over de Miljoenennota 2013. Het is volgens mij een van de bijzonderste begrotingen sinds tijden. Eerst werd er geruime tijd gewerkt aan het Catshuisakkoord. We weten allemaal hoe dat is verlopen. De PVV liep weg en vijf partijen, waaronder mijn partij GroenLinks, namen hun verantwoordelijkheid. Vervolgens kwam de PvdA om de hoek, die van het Lenteakkoord een Herfstakkoord wist te maken. Hoewel de PvdA er een aantal goede zaken uit heeft weten te slepen, zoals het schrappen van de langstudeerboete en het terugdraaien van de ziekteregeling voor flexwerkers, was het ook meteen duidelijk welke koers het te vormen kabinet van plan is te varen. Een grijze koers. De groene ambities heeft de PvdA direct laten varen. Een gemiste kans.

In het licht van dit nieuwe Herfstakkoord is ook de positie van de minister van Financiën interessant. Eerder werd de vraag opgeworpen welke begroting hij verdedigt. Volgens mij is dat het Lenteakkoord dat er ligt. Alleen, er ligt nu een amendement van de onderhandelende partijen waarvan de VVD een van de partijen is die zitting hebben in het kabinet. Ik ben dan ook heel erg benieuwd naar de appreciatie van de minister van de amendementen die voor komen te liggen.

De PvdA heeft het groene hart uit het Lenteakkoord gesloopt. De subsidie op het woon-werkverkeer blijft in stand en 155 miljoen wordt bezuinigd op de vergroening van de economie. Onbegrijpelijk, want de PvdA weet toch dat je alleen groen uit de crisis moet komen? Die 155 miljoen die is geschrapt, betekent dat er geen goedkope leningen zijn voor mensen die hun huis willen isoleren, dat het belastingvrij opwekken van schone stroom door groepen burgers niet langer meer mogelijk is, dat er geen verduurzaming van de landbouw komt en dat er niet langer een belastingvoordeel is voor de groene belegger.

Ik maak mij ook om andere redenen zorgen over dit deelakkoord. Er is weliswaar een aantal mooie beloftes gedaan maar of mensen hier daadwerkelijk iets van terugzien in 2013, is nog maar de vraag. Ik noem de ziekteregeling voor flexwerkers, de overgangsregeling voor het verhogen van de AOW en de doorwerkbonus. Als het in 2013 niet lukt, zien we in 2014 wel verder. Dat is ongeveer de boodschap. Kunnen de mensen in dit land er nu wel of niet van op aan dat deze beloftes voor 2013 waargemaakt worden? Wat is de inschatting van de minister? Of doet de PvdA opnieuw beloftes waarvan ze bij voorbaat eigenlijk al weet dat ze die gezien de beperkte tijd niet kan nakomen, zoals we dat ook hebben gezien met de beloftes over de btw-verhoging? Nu ik het toch heb gehad over de overbruggingsregeling, heb ik dezelfde vraag die ik aan de heer Plasterk stelde; voor welke groep gaat deze regeling uiteindelijk gelden? Hoeveel mensen kunnen hier aanspraak op maken als die regeling er komt? Wat zegt het akkoord over een partij die altijd hamert op banen, banen, banen? Het bevat een forse lastenverzwaring voor werkgevers. Heeft de VVD nu al het banenvernietigende karakter van de PvdA overgenomen? Kan de minister aangeven welke effecten deze lastenverzwaring voor werkgevers heeft op de werkgelegenheid en de werkloosheid? Is de minister het met mij eens dat het verstandig zou zijn om dit pakket te laten doorrekenen door het CPB zodat wij precies weten wat de effecten hiervan zijn op de koopkracht, de werkgelegenheid en de financiële degelijkheid?

Zoals ik al heb aangegeven, gaat het mij niet alleen om de financiële degelijkheid van de voorstellen en hoe die financieel gedekt worden. Het gaat mij ook om de milieuwinst. Hoe kijkt de minister daartegen aan? Welke effecten heeft naar zijn inschatting dit pakket op natuur en milieu? Kan hij aangeven wat de effecten van het afschaffen van de belasting op het woon-werkverkeer zijn op de CO2-uitstoot? Volgens het CPB leidt het terugdraaien van de woon-werkverkeermaatregel tot een toename van de files van rond de 10%. Kan de minister dat bevestigen? Is het mogelijk dit pakket te laten doorrekenen door het Planbureau voor de Leefomgeving? Ik verwacht eerlijk gezegd een ruimhartig en positief advies van de minister om deze voorstellen ook door het Planbureau voor de Leefomgeving te laten doorrekenen.

Omdat het er naar uitziet dat dit de laatste financiële beschouwingen zijn, voorlopig in ieder geval, voor deze minister, heb ik opgezocht welke doelen de heer De Jager zich bij aanvang stelde. In februari 2007 – de minister was nog staatssecretaris – noemde de heer De Jager het vergroenen van het belastingstelsel een van zijn belangrijkste ambities. Tijdens de algemene financiële beschouwingen over de Miljoenennota 2008 zei hij hierover het volgende: "Bij bepaalde producten komt de milieudruk nu onvoldoende in prijs tot uitdrukking. De vervuiler betaalt op dit moment op bepaalde terreinen niet of te weinig. Daar willen wij verandering in aanbrengen. Wij hebben niet de illusie dat mensen niet meer zullen kiezen voor bijvoorbeeld een vliegreis of een verpakt product. Wel willen we dat mensen nadenken voordat ze kiezen voor milieubelastend gedrag. Dat gebeurt als mensen in de prijs de consequenties zien van hun keuze. In economentermen noemen we dat ook wel het internaliseren van de maatschappelijke kosten op een betere manier in marktprijzen". Dat zijn prachtige woorden. Ik vraag de minister te reflecteren op deze mooie inzet bij zijn start. Wat is daar, afgezien van de CO2-toeslag op de bpm, nu eigelijk van terechtgekomen? Werd de echte volgende grote stap in de vergroening niet gezet nadat de PvdA uit het kabinet was gestapt en toen GroenLinks aanschoof bij het Lenteakkoord? Die stappen dreigt de PvdA er nu uit te halen via het nieuwe regeerakkoord.

In het jaar dat de staatssecretaris zich tot de groene econoom bekende, was het zijn minister, die momenteel de rol van informateur vervult, die zei dat hij afwilde van de fixatie op enkel economische groei en dat het tijd werd om na te denken over een breder welvaartsbegrip. Dat neemt in de beleidsdoelen nu geen centrale plaats meer in. Ik citeer opnieuw, dit keer uit de Miljoenennota 2008. "Komende generaties erven niet alleen de financiële randvoorwaarden voor het continueren van het huidige niveau van de collectieve voorzieningen. Zij erven ook de kwaliteit van de instituties, de kracht van de economie, de leefbaarheid van de wijken, de broeikasgassen in de atmosfeer en de vruchten van onze investeringen in hun onderwijs." We weten dat 2008 uiteindelijk het jaar van het begin van de crisis is geworden. De discussie over een breder welvaartsbegrip verstomde toen ook snel. Ook de huidige minister van Financiën heeft de afgelopen jaren eigenlijk enkel oog gehad voor de economische en financiële situatie van Nederland. Dat is begrijpelijk, want mensen maken zich zorgen. Zij maken zich zorgen over hun baan, over hun hypotheek, hun pensioen. Ik mag dan ook hopen dat de ingezette hervormingen uit het Lenteakkoord op deze terreinen fier overeind blijven, want we moeten de huidige schijnzekerheden omzetten in nieuwe zekerheden, juist voor outsiders op de arbeidsmarkt, starters op de woningmarkt, mensen met een klein pensioen en voor toekomstige generaties.

Het is ook jammer dat de discussie over een breder welvaartsbegrip is verstomd. Juist de crisis zou ons moeten dwingen na te denken over de vraag welke maatschappij wij nastreven, nu en in de toekomst. Ons huidige economische systeem, dat enkel gericht is op groei, is niet houdbaar als het ons geen welvaart brengt. De crisis als kans: weet u het nog, voorzitter? In de Miljoenennota 2013 wordt op geen enkele manier aandacht besteed aan dat bredere welvaartsbegrip. Ik hoor graag van de minister waarom hij er niet voor heeft gekozen hier een aantal woorden aan te wijden. Overigens maakt de minister wel melding van het hoge welvaartsniveau dat Nederland kent. Kan de minister vertellen welke indicatoren hij heeft gebruikt om dat welvaartsniveau te meten? Zijn hierin ook zaken zoals inkomensongelijkheid, vrije tijd, natuur, luchtkwaliteit en sociale cohesie meegewogen? Is de minister net als ik van mening dat het nastreven van economische groei ondergeschikt is aan een eerlijke verdeling van de welvaart die wij nu kennen, en het behoud van deze welvaart voor toekomstige generaties?

Het moge duidelijk zijn hoe GroenLinks hierover denkt. Wij weten al langer dat economische groei geen doel op zichzelf moet zijn. Economische groei heeft geen maatschappelijke waarde als inkomensverschillen toenemen, als mensen worden uitgesloten van de arbeidsmarkt, als kinderen opgroeien in armoede, als de kwaliteit van het onderwijs achteruitgaat of de tolerantie in de samenleving verdwijnt. Economische groei maakt niet gelukkig als deze groei ertoe leidt dat de lucht die je inademt, vervuild is, als er geen natuur overblijft om van te genieten en de culturele sector verdwijnt. Ik roep de minister daarom ertoe op, het bredere welvaartsbegrip te omarmen. Laat ik een concreet voorstel doen waardoor wij in ieder geval het welbevinden in Nederland kunnen vergroten. Het vorige kabinet is als een dolle tekeergegaan in de culturele sector. Verschillende instellingen lopen daardoor het risico per 1 januari 2013 niet meer te bestaan. Voor de verkiezingen noemde de PvdA het een schande dat dit gebeurde en dat niet alle bezuinigingen in het Lenteakkoord werden teruggedraaid. Graag kom ik terug op de belofte van de PvdA, want met een relatief klein bedrag van 25 miljoen euro kunnen de grootste klappen worden opgevangen en kunnen instellingen die wel een positief advies hebben gekregen van het Fonds Podiumkusten maar waar geen budget meer voor was, alsnog blijven voortbestaan. Dan kunnen de grootste gaten in de basisinfrastructuur worden gedicht.

Ik heb vandaag niet zonder reden gesproken over de waarde van een breder welvaartsbegrip. Momenteel wordt druk onderhandeld over een regeerakkoord. Ik wil daarom een oproep doen aan de partijen die betrokken zijn bij deze onderhandelingen: de PvdA, de VVD en aan de informateur, de heer Bos. Ik wil hen ertoe oproepen om bij het ontwerpen van een regeerakkoord uit te gaan van een breder welvaartsbegrip. Misschien kan de heer Bos zijn wijze woorden uit 2008 even uitprinten voor de onderhandelaars en zijn mede-informateur. Dan kan het niet anders dan dat de koers alsnog wordt bijgesteld richting vergroening en modernisering. Mochten de VVD en de PvdA daarvoor nog op zoek zijn naar mooie en realistische ideeën, dan moedig ik hen aan vooral te putten uit het programma van GroenLinks. Zij zullen zien dat zij daarmee een eind zullen komen.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Ik begin met felicitaties voor de maidenspeech van de heer Merkies. Het is glashelder dat hij al veel jaren ervaring heeft achter de schermen. Het is mooi dat hij dit nu ook voor de schermen mag doen. Van harte welkom in ons midden.

Vertrouwen. Dat woord hebben wij tijdens de campagne vele malen gehoord van burgers: "Wij zijn het vertrouwen in de overheid kwijt". Ik denk dat het onze opdracht is om te proberen dat vertrouwen terug te winnen. Ik zie dat als een gezamenlijke opdracht. Eerlijk gezegd was ik dan ook niet zo blij met het debat dat gisteren is gevoerd. Dat heb ik ook duidelijk gezegd. Dit was weer zo'n politiek debat waarin de kampen tegenover elkaar stonden en het compromis en de gezamenlijkheid niet werden gezocht.

Ik complimenteer de Partij van de Arbeid, hier in de persoon van de heer Plasterk, en de VVD, hier in de persoon van de heer Harbers, oprecht met het feit dat zij zo snel hun verantwoordelijkheid hebben genomen. Wij waren destijds blij met "Kunduz", dat partijen hun verantwoordelijkheid namen toen de PVV dat niet meer deed. Nu zijn wij blij dat deze twee partijen niet hebben gewacht. De rest van de Kamer was daar bang voor en vorige week werd een heel ander debat voorbereid. Wij waren in ieder geval blij verrast. Dank daarvoor.

Gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen is nodig om het vertrouwen terug te winnen. Als ik naar de inhoud kijk, ben ik blij dat de forensentaks van "Kunduz" sneuvelt. Die zou geweldige uitslagen hebben voor mensen die hard werken en soms genoodzaakt zijn ver van hun werk te wonen. Voor hen draaide het echt om zwaar geld. Het is dan ook een goede zaak dat dit voorstel wordt teruggedraaid.

Met het voorstel voor de langstudeerdersmaatregel ben ik minder blij. Het verschil is ook dat die maatregel al is ingevoerd. Jojobeleid is een slecht principe in de politiek; de ene keer dit roepen en de andere keer dat. Als je vertrouwen wilt wekken, moet je als politiek niet jojoën, maar dan moet je ervoor staan. Ik mag nog twee vakken college geven. Tegen de heer Klaver zeg ik dat die onder andere betrekking hebben op het brede welvaartsbegrip en milieueconomie. Ik teken hierbij aan dat als je dit begrip hanteert, dit niet per se betekent dat je het GroenLinks-programma gaat uitvoeren; je kunt dan nog heel veel kanten op. Daarover zullen wij nog wel een keer discussiëren.

De slagingspercentages van mijn college zijn sinds de invoering van de langstudeerboete verdubbeld. De boete is zo effectief als maar zijn kan, maar wat zien wij nu: de afschaffing van de langstudeerboete betekent gewoon een langstudeerbonus. Je ziet het nu al aan het gedrag van de studenten. Overigens werd het zojuist al gezegd, zij moeten zich niet rijk rekenen. In de rest van het akkoord voor de jaren na 2013 zal ongetwijfeld iets worden gedaan met het sociale leenstelsel of het collegegeld. De studenten gaan gewoon betalen. Het grote verschil is dat nu iedereen gaat betalen, terwijl een student die goed zijn best deed, dat met de langstudeerboete niet hoefde te doen. Overigens moeten er dan wel goede uitzonderingsregels zijn voor mensen die ziek worden of mensen met een handicap.

Ik ben van mening dat de lasten voor met name kleine bedrijven veel te veel toenemen ten opzichte van hun kansen. Door de crisis nemen de kansen al af. Dit leidt er automatisch toe dat de bedrijvigheid afneemt, terwijl de kosten hand over hand toenemen. Ik noem als voorbeeld de loondoorbetaling bij ziekte en WW. Ik kom heel veel zzp'ers tegen die overwegen te groeien naar een klein bedrijf. Wij weten uit de historie dat dat de kracht is van de Nederlandse economie. Zzp'ers worden een klein bedrijf, het kleine bedrijf wordt een middelgroot bedrijf en enkele worden later een groot bedrijf. Nu willen zij niet meer doorgroeien, want als zij een bv'tje worden en twee of drie mensen in dienst nemen, lopen zij het risico failliet te gaan als een of twee werknemers ziek of werkloos worden. Ik zou de minister daar echt over willen horen. Is er voor kleine ondernemers nog wel een balans tussen kansen en risico's?

In dat kader zou ik de minister ook willen horen over de landbouw en de bouw. Ik heb het nu over de afschaffing van de rode diesel. Helaas moet ik constateren dat wij nu nog de enige partij zijn die deze bezuinigingen van "Kunduz" in haar verkiezingsprogramma terugdraaide. Dat verbaast mij in hoge mate, omdat ondernemers in die sector het al ongelooflijk zwaar hebben en die bezuiniging van dik 200 miljoen gewoon niet kunnen terugverdienen in de prijs. Met het akkoord van VVD en PvdA verdwijnt ook nog de zeer beperkte compensatie die in het Kunduzakkoord zit. Graag een reactie hierop van de minister. Wij zullen in ieder geval bij de behandeling van het Belastingplan met een amendement komen om de afschaffing van de rode diesel ongedaan te maken. Ik reken daarbij natuurlijk op Kamerbrede steun. Je moet immers altijd optimistisch blijven.

Achtereenvolgende kabinetten en linkse partijen hebben, getuige de onverantwoord hoge bezuinigingen op Defensie, blijkbaar een ongebreideld vertrouwen in de intrinsieke vredelievendheid van de mensheid. Wij vinden dat verbijsterend, want dat vertrouwen is op drijfzand gebaseerd. Het wordt niet rustiger en veiliger in de wereld; kijk naar alle analyses. Erkent de minister dat het vet bij Defensie er allang vanaf is? Kan hij ingaan op de kritiek van secretaris-generaal Annink dat Nederland economische schade oploopt als het snoeien op de krijgsmacht doorgaat? Voor onze nationale veiligheid is een goed leger met goed materieel van het grootste belang. Daarom hoop ik op brede steun voor het amendement dat ik in voorbereiding heb, waarmee 40 miljoen extra wordt vrijgemaakt voor Defensie.

Bij veiligheid gaat het niet alleen over Defensie; het gaat dan ook over de politie. Je ziet bij beide hetzelfde probleem: burgers vragen om aanwezigheid, om actie als er een fiets is gestolen, om actie als winkelroof plaatsvindt; ik noem maar een paar voorbeelden. Je moet erop kunnen vertrouwen dat je ook op het platteland agenten hebt die de omgeving goed kennen. De SGP wil daarom extra investeren in agenten en veiligheid. Wij hebben ook daarover een amendement in voorbereiding. Wij willen daarvoor 50 miljoen uittrekken.

Tot slot. De onzekerheid in Nederland is groot. Of de economische storm het komende jaar gaat liggen of nog sterker wordt, wie zal het zeggen; dat is niet te voorspellen. Wat een vertrouwen geeft het dan als je ervan overtuigd mag zijn dat uiteindelijk de Heere God regeert. Als wij daarop kunnen vertrouwen, kunnen wij, wat er ook gebeurt, vol vertrouwen de toekomst in.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Vandaag hebben we het over het huishoudboekje van het volk. De vraag is hoe houdbaar dat huishoudboekje is, en ook of het nog wel van het volk is, nu de meerderheid van de Kamer heeft besloten dat Nederland zich garantstelt voor de voorlopig nog niet gestilde miljardenhonger van het ESM. Ik las zojuist dat de Europese Commissie weer meer geld van de lidstaten wil, naast dat van het ESM-verdrag. Maar dat gaan we natuurlijk niet doen, zo stel ik voor. Kan de minister dat toezeggen?

Natuurlijk gaat een belangrijk deel van dit debat over het deelakkoord dat begin deze week is gesloten. Natuurlijk is mijn fractie blij dat bepaalde zaken worden teruggedraaid. Mijn fractie is blij met het extra geld voor het opleiden van docenten, en met het terugdraaien van de langstudeerboete, de forensentaks, het liggeld in het ziekenhuis en de eigen bijdrage aan de ggz. De Partij voor de Dieren is daar blij mee, net zoals veel mensen in het land. Maar waar de Partij van de Arbeid kennelijk geld mocht uitgeven om de mensen in het land ervan te overtuigen dat Samsoms keuze voor Rutte heus wel goed zal uitpakken, mocht Rutte blijkbaar bepalen waardoor deze uitgaven gedekt zouden worden. Dat komt neer op een ordinaire lastenverzwaring voor de mensen in het land, voor onze natuur en voor onze aarde.

De heer Klaver (GroenLinks):

Mevrouw Ouwehand neemt met GroenLinks altijd graag de duurzaamheidsmaat. Ik begrijp daarom niet zo heel veel van haar enthousiasme over het feit dat de forensenbelasting nu van tafel is. Zij heeft kunnen zien dat dit een heel goede maatregel is die ervoor zorgt dat de files worden teruggedrongen en een zeer positief effect heeft op, bijvoorbeeld, de luchtkwaliteit. Kan zij op deze vraag ingaan?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wij waren niet alleen ontevreden over het schrappen van de vergoeding voor de reiskosten voor de trein, maar ook over het schrappen van de vergoeding van de kosten die mensen voor de auto moeten maken. Wij willen het autogebruik zeker ontmoedigen, maar wij voorzagen grote problemen, omdat mensen in deze tijd niet zomaar kunnen verhuizen en niet zomaar een andere baan kunnen nemen. Wij zijn voor de invoering van een kilometerheffing. De heer Klaver kent de positieve effecten daarvan voor natuur en milieu. Wij zagen dus graag dat in het Herfstakkoord de voorgestelde forensentaks zou worden geschrapt, maar dan moet er wel een kilometerheffing tegenover staan. Wij denken namelijk dat die door mensen flexibeler ingevuld kan worden dan de maatregelen uit het Lenteakkoord.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik had van de Partij voor de Dieren verwacht dat zij net als GroenLinks zou zeggen dat het openbaar vervoer uitgezonderd zou moeten worden. Dat staat in ons verkiezingsprogramma en wij hadden dat punt heel graag na 12 september gerealiseerd. In het verkiezingsprogramma van GroenLinks staat verder nog steeds ook een kilometerheffing en een forensenbelasting. De optelsom van die twee maatregelen zorgt namelijk voor maximale milieuwinst. Ik constateer dat de Partij voor de Dieren daar niet voor gaat en dat is een gemiste kans.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wij hebben inderdaad gezegd dat de mensen die met het openbaar vervoer reizen, vrijgesteld zouden moeten worden. Op dit moment kun je die vergoeding niet schrappen, omdat mensen afhankelijk zijn van hun baan en hun huis. Op termijn zullen wij natuurlijk wel moeten investeren in het openbaar vervoer. Verder zal er een kilometerheffing moeten komen. Ik hoop dan ook dat de nieuwe coalitiepartijen daaraan werken. Ten slotte willen wij het autogebruik dan ook verder terugdringen. Die maatregelen nu invoeren zou te abrupt zijn.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is een wonderlijke redenering, want wanneer is de tijd dan wel rijp voor een forensentaks? Als ik het goed begrijp, zegt de Partij voor de Dieren "niet nu", ook al zit er een positief milieueffect aan. Het moet dus op een ander moment, maar wanneer is het wel het juiste moment om een forensentaks in te voeren? Ik vraag dat, omdat wij er daarmee echt voor zouden zorgen dat het aantal verkeersbewegingen afneemt en dat de kwaliteit van het milieu omhoog gaat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat moment is er wanneer mensen weer in de gelegenheid zijn om ergens anders te gaan wonen. Op dit moment is de woningmarkt daarvoor nog een enorme belemmering. De heer Klaver weet verder natuurlijk ook dat wij vinden dat mensen in vrijheid moeten kiezen voor duurzamer gedrag. Daarom is het in onze ogen veel makkelijker om een vleestaks in te voeren – iets wat GroenLinks in het Lenteakkoord niet heeft gedaan – want daarmee wordt je niet gedwongen om dingen te doen die je je niet kunt veroorloven. Je kunt ervoor kiezen om minder vlees te eten of om tegen hetzelfde bedrag vegetarisch te gaan eten, maar dat is nog iets heel anders dan gedwongen worden om te verhuizen als je je huis niet kwijt kunt en je geen andere baan kunt vinden. Andere manieren om vervuilend gedrag te belasten, bieden dus veel meer mogelijkheden. Wij kiezen in ieder geval voor de effectiefste maatregelen en voor maatregelen die mensen het beste in hun leefsituatie kunnen inpassen.

De heer Plasterk zal niet verrast zijn door mijn kritiek op de keuzes van de PvdA. In plaats van milieuschadelijke subsidies af te schaffen, grondstoffen en vervuiling te belasten en arbeid goedkoper te maken, wordt er bezuinigd op duurzaamheid en wordt werken nog meer belast dan nu al het geval is. Er komt een boete op goed gedrag en de boete op slecht gedrag blijft achterwege. De nog beschikbare enveloppe voor incidentele lasten wordt namelijk ingezet als dekking. Kan de minister mij bevestigen dat dit neerkomt op het duurder maken van arbeid, terwijl was afgesproken dat de arbeidsongeschiktheidspremie verlaagd zou worden? Ik wil hierover graag net als andere woordvoerders duidelijkheid. Wat betekent dit voor de huishoudboekjes van de mensen thuis en voor de werkgelegenheid?

Ik wijs ook op het hapsnapkarakter van het huishoudboekje. Mensen in de zorg zijn terecht blij met het afschaffen van het liggeld en van de eigen bijdrage voor de geestelijke gezondheidszorg, maar deze mensen komen straks van een koude kermis thuis. Zij zullen namelijk merken dat de zorgpremie en de eigen bijdrage alsnog drastisch worden verhoogd. En wat staat de studenten allemaal te wachten? Wat vinden die partijen eigenlijk zelf van het aanzien van de politiek, nu er kennelijk weer met cadeautjes – cadeautjes warmee mensen terecht blij zijn – wordt gestrooid, ook al hangen er zaken boven de markt waar wij niets van mogen weten?

Alsof het een oerkracht betrof, kan er opeens geld uit het duurzaamheidspotje vrijvallen. Wij zijn niet zo verbaasd dat de VVD dat geld wil schrappen, maar dat de PvdA dit kleingeld – want dat is het – voor duurzaamheid zo makkelijk laat vrijvallen, belooft weinig goeds voor de toekomst. Als het oud-milieuactivist Samsom al niet lukt om 155 miljoen te behouden voor de toekomst van de planeet, hoe zal het hem dan straks vergaan in de onderhandelingen over ontwikkelingssamenwerking? Ik houd mijn hart vast.

Ik wil graag weten of de minister duidelijkheid kan geven over de vraag welke maatregelen uit het duurzaamheidspakket worden geschrapt. In een interruptiedebatje met de heer Plasterk heb ik dit ook al gewisseld. Ook de Partij voor de Dieren was kritisch over de effecten van een aantal maatregelen. Je zult toch minstens de enveloppen overeind moeten houden, zeg ik tegen de Partij van de Arbeid, en dan de maatregelen invullen zoals je ze zelf wilt hebben en op de manier waarop je er zelf in gelooft.

"Herfstakkoord" klinkt romantisch en dat is het ook. Romantisch boekhouden regeert. Het is spelen met cijfers over de ruggen van mensen en de leefbaarheid van onze aarde, omdat wij de belangrijkste tekorten buiten de boeken houden. Wisselende coalities in deze Kamer buigen zich met een tunnelvisie op 2013 over de boeken en begrotingsstaten, want wij hebben nu eenmaal een strenge begrotingsdiscipline afgesproken. Niemand lijkt meer vooruit of om zich heen te kijken, terwijl onze generatie staat voor de grote uitdaging om de leefbaarheid van de aarde te waarborgen, en miljarden mensen in absolute armoede leven. Bezuinigen op duurzaamheid is bezuinigen op de allerarmsten van de wereld. Zij worden het eerst en het hardst geraakt door onze roofbouw, onze uitstoot, onze vervuiling en het grillige klimaat dat daarvan het gevolg is. Dat maak je niet goed met alleen ontwikkelingssamenwerking, en dat weet de Partij van de Arbeid heel goed.

Dit jaar verscheen voor het eerst de Macro Economische Verkenning plus en een paar weken later de nieuwe Balans van de Leefomgeving. Beide rapporten tonen de noodzaak aan van een fundamentele verandering van onze economie en onze manier van leven. De Balans van de Leefomgeving waarschuwt: "De uitdaging voor de komende tijd is vooral om het systeem van productie en consumptie zodanig om te vormen dat de kracht van de samenleving en de economie wordt gevonden in een zo efficiënt mogelijke omgang met natuurlijke hulpbronnen en een minimalisering van de schadelijke vormen van uitstoot. Soms kan dit worden bereikt via intensivering van beleid, maar soms is een meer fundamentele verandering noodzakelijk. Dat vraagt dan om systeemveranderingen; institutionele vernieuwingen, die een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving helpen realiseren, zonder de natuurlijke randvoorwaarden daarvoor hier of elders te ondergraven." Ons ecologisch begrotingstekort bedraagt meer dan 30%. Elk jaar gebruiken wij meer natuurlijk kapitaal dan de aarde kan aanvullen. Wij rekenen ons rijk door te blijven doen alsof dit tekort niet bestaat en het buiten de boeken te houden.

Ook de Macro Economische Verkenning plus legt de vinger op de zere plek. Nederland behoort tot de rijkste landen van de wereld, met een hoge kwaliteit van leven. De verantwoordelijkheid voor de negatieve impact van onze levensstijl wordt echter niet genomen. De Nederlandse lucht, het water en de bodem behoren tot de meest vervuilde van Europa, terwijl wij een groot beslag leggen op de mondiale landbouwgrondstoffen, landbouwgronden en grondstoffen. Nog steeds koerst het nationale beleid aan op meer economische groei. Wij leggen als land een onverantwoord groot beslag op de mondiale milieugebruiksruimte. Onze gemiddelde ecologische voetafdruk is ruim drieënhalf keer te groot. Waar miljarden voor het oprapen liggen door vervuiling en verspilling van grondstoffen en energie te belasten, doet het Herfstakkoord hier niets aan.

Ik ga afronden. Regeren is vooruitzien. Begroten is vooruitzien. Als wij wachten met de koerswijziging naar duurzame energie, worden de kosten alleen maar hoger. Ook de VVD weet dat de fossiele brandstoffen op zullen raken. Hetzelfde geldt voor het behoud van onze natuur. De Partij van de Arbeid neemt dankbaar het frame van de Kunduz-partijen over, namelijk dat er wordt geïnvesteerd in natuur, met het Lenteakkoord en nu het Herfstakkoord, maar per saldo is en blijft het een ordinaire bezuiniging op het meest kostbare dat wij hebben en waaraan wij in de oude situatie toch al niet meer uitgaven dan wij in Nederland spenderen aan kauwgom.

De Partij voor de Dieren is niet gerust op de vooruitzichten die het tweede kabinet-Rutte met de nieuwe en kennelijk gretige partner Samsom te bieden heeft. Niet voor mens en milieu, niet voor internationale solidariteit en ook niet voor de begroting op lange termijn. Het lijkt op penny wise, pound foolish.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Klein van de fractie van 50PLUS voor zijn maidenspeech, waarbij hij dus niet mag worden geïnterrumpeerd. Mijnheer Klein, geniet ervan!

De heer Klein (50PLUS):

Voorzitter. Als nieuwe Kamerleden hebben wij een introductiedossier gekregen van de commissie. Over de algemene financiële beschouwingen staat daarin dat wij die houden als debat met de bewindslieden. Dat is natuurlijk het beste uitgangspunt maar tot nu toe heb ik vandaag iets heel anders ervaren, namelijk dat dit een debat is tussen een aantal partijen over een onderdeel van de Miljoenennota. De Miljoenennota zelf is hier op minuscule onderdelen aan de orde gekomen. Met name van de heer Koolmees heb ik op dat punt een aantal behartigenswaardige woorden gehoord.

Dat is ook eigenlijk wel logisch, want in de inleiding van de Miljoenennota staat dat er ook sprake is van een politieke keten van VVD, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks, die in het Lenteakkoord iets hebben gedaan waarop de hele boel gebaseerd is. Vervolgens is daar ook nog de PvdA aan vastgekoppeld en is die keten dus nog langer geworden. Nu blijkt dit dus een serie van politiek geketenden te zijn, waardoor wij in feite te maken hebben met de behandeling van een Miljoenennota die zich beperkt tot een discussie over een heel klein onderdeel, namelijk de 12,4 miljard die in het Lenteakkoord was afgesproken. Daarvan is in feite 8,3 miljard een lastenverzwaring en eigenlijk slechts 4,1 miljard een bezuiniging.

Dat zijn ook voor de fractie van 50PLUS de grootste bezwaren bij de behandeling van deze Miljoenennota en de discussie over het Lenteakkoord, namelijk dat het niet zozeer gaat over bezuinigingen maar veel meer over lastenverzwaringen. Dat zien wij nu terug in de voorstellen in wat nu "het Herfstakkoord" heet, maar wat ik eigenlijk veel zuiverder vind als aangekondigde amendementen van de PvdA en de VVD op de Miljoenennota en in het kader daarvan eigenlijk veel meer op het Belastingplan.

Als ik dit in perspectief zie, zeg ik dat wij nu spreken over een rijksbegroting van 289 miljard aan uitgaven, waarvan wij uiteindelijk in het hele traject van het Lenteakkoord over een effectieve bezuiniging praten van 1,5%. Dat is dus eigenlijk helemaal niets. Vervolgens kiezen wij dan de weg van de minste weerstand, alleen maar om te komen tot 2,7% tekort. Dat lijkt mij een heel slechte zaak. Je zou veel beter harder moeten werken naar een daadwerkelijke bezuiniging op de overheidsuitgaven, waarop de heer Van Vliet ook heeft gewezen.

Wij vonden het onderdeel "verantwoord begroten" heel apart in de stukken van de minister. Ik heb gelezen dat wij nu ineens verantwoord gaan begroten. Dat impliceert dat wij eigenlijk al jaren heel onverantwoord aan het begroten zouden zijn, dan wel dat wij nog niet echt konden verantwoorden wat wij aan het begroten zijn. Beide gevallen maken ons heel nieuwsgierig, want het zou een duidelijker inzicht moeten geven in datgene wat er gaat gebeuren, namelijk enerzijds in apparaatskosten en anderzijds in programmatische kosten. De programmakosten zijn inhoudelijk en het ander is meer snijden in eigen vlees.

Naar een sluitende begroting betekent voor ons ook de vraag hoe wij de departementale uitgaven verder zouden kunnen verminderen, naast het feit dat de departementale taakstelling wat ons betreft dan ook wellicht kan worden verdubbeld door enerzijds een moratorium op externe inhuur en anderzijds door te gaan werken aan een verlaging van het aantal ambtenaren met 6%, te beginnen met het natuurlijk verloop. Daarover zou ik graag meer van de minister willen weten.

Ook is het eigenlijk heel vreemd dat er sprake is van een btw-verhoging, terwijl er tevens een btw-compensatiefonds is voor gemeenten en provincies. Als je de btw gaat verhogen, waarom zou je dan gemeenten en provincies weer moeten compenseren? Dat is eigenlijk heel onlogisch. Zeker de andere semi-overheidsgefinancierde instellingen, zoals het onderwijs, krijgen die btw gewoon voor hun kiezen. Dat kan dus altijd weer ten koste gaan van de middelen in het onderwijs of in de gezondheidszorg. Daar zouden we iets aan willen doen.

Op bladzijde 43 van de Miljoenennota staat iets over de verhoging van de pensioenleeftijd, wat ineens noodzaakt tot allerlei ingrepen. Het is eigenlijk een beetje merkwaardig dat dat nu naar voren komt. Je ziet dat nu aan allerlei maatregelen voor versnelde AOW-korting, en aan allerlei acties op het gebied van de pensioenen. Wij vinden dat een uitermate kortzichtig beleid, dat je tegen zou moeten gaan door niet de ouderen en de 50-plussers te pakken, maar door daadwerkelijk in de overheidsuitgaven zelf te gaan snijden. Met belangstelling zien we dan ook uit naar twee taskforces die in de Miljoenennota worden aangekondigd. In welk tempo gaat dit gebeuren? Ik doel op de taskforce ter beheersing van de zorguitgaven, waarbij we met genoegen zien dat er slimmer moet worden gewerkt, zij het dat dat niet altijd ten koste hoeft te gaan van de vergrijzing, en op de "taskforce verzilveren", die gaat kijken hoe vermogen van ouderen kan worden ingezet voor de zorg. In hoeverre kan de minister al aangeven of er effecten kunnen optreden voor de opbrengsten van de erfbelasting? Die zal immers kleiner worden. Zou het niet handig zijn om dat dan meteen te koppelen aan een vrijstelling van de erfbelasting tot € 250.000 voor de kinderen?

In de Miljoenennota staat verder dat het kabinet de eventuele mogelijkheid bijzonder waardeert om pensioenfondsen gelden te laten inzetten als het gaat om investeringen in het bedrijfsleven. Daarin zouden wij zeer terughoudend willen zijn, gelet op de risico's in dat verband. Wat wij daarentegen wel heel erg positief beoordelen, is het houden van experimenten om pensioenfondsen in het kader van publiekprivate financiering deel te laten nemen in overheidsgefinancierde projecten, zoals in de infrastructuur.

Ik kan er niet omheen om het Herfstakkoord, dus het lijstje waarover iedereen het heeft, aan de orde te stellen. De forensentaks was een uitermate slecht voorstel, met name voor de 50-plussers, omdat zij absoluut niet de mogelijkheid hebben om snel van baan te wisselen, dan wel om te gaan verhuizen en daarmee deze taks te ontlopen. Wij zijn ervoor om te gaan werken aan een systeem van belonen, in plaats van straffen. Daarom is het afschaffen van de langstudeerboete een heel goede aangelegenheid, zij het dat we moeten uitkijken dat we er geen asociaal leenstelsel voor in de plaats krijgen. Asociaal, niet zozeer omdat je studenten eventueel opzadelt met een schuld, maar veel meer omdat wij vinden dat de samenleving jonge mensen moet kunnen opleiden om er daarmee voor te zorgen dat de samenleving in alle generaties door kan gaan.

In de Miljoenennota wordt heel uitdrukkelijk ingegaan op economische groei en een sterke economie. Dat betekent met name dat je moet verdienen, wat je vooral doet doordat consumenten geld uitgeven, doordat de woningmarkt beter functioneert en doordat het bedrijfsleven ook beter kan exporteren. Helaas zie je het tegenovergestelde gebeuren: een btw-verhoging en een extra belastingverzwaring voor het bedrijfsleven. Met name het laatste zien wij toch als uitermate merkwaardig, zeker als het uit de koker van de VVD komt, die nota bene toch voor het bedrijfsleven zou zijn. Nog vreemder waren de woorden van gisteren van de heer Rutte, toen hij zei dat de lastenverzwaring eenmalig zou zijn. Maar het is ter compensatie van wat is geschrapt in het kader van de forensentaks, wat wel een structurele maatregel was. Die eenmalige extra belastingverzwaring voor het bedrijfsleven zal dus op termijn vervangen moeten worden door iets anders. Onze ervaring is – natuurlijk vanaf de zijkant – dat eerder genomen maatregelen een eigen leven gaan leiden en dat je daar van zijn levensdagen niet meer vanaf komt. Kijk maar naar allerlei kwartjes en dergelijke.

Er zijn twee maatregelen die wij uitermate treurig vinden. De eerste is een schadegevalletje waar je je niet tegen kunt verzekeren, namelijk de verhoging van de assurantiebelasting, met name voor de mensen die zich graag willen verzekeren en die boven de 50 zijn en verzekerd willen zijn van alle zaken waarvoor je je kunt verzekeren. Of men oververzekerd is of niet, is niet zozeer een zaak die wij aan de orde moeten stellen. Het gaat erom dat de mensen weer gepakt worden door een extra verhoging van de assurantiebelasting. Dan gaan ze zaken niet verzekeren, en dan is Leiden in last, of dan daalt hun consumptief inkomen. Verder vinden wij het uiteraard zeer nadelig dat de AOW-leeftijd versneld wordt verhoogd. Wij waren al van mening dat je dat niet zou moeten doen, omdat het nadelig is voor de jongeren, aangezien zij nu te weinig werkgelegenheidsperspectief hebben. Waarom zou je die leeftijd dan versneld willen verhogen en daarmee de werkgelegenheid voor die mensen benadelen?

Wij zijn benieuwd wat de minister vindt van de opmerkingen die zijn gemaakt door de collega's over de overbruggingsregeling. Is die werkelijk een zoethoudertje? Is die alleen voor de mooie sier? Er is namelijk een kleine voorwaarde als het gaat om de partner- en vermogenscorrectie, die op een gegeven ogenblik het nadelig kan maken voor de betrokkenen.

Hiermee heb ik namens de fractie van 50PLUS een voorzet gegeven voor de begroting voor 2013. Ik wacht met belangstelling de antwoorden van de minister af.

(applaus)

De voorzitter:

Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw maidenspeech.

De (algemene) beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Het debat wordt morgenmiddag hervat.

De vergadering wordt van 16.38 uur tot 19.00 uur geschorst.

Naar boven