Aan de orde is de stemming over de bij het debat ingediende motie,
te weten:
De
voorzitter:
Ik verzoek de leden hun plaatsen in te nemen. Ik verzoek de leden die dat nog niet
hebben gedaan, de presentielijst alsnog te tekenen. Ik vraag de griffier de namen
op te noemen. Maar eerst wil de heer Verheijen nog iets zeggen. Een punt van orde
neem ik aan?
De heer
Verheijen (VVD):
Ik wil graag een korte stemverklaring afleggen.
De heer
Verheijen (VVD):
Voorzitter. Ik heb zojuist al mijn verbazing en afkeuring uitgesproken over deze motie,
de gang van zaken, de strekking van de motie en de onwil van de PVV om haar te duiden.
Ik wil ook mijn grote teleurstelling uitspreken over het feit dat een van de ondertekenaars
van de motie, de heer Wilders, zelf niet eens aanwezig is wanneer hij een motie van
wantrouwen indient. Dat stemt ons zeer tot onvrede. Ik vind het echt niet kunnen.
Dit maakt de Tweede Kamer bijna tot een theater. Ik zal in ieder geval tegenstemmen.
De
voorzitter:
We beginnen bij nummer 68. Ik geef het woord aan de griffier.
In stemming komt de motie-Madlener/Wilders (21501-20, nr. 760).
Vóór stemt het lid: Madlener.
Tegen stemmen de leden: Koolmees, Van Miltenburg, Omtzigt, Oskam, Pechtold, Roemer,
Segers, Servaes, Van Veldhoven, Verheijen, Verhoeven, De Wit, Berndsen-Jansen, Van
Bommel, Van Dekken, Van Gerven en Klaver.
De
voorzitter:
Er zijn achttien stemmen uitgebracht. Ik constateer dat er geen quorum is. Mensen
die wel in de zaal zijn, maar van wie de naam niet is genoemd, zijn afgemeld door
hun fractie. Ik constateer dus dat er geen quorum meer is. Ik sluit daarom de vergadering
en deel de leden mee dat de stemming over deze motie morgen om 10.15 uur direct bij
aanvang van de vergadering plaats zal hebben.
Sluiting 00.05 uur.