Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 105, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 105, item 4 |
Vragen van het lid Van Meenen aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat er een onderwijsakkoord zou zijn.
De heer Van Meenen (D66):
Voorzitter. Goed dat er een onderwijsakkoord is, maar is het ook een goed akkoord? Heel eerlijk gezegd: dat kan ik nog niet beoordelen, want ik ken het nog niet. De minister is zo trots dat ze het nog geheim houdt. Of toch niet? Op Twitter zag ik gisteren dat een Kamerlid van de coalitie mogelijk het akkoord al wel gezien heeft. Kan de minister uitsluiten dat Kamerleden van de coalitie het akkoord al kennen?
Vooralsnog is dit een somber jaar voor het onderwijs. Per saldo nul investeringen in het onderwijs vanuit het regeerakkoord. In het voorjaarspakket van de minister van Financiën is sprake van een korting van maar liefst 600 miljoen euro op onderwijs. Wat brengt nu dit onderwijsakkoord? Blijft er onderaan de streep een dikke min?
Ik hoop dat dit akkoord meer brengt. Investeren in onderwijs is hoognodig. Zie ook het rapport van de Rekenkamer over de dramatische situatie in het basisonderwijs. We moeten investeren in de ruimte voor leraren en we moeten denken in kwaliteit. En weg met de urennormen. Leraren verdienen moderne arbeidsvoorwaarden, dus een oplossing voor de niet houdbare BAPO. Maar wat weten we tot nu toe? Er gebeurt iets met ruimte voor primaire arbeidsvoorwaarden. Maar nu concreet: betekent dit dat de nullijn van tafel is? Er gebeurt iets met invulling en flexibilisering van de onderwijstijd. Maar nu concreet: gaat die norm van tafel? Er komt een of ander professioneel statuut. Maar nu concreet: wat staat er in en hoe gaat dat het onderwijs beter maken? Er komt een onderzoek naar de administratieve rompslomp. Gaan we daar dan ook echt wat aan doen? Want dit is het zoveelste onderzoek. En tenslotte: gaat de BAPO van tafel?
Minister Bussemaker:
Voorzitter. Ik ben blij dat de heer Van Meenen net als ik blij is dat er een principeonderwijsakkoord is. Zijn vraag is of het een goed akkoord is. Ik ben heel blij dat we een akkoord hebben en hij noemt ook een aantal punten waarover wij de Kamer bij brief gisteren hebben geïnformeerd, in de zin dat die ook een plek hebben in dat nationaal onderwijsakkoord. Dat betreft onder andere werkgelegenheid. Er komen 3.000 banen voor jonge leraren. De werkdruk gaat omlaag. En wat betreft de administratieve lasten: daar gaan we dus ook werk van maken, want anders sluit je geen akkoord. Er komt ruimte voor de versterking van de positie van leraren. Er komen moderne arbeidsvoorwaarden en we gaan iets doen met flexibiliteit. Dat was ook nodig, want de problemen waren groot. Ik zeg er ook bij dat het een lang en lastig proces is geweest en dat er onderdelen van het akkoord zijn die verband houden met de begroting van OCW voor 2014. Uiteindelijk hebben we met de partijen die met ons het nationaal onderwijsakkoord hebben gesloten, besloten dat we wel iets bekendmaken in een persbericht — daar bent u als Kamer over geïnformeerd — dat er een aantal voorwaardelijkheden in zitten en dat we het akkoord pas na Prinsjesdag publiek zullen maken en dan ook pas echt zullen ondertekenen. Dat betekent dat uw Kamer het dan direct krijgt. Dat geldt voor alle Kamerleden. Er is niemand in deze Kamer die nu een exemplaar van het nationaal onderwijsakkoord heeft, behalve ik. Mijn exemplaar zit in een kluis. U krijgt dat dus na Prinsjesdag. Dat betekent dat de partijen die hebben ondertekend ook pas na Prinsjesdag met ons definitief zullen gaan tekenen als wij aan hun voorwaardelijkheden hebben voldaan en dat zij ook pas dan zullen beginnen met het raadplegen van hun achterban. Voorzitter, u zult begrijpen dat ik dan ook niet kan wachten om uitgebreider over de details van dit nationaal onderwijsakkoord met uw Kamer van gedachten te wisselen.
De heer Van Meenen (D66):
Het is teleurstellend dat de minister dit stuk op dit moment niet wil delen met de Kamer. Ik denk dat de argumentatie daarvoor niet sterk is en dat het onderwijs dringend behoefte heeft aan kennis over dit akkoord. Er wordt gesproken over een investering nu van 689 miljoen in het onderwijs. Dat maakt de minister al wel overal duidelijk. Daarbij wordt de indruk gewekt alsof dat extra geld is. Maar is de minister het met mij eens dat dit al in het regeerakkoord stond? Dus wat is er nu concreet extra bijgekomen aan geld? Is dit niet gewoon geld dat heen en weer wordt geschoven binnen de onderwijsbegroting? Dus hoeveel krijgt het onderwijs er nu bij?
Over de details van het akkoord komen wij uiteraard nog verder te spreken. Voor nu wil ik de minister graag een kans geven om één harde toezegging te doen, zodat het onderwijs bij de start van het schooljaar een steuntje in de rug krijgt. Kan zij garanderen dat er op Prinsjesdag geen verdere bezuinigingen op het onderwijs komen?
Minister Bussemaker:
Ik heb net een aantal punten genoemd waarover in het nationaal onderwijsakkoord afspraken zijn gemaakt. Die zijn door vele partijen ondertekend. Ik denk dat u ervan mag uitgaan dat deze partijen niet zomaar hebben getekend en dat zij dus ook echt allemaal van oordeel zijn dat dit akkoord verbeteringen voor het onderwijs, van primair onderwijs tot universiteit, in Nederland betekenen. U moet toch nog even wachten tot Prinsjesdag. Dat wij nu een deel bekend hebben gemaakt is echt omdat dat ook een dringende behoefte was van de partijen die hebben meegedaan, want als je uiteindelijk na maanden praten en onderhandelen tot een akkoord bent gekomen is er ook behoefte om daarover iets aan de achterban te laten weten.
De 689 miljoen komt inderdaad uit het regeerakkoord. Daaraan was als voorwaarde verbonden dat er een nationaal onderwijsakkoord met de werkgevers en de vakbonden zou worden gesloten. Dat hebben wij nu, dus nu kunnen wij die bijna 700 miljoen ook gebruiken. Dat was dringend noodzakelijk, want ik moet constateren dat ook de afgelopen jaren het onderwijs er niet goed vanaf is gekomen.
De heer Van Meenen (D66):
Ik kan slechts constateren dat de minister niet wil toezeggen dat het onderwijs zal worden gespaard voor verdere bezuinigingen. Verder is zij wel zo eerlijk om aan te geven dat het geld dat nu als een soort nieuw cadeau aan het onderwijs wordt gegeven feitelijk het resultaat is dat al in het regeerakkoord stond en dat onder druk kwam te staan door de bezuinigingen uit het voorjaar. Dus vooralsnog constateer ik dat hier in mijn ogen — en die van velen in het onderwijs zelf, dus niet zozeer de bestuurders die bij het akkoord aan tafel zaten — een feestje wordt gevierd dat nog lang niet begonnen is.
Minister Bussemaker:
Het spijt mij echt oprecht te horen dat de heer Van Meenen zo cynisch is. Ik ken hem als een zeer betrokken persoon die verbetering wil in het onderwijs en hecht aan de kwaliteit van onderwijs. Ik denk dat ook de partijen niets waard zouden zijn geweest als zij hadden getekend voor een akkoord waarvan zij zeggen dat het niets voorstelt. Dus ik heb vertrouwen in de partijen die met ons de principes hebben getekend van dit akkoord op het terrein van onderwijs. Ik heb niet gezegd dat het onderwijs wordt gespaard. Ik heb ook niet gezegd dat het onderwijs niet wordt gespaard. Ik heb alleen gezegd dat ik over de begroting — dat zult u denk ik begrijpen — vóór Prinsjesdag geen mededelingen kan doen. Dat is nog twee weken. U zult daar toch nog even op moeten wachten.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Allereerst is er onduidelijkheid of dat akkoord inderdaad is gesloten. Ik begrijp dat de grootste onderwijsbond dat akkoord nog steeds niet heeft getekend, dus wat is dat akkoord dan voorlopig waard? Bij de 3000 extra banen voor jonge leraren is het de vraag of het nu gaat om behoud van die banen of dat dit nu extra banen zijn. Dat is overeenkomstig de motie die hier eerder op initiatief van de ChristenUnie is aangenomen. Ik wil dus echt weten of dat geld inderdaad beschikbaar komt voor extra banen voor jonge leraren.
Minister Bussemaker:
We hebben een akkoord waarbij twee vakbewegingen wel hebben meegedaan, de AOb nog niet, maar wij zijn ook met de AOb nog niet uitgesproken. We hebben gisteren geconstateerd dat zij het nog geen tijd vonden om te tekenen. Ik hoop dat we de komende tijd, ook in de tijd tot Prinsjesdag, afspraken met hen kunnen maken. Wat de 3.000 banen betreft: er staat in het persbericht dat gisteren is verschenen dat zij extra banen kunnen krijgen of behouden, want zoals bekend zijn er heel veel jonge docenten met flexbanen. Ook daarvoor geldt dat de details met Prinsjesdag worden bekendgemaakt. Als ik er nu een ding uitlicht, zou de terechte vraag zijn waarom ik alle andere onderdelen er niet ook uitlicht.
De heer Rog (CDA):
Het CDA pleitte al in zijn verkiezingsprogramma voor een nationaal onderwijsakkoord. Wat dat betreft feliciteer ik de minister dat zij daarin is geslaagd. Mijn vraag richt zich op het brede draagvlak. Ik begrijp dat de AOb inmiddels wordt uitgenodigd om daar ook nog over te spreken. Ik vind dat goed nieuws. Voor het vertrouwen is het belangrijk dat er een zo breed mogelijk draagvlak is. Is de minister in het kader van de kwaliteit van het onderwijs bereid om ook ouders, studenten en scholieren te betrekken bij dit akkoord, om die kwaliteit een dienst te bewijzen?
Minister Bussemaker:
Dank voor de felicitaties. Ik kan de heer Rog dan eveneens feliciteren, omdat een nationaal onderwijsakkoord ook in het verkiezingsprogramma van het CDA stond. Ik ben blij om te horen dat hij tevreden is dat we nog met de AOb in gesprek zijn. Vanzelfsprekend zijn ouders, leerlingen en studenten ook betrokkenen als het gaat om de kwaliteit van onderwijs. Wij praten veelvuldig met ze. Afhankelijk van de thematiek gebeurt dat meer of minder met werkgevers, met vakbonden en met studenten. Bij het leenstelsel bijvoorbeeld zijn studenten de eersten die aan tafel zitten. Dit akkoord is niet met studenten, leerlingen of ouders gesloten, maar dat neemt niet weg dat we altijd met hen in gesprek zijn en blijven over de kwaliteit van onderwijs. Zij zijn namelijk belangrijke partners daarin.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Er schijnt gisteren iets gemaakt te zijn. Wat het precies is, mogen we echter nog niet weten; dat horen we pas op Prinsjesdag. We hebben wel een paar kruimels gekregen die we kunnen bezien. Is dat niet een beetje flauw? Kan de minister het nu niet gewoon naar de Kamer sturen? Ik zou zeggen dat dit geldt voor alle Prinsjesdagstukken waaruit naar hartenlust wordt gelekt. Dan over de kruimels die we wel hebben gezien. Er staat bijvoorbeeld dat er iets zal worden gedaan aan de werkdruk. Dat is heel terecht, want er zijn grote klassen en vele lesuren. Het blijkt dat er een onderzoek wordt gedaan naar de administratieve rompslomp. Hoe gaat de minister met een onderzoek de werkdruk verlagen?
Minister Bussemaker:
Ook in dit geval zou ik zeggen: wacht nog even op het definitieve akkoord. De heer Van Dijk weet als geen ander waarom dat nu niet naar de Kamer kan worden gestuurd: vanwege de voorwaardelijkheden en de relatie met de begroting. Nogmaals, we hebben dit ook zo gedaan omdat we niet alleen als kabinet, maar ook met maatschappelijke partners iets tekenen. Die willen laten zien dat dit akkoord echt een kwaliteitsimpuls voor het onderwijs is, ook voor hun achterbannen. Dat betekent dat de Kamer echt nog even twee weken geduld moet hebben. Dan kan zij zien hoe wij daadwerkelijk de werkdruk gaan verlagen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik begrijp heel goed hoe het werkt, ook in samenhang met de begroting. Des te kwalijker vind ik het dat de minister toch een aantal zaken uit het onderwijsakkoord heeft bekendgemaakt en dat eromheen heel veel is gelekt. Ik snap dat de minister de Kamer misschien niet wil informeren. De docenten die ik de afgelopen dagen heb gesproken, zijn echter ontzettend benieuwd wat er gaat gebeuren met de nullijn. Zal die voor hen gaan gelden, zal die voor iedereen gaan gelden of voor bepaalde groepen? Ik heb één concrete vraag aan de minister. Is zij bereid om nog voor Prinsjesdag duidelijkheid te verschaffen over de nullijn, is het niet voor de Kamer dan wel voor alle docenten?
Minister Bussemaker:
Nee, daartoe ben ik niet bereid. Ik heb net gezegd dat ik er niet één onderwerp ga uitlichten, omdat ik dan alle onderwerpen moet bespreken. Dat kunnen we beter in een keer doen. We hebben gezamenlijk, dus alle partijen die het principeakkoord hebben ondertekend, besloten wat wenselijk is om nu al naar buiten te brengen. Dat hebben we verwoord in een persbericht. De Kamer heeft daarover een brief gekregen, waarin een aantal belangrijke afspraken staan die worden gedeeld door alle partijen. De heer Klaver mag er dan van uitgaan dat alle partijen die het principeakkoord hebben getekend, tevreden zijn en dat er dus ook voor hen allemaal iets in zit. Er is ook nog gevraagd hoe dat precies vorm krijgt. Ik verval in herhaling, maar nog twee weken en dan is het zo ver. Dan kan de Kamer de details bekijken.
De voorzitter:
We wachten gespannen af.
Ik dank de minister voor haar komst naar de Kamer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-105-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.