Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 105, item 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 105, item 10 |
De voorzitter:
Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven het lid Vermeij tot lid in de bestaande vacature.
Op verzoek van het lid Kooiman stel ik voor, de motie op stuk 29270, nr. 77 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen. Tevens stel ik voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 27625-290, 27625-285, 27625-292, 28966-25, 27625-288, 27625-289, 27625-305, 27625-291, 29383-210, 33424-7, 33650-1, 32827-47, 31293-167, 31293-159, 30079-36, 31293-151, 32827-49, 31289-154, 31289-152, 33400-VIII-151, 33400-VIII-153, 33519-51, 2013Z11015, 2013Z10912, 32820-76, 33532-24, 31482-87, 32820-71, 32820-77, 32820-74, 31289-148, 31289-128, 31289-150, 31289-146, 31289-147, 2012Z21190, 33267-2, 31289-151, 33421-2, 27017-96, 30420-177, 30420-179, 33483-6, 30420-180, 27428-239, 33400-V-142, 33523-9, 33605-1, 33523-10, 33605-16, 33523-6, 25074-184, 33625-6, 31271-10, 33625-31, 33625-7, 2013Z11057, 2013Z11026, 22112-1619, 21501-02-1250, 21501-02-1262, 33605-13, 25087-52, 26150-130, 33625-1, 32605-115, 29237-145, 33625-2, 32605-114, 33625-5, 33400-V-7, 33400-V-125, 32605-120, 31271-11, 22831-85, 33523-4, 32605-124, 22112-1598, 22112-1605, 21501-04-152, 21501-04-153, 31490-112, 2013Z07458, 2013Z02792, 31865-47, 33269-2, 31865-36, 31865-39, 28286-627, 29664-109, 26407-83, 31839-293, 33605-F-2, 31490-104, 33605-VI-2, 33605-VI-8, 33523-7, 33605-X-8, 33605-X-2, 33605-V-2, 33605-XIII-2, 33605-XIII-11, 33605-VIII-10, 21501-07-1066, 31288-302, 33523-5, 33523, 21501-07-1054, 33595-1, 2013Z06274, 2012Z21743, 2013Z07777, 33258-11, 33643-1, 2013Z11980, 33644-1, 2013Z10830, 2013Z10779, 2013Z09558, 32476-4, 2013Z12650, 2013Z12917, 2013Z11348, 2013Z12023, 2013Z11711, 2013Z11797, 2013Z06038, 2013Z11874, 2013Z11541, 2013Z11022, 2013Z10309, 2013Z10774, 2013Z10795, 2013Z10885, 2013Z09718, 2013Z09630, 2013Z10588, 2013Z05506, 2013Z00210, 2013Z10007, 2013Z11356, 2013Z09044, 2013Z09940, 2013Z07688, 2013Z06943, 2013Z05503, 2013Z05505, 2013Z05187, 2013Z11965, 2013Z11199, 2013Z09421, 33594-1, 2013Z06119, 28625-158, 28753-28, 28753-29, 28753-26, 21501-20-705, 33410-27, 33410-26, 28828-30, 29689-441, 28828-31, 28828-47, 28828-42, 29689-446, 21501-02-1263, 24587-509, 24587-510, 24587-511, 24587-534, 32635-6, 32623-98, 33480-XIII-3, 32645-43, 29659-97, 32372-97, 31581-20, 28286-608, 31574-34, 27858-159, 31239-166, 24587-506, 19637-1669, 19637-1670, 19637-1671, 19637-1660, 24587-507, 24587-508, 32641-16, 2013Z01352, 33127-62, 33566-28, 33204-21, 33566-37, 33566-29, 33253-42, 33127-61, 33127-60, 33127-26, 33127-59, 2013Z07333, 2012Z20759, 2013Z05976, 2013Z09538, 2013Z06522, 2012Z16048, 2010Z18388, 2012Z22263, 2012Z20858, 31568-121, 2012Z22517, 33400-VII-11, 33400-VII-12, 33480-XVI-3, 33633-1, 29684-104, 28684-364, 29502-109, 29502-110, 27428-245, 29502-111, 31293-158, 31293-163, 33605-XVI-6, 29521-209, 32605-122, 21501-07-1072, 22112-1657, 31066-173, 22831-88, 33000-XII-133, 24077-310, 24077-309, 20487-41, 33400-XIII-138, 29385—75, 22112-1642, 21501-07-1070, 21501-07-1065, 21501-07-1068, 21501-07-1071, 31428-6, 2010Z02615, 2010Z04594, 2010Z01882, 31845, 32745-21, 31475-13, 2009Z06292, 31805-9, 31279-6, 22112-1552, 33264-1, 33264-2, 33400-XII-72, 31839-294, 33400-V-152, 22054-219, 22054-214, 22054-218, 22054-220, 22054-224, 22054-223, 22054-221, 22054-217, 30573-118, 21501-07-1069, 30977-58, 29924-98, 29924-96, 29924-95.
Aangezien voor de volgende stukken de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd: 24493-R1557-53, 33648-1, 33647-1, 33627-1, 33620-1, 33621-1, 33629-(R2005)-1, 33631-(R2006)-1, 33607-1, 33624-(R2004)-1, 33445-(R1991)-2, 33600-(R2002)-1, 33560-(R2001)-1, 33559-(R2000)-1, 33535-1, 33534-1, 33521, 33339, 33518-1, 33517-1, 33361-2, 33492-(R1997), 33491-(R1996), 33487-(R1995), 32879-(R1960)-2.
Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer De Graaf van de PVV.
De heer De Graaf (PVV):
Voorzitter. Op 17 augustus jongstleden, een paar weken terug in het zomerreces, omarmde minister Asscher een PVV-punt door te stellen dat Nederland wordt overspoeld door werknemers, helemaal vanaf 1 januari aanstaande, uit Bulgarije en Roemenië. Hij zei ook dat hij de werknemers in Nederland wil beschermen tegen deze invasie. Daarom willen wij graag een debat aanvragen. Het gelijk van de minister, maar nog veel meer van de Partij voor de Vrijheid, werd meteen getoond door een bericht in De Telegraaf dat Roemenië zelfs zijn zakkenrollers en dergelijke naar rijkere landen, lees onder andere Nederland, stuurt en door een onderzoek waaruit blijkt dat heel Nederland vindt dat de grenzen dicht moeten blijven op 1 januari 2014. Daarom graag een debat hierover. Ik ben benieuwd hoeveel steun mijn verzoek oplevert. Ik denk veel.
De voorzitter:
Het verzoek is steun voor het houden van een debat.
De heer Heerma (CDA):
Steun voor dit verzoek.
De heer Ulenbelt (SP):
Van de SP ook steun.
De heer Krol (50PLUS):
Van 50PLUS ook steun.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Dat waren inderdaad opmerkelijke woorden van de minister. Dus wij steunen het verzoek ook.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Steun.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Wij steunen het ook, maar om andere overwegingen. Dat zal in het debat wel aan de orde komen.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Steun.
De heer Van Weyenberg (D66):
Steun voor dit verzoek. Niet omdat ik het met de heer De Graaf eens ben, maar omdat ik ook graag van de minister wil horen hoe hij nu echt tegen het vrije verkeer aankijkt.
De heer Azmani (VVD):
Volgens mij hebben wij vlak voor het zomerreces plenair nog een debat gevoerd over Roemenen en Bulgaren die naar dit land zouden komen. Dat gebeurde ook op initiatief van de PVV. Ik zie geen aanleiding om op dit moment een debat te voeren. Volgens mij heeft de heer Asscher, de verantwoordelijke minister, aangegeven dat hij nog met een pakket aan maatregelen komt om de arbeidsmigratie te laten reguleren. Het lijkt mij verstandig om dat af te wachten en dan het debat met elkaar te voeren.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Ik sluit mij daarbij aan. In het debat vlak voor het zomerreces is precies gewisseld wat ook in het nieuws is gekomen.
De voorzitter:
Mijnheer De Graaf, u hebt behoorlijk wat steun, maar niet van de meerderheid van de Kamer.
De heer De Graaf (PVV):
Nee, wel van de meerderheid van de partijen. Maar zo werkt het natuurlijk niet, het gaat om de meerderheid van de leden. Ik ruik, zie en hoor dat er genoeg ruimte is voor een dertigledendebat. Ik zou dat graag op de lijst willen hebben.
De voorzitter:
Ik zal een debat over het ingezonden stuk van de minister van Sociale Zaken over de komst van mensen uit Midden- en Oost-Europa toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten. De spreektijd is drie minuten per fractie.
Het woord is aan mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Wij moesten in het voorjaar ontzettend blij zijn, zo zeiden de minister en verschillende partijen in de Kamer. De zorgverzekeraars hadden immers weer winst gemaakt op de zorgverzekeringspremie en nu zou er een lagere zorgpremie komen. Het werd ons bijna beloofd. Nu hebben de heer Van Boxtel, voorzitter van Menzis, en ook andere zorgverzekeraars via Het Financieele Dagblad laten weten dat de politiek hiernaar kan fluiten. Ik wil hierover graag een debat met de minister. Als zij zegt dat de premies omlaag gaan — immers, er zijn winsten, hoera! — maar de zorgverzekeraars zeggen dat ze niet omlaag gaan, dan is er toch iets mis in dit land.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Volgens mij zei de minister het nog iets duidelijker, namelijk dat de premies absoluut omlaag zouden gaan. Steun dus van GroenLinks voor dit verzoek.
Mevrouw Klever (PVV):
Steun voor een debat.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Belofte maakt schuld. Dat geldt ook voor deze minister, dus steun voor het debat.
Mevrouw Pia Dijkstra (D66):
Steun voor het debat.
De heer Krol (50PLUS):
Steun voor het debat.
De heer Anne Mulder (VVD):
Voor mevrouw Leijten was de aanleiding een citaat van de heer Van Boxtel. Hij zei echter: de ruimte om premie te verlagen wordt groter als het parlement niet al te veel tornt aan het zorgakkoord. Rara, welke partij is het meest kritisch op dit akkoord? De SP. De SP is weer tegen. Zij is nog altijd tekstvast, ook na het zomerreces.
De voorzitter:
Gaat u het verzoek steunen of niet?
De heer Anne Mulder (VVD):
Nee, wij wachten af wat de premies uiteindelijk zullen zijn in november. Er is al vaker gebleken dat wat de zorgverzekeraar in de zomer zegt, in het najaar weer iets anders kan zijn. Geen steun dus. Ik ben blij dat het altijd weer "nee" is bij de SP. Anders zou je nog denken dat er deze zomer iets is gebeurd.
De voorzitter:
In dit geval heb ik toch een "nee" van de VVD gehoord.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Leuk geprobeerd van de VVD: niet willen praten in een debat en dan wel minutenlang bij de interruptiemicrofoon staan zeuren. Wij steunen het verzoek om een debat van harte.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik zie dat er op dit moment geen steun is van een meerderheid. Dan moet ik mijn verzoek wijzigen in een verzoek om een dertigledendebat, iets wat ik overigens wel jammer vind. De controlefunctie van de Kamer betreft immers ook uitspraken van de minister gedaan in debatten. De minister heeft gewoon gezegd: de premie zal naar beneden gaan. Meerdere fracties, een meerderheid in de Kamer, hebben hierom gevraagd. Als het niet zo blijkt te zijn, horen wij te bijten.
De voorzitter:
Ik zal het dertigledendebat toevoegen aan de lijst. De spreektijd is drie minuten per fractie.
Het woord is aan mevrouw Agema.
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Voor het zomerreces, om precies te zijn op 10 juni, gaf de staatssecretaris aan dat de pgb-tarieven voor mensen met een intramurale indicatie, mensen dus die zonder een pgb in een instelling zouden wonen, niet gekort zouden worden. Nog geen maand later bleek van deze toezegging niets over te blijven. Ik wil hierover graag een debat voeren. In 2013 gaat het om 5% korting, in 2014 om 10% en in 2015 ook om 10%. Deze mensen, die zonder pgb in een instelling zouden wonen, gaan er dus 25% op achteruit. Ik vind dat echt heel veel.
De heer Krol (50PLUS):
Steun voor het debat.
Mevrouw Leijten (SP):
Er zijn veel belangrijke debatten door mevrouw Agema aangevraagd, over onderwerpen waarover wij ook Kamervragen hebben gesteld tijdens de zomer. We delen de zorgen over deze onderwerpen. Ik doe een voorstel aan mevrouw Agema. Zouden wij niet eens met het kabinet moeten praten over de visie op de gezondheidszorg en op de toekomst van de gezondheidszorg? Eigenlijk zijn al die debatten onder die noemer te voegen.
Mevrouw Agema (PVV):
Nee hoor.
De voorzitter:
Mevrouw Leijten …
Mevrouw Leijten (SP):
Als ik het mag afmaken, voorzitter …
De voorzitter:
Nee, dat mag u niet, want u gaat nu een heel nieuw voorstel doen. Het gebruik is dat voorstellen worden gedaan, zoals mevrouw Agema en u net zelf hebben gedaan. Mijn vraag aan u is of u al dan niet steun verleent aan het verzoek van mevrouw Agema.
Mevrouw Agema (PVV):
Dít verzoek dus.
De voorzitter:
Aan dit verzoek inderdaad.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik wil toch mijn toelichting afmaken waarom ik dit voorstel doe. Het zijn namelijk zeven belangrijke onderwerpen. We hebben deze week nog twee belangrijke zorgdebatten die bijna een halfjaar geleden aangevraagd zijn. Om het risico te vermijden dat het zo lang duurt, stel ik voor dat we er een groter debat van maken. Anders krijgen we een heel lange lijst. In de procedurevergadering kunnen we het wellicht op een kortere termijn regelen. Er is al een verzoek op een andere manier geregeld. Dat voorstel doe ik graag aan mevrouw Agema.
De voorzitter:
Ik stel vast dat u aan dit verzoek geen steun verleent en …
Mevrouw Agema (PVV):
Wat is dit voor …
De voorzitter:
… dat u verlangt dat er een ander verzoek komt.
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter …
De voorzitter:
Nee, mevrouw Agema, ik ga nu even …
Mevrouw Agema (PVV):
Mevrouw Leijten verandert mijn verzoek!
Mevrouw Leijten (SP):
Nee, dat doe ik helemaal niet!
De voorzitter:
Dat doet mevrouw Leijten niet. Ik heb juist gezegd dat ik concludeer dat zij aan dit verzoek geen steun verleent.
Mevrouw Leijten (SP):
Maar dat is dan een verkeerde conclusie, voorzitter. Ik begon met te zeggen dat ik het belangrijke onderwerpen vind …
De voorzitter:
Mevrouw Leijten …
Mevrouw Leijten (SP):
… waar ik graag over wil spreken.
De voorzitter:
U gaat het herhalen, maar dat sta ik niet toe. Er worden vandaag zestien debatten aangevraagd.
Mevrouw Agema (PVV):
Mevrouw Leijten gaf steun.
De voorzitter:
U weet allemaal welke debatten worden aangevraagd. Het is dus handig dat u de onderhandelingen over de vraag hoe dat verzoek gedaan wordt en onder welke voorwaarden u daar steun aan verleent, op een ander moment voert. Als u een ander verzoek wilt doen …
Mevrouw Agema (PVV):
Mevrouw Leijten steunde …
De voorzitter:
Mevrouw Agema! Als u een ander verzoek wilt doen, dan kunt u morgen bij de regeling van werkzaamheden met een nieuw verzoek terugkomen. Ik kan alleen maar concluderen dat mevrouw Leijten dit verzoek op dit moment niet steunt …
Mevrouw Agema (PVV):
Jawel!
De voorzitter:
… maar dat zij wel heel graag een ander verzoek zou willen steunen op een ander moment. We wachten dat moment af.
Mevrouw Agema (PVV):
Zij steunt het wel!
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter, uw conclusie is onjuist. Ik heb gezegd dat ik het belangrijke onderwerpen vind. Om de reden dat we dan veel debatten hebben, ook op langere termijn …
De voorzitter:
Dan stel ik vast …
Mevrouw Leijten (SP):
Als u mij dwingt tot het uitspreken van steun of geen steun voor dit verzoek, dan steun ik het verzoek.
De voorzitter:
Dank u wel. Steun voor dit verzoek.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Ik verheug mij al op de zorgdebatten die eraan komen. Wij delen de zorgen over de wijze waarop er op dit moment wordt omgegaan met het persoonsgebonden budget, maar ik geef geen steun voor het debat. Ik wil wel heel graag een algemeen overleg specifiek over het persoonsgebonden budget. Ik doe daarmee een suggestie.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
GroenLinks kan het voorstel van mevrouw Bergkamp steunen. Als mevrouw Leijten morgen voorstelt om een breed debat te houden over al deze verschillende onderwerpen, zullen wij dat ook steunen. Wij geven in plaats van allerlei debatten daar de voorkeur aan. Nu geen steun voor dit verzoek.
De voorzitter:
Nu geen steun.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Ook op dit moment geen steun voor het verzoek om een debat te houden. Wel geef ik in overweging om een AO te houden over de functie van het pgb in de nieuwe kern-AWBZ. Het wordt een heel interessante discussie over de vraag waar de mensen straks nog op kunnen rekenen.
De voorzitter:
Dat gaat u verder bespreken in de commissie, denk ik.
De heer Otwin van Dijk (PvdA):
Geen steun voor het debat. We hebben in oktober een AO over de AWBZ. We kunnen het daarin meenemen.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Het is een belangrijk onderwerp, maar geen steun voor het debat. Laten we het inderdaad met elkaar bespreken in een AO.
De heer Van 't Wout (VVD):
Geen steun. Laten we in de procedurevergadering eens goed kijken hoe we een paar zaken slim kunnen ordenen, zodat we die ook snel kunnen bespreken.
De voorzitter:
Mevrouw Agema, er was verwarring. Ik zag uw verwarring ook. Volgens mij is het nu zo dat er geen steun is van de meerderheid voor het houden van een debat. Er is wel steun van ten minste 30 leden.
Mevrouw Agema (PVV):
Ik kan mij herinneren dat een paar jaar geleden alleen al over het beperken van de toegang tot het pgb zeer felle debatten zijn gevoerd. Nu wordt het budget voor mensen die zeer zwaar gehandicapt zijn met een kwart verlaagd. Dat is echt zeer ernstig. Aangezien ik toch steun heb gekregen van mevrouw Leijten, verzoek ik u om het onderwerp in ieder geval op de lijst van dertigledendebatten te zetten. Ik betreur dat hier in de Kamer de urgentie voor de ouderenzorg kennelijk afvlakt, maar dat weerhoudt mij er niet van om deze onderwerpen te willen agenderen.
De voorzitter:
Ik zal het dertigledendebat, dat overigens niet alleen steun kreeg van de SP maar ook van 50PLUS, toevoegen aan de lijst, met spreektijden van drie minuten per fractie.
Het woord is nogmaals aan mevrouw Agema.
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Hetzelfde geldt voor dit onderwerp. Er is een vergelijking gemaakt tussen verzorgingshuizen en verpleeghuizen op het punt van het onderhoud van de gebitten van de bewoners. Dat onderhoud is zo slecht dat de mensen daar ziek door worden. Ik krijg van dit soort berichten pijn in mijn buik. Aangezien de inspectie een nieuwe richtlijn heeft opgesteld die dus ook niet blijkt te werken en aangezien ook dit dus keer op keer slechter wordt, wil ik hierover graag een debat voeren. Dan hoeft de inspectie hier niet nog een keer naar te kijken, want dat heeft zij al gedaan.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Hiervoor geldt hetzelfde. Als de ouderenzorg bij mevrouw Agema hoog in het vaandel staat, geef ik haar in overweging om hierover met elkaar een algemeen overleg te houden: waar kan men straks in de AWBZ nog op rekenen en waarop niet meer? We hebben deze week dertigledendebatten over zaken die een jaar geleden speelden. Ik denk dat dat de ouderenzorg zeker niet ten goede komt.
De voorzitter:
U geeft op dit moment geen steun en u herhaalt uw verzoek om dit in een algemeen overleg te bespreken.
De heer Krol (50PLUS):
Omdat ook wij het aantal debatten willen beperken, sluit ik mij daar graag bij aan.
Mevrouw Leijten (SP):
Dit is een belangrijk onderwerp: het gaat over de goede zorg voor ouderen. Net als de andere door mevrouw Agema aangevraagde debatten gaat dit over een belangrijk onderwerp dat echt verwaarloosd wordt. Wij kunnen daar Kamervragen over stellen en we kunnen er een debat over aanvragen. Na een jaar zijn die onderwerpen nog steeds actueel, mevrouw Keijzer. Vandaar mijn voorstel aan mevrouw Agema om dit breder te doen, maar aangezien dat voorstel niet besproken kon worden, geef ik steun aan dit debat.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ik hoop dat we morgen bij de regeling met z'n allen besluiten dat dat brede debat er gaat komen. Daar zou mijn voorkeur naar uitgaan. Een andere mogelijkheid is om dit te betrekken bij het AO over de AWBZ, dat volgens mij volgende week plaatsvindt. Wij steunen dit verzoek nu dus niet, zodat we hier snel over kunnen spreken in het AO over de AWBZ of in het door mevrouw Leijten voorgestelde brede debat.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Geen steun voor het debat. Ik vind het een goed voorstel van mevrouw Keijzer en van mevrouw Voortman om dit mee te nemen bij het AO over de AWBZ.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ook de SGP vindt dat dit verzoek en andere verzoeken van mevrouw Agema belangrijke onderwerpen betreffen, maar vindt het geen goede route om die te behandelen in allerlei aparte debatten, die hier soms met heel veel uitstel plaatsvinden. Daarom geen steun aan het verzoek. Wij willen in commissieverband wel graag nadenken over de slimste manier van debatteren over deze onderwerpen, gebundeld.
De heer Otwin van Dijk (PvdA):
Daar sluit ik mij bij aan: ook geen steun voor dit debat. In de procedurevergadering kunnen we bepalen hoe we dit handig kunnen doen. Er is al een AO over de AWBZ gepland. Laten we die onderwerpen daarin behandelen.
De heer Van 't Wout (VVD):
Met dezelfde reden geen steun.
De voorzitter:
Mevrouw Agema, u hebt geen steun van de meerderheid voor het debat, maar u hebt wel voldoende steun voor het houden van een dertigledendebat.
Mevrouw Agema (PVV):
Dan plaatsen we ook dat graag op de lijst.
De voorzitter:
Ik plaats dit dertigledendebat op de lijst, met spreektijden van drie minuten per fractie.
Het woord is nogmaals aan mevrouw Agema, voor haar volgende verzoek.
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Hoewel wij hier plenair zeer regelmatig spreken over ouderenmishandeling, neemt ouderenmishandeling door overbelaste mantelzorgers toe. Aan de ene kant voert het kabinet een beleid om ouderenmishandeling tegen te gaan, maar aan de andere kant zal het beleid van het kabinet dus tot meer ouderenmishandeling leiden. Ik wil ook daarover een debat voeren.
De heer Krol (50PLUS):
Dit is een verzoek om een debat over mantelzorgers. Volgens mij krijgen wij straks nog een verzoek om een debat over mantelzorgers. Bij mijn weten heeft collega Bergkamp van D66 daar een AO over gevraagd. Volgens mij kunnen we dit beter daarin behandelen.
De voorzitter:
Geen steun voor het houden van een debat over dit onderwerp.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Voor mij geldt hetzelfde: dit moet snel aan de orde komen in een AO over de mantelzorg, want dit is wel een onderwerp van het grootste belang.
De voorzitter:
Geen steun voor het houden van een debat.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Geen steun voor het debat. Ik heb samen met mevrouw Leijten om een algemeen overleg gevraagd over de mantelzorg. Het lijkt mij goed om dit daarin te behandelen.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De ChristenUnie steunt dit verzoek om een debat niet. We krijgen inderdaad een AO over de mantelzorg. Laten we dit daarbij betrekken.
De heer Otwin van Dijk (PvdA):
Ik sluit mij aan bij de vorige sprekers: geen steun voor dit aparte debat, maar dit onderwerp betrekken bij het AO over de mantelzorg. Dat geldt wat mij betreft ook voor het volgende verzoek van mevrouw Agema.
De voorzitter:
Nee, we doen het per onderwerp.
Mevrouw Leijten (SP):
Hierover hebben wij in de zomer per e-mail overleg gevoerd met alle woordvoerders. Wij hebben besloten dat wij een algemeen overleg zouden hebben over de mantelzorg. Er is toen eigenlijk al door iedereen gezegd dat wij dat snel na de zomer moeten doen. Ik ga er dus van uit dat dat sneller gebeurt dan dit debat.
De voorzitter:
Geen steun voor het houden van een debat over dit onderwerp.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
GroenLinks kan zich aansluiten bij wat mevrouw Leijten zojuist heeft gezegd.
De heer Rutte (VVD):
Het gebeurt niet vaak, maar ik kan me bij dezen volledig aansluiten bij mevrouw Leijten.
De voorzitter:
Mevrouw Agema. U hebt geen steun voor het houden van een debat over dit onderwerp.
U hebt nog een verzoek.
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Het volgende verzoek gaat over een zomerstop. Ik heb het dan niet over voetbal, maar over een zomerstop in de thuiszorg. Dit soort onderwerpen heeft in het verleden acuut tot een spoeddebat geleid waarvoor wij dezelfde avond nog moesten komen opdraven. Ik kan het mij nog herinneren uit mijn beginperiode. Toen ging het ook over deze zaken, destijds over "pyjamadagen", naar ik meen.
Dit is zo bizar. Mensen die zorgafhankelijk zijn, die hulp nodig hebben bij aankleden, eten en noem maar op, krijgen te maken met zoiets krankzinnigs als een zomerstop. Ik wil hierover graag een debat aanvragen.
De voorzitter:
Verzoek om steun voor het houden van een debat.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Op dit punt kunnen wij mevrouw Agema steunen. Dit is inderdaad een raar bericht en de antwoorden van de staatssecretaris op de vragen van naar ik meen de SP vonden wij ook onbevredigend. Daarom steun van GroenLinks voor dit verzoek.
Mevrouw Keijzer (CDA):
De manier waarop mevrouw Leijten het nu naar voren brengt, is anders dan ik uit de berichtgeving heb afgeleid. Dit onderwerp kan naar mijn mening aan de orde komen in het overleg dat wij zullen voeren over Sensire. Ook dan geldt weer hetzelfde: dan hebben wij sneller een gesprek over dit onderwerp, want die onduidelijkheid moet worden weggenomen.
De voorzitter:
Geen steun voor dit debat.
De heer Otwin van Dijk (PvdA):
Ik sluit mij aan bij de vorige spreekster.
De voorzitter:
Geen steun.
Mevrouw Leijten (SP):
Van harte steun. Ik heb hierover deze zomer Kamervragen gesteld, omdat ik van mening was dat dit niet kon wachten tot het moment dat wij een debat zouden kunnen aanvragen. Die vragen zijn afgelopen week beantwoord. In dit antwoord wordt op zo'n labbekakkerige manier omgegaan met de positie van mensen die kwetsbaar zijn en afhankelijk van thuiszorg, dat wij hier echt over moeten spreken.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Ik deel dat dit een groot probleem is, maar volgende week is er een apart algemeen overleg over Sensire. Het lijkt mij goed om dit daarbij te betrekken, ook met het oog op de snelheid.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Van harte steun. Dit verdient een plenair debat.
De heer Van 't Wout (VVD):
Geen steun voor een plenair debat.
De voorzitter:
Mevrouw Agema. U hebt geen steun van de meerderheid, maar wel ruime steun voor het houden van een dertigledendebat over dit onderwerp.
Mevrouw Agema (PVV):
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik zal het op de lijst plaatsen. Drie minuten spreektijd per fractie.
Uw volgende verzoek.
Mevrouw Agema (PVV):
Het volgende verzoek gaat over instellingen die na het overlijden van een bewoner de persoonlijke spullen na een dag in vuilniszakken stoppen. Wij hebben hierover ook al zo vaak gedebatteerd. Er zijn moties ingediend. De Kamer heeft hierover al zo vaak uitspraken gedaan, maar er verandert niets. Wij moeten hierover debatteren en daarom vraag ik een debat aan.
De heer Krol (50PLUS):
De fractie van 50PLUS heeft hierover Kamervragen gesteld. Die zijn klip-en-klaar beantwoord door de heer Van Rijn. Het is duidelijk dat de verzorgingshuizen fout zitten. Voor ons hoeft er geen debat te komen.
De voorzitter:
Geen steun voor het houden van een debat.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Geen steun voor een debat. Het lijkt mij goed ook dit onderwerp te betrekken bij het algemeen overleg over de AWBZ, want het is zeker een serieus probleem dat mevrouw Agema nu beschrijft.
De heer Otwin van Dijk (PvdA):
Ik sluit mij hierbij aan.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
GroenLinks is er ook voor om dit onderwerp te betrekken bij het AO AWBZ.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik ben daar helemaal niet voor. Zo wordt dit echt een kliko-overleg waardoor het nergens over gaat. Wij hadden overigens in de commissie afgesproken dat wij dit niet zouden doen.
Wij hebben het overtreden van de ontruimingsregelingen al geregeld. U was daar ook als woordvoerder bij, voorzitter. Daarom wil ik niet om een debat vragen, maar om een duidelijke uitspraak in een brief van staatssecretaris Van Rijn. Daarin moet hij de Nederlandse Zorgautoriteit opdracht geven om de verpleeg- en verzorgingshuizen die het nu niet goed doen, echt achter de broek te zitten. Dit voorkomt een debat. Het lijkt mij zonde hier te herhalen wat wij al drie of vier jaar geleden hebben besloten.
De voorzitter:
Geen steun voor het houden van een debat.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Door deze berichtgeving rezen mij de haren te berge. Ik steun dit verzoek om een debat wel, al is het maar opdat wij een motie kunnen indienen die overeenkomt met hetgeen mevrouw Leijten heeft gezegd. De staatssecretaris moet duidelijk aan de sector laten weten: zo doen wij dit niet in Nederland.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Geen steun voor een debat. Wij kunnen het onderwerp eventueel wel betrekken bij het AO AWBZ.
De heer Van 't Wout (VVD):
Ik sluit mij graag aan bij de vorige spreker.
De voorzitter:
Mevrouw Agema. Ik tel onvoldoende steun voor een meerderheidsdebat en ook onvoldoende steun voor een dertigledendebat. Het zijn samen 28 zetels.
Mevrouw Agema (PVV):
Ik had graag de kans gekregen om een motie in te dienen en die kans krijg ik nu niet.
De voorzitter:
Nou ja, na het AO zou het eventueel kunnen.
Gaat u verder, mevrouw Agema.
Mevrouw Agema (PVV):
Het volgende punt gaat over een bericht van Vierstroom, waar zo'n graaier aan de top zit die boven de balkenendenorm verdient. Families worden daar verplicht, ook al zouden ze bij wijze van spreken in Groningen wonen, om in Zoetermeer mantelzorg te komen verlenen. Natuurlijk willen wij elkaar allemaal graag helpen en onze geliefden verzorgen, maar er is ook een reden waarom zij niet meer thuis wonen. Het is de wereld op z'n kop. De staatssecretaris geeft echter al aan dat hij het prima vindt. Ik wil graag een debat voeren, want hierover wil ik ook moties kunnen indienen.
De voorzitter:
Een verzoek om steun voor het houden van een debat.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Geen steun voor een debat. Eigenlijk verval ik in herhaling. We hebben binnenkort een algemeen overleg over de mantelzorg. Ik bepleit om dat snel te voeren en dan is er natuurlijk altijd gelegenheid om een VAO aan te vragen en een motie in te dienen.
De heer Otwin van Dijk (PvdA):
Volgens mij mag ik namens 50PLUS het woord voeren en zeggen dat wij geen steun geven aan het debat en dat wij dit willen betrekken bij het AO over mantelzorg. Bij een VAO kunnen altijd nog moties worden ingediend.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De ChristenUnie wil dit onderwerp ook graag betrekken bij het AO over de mantelzorg.
Mevrouw Leijten (SP):
Wellicht is het helemaal niet nodig om dit te betrekken bij een AO Mantelzorg. Vorig jaar bleek namelijk in antwoord op Kamervragen dat volgens de AWBZ familieleden helemaal niet verplicht mogen worden, mantelzorgtaken op zich te nemen. Ik heb daarover deze zomer opnieuw Kamervragen gesteld. Daar is nog geen antwoord op gekomen, maar voor hetzelfde geld krijgen we hetzelfde antwoord. Dat verwacht ik, want de regels van de AWBZ zijn niet gewijzigd. Dan hoeven we er geen debat over te voeren. Dan moet er gewoon een brief naar Vierstroom met de mededeling dat dit niet mag.
De voorzitter:
Geen steun voor het houden van een debat op dit moment.
De heer Rutte (VVD):
Geen steun voor een debat. Mevrouw Agema kan dit betrekken bij het AO Mantelzorg.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
GroenLinks wil dit graag betrekken bij het AO Mantelzorg.
De heer Van der Staaij (SGP):
Het lijkt mij goed om dit te betrekken bij het AO Mantelzorg. In reactie op wat mevrouw Leijten zei: volgens mij gaat het hier niet om een juridische verplichting maar om een advies c.q. morele verplichting waarover gesproken wordt. In het AO moet nadrukkelijk aan de orde worden gesteld welke mogelijkheden er daarvoor moeten zijn.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Ook wat de CDA-fractie betreft: meenemen bij het algemeen overleg over mantelzorg.
De voorzitter:
Geen steun voor het houden van een debat. Mevrouw Agema, u hebt onvoldoende steun voor het houden van een debat, ook niet voor een dertigledendebat. Dus dat kan op een andere manier.
Uw laatste verzoek.
Mevrouw Agema (PVV):
Op het moment dat je zo'n verzoek doet in een procedurevergadering krijg je het ook nooit voor elkaar, voorzitter.
Het laatste verzoek gaat over de beginselenwet. Drie jaar geleden was het dan eindelijk zover. Ouderen en gehandicapten in instellingen zouden rechten krijgen die gevangenen al sinds 1951 hebben. De bespreking van de beginselenwet stond geagendeerd voor volgende week. Vorige week lekte uit dat de staatssecretaris van plan was om de wet in te trekken. Sinds vrijdag weten we dat het zo is. Ik zou er graag een debat over voeren met de staatssecretaris. Want welke staatssecretaris haalt nu een wet van de agenda die klaar is voor behandeling en die een grote verbetering zal betekenen voor mensen die afhankelijk zijn?
De voorzitter:
Dat is een verzoek om een debat.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik steun dat verzoek van harte en wel om de volgende reden. Voor de zomer was aangekondigd dat die wet snel behandeld moest worden. Nu stond er in de laatste week van het zomerreces het bericht in de krant dat die wet wordt ingetrokken. Wij zijn daar niet over geïnformeerd. Sterker nog, er wordt gezegd dat er een kwaliteitswet komt die alles goedmaakt. Maar die hebben we nog niet gezien. Ik vind dat het van tafel vegen van een wet die in procedure is, die klaar is voor plenaire behandeling, een debat verdient, hoe we ook denken over de inhoud van de wet of de oplossingen. Steun voor dit verzoek.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Het is inderdaad raar dat wij daarover van tevoren niet goed zijn geïnformeerd. Ik stel daarom voor dat er eerst een brief komt en dat wij op basis van de brief bekijken of er wel of niet een debat moet worden gevoerd. Op dit moment geef ik geen steun voor een debat.
De heer Otwin van Dijk (PvdA):
Daar sluit ik mij bij aan. Op dit moment nog geen steun voor een debat. Eerst een brief waarin het een en ander wordt geschetst, ook met betrekking tot het ontwerp voor een nieuwe wet. Wanneer wordt dat geagendeerd?
De voorzitter:
Mevrouw Agema, enkele leden willen graag een brief over dit onderwerp voordat zij kunnen besluiten of er al dan niet een debat moet komen.
Mevrouw Agema (PVV):
Dat lijkt mij prima. Ik hoop dat die brief er voor morgen 16.00 uur, iets in die richting, kan zijn.
De voorzitter:
Wilt u dan een dertigledendebat op de lijst plaatsen?
Mevrouw Agema (PVV):
Ja, plaats het maar alvast. We hebben veel meer aan een brief en een meerderheidsdebat op korte termijn. Anders komt dat dertigledendebat nog na het einde van het jaar waarover de belofte voor die andere wet was gedaan.
De voorzitter:
In dat geval komt het dertigledendebat op de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, zodat er morgen voor 16.00 uur een brief kan zijn.
Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Voorzitter. Ik heb een tweetal verzoeken. Het eerste verzoek betreft een dertigledendebat dat, als het goed is, al sinds april of maart van dit jaar in de planning staat, maar nog niet is geagendeerd. Dat betreft de situatie rond de nu meer dan twee miljoen Syrische vluchtelingen; mensen die daar in kampen zitten en over wie al enige malen in de Nederlandse politiek van gedachten is gewisseld met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie alsook de minister van Buitenlandse Zaken. Ik begrijp dat dit ook vorige week in het Kamerdebat dat de commissie voor Buitenlandse Zaken heeft gevoerd over de situatie in Syrië, even kort ter sprake is geweest. Mijn verzoek is om met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister van Buitenlandse Zaken over dit onderwerp van gedachten te wisselen, temeer omdat ook de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties de internationale gemeenschap blijft aanspreken op de noodzaak om meer te doen. Ik denk dat daarin voor Nederland een rol is weggelegd en ik wil graag weten of de staatssecretaris en de minister die mening delen.
De voorzitter:
U wilt ook een brief?
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Excuus, voorzitter. Mijn verzoek is om het debat snel op de agenda te plaatsen. Ik heb gezegd: liefst deze week nog of uiterlijk volgende week, maar in ieder geval nog voor Prinsjesdag. Dat is mijn verzoek.
De voorzitter:
Ik ga u allemaal het woord geven, maar u hebt misschien gezien aan de planning van deze week dat ik heel hard probeer om de debatten die al voor de zomer — soms ver voor de zomer — waren aangevraagd, te agenderen. Dit verzoek staat hoog op de lijst, dus ik ga mij tot het uiterste inspannen om dit debat volgende week op de agenda te plaatsen. Dan weet u dat alvast.
Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Thieme.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Voorzitter. Vorige week zijn we speciaal voor Syrië teruggekomen van reces. Toen ging het over mogelijk militair ingrijpen. Ik vind het van groot belang dat waar we wel wat kunnen doen, namelijk aan het optimaliseren van de vluchtelingenhulp, we daar zo snel mogelijk een debat over voeren. Wat mij betreft deze week. Zo niet, dan toch echt op z'n laatst volgende week.
De heer Fritsma (PVV):
De PVV vindt dat opvang in de eigen regio moet plaatsvinden, dus geen steun voor het verzoek.
Mevrouw Maij (PvdA):
De minister van Buitenlandse Zaken heeft vorige week toegezegd om een brief te sturen met informatie, zo actueel mogelijk, over de situatie van de vluchtelingen. Ik stel voor om te bekijken of we het debat voor de algemene beschouwingen kunnen hebben. Dan kunnen we die brief daar wel in meenemen.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dat zouden ook mijn woorden zijn. Die brief is toegezegd. Er zou gekeken worden of wij kunnen voldoen aan dat extra verzoek van UNHCR, de vluchtelingenorganisatie. Graag die brief voor dat debat en dat debat zo snel mogelijk, alstublieft.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Wij willen dat debat zo snel mogelijk. Ik denk dat op het moment dat wij dat debat hebben ingepland, die brief ook snel zal komen, dus steun van GroenLinks voor het verzoek.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik sluit mij aan bij het verzoek om die brief zo snel mogelijk te krijgen en om daarna een debat te voeren.
De heer Van Hijum (CDA):
De CDA-fractie kan zich goed vinden in de suggestie die mevrouw Maij heeft gedaan.
De heer Azmani (VVD):
Dat kan de VVD-fractie ook. Eerst een brief en dan zo snel mogelijk een debat.
De voorzitter:
Ik heb u al gezegd dat ik mij tot het uiterste ga inspannen om dat voor volgende week te doen. Ik proef daarvoor brede steun in de Kamer. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet, om haast te zetten achter de brief die de minister van Buitenlandse Zaken heeft toegezegd.
Het woord is wederom aan mevrouw Gesthuizen.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Mijn tweede verzoek is ook serieus, iets minder dramatisch maar wel een onderwerp dat al de hele zomer in de pers speelt: de mogelijke overname van KPN door het bedrijf van Carlos Slim. Ik zou hierover graag een debat voeren met de minister van Economische Zaken. Dat debat wordt op dit moment al in de pers gevoerd, omdat een aantal journalisten zeggen dat we veel te laat zijn om te bekijken of KPN dusdanig belangrijk is dat de nationale veiligheid hiermee gemoeid zou zijn. Ik vind dat dit debat hier, in de Tweede Kamer, moet worden gevoerd.
De voorzitter:
U verzoekt om steun voor het houden van een debat over de eventuele overname van KPN.
De heer Heerma (CDA):
Steun voor dit verzoek.
Mevrouw Klever (PVV):
Steun voor dit verzoek. Ik zou graag zien dat dit debat werd voorafgegaan door een brief van de minister, waarin hij aangeeft wat hij gaat doen om deze vitale infrastructuur te beschermen.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ook steun van de kant van de ChristenUnie. Onze Eerste Kamerfractie heeft daarover vragen gesteld. Die zullen heel snel worden beantwoord. Ik weet niet of het mogelijk is om die antwoorden hierbij te betrekken.
De voorzitter:
Het gaat om Eerste Kamervragen?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ja. Kunnen die worden doorgeleid naar de Tweede Kamer?
De voorzitter:
Ik zal dat in het stenogram verzoeken. Wij hebben daar niks over te zeggen, maar zo kunnen we dit wel proberen.
De heer De Liefde (VVD):
Geen steun voor het verzoek.
De heer Verhoeven (D66):
D66 steunt dit wel, temeer omdat het om vitale infrastructuur gaat. Van harte steun dus voor dit debat.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Steun voor dit verzoek. In die brief ook graag aandacht voor hoe de minister de kritische, vitale infrastructuur denkt te kunnen beschermen.
De voorzitter:
Mevrouw Gesthuizen, ik proef steun, maar niet voldoende steun voor het houden van een meerderheidsdebat.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Ik weet niet of alle fracties zich al hebben uitgesproken.
De voorzitter:
Dat hoeft ook niet.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Nee, dat hoeft inderdaad niet.
De heer Van Dam (PvdA):
Wij steunen wel een vraag om een brief, maar een debat op dit moment is volgens ons niet tijdig.
De voorzitter:
Nu hebt u alle fracties gehoord, maar u hebt nog steeds niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Nee, maar laat ik dan in ieder geval de uitgestoken hand voor de brief aangrijpen. Mag ik u vragen om de collega's voor te stellen dat de Kamer die brief vóór het eind van volgende week ontvangt? We kunnen op dat moment alsnog bezien of er snel een debat is te plannen, wellicht in commissieverband. Er komt dan in ieder geval een brief aan.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet. Wilt u een dertigledendebat?
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Ik wil dat eerst even met mijn collega's bespreken. Of wilt u een nieuw stemrondje doen?
De voorzitter:
Nee hoor. Morgen gaan we weer een nieuw rondje doen.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Op het moment dat dat kan worden geagendeerd, zijn we waarschijnlijk ver voorbij welke overname dan ook.
De voorzitter:
Dank u wel.
Het woord is aan de heer Madlener van de PVV.
De heer Madlener (PVV):
Voorzitter. Het kabinet lijkt gewoon door te gaan met dat destructieve slopen van Nederland. Nu is het zelfs uitgelekt dat het kabinet van plan is om ook die ene belangrijke pijler van ons socialezekerheidsstelsel, de AOW, aan te gaan pakken. Meer dan drie miljoen mensen zijn afhankelijk van de AOW. Dat is een pensioen waar we allemaal op rekenen, ons staatspensioen. Het zou toch een schande zijn als daar €25 per maand van af zou gaan. Ik wil graag op de kortst mogelijke termijn opheldering van het kabinet over de plannen die zijn uitgelekt, en daarover een debat voeren in deze Kamer. Ik herhaal dat dit op de kortst mogelijke termijn moet, gezien de onrust die dit teweeg heeft gebracht onder ruim drie miljoen ouderen.
De voorzitter:
Verzoek om steun voor het houden van een debat over de AOW.
De heer Krol (50PLUS):
Vanzelfsprekend onze steun. Ook moet het zo spoedig mogelijk. Ik ben niet alleen nieuwsgierig naar de mening van de VVD en de Partij van de Arbeid, maar in het bijzonder ook naar die van het CDA, D66, de ChristenUnie en GroenLinks. Ik heb hun verkiezingsprogramma's er nog eens op nagelezen en ben heel nieuwsgierig naar hoe ze hier nu over denken.
De heer Ulenbelt (SP):
Steun van de SP-fractie voor dit verzoek.
De heer Omtzigt (CDA):
Steun voor het verzoek. Wij zouden voor morgen een brief willen hebben, vóór het debat over de Wet uniformering loonbegrip, waarin dit aan de orde komt. Wij zouden het als een separaat verzoek willen zien dat wij dan een brief van het kabinet hebben over de voorstellen die er zijn, binnen de integraliteit. Wij zouden dan spreken over de koopkracht van ouderen en kennelijk zijn daar nu voorstellen voor. Het tweede verzoek dat ik eraan toe wil voegen betreft het volgende. In het debat van 30 mei is toegezegd dat de juridische adviezen over de MKOB en de afschaffing daarvan aan de Kamer ter inzage gelegd zouden worden. Die zijn echter nog steeds niet ter inzage gelegd, terwijl het honderden miljoenen betreft die naar het buitenland zouden moeten gaan. Wij zouden graag die adviezen alsnog onmiddellijk ter inzage gelegd krijgen. Wij zien geen enkele reden dat daarin vertraging ontstaat.
De voorzitter:
Dat komt in het stenogram.
De heer Van Weyenberg (D66):
De fractie van D66 sluit zich aan bij de eerste suggestie van de heer Omtzigt van het CDA. Laat het kabinet ons per ommegaande een brief sturen. De plannen staan al in kranten en dan kan de brief morgen een rol spelen bij het debat over de koopkracht van ouderen.
Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):
Geen steun voor een debat over geruchten. De integrale Miljoenennota komt met Prinsjesdag naar deze Kamer. Daar zullen we dan de algemene politieke beschouwingen over hebben. Dat is al heel snel. Mij lijkt dat dan ook de juiste weg.
De heer Kerstens (PvdA):
Ik kan mij daarbij aansluiten.
De heer Klaver (GroenLinks):
Steun voor in ieder geval een brief, omdat ik graag duidelijkheid wil over hoe de plannen er nu voorstaan. Er wordt nu van alle kanten gelekt. Dat brengt heel veel onzekerheid met zich mee. Graag duidelijkheid.
De voorzitter:
Mijnheer Madlener, er is behoefte aan een tweetal brieven. U hebt de steun van een aantal partijen die ten minste 30 leden vertegenwoordigen maar u hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een debat.
De heer Madlener (PVV):
Ik hoor dat er geen behoefte is aan een debat over geruchten, maar dan vraag ik de partijen wel om zo sportief te zijn die geruchten uit de wereld te helpen. Die geruchten leiden namelijk wel tot een heleboel onzekerheid bij meer dan drie miljoen gepensioneerden en eigenlijk bij alle Nederlanders. Dus haal het gerucht meteen van tafel, in de zin dat dit in ieder geval door de regeringspartijen niet gesteund zal worden.
Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):
Via de fractiecommissie hebben we hier schriftelijk al een ronde over gehad. Daarin heeft de VVD-fractie aangegeven niet voor de Miljoenennota een brief te zullen steunen.
De voorzitter:
Via de vaste Kamercommissie bedoelt u.
Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):
Ja.
De voorzitter:
Mijnheer Madlener, ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet waar het gaat om de brieven. Wilt u overigens een dertigledendebat op de lijst of komt u er later nog op terug?
De heer Madlener (PVV):
Ik heb gevraagd om een heel spoedige behandeling van deze geruchten, aangezien ze tot enorme onzekerheid leiden bij een heleboel mensen. Ik vind het heel vreemd dat die mensen in onzekerheid moeten blijven.
De voorzitter:
Mijn vraag was of u hierover een dertigledendebat op de lijst wilt.
De heer Madlener (PVV):
Als dat spoedig kan, dan graag.
De voorzitter:
Het komt op de lijst, samen met de andere debatten. De spreektijd is drie minuten per fractie.
Het woord is aan de heer Bontes van de PVV.
De heer Bontes (PVV):
Voorzitter. Tijdens het vragenuur heb ik al gezegd dat wanneer je naar sport kijkt, die zuiver en puur moet zijn en dat die niet gemanipuleerd mag zijn door de gokmaffia. De minister heeft geen antwoord gegeven op mijn vragen, zoals iedereen heeft kunnen concluderen. Het probleem is wel ernstig. Ik heb ook gewezen op de Duitse officier van justitie die met hard materiaal komt waaruit blijkt dat die manipulatie wel degelijk plaatsvindt in Nederland. Ik heb de analyse van de minister bekeken en kom tot de conclusie dat een en ander niet bij elkaar past, ofwel dat het niet matcht, om maar in de termen te blijven. Ik denk dat een debat zeer op z'n plaats is, want het is een urgente situatie.
De voorzitter:
Een verzoek tot steun voor het houden van een debat over matchfixing.
Mevrouw Leijten (SP):
Op uitdrukkelijk verzoek van de Kamer is er onderzoek geweest naar matchfixing, aangezien er op de ministeries werd gezegd dat die niet plaats zou vinden. Het onderzoeksrapport is net gepresenteerd en ik denk dat we inmiddels allemaal van de highlights daarvan kennis hebben kunnen nemen. Als ik dan hoor dat 28% van de ondervraagde sporters denkt dat matchfixing in de eigen omgeving heeft plaatsgevonden, hebben we volgens mij wel serieus iets met elkaar te bespreken. De vraag is echter of we er slim aan doen om nu snel een debat hierover te hebben. Ik zou ervoor zijn om het ministerie een harde deadline te geven voor een goede reactie om vervolgens per ommegaande te kijken hoe we dit onderwerp het best kunnen agenderen. Eerder hebben we over dit onderwerp een hoorzitting gehouden. Wellicht willen we over dat onderzoek en de reactie van de regering daarop nog een hoorzitting houden. Volgens mij zijn we eensgezind over het feit dat we geen matchfixing willen. De vraag is nu alleen welke oplossingen nodig zijn om die echt uit te gaan bannen. Dus nu geen steun voor een debat maar wel zou ik heel graag zien dat we serieus met z'n allen nagaan hoe we dit beter kunnen agenderen.
De heer Van Dekken (PvdA):
Ik ben het eens met de opvatting van Renske Leijten van de Socialistische Partij. Mocht er een brief komen met een kabinetsreactie, dan zou ik ook wel de laatste stand van zaken willen hebben als het gaat om het voorlopig justitieel onderzoek dat op dit moment nog gaande is. Wij praten vandaag weliswaar over een algemeen onderzoek, maar er is nog een onderzoek. Dat had ook alles te maken met de beruchte Bochum-tape die de heer Bontes natuurlijk ook bekend is. In die volgorde zou ik het dus graag willen doen.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Het onderzoek is inderdaad net uitgekomen waarom de Kamer zelf heeft gevraagd. Eigenlijk staat nu zwart op wit wat wij met zijn allen allang wisten: matchfixing bestaat en is gewoon een risico voor de sport. Ik ben voor een debat, maar laten wij eerst de reactie van de ministers afwachten. Ik steun mevrouw Leijten in het verzoek om een spoedige reactie op dit toch echt goede rapport.
De heer Huizing (VVD):
Ik zou zeggen: eerst het rapport goed met elkaar lezen en een beleidsreactie van beide ministers afwachten. Dan zullen wij in de eerstvolgende procedurevergadering wel bespreken hoe wij hiermee verder omgaan. Dus geen steun voor een debat, dat is zeer prematuur.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
D66 steunt ook een goede, snelle, inhoudelijke reactie van het kabinet. Daarna zullen wij bekijken of er behoefte is aan een plenair debat.
De heer Krol (50PLUS):
Ik kan mij geheel vinden in de woorden van mevrouw Leijten en sluit mij daarbij graag aan.
De voorzitter:
Mijnheer Bontes, ik heb de SP een constructief voorstel horen doen om in de procedurevergadering snel met elkaar af te spreken op welke manier dit rapport op een deugdelijke wijze door de Kamer kan worden besproken, inclusief een eventuele hoorzitting of een rondetafelgesprek. Mag ik u voorstellen dit gesprek verder te voeren in de procedurevergadering?
De heer Bontes (PVV):
Ja, dat mag u. Ik denk dat er ook niets anders opzit. Ik vind dat wel jammer, want je kunt ook zeggen dat er een kabinetsreactie komt op deze analyse en dat je daaraan direct een debat koppelt. Je ziet nu al dat er ruimte is voor een debat omdat er zaken in die analyse niet aan het licht zijn gebracht, dus ik vind het tijd rekken. Ik vind dat jammer. Het is ook urgent. Het gaat om de gokmaffia. Ik vind dat jammer, maar mij rest niets anders dan mij hierbij neer te leggen. Ik zal dit voor de procedurevergadering agenderen.
De voorzitter:
Volgens mij heb ik velen horen zeggen dat er een debat moet komen, alleen gaat u over de plek en de tijd nog met elkaar onderhandelen.
Ik geef het woord aan mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. De staatssecretaris van Economische Zaken gaat dit weekend naar Brussel voor een Landbouwraad. Wij hebben daarover vragen gesteld. De antwoorden moeten nog binnenkomen. Als wij moties willen indienen, moet dat deze week, inclusief stemmingen. Dus ik vraag u daarmee rekening te houden. Ik zeg erbij dat ik met u hoop dat het niet nodig is.
De voorzitter:
Dat hopen wij altijd met elkaar, maar bij dezen wijs ik de leden erop rekening te houden met een extra stemronde komende donderdag. Het tijdstip is nader te bepalen.
Ik geef het woord aan de heer Merkies van de SP.
De heer Merkies (SP):
Voorzitter. Eind vorig jaar, toen Griekenland voor de derde keer steun kreeg, geloofde het kabinet nog dat dat zou leiden tot een houdbare schuld. In de loop van het jaar is dat steeds wat minder geworden. Dat ging van "we sluiten niet uit dat er geld heen gaat" tot het recente bericht waarin de minister van Financiën zei: "nieuwe Griekse steun is onvermijdelijk". Nu hebben wij gisteren een briefje gekregen. Wij hadden een reactie gevraagd op die uitspraak. In dat briefje staat daar helemaal niets over. Het is ook een heel klein briefje, dus wij weten eigenlijk nog steeds niet waar wij aan toe zijn. Daarom is mijn voorstel om hierover een debat te houden. Voorafgaand daaraan zou ik een brief willen van de minister van Financiën waarin hij wel antwoord geeft op enkele cruciale vragen, namelijk of de steun nu onvermijdelijk is, ja of nee, op basis van welke informatie de minister nu die conclusie heeft getrokken en wat de consequenties zijn voor Nederland.
De voorzitter:
Verzoek om steun voor het houden van een debat over nieuwe financiële steun aan Griekenland. Ik geef het woord aan de heer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Steun voor dit verzoek, want de Grieken hebben niet eens steun gevraagd, of deze minister staat alweer met zijn chequeboek klaar. Zoals u weet, hebben wij al 240 miljard aan deze bodemloze put besteed, dus ik zou zeggen: snel een debat en stop met het pompen van geld in Griekenland.
De heer Van Hijum (CDA):
De CDA-fractie wil het verzoek wel steunen, maar ik doe de suggestie om het te combineren met het debat dat al staat gepland over Griekenland, de uitlatingen van het IMF en de houdbaarheid van het tekort aldaar.
De voorzitter:
Dat betreft een AO, meen ik, of is het een plenair debat?
De heer Van Hijum (CDA):
Ik meen dat ik destijds een verzoek om een plenair debat hierover heb gedaan, dat volgens mij breed werd gesteund.
De voorzitter:
Oké, dan vergis ik mij. Dus geen steun voor dit aparte verzoek, begrijp ik hieruit, maar wel steun om het toe te voegen aan het eerdere …
De heer Van Hijum (CDA):
Ja, als dat zou betekenen dat we zo snel mogelijk een debat hierover kunnen hebben, denk ik dat we elkaar kunnen vinden.
De voorzitter:
Maar deelt u mijn conclusie dat u eigenlijk geen steun geeft aan dit verzoek, mijnheer Van Hijum?
De heer Van Hijum (CDA):
Nee voorzitter, ik steun dit verzoek. Mijn suggestie is echter om beide zaken te combineren, om te voorkomen dat u met twee aparte verzoeken komt te zitten.
De voorzitter:
Ik ben blij dat u ook even moest nadenken over mijn vraag of u nu wel of geen steun verleende, mijnheer Van Hijum! Ik ga ervan uit dat u uw steun hebt uitgesproken. Het gaat om het tiende debat op de lijst, dus ik heb geen idee wanneer het zal worden gepland. Het staat echter hoger dan het debat dat nu wordt aangevraagd; dat is een ding dat zeker is.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Ook steun voor dit verzoek. Het lijkt me heel verstandig om het te voegen bij het debat dat op nummer tien staat.
De voorzitter:
Dat is toch een dilemma, want u geeft nu wel en geen steun. Het betreft hier een gewoon debat dat zal worden gepland. Het ingewikkelde is dat ik nu toch weer datgene heb toegestaan wat eigenlijk heel onhandig is tijdens de regeling. De vraag was "steunt u het wel of steunt u het niet"? Voorwaardelijke steun ken ik helaas niet. Geleerd hebbend van de vorige verwarring ga ik, als u allen mij dat toestaat, tussentijds terug naar de heer Merkies. Mijnheer Merkies, zou u kunnen leven met een herformulering van uw verzoek, namelijk om dit onderwerp toe te voegen aan het reeds geplande meerderheidsdebat over het bericht dat het IMF toegeeft fouten te hebben gemaakt bij de redding van Griekenland? Of wilt u expliciet een apart debat over Griekenland?
De heer Merkies (SP):
Dat hangt af van de vraag of we het dan ook verbreden. Het moet dan niet alleen over het IMF gaan, maar over het hele spectrum.
De voorzitter:
Ik hoor dat verzoek. Ik ben altijd ruimhartig als de Kamer bereid is om debatten samen te voegen. Ik kijk dan ook even naar de spreektijden, zodat u iets meer spreektijd krijgt om iets meer te bespreken.
De heer Merkies (SP):
Oké. Dan blijft mijn verzoek om een voorafgaande brief staan …
De voorzitter:
Dat snap ik.
De heer Merkies (SP):
… omdat er een wel heel korte brief was met een wel heel kort antwoord.
De voorzitter:
Dan is het verzoek inmiddels geherformuleerd. Het gaat om het toevoegen van het onderwerp "nieuwe steun aan Griekenland". Ik heb een aantal mensen daar al "ja" op horen zeggen. Ik zie mevrouw Thieme nu ook knikken. Mijnheer Harbers?
De heer Harbers (VVD):
Toevoegen aan het geplande debat kan, wat mij betreft. Een aparte brief is wat mij betreft niet noodzakelijk. Op korte termijn komen we sowieso al te spreken over deze brief, namelijk in het AO Ecofin van volgende week. Als er daarna nog vragen resteren, kunnen we die gewoon meenemen in het beroemde debat nummer 10. Wat mij betreft is daar geen aparte briefwisseling voor nodig.
De voorzitter:
Eigenlijk hoor ik u zeggen dat als er dan toch een brief komt, die voor de Ecofin binnen moet zijn, mijnheer Harbers. Dat zou handig zijn.
De heer Harbers (VVD):
Het wordt daarin sowieso meestal wel meegenomen.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Zeker steun voor dit debat. Ik heb tijdens het reces inderdaad een debat hierover aangevraagd, met een brief met een aantal specifieke vragen. Een aantal daarvan zijn niet beantwoord in de brief van de regering. Wat mij betreft worden ook de vragen meegenomen die toen zijn gesteld en niet zijn beantwoord, bijvoorbeeld over het bedrag waarover we het hebben. In de media doen allerlei bedragen de ronde. Daarover moeten we duidelijkheid hebben, alsmede over de vraag op welke informatie de minister zich baseert en de vraag of het inderdaad onvermijdelijk is. Die drie vragen moeten wat ons betreft in de brief worden beantwoord, uiteraard voor de Ecofin van volgende week.
De heer Nijboer (PvdA):
Ik vind het prima om het bij het debat nummer 10 te voegen, maar het lijkt mij goed om er gewoon volgende week in het AO over te spreken. De PvdA-fractie zal dat ook zeker doen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Steun voor het geherformuleerde verzoek.
De heer Koolmees (D66):
Dat geldt ook voor de D66-fractie.
De voorzitter:
Dat betekent dat het agendapunt zal worden toegevoegd aan het debat dat inmiddels "nummer 10" heet maar eigenlijk heet "debat over het bericht dat het IMF toegeeft fouten te hebben gemaakt bij de redding van Griekenland". Er ligt een verzoek om voorafgaand aan de Ecofin van volgende week een brief te krijgen, aangevuld met de nog niet beantwoorde vragen van mevrouw Schouten. Ik dank de heer Merkies voor zijn medewerking. De spreektijd voor dat debat was vier minuten per fractie. Dat wordt vijf minuten per fractie.
Het stenogram wordt doorgeleid aan het kabinet.
Ik geef de leden een hartenkreet mee. Het is handig om, voordat u met zijn allen bij de microfoon staat, even met elkaar te overleggen over wat er in de regeling van werkzaamheden komt. Dan zijn we misschien wat sneller klaar. Het woord is aan de heer Roemer.
De heer Roemer (SP):
Voorzitter. In het voorjaar heeft de minister-president besloten dat stukken die te maken hebben met de begroting en Prinsjesdag pas openbaar worden gemaakt na het uitspreken van de troonrede. De reden daarvan was dat de koning niet in zijn hemd mag zitten door het vele lekken van stukken die dan al bij de Kamer bekend zijn. De Kamer heeft dit keer echter niets gekregen, maar er is toch volop gelekt. Tal van maatregelen zijn aangekondigd, liggen op straat en staan in de kranten. Sterker nog, je kunt geen radio- of televisieprogramma meer beluisteren of bekijken of een minister verdedigt of kondigt de helft van de plannen aan. Dat lijkt helemaal nergens op, niet in de richting van de Kamer, niet in de richting van de koning, maar vooral niet in de richting van de mensen thuis. Zij krijgen tal van maatregelen in één keer op hun bordje, bijvoorbeeld over de zelfstandigenaftrek, over de vraag of ze er wel of niet iets bij krijgen — denk aan de salarissen van de leraren en aan de mogelijke €100 voor mensen in een bijstandssituatie — en of de huren extra omhoog gaan, en ga zo maar door. Het is een heel lijstje. Omdat dit niet kan, omdat mensen thuis in onzekerheid zitten, stel ik voor om niet de helft openbaar te maken, maar alles. Alles wat te maken heeft met die 6 miljard moet het kabinet per ommegaande naar de Tweede Kamer sturen, zodat iedereen thuis ook weet waar hij of zij aan toe is.
De voorzitter:
Uw verzoek aan de regering is om dat te doen.
De heer Roemer (SP):
Om dat vandaag te regelen. Ze hebben alles. Als je kunt lekken, kun je ook mailen.
De heer Wilders (PVV):
Ik steun dat verzoek niet. Ik vind het geen goed voorstel. Ik hoef die plannen allemaal niet te zien. Sterker nog, als maar de helft waar is van wat er in de kranten staat, verzoek ik het kabinet om die plannen nooit naar de Kamer te sturen, maar ze de prullenbak in te gooien.
De heer Slob (ChristenUnie):
Ik wil die plannen wel zien, want ze zijn er. De heer Roemer zei dat er vanuit het kabinet wordt gelekt, maar in een ANP-bericht staat dat er binnen de coalitiepartijen wordt gezegd dat er ook heel goede dingen in het Belastingplan staan, bijvoorbeeld dat de arbeidskorting met €250 wordt verhoogd. De regeringspartijen in de Kamer hebben dus informatie waar wij nog weken op moeten wachten. Ik vind dat niet kunnen. Ik vind voorzitter, dat u vanuit uw positie in de Kamer het recht van de Kamer op informatie moet verdedigen. Ik steun het verzoek. Ik zou graag zien dat u dit verzoek als voorzitter ook steunt, want wij hebben gewoon recht op deze informatie.
De heer Pechtold (D66):
Ik steun het verzoek van collega Roemer. Ik steun ook het verzoek van collega Slob richting u, voorzitter, als onze voorzitter om onze belangen ook te bewaken. Ik wil ook onderbouwen waarom ik dat gelek, maar ook het openbaar gepraat zo vervelend vind. De heer Samsom, fractievoorzitter, was vorige week op de radio te horen. Hij vertelde uitgebreid over de toeslagen. Hij vertelde uitgebreid over het belastingvrij schenken. Hij sprak uitgebreid over de nullijn. Hij sprak dat allemaal in de we-vorm uit, alsof hij zelf in het kabinet zit. Dat is een overduidelijk bewijs dat een collega-fractievoorzitter alles al weet. Voorzitter, wat was het ook al weer? Een toneelstukje!
Mevrouw Thieme (PvdD):
Ook de PvdD steunt het verzoek van de heer Roemer van de SP. Het kan echt niet dat de media volledig of half op de hoogte is van alles wat er gaat gebeuren in het kabinet, terwijl wij van niets weten.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
We hebben bij de fractie van GroenLinks alles wat sinds het begin van het reces in de media aan maatregelen is aangekondigd op een rijtje gezet. Het is anderhalf A4'tje. Het gaat om maatregelen inclusief de bedragen en de opbrengsten en de kosten. Wij willen best wachten tot Prinsjesdag, maar dan moeten wij ook echt wachten tot Prinsjesdag. Dan moet je niet in het reces een lange reeks van maatregelen aankondigen in kranten, want die brengen mensen alleen maar verder in verwarring. Dat kan niet. Daarom steun ik het verzoek van de collega's om volledige openbaarmaking nu volledig. Ik doe daarbij ook graag een beroep op u, mevrouw de voorzitter.
De heer Krol (50PLUS):
Als je de mensen in het land serieus neemt, kun je niet anders dan dit verzoek steunen.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dat stukken in de openbaarheid komen door lekken, is één, maar wat er dit jaar veranderd is — ik zie de heer Samsom komen — is dat nu een van de collega's uit de Tweede Kamer aan Nederland meedeelt wat wij vanuit de Tweede Kamer gaan doen. Of de heer Samsom licht ons dus in over wat er gaat gebeuren, over wat hij al weet en wat hij aan het Nederlandse volk heeft willen zeggen, of het kabinet maakt dat nu openbaar.
De heer Van der Staaij (SGP):
De SGP vindt het een goede traditie dat een kabinet op Prinsjesdag bekendmaakt wat de plannen zijn voor het komende jaar, en dat we daarover vervolgens een fatsoenlijk debat hebben. Wij zouden daar graag aan willen vasthouden. Dat vereist dat alle betrokkenen ervan afzien om van tevoren te lekken en voor onzekerheid te zorgen. Ik steun dus niet het verzoek van de heer Roemer.
De heer Samsom (PvdA):
In antwoord op vragen van collega's: in de motie-Zijlstra/Samsom, die vorig jaar in deze Kamer is aangenomen, wordt iets zeer specifieks opgedragen aan het kabinet. Ik ga ervan uit dat het kabinet die opdracht uitvoert. Ik moet afwachten of dat daadwerkelijk het geval zal zijn, maar ik ga er wel van uit. Ook de oppositiepartijen hechten er altijd erg aan dat aangenomen moties worden uitgevoerd. In die motie wordt precies beschreven hoe de arbeidskorting verhoogd moet worden, evenals de algemene heffingskortingsschuif. Ik mag toch aannemen dat het kabinet dat uitvoert.
Wat het schenkingsrecht betreft, is het de wens van onze fractie dat daar iets mee gebeurt. De Partij van de Arbeid en andere partijen hebben voor de zomer de oproep gedaan om te gaan investeren in deze economie en om er zo voor te zorgen dat weer geld gaat rollen, wat ons alleen een stukje verder helpt. Dat zijn oproepen die volgens mij iedereen kan doen, ook de fractie van de Partij van de Arbeid. Dat heeft niets te maken met de Prinsjesdagstukken, want die krijgen we al sinds mensenheugenis op Prinsjesdag.
De heer Zijlstra (VVD):
Ook ik heb voor het reces al eens een voorzetje gegeven over wat de VVD denkt dat er zou moeten gebeuren bij de begroting. De VVD-fractie wacht met spanning af wat het kabinet op Prinsjesdag zal presenteren. Dat is ook precies hoe het hoort. Op Prinsjesdag komen de stukken en dan nemen wij een week de tijd, mede op verzoek van onze Kamer, om de stukken goed te bestuderen in alle details. Vervolgens zullen wij in de algemene politieke beschouwingen met zijn allen erover spreken. Dat is sinds mensenheugenis zo en wat ons betreft blijft het ook zo.
De heer Roemer (SP):
Uiteraard kan ik tellen en ik weet dat de twee coalitiepartijen het kunnen tegenhouden, net zoals ze ook tegenhouden dat de mensen nu te weten komen wat hun exact te wachten staat. En dat terwijl de helft, de vervelende dingen of dingen die net goed uitkomen, wel openbaar gezegd werd. Ik acht dat een heel onverstandige zet, want je houdt de mensen twee weken lang in onzekerheid en je neemt je collega's ook niet meer serieus. Je bent achter de schermen met van alles en nog wat bezig. Ministers gaan in praatprogramma's zitten en vertellen daar wat hun goed uitkomt. Als wij dan echter vragen of we die informatie ook mogen hebben, zodat we tenminste antwoord kunnen geven op de vragen van mensen of dat nu allemaal waar is, krijgen wij die informatie niet. Zo ga je niet om met de mensen thuis, en zo ga je ook niet om met je collega's.
De heer Pechtold (D66):
Ik wil de collega's van de PvdA nog eens herinneren aan een motie waar zij in 2009 voor hebben gestemd. Toen zat de PvdA zelf in de coalitie. Het was een motie van GroenLinks, van mevrouw Van Gent, waarin de regering werd verzocht om voortaan de begrotingsstukken op de vrijdag voorafgaand aan Prinsjesdag openbaar te maken. Dat was in het kader van het lekken en de embargoregeling. In die fractie zaten de heren Samsom en Dijsselbloem, evenals andere spelers die wij in dit gelek allemaal tegenkomen. Als de PvdA zich aan die motie houdt, dan hebben we de stukken misschien niet morgen, maar wel eerder. Dan heeft Nederland ook duidelijkheid.
De voorzitter:
De heer Roemer verzocht de regering om de Prinsjesdagstukken openbaar te maken. Voor dergelijke verzoeken geldt altijd dat daar niet echt steun voor nodig is vanuit de Kamer. Ik geleid dit gedeelte van het stenogram door naar het kabinet en wij wachten de reactie van het kabinet hierop af.
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter, hoe ziet u uw eigen rol hierin? Ik vind het zelf toch wel heel opvallend dat vanuit Kamerfracties met bedragen erbij wordt aangegeven wat wij straks in het Belastingplan zullen terugvinden. Dat betekent dat die informatie al in de Kamer is. Als er echter informatie in de Kamer is, vind ik dat die informatie er breed moet zijn. Ik acht het uw verantwoordelijkheid als voorzitter om daarop toe zien en ben benieuwd hoe u daarmee om wilt gaan.
De heer Samsom (PvdA):
Om geen onduidelijkheid te laten ontstaan: die informatie staat in de motie-Zijlstra/Samsom, met de bedragen erbij. Dat klopt. Als het kabinet besluit om die motie op een andere manier uit te voeren, dan merken wij dat wel, maar ik mag er als Kamerlid van uitgaan dat een aangenomen motie wordt uitgevoerd op de manier waarop het de regering in de motie wordt opgedragen. De motie in kwestie was vrij gedetailleerd. De geschiedenis is vast nog bekend. Die mate van gedetailleerdheid was nodig op dat moment. Zo weten we wat de bedragen zijn. U kunt er zelf ook uit citeren en ermee discussiëren.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ten aanzien van de vraag van de heer Slob kan ik u dit meedelen: ik heb op een vroegtijdig moment tegen de premier gezegd dat ik er voorstander van ben dat die stukken op de vrijdag voor Prinsjesdag naar de Kamer komen. Dat heb ik ook gedeeld met het Presidium. De premier heeft daar niet in toegestemd. Ik heb toen gezegd: ik vind dat het kabinet hierover dan ook niet mag spreken. Ik lees ook dat er allerlei zaken gezegd worden door andere mensen dan het kabinet. Ik heb veel leden van het kabinet expliciet horen zeggen, vandaag nog, tijdens het vragenuurtje: ik kan daarover niets zeggen, want dat doe ik pas met Prinsjesdag. Wat ik kan doen, is namens de Kamer het verzoek doorgeleiden naar het kabinet. Dan kunnen wij daar op een later moment op terugkomen.
Rest mij nog het rechtzetten van een omissie. Mevrouw Agema vroeg een debat aan over verzorgingshuizen waarin kamers veel te snel worden ontruimd. Dat debat werd niet gesteund, maar mevrouw Leijten vroeg naar aanleiding van het verzoek wel een brief van het kabinet daarover. Ik ben vergeten te zeggen dat ik het deel van het stenogram waarin zij dat verzoek doet, zal doorgeleiden naar het kabinet. Dat doe ik bij dezen alsnog.
Daarmee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. Ik dank u voor uw geduld.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-105-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.