3 Vragenuur

Vragen van het lid Kooiman aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de brandweer de aanrijtijden vaak niet haalt.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. De brandweer komt bij een op de drie branden te laat, zo blijkt uit onderzoek van de inspectie. De SP heeft de minister hier meerdere malen op gewezen. Ik heb bijvoorbeeld aangegeven dat ik mij zorgen maak over het feit dat overal in het land in sneltreinvaart brandweerposten gesloten worden. De afgelopen jaren zijn er 53 brandweerposten gesloten en er staan 42 posten op de nominatie om gesloten te worden. De minister moet er dus niet gek van opkijken dat het inspectierapport nu stelt dat de brandweer in veel gevallen te laat komt. Wat gaat de minister doen om ervoor te zorgen dat deze kaalslag, de sluiting van brandweerposten, wordt tegengegaan? De sluiting van de brandweerpost in Lage Mierde heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat de opkomsttijden van de brandweer voor het bejaardentehuis en de kinderopvang het dubbele zijn geworden van de wettelijk toegestane tijd. Helaas is dit niet het enige voorbeeld.

Ik heb de minister de afgelopen tijd steevast bestookt met de vraag wat hij hiertegen gaat doen. Steevast stelde de minister dat hij ons dit zou vertellen als het inspectierapport er lag. Nu ligt het er. Nu mag de minister dus los. Als hij toch antwoord geeft op al die vragen, kan hij dan ook aangeven wat hij gaat doen aan het probleem van het dekkingsplan? De regio's hebben hun huiswerk eigenlijk niet gedaan. In een dekkingsplan beschrijft de veiligheidsregio hoe vaak men ergens op tijd kan zijn, bijvoorbeeld bij een school of een bejaardentehuis, en welke maatregelen men moet treffen om de risico's te beperken. Maar zoals ik al aangaf, hebben de regio's hun huiswerk niet gedaan. Wij hebben een wet waarin staat dat de regels moeten worden nageleefd en dat er dekkingsplannen moeten zijn. Afspraak is afspraak. Wat gaat de minister doen om deze afspraak na te komen?

Minister Opstelten:

Voorzitter. Ik bedank mevrouw Kooiman voor de gestelde vragen. De uitkomsten van het inspectierapport zijn zorgelijk. Dat heb ik ook al in de beleidsbrief gezet in reactie op het inspectierapport. Mevrouw Kooiman heeft mij twee vragen gesteld. Zij wil ten eerste weten wat ik ga doen. In overleg met de voorzitter van het Veiligheidsberaad, de overkoepelende organisatie van alle veiligheidsregio's, heb ik afgesproken dat alle regio's voor het eind van het jaar hun dekkingsplannen op orde moeten hebben, conform de wet en conform het Besluit veiligheidsregio's. Direct daarna, vanaf 1 januari, zal ik wederom een onafhankelijke slag laten maken door de Inspectie Veiligheid en Justitie.

Ten tweede is het ook mevrouw Kooiman duidelijk dat het niet de verantwoordelijk van het kabinet of van deze minister is om brandweerkazernes open te houden, te sluiten of te bouwen et cetera. Dat is de verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur samen met de veiligheidsregio's. Daar treed ik dus niet in. Ik beoordeel wel via de inspectie of zij gedaan hebben wat volgens de wet moet.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik dank de minister als eerste voor deze toezegging, in ieder geval voor het feit dat hij ervoor gaat zorgen dat die regio's hun huiswerk gaan doen en dat die dekkingsplannen er gewoon komen. Dat neemt niet weg dat er een tweede probleem overblijft. Ik zie namelijk dat er overal in het land posten worden gesloten en dat daardoor de aanrijtijden vergroot worden. De minister zegt dat hij er niet over gaat. Ik wil graag van de minister weten hoe hij ervoor gaat zorgen dat hij er dan wel over gaat. Ik wil dat hij in ieder geval minimaal de besturen erop gaat aanspreken. Dit is namelijk de minister van Veiligheid, van wie ik wil dat hij zijn naam waarmaakt.

Minister Opstelten:

Dat laatste doe ik de hele dag. Ik dank mevrouw Kooiman voor de vraag. Natuurlijk vind ik dat je rolvast moet zijn in je positie, zeker als minister, en dat je verantwoordelijkheid moet tonen voor het stelsel en dat je dat moet bewaken. Je moet vooral niet de verantwoordelijkheden van anderen overnemen, maar je moet er wel voor zorgen dat anderen doen wat ze volgens de wet moeten doen. Dat doe ik. Dat heb ik ook afgesproken; ik zit erbovenop. Vandaar ook de beleidsreactie waarin inderdaad iets langer dan bij mij normaal is, staat beschreven wat ik net aan mevrouw Kooiman heb geantwoord.

Mevrouw Kooiman (SP):

De minister zegt dat hij erbovenop zit. Dat blijkt echter niet uit de plannen in de regio's, waarin die 49 posten nog op de nominatie staan om gesloten te worden. Ik wil niet dat we nog meer Lage Mierdes erbij krijgen, met een verdubbeling van de aanrijtijden bij het bejaardetehuis en met een brandweer die niet op tijd bij scholen kan zijn. Ik wil vandaag van de minister de toezegging ontvangen dat hij ten minste in gesprek gaat met de besturen, om te bezien hoe voorkomen kan worden dat die posten gesloten moeten worden. Het gaat hierbij immers om veiligheid. Elke seconde telt bij brand.

Minister Opstelten:

Ik zal niet met de regio's, de besturen en de voorzitters daarvan in contact treden en ik zal hun niet zeggen dat zij niet mogen sluiten of mogen openen. Ik zal met hen in contact treden om te bezien of zij het goede dekkingsplan opstellen dat voldoet aan de criteria die in de wet staan omschreven. Daarop zal ik ze toetsen. Uit het inspectierapport is bovendien gebleken dat de neergaande trend ten aanzien van de aanrijtijden is doorbroken. Bij al dit op zichzelf niet al te optimistische nieuws is dat wel een positief feit.

Naar boven