Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 april 2010 over kwaliteitszorg cure.

De voorzitter:

Voor dit VAO hebben zich twee leden van de Kamer als spreker ingeschreven. Ik mag aannemen dat zij dat doen met de bedoeling om over het onderwerp een motie in te dienen.

Ik heet de minister van VWS van harte welkom en geef het woord als eerste aan de heer Van Gerven namens de SP-fractie.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. In het algemeen overleg over de kwaliteitszorg in de cure, in de ziekenhuiszorg met name, is ook gesproken over een nieuw op te richten kwaliteitsinstituut. Er ontspon zich een discussie over de vraag of dat wel of niet op een private wijze zou moeten worden georganiseerd. De SP-fractie is sowieso niet voor privatisering in de publieke sector, zeker niet waar het gaat om het borgen van de kwaliteit en om het ontwikkelen van kwaliteitsparameters. Vandaar dat wij als fractie de volgende motie willen indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het bepalen van wat kwaliteit is in de zorg van essentieel belang is voor goede zorg;

overwegende dat het van groot belang is dat het vaststellen van kwaliteitsnormen en het verzamelen van kwalitatieve gegevens van zorginstellingen en hulpverleners zo objectief mogelijk gebeurt door een gezaghebbende instelling;

van mening dat hierbij publieke borging en publieke organisatie van een dergelijk kwaliteitsinstituut van groot belang is;

spreekt uit dat de plannen tot privatisering van de kwaliteitsinformatie door het kabinet ongewenst zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12(31765).

Als tweede spreekster had zich mevrouw Van Miltenburg ingeschreven, maar zij ziet ervan af, het woord te voeren. De heer Van der Veen daarentegen wenst wel het woord te voeren.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. In het algemeen overleg over de kwaliteitszorg in de cure is de kwaliteit van de medicinale zuurstof aan de orde geweest. Daarover dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat medicinale zuurstof sinds 31 januari 2006 niet langer wordt aangemerkt als medisch hulpmiddel, maar als geneesmiddel;

overwegende dat de verstrekking van medicinale zuurstof als geneesmiddel volgens de huidige Geneesmiddelenwet moet geschieden met tussenkomst van een apotheekhoudende;

van mening dat het tot nu toe gebruikelijke stelsel van directe verstrekking van medicinale zuurstof via de leveranciers efficiënt en veilig functioneert;

van mening dat tussenvoeging van een apotheekhoudende in het verstrekkingsstelsel van medicinale zuurstof extra kosten met zich meebrengt en niets oplevert ten aanzien van de kwaliteit zoals die nu al gegarandeerd kan worden;

verzoekt de regering, de Kamer voor 1 juni te informeren over een manier waarop de huidige wijze van verstrekking van medicinale zuurstof door middel van een uitzonderingsbepaling in de Geneesmiddelenwet voortgezet kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Veen en Timmer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13(31765).

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Mijn tweede motie heeft betrekking op Zichtbare Zorg.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat consumenten en patiënten op Van Gervenbasis van onafhankelijke en betrouwbare informatie zelf keuzes moeten kunnen maken over de zorg voor hun gezondheid;

overwegende dat zorgverzekeraars kwaliteitsinformatie over zorg nodig hebben om de inkoop van zorg voor de verzekerden op een gedegen manier in het zorgstelsel in te kunnen vullen;

overwegende dat een private organisatie geen krachtig mandaat of bevoegdheden heeft om de benodigde kwaliteitsinformatie af te dwingen;

voorts overwegende dat de regering een verantwoordelijkheid heeft, het publieke belang bij het tot stand komen van kwaliteitsinformatie te waarborgen;

verzoekt de regering, het publieke belang in een publieke organisatie te borgen en de voorgenomen verzelfstandiging van Zichtbare Zorg in een private organisatie per direct te stoppen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Veen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14(31765).

Minister Klink:

Mijnheer de voorzitter. De motie van de heer Van Gerven gaat over het privatiseren van de kwaliteitsinformatie door het kabinet. In het algemeen overleg heb ik al toegezegd dat ik een brief naar de Kamer zou sturen over het kwaliteitsinstituut dat mij voor ogen staat. Deze brief zal eind volgende week in de ministerraad behandeld worden, waarna die brief naar de Kamer wordt gezonden. Tevens heb ik in het algemeen overleg toegezegd dat ik voor die tijd niet zal overgaan tot stappen met betrekking tot privatisering van de kwaliteitsinformatie. Dat zal ik ook niet doen dan nadat wij met elkaar over die brief over het kwaliteitsinstituut gesproken hebben. Ik wil nog wel kwijt dat in die brief in elk geval verankerd is dat de kwaliteitsinformatie publiek in die zin geborgd wordt dat die via een publiek instituut aan onder anderen patiënten en consumenten ter hand wordt gesteld. Tegen deze achtergrond beschouw ik de motie van de heer Van Gerven en de tweede motie van de heer Van der Veen, zo merk ik op aan hun adres, in elk geval als ondersteuning van de beleidskoers. Zoals gezegd, moet nog besproken worden in hoeverre dit het beleid van het kabinet is. Mijn intentie is dus om het te integreren in een publiek instituut. Nogmaals, die moties wil ik dus als ondersteuning van dit beleid zien.

De motie van de heer Van der Veen en mevrouw Timmer gaat over de medicinale zuurstof. Ik dacht even dat de heer Van der Veen sprak over "stuurstof", dat ook medicinaal kan zijn. In dit geval gaat het er echter over dat sinds 31 januari 2006 op Europees niveau de medicinale zuurstof als een geneesmiddel wordt aangemerkt. Het gevolg hiervan is dat de medicinale zuurstof, evenals elk ander geneesmiddel, verstrekt moet worden door tussenkomst van apotheekhoudenden. Natuurlijk zie ik ook de punten die de heer Van der Veen en mevrouw Timmer in deze motie hebben neergelegd. Ik noem de extra kosten en de extra handelingen die ermee gemoeid zijn. Tegen de heer Van der Veen zou ik dan ook willen zeggen: sta mij toe om de Kamer vóór 1 juni te informeren over de manier waarop daarvoor een uitzonderingsbepaling in de Geneesmiddelenwet nodig is. Ik weet niet zeker of dat nodig is. De Geneesmiddelenwet is daarvoor. Maar de Geneesmiddelenwet kan geen afbreuk doen aan datgene waartoe wij Europeesrechtelijk gehouden zijn. Sta mij ook toe dat ik de Kamer voor 1 juni wél inlicht op welke manier ik via de verlengde arm constructie daar een mouw aan kan passen, om even bij de beeldspraak te blijven.

De heer Van der Veen (PvdA):

De motie over het publiek belang zullen wij, mede gelet op de opmerkingen daarover door de minister en zijn brief die wij daarover tegemoet kunnen zien, aanhouden. Hetzelfde kan ik mij voorstellen bij de motie over de medicinale zuurstof. Die houden wij dus ook aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van der Veen stel ik voor, zijn moties (31765, nrs. 13 en 14) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

Minister Klink:

Voorzitter. Dank u wel, zo merk ik via u op aan de heer Van der Veen.

De voorzitter:

Daar zullen wij een aantekening van maken. Nu is het even afwachten wat de heer Van Gerven doet.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Heb ik de minister goed begrepen dat hij feitelijk zowel mijn motie als die van de heer Van der Veen overneemt?

De voorzitter:

Nee, dat zei hij niet.

De heer Van Gerven (SP):

Oké. Wij zijn het erover eens dat een publiek belang gediend moet worden, maar het gaat natuurlijk ook over de organisatievorm.

Minister Klink:

Mijnheer de voorzitter. De facto spreken wij over zichtbare zorg. De activiteiten daarvan zou ik het liefst geborgd zien in een kwaliteitsinstituut met een publieke inslag, met een publiekrechtelijke status, om het zo maar te zeggen. Daarover ontvangt de Kamer volgende week vrijdag een brief van het kabinet. Dan heb ik het dus over privatisering van de kwaliteitsinformatie. Die woorden gebruikt u in uw motie. Dat is een activiteit. Kwaliteitsinformatie wordt op dit moment via kiesbeter.nl gegeven. Voor zover ik mij goed herinner, is dat ook een private instelling. Ik ben niet van plan om Zichtbare Zorg te privatiseren. Dat kan ik u toezeggen. Dit zult u ook in de brief aantreffen. In die zin zeg ik dat ik dit als steun voor mijn beleidskoers beschouw indien het hier om de activiteit privatiseren van Zichtbare Zorg gaat, gekoppeld aan het kwaliteitsinstituut waarover wij eind volgende week in de ministerraad zullen spreken.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven