Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en de Woningwet in verband met het plegen van onderhoud door verenigingen van eigenaars (31991);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Drank- en Horecawet met het oog op de terugdringing van het alcoholgebruik onder met name jongeren, de voorkoming van alcoholgerelateerde verstoring van de openbare orde, alsmede ter reductie van de administratieve lasten (32022);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet op de rechterlijke indeling, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de modernisering van de rechterlijke organisatie en in verband met de regeling van het klachtrecht inzake gedragingen van rechterlijke ambtenaren (Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie) (32021);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en enkele andere wetten in verband met de versterking van de positie van de referent in het reguliere vreemdelingenrecht en versnelling van de vreemdelingenrechtelijke procedure (Wet modern migratiebeleid) (32052).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Een week geleden stond ik hier ook met een set onbeantwoorde Kamervragen waarop dringend antwoord gewenst is. Ik heb toen gevraagd of ik deze antwoorden binnen een dag mocht ontvangen. Een week later heb ik taal noch teken mogen vernemen van het ministerie van Justitie. Ik vraag vandaag dan ook of ik de antwoorden voor het einde van de dag mag ontvangen. Anders sta ik hier morgen weer tijdens de regeling van werkzaamheden om een debat aan te vragen.

De voorzitter:

Ik stel voor om dit deel van het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden, zodat uw oprechte en dringende oproep gestand wordt gedaan.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik wil graag het verslag van het algemeen overleg over het CBR op de plenaire agenda zien, met het verzoek om dit debat na 3 maart in te plannen. Op twee van de drie onderdelen waarop ik graag een motie wil indienen, ontvangen wij nog een brief van de minister.

De voorzitter:

Akkoord. Wij zullen het debat inplannen voor de periode na de gemeenteraadsverkiezingen.

De heer Roemer (SP):

Dat lijkt mij een goed plan. Ik heb nog een tweede verzoek, namelijk om het verslag van het algemeen overleg over de OV-chipkaart van vanmorgen zo spoedig mogelijk op de plenaire agenda te zetten, het liefst vandaag of morgen. Er zit tijdsdruk achter. Voor 11 februari moet immers gestemd worden, omdat dan de strippenkaart in de regio Rotterdam wordt afgeschaft en daar gaat nu juist de motie over.

De voorzitter:

Ik kan u tegemoetkomen in die zin dat wij het VAO voor de namiddag inplannen.

De heer Roemer (SP):

Dat zou helemaal geweldig zijn.

De voorzitter:

Akkoord?

De heer Roemer (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan zullen wij dit zo inrichten.

Het woord is aan mevrouw Verdonk.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Het is winter in Nederland en het is meteen crisis op de weg. Daarover debatteerden wij met de minister van Verkeer en Waterstaat op 20 januari jongstleden. Ik diende toen samen met collega Aptroot een motie in waarin de minister werd gevraagd om de toezegging dat er voor de rest van de winter voldoende strooizout is. De minister, daadkrachtig als hij is, deed deze toezegging volmondig. Net werd bekend dat Rijkswaterstaat stopt met het leveren van strooizout aan provincies en gemeenten vanwege een dreigend tekort aan strooizout. Dat zal leiden tot levensgevaarlijke, onacceptabele situaties op de Nederlandse wegen. Groningen, Overijssel, Limburg, Utrecht, Gelderland, Drenthe en Noord-Holland geven al aan, geen strooizout meer te hebben. Daarom vraag ik een spoeddebat aan.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Wij delen de zorgen van mevrouw Verdonk. Ik zou liever hebben dat wij morgen voor 12.00 uur een brief van de minister krijgen. Vervolgens kunnen wij dan in de regeling van werkzaamheden op basis van die brief, dus niet op basis van een Teletekstbericht, bezien of wij het noodzakelijk achten om een debat te organiseren.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie steunt het verzoek van mevrouw Verdonk. Een brief is prima, maar wij willen hoe dan ook een spoeddebat. De minister heeft iets toegezegd en dat maakt hij niet waar.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik steun een spoeddebat. Ik geef mevrouw Verdonk nog even mee dat wij vanavond mogelijk een extra procedurevergadering hebben van de commissie. Wellicht kunnen wij kijken of wij hierover morgen al met de minister kunnen spreken. Ik wil best met de minister debatteren, maar als de strandtenten al op het strand van Scheveningen staan, heeft het geen zin meer.

De heer De Mos (PVV):

Voorzitter. "Beat the heat", maar het strooizout is op; steun dus voor een spoeddebat.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Wij willen ook graag eerst een brief. Dat lijkt mij heel verstandig. Een spoeddebat is op zich logisch. Wij hebben eerder gezegd dat er voldoende strooizout moet zijn.

De voorzitter:

Zoals het er nu uitziet, hebt u voldoende steun voor een spoeddebat, mevrouw Verdonk. Er zijn nog twee suggesties gedaan om het vooraf te laten gaan door een brief of een en ander eventueel zelfs in een procedurevergadering te bespreken. Het is aan u.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Ten eerste is er wat mij betreft geen brief nodig. Er ligt een heel heldere toezegging van de minister. Die was zo helder dat wij de motie zelfs hebben aangehouden. Ten tweede ben ik het helemaal met de heer Roemer eens: het moet wel zo snel mogelijk. Wij hebben nu nog ijs en sneeuw in Nederland, dus nu moet dat spoeddebat worden gehouden. Als dat kan in een debat in deze zaal, dan ben ik daar voor, maar als dat moet in een AO, dan kan ik mij daar ook in vinden. Snelheid is geboden voor de veiligheid van de mensen op de weg.

De voorzitter:

Gezien de agenda stel ik voor om dat debat vandaag te houden, en wel vanavond direct na de avondpauze, met een spreektijd van drie minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Dank u, voorzitter.

De heer Koopmans (CDA):

Ik wil de suggestie doen dat de minister toch nog een brief stuurt voor aanvang van dat debat.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Uitstekend. Alle informatie van de minister is welkom maar wel voor vanavond.

De voorzitter:

Dit deel van het stenogram zal worden doorgeleid naar de minister, zodat er voor het debat mogelijkerwijs nog een brief ligt.

Zijn er nog andere zaken voor de regeling? Die zijn er niet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven