Aan de orde is de behandeling van:

het verslag van een algemeen overleg met de minister van Defensie over het Jaarverslag Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) over 2008 (32123 X, nr. 27).

De voorzitter:

Ik heet de minister van Defensie welkom in ons midden. Alvorens de heer Brinkman als eerste het woord te geven, herinner ik de Kamer eraan dat we in de donkere dagen voor kerst leven. We leven dus onder het kerstregime.

De beraadslaging wordt geopend.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de IGK niet alle informatie opneemt in zijn jaarverslag en de minister niet alle adviezen van de IGK opvolgt;

overwegende dat hier veel meer duidelijkheid over moet komen zodat de IGK daadwerkelijk zijn vermeende onafhankelijke en controlerende rol kan uitvoeren en de Kamer hierdoor de regering ook beter kan controleren;

verzoekt de regering om een overzicht te geven van alle adviezen van de IGK en hierbij te vermelden welke van de adviezen zijn overgenomen en welke van de adviezen niet zijn overgenomen door de minister van Defensie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 50(32123 X).

Dan geef ik nu het woord aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter. President Obama vertelde vanochtend dat hij 30.000 extra soldaten naar Afghanistan stuurt. De Nederlandse bevolking noch de Kamer staat achter de oorlog.

De voorzitter:

Mijnheer Poppe, ik onderbreek u even om u eraan te herinneren dat wij op dit moment bezig zijn met het VAO over het jaarverslag van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht. U ziet af van het woord, begrijp ik?

De heer Poppe (SP):

Waarom heeft u mij dan geroepen?

De voorzitter:

Omdat u op de sprekerslijst staat, mijnheer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Nou, dat is een vergissing.

Minister Van Middelkoop:

Mijnheer de voorzitter. Ik heb aan de motie van de heer Brinkman geen behoefte en ik zal uitleggen waarom. De heer Brinkman en de Kamer weten dat ik al weer enige tijd geleden naar aanleiding van de motie-Eijsink c.s. een brief naar de Kamer heb gestuurd waarin ik heb uitgelegd wat precies de positie van de IGK is en waarin ik bovendien nog een aantal mededelingen heb gedaan over de toezichthoudende organen binnen Defensie. Wij hebben daarover vervolgens een goed inhoudelijk overleg gehad, waarbij de materie aan de orde is gekomen zoals vervat in de nu voorliggende motie.

Wat is de kern van de zaak? De Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht is een onafhankelijk adviseur van de minister van Defensie. Die onafhankelijkheid is natuurlijk vooral belangrijk omdat hij niet horig is aan ofwel de secretaris-generaal ofwel de commandant der strijdkrachten, zodat hij in staat is om de minister onafhankelijk te adviseren over in het bijzonder de bedrijfsvoeringsprocessen bij het ministerie van Defensie. Het belang daarvan zal duidelijk zijn. Ooit heeft een IGK besloten om daar een verslag van te maken op jaarbasis. Ongetwijfeld is op een ander moment besloten om dat verslag ook aan de Kamer te sturen. Ik vind het nog altijd waardevol om dat te doen, omdat zo'n verslag zeer veel informatie bevat waar ook de Kamer het nodige aan kan hebben. Er is ook de gewoonte gegroeid dat de minister van Defensie dat verslag stuurt naar de Kamer met een begeleidende brief, waarin hij een aantal opvallende elementen uit het verslag van de IGK als het ware nog eens extra aan de Kamer voorhoudt, wetende overigens dat de Kamer het verslag best zelf kan lezen. Ik heb in het algemeen overleg gezegd dat ik nog wel eens wil bezien of het ook niet interessant is om een aantal adviezen die niet zijn opgevolgd – de heer Brinkman zal begrijpen dat ik alle vrijheid heb om adviezen van een adviseur niet op te volgen – er uit te lichten om er een paragraaf aan te besteden. Dat wil ik ook doen, dat heb ik ook beloofd in het algemeen overleg. In feite is dat ook de tekst van het dictum van deze motie. Dat leidt mij tot de conclusie dat deze motie echt overbodig is en niets toevoegt aan datgene wat ik heb toegezegd in het algemeen overleg aan de Kamer. Vandaar dat ik geen behoefte heb aan deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven